Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Omstandigheden

“Waar gaan we heen?” Debbie. Debbie ten voeten uit. Opgewekt, een tikje geforceerd misschien. Het verbaast me wel eens hoe aanwézig ze op zulke momenten is.
Dit is nieuw, dat ze langskomt omdat ze, zoals ze zegt, toevallig in de buurt was. Maar er begint al een patroon in te komen. Doorgaans op dinsdag, wat later op de ochtend. Koffie heeft ze dan al gehad. We maken een praatje en dan gaat ze met haar laptop aan de keukentafel zitten, voor mij het sein om me met een boek of een sudoku terug te trekken in de voorkamer. Tussen de middag eten we samen een boterham. Intussen zorgen deze bezoekjes ervoor dat ik het huis op orde houd, en broodtrommel en koelkast gevuld. Waarschijnlijk is dat ook de bedoeling ervan. Op gezette tijden regelt ze mijn bankzaken of verlost ze me van andere ongemakken die zich voordoen op de elektronische snelweg; de digitale vaardigheden die ik de laatste jaren in de boekhandel had verkregen, zijn zodoende als sneeuw voor de zon verdwenen. En dan is het: nou pa, ik ga, tot kijk maar weer. Haar vertrek is al even ingrijpend als haar aankomst. Het stuift altijd een beetje waar Debbie zich beweegt. Kuskuskus. Bij haar mik je geen Chanel maar appeltjes. In een paar sprongen de trap af. In de tussentijd ben ik bij het raam gaan staan om te kijken hoe ze op haar fiets stapt en de straat uit rijdt en verdwijnt om de hoek bij het mortuarium. We zwaaien niet. We zwaaien nooit. Kom op zeg, vader en dochter, we zijn geen geliefden of zo. Toch hoor ik er vaak iets van muziek bij, het smartelijke ‘adio’ uit een Italiaanse of in elk geval Italiaans gezongen opera. Mozart? Of toch Verdi? La Traviata? lk draai me om. Het huis is leeg.
lk wierp snel nog een blik op de kaart, zoals je dat ook doet wanneer je het lezen van een boek moet onderbreken: om te onthouden waar je gebleven bent. Daarna vouwde ik haar op en schoof ik haar terug in het plastic hoesje met het vignet van de kaartenwinkel. Alpenvereinskarte, 3/2, Lechtaler Alpen, Arlberggebiet (1:25 000).
“Lech am Albert, zei ik. ‘We zijn daar nu drie keer geweest, de eerste keer twee dagen, de tweede keer drie dagen en de derde keer een week En als ik op die kaart kijk: ik heb daar nog niet de helft gedaan van wat ik zou willen doen.”

 

Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

DEEL VAN EEN BRIEF AAN DE JONGEN VAN CODIGNOLA

Beste jongen, ja, natuurlijk, laten we elkaar ontmoeten,
maar verwacht niets van deze ontmoeting.
Niet meer dan een nieuwe teleurstelling, een nieuwe
leegte: een van die ontmoetingen goed
voor narcistische waardigheid, als verdriet.
Met mijn veertigste ben ik nog net zo als toen ik zeventien was.
Hoe gefrustreerd ook, de veertigjarige en de zeventienjarige
zijn zeker in staat om elkaar te ontmoeten, stamelend
over gemeenschappelijke ideeën, over problemen
waartussen twee decennia zitten, een heel leven,
ook al zijn ze schijnbaar hetzelfde.
Totdat één woord, dat zijn weg uit de onzekere kelen vond,
uitgeput van het huilen en de wens om alleen te zijn
de ongeneeslijke ongelijkheid van dit alles onthult.
En samen met jou zal ik de dichter-
vader moeten spelen, en dan terugvallen op ironie –
Wat je in verlegenheid zal brengen: de veertigjarige
inmiddels de meester van zijn eigen leven,
levendiger, jonger dan de zeventienjarige.
Afgezien van deze waarschijnlijkheid, deze schijn,
heb ik je niets anders te vertellen.
Ik ben gierig, het weinige dat ik bezit
houd ik dicht tegen mijn duivelse hart.
En de twee stukken huid tussen jukbeen en kin,
onder de mond misvormd door een gedwongen, timide
glimlach, en het oog dat zijn zoetheid
verloren heeft, als een vijg die zuur is geworden –
vóór jou kan het exacte portret verschijnen
van de volwassenheid waar je door gekweld wordt,
een niet broederlijke volwassenheid. Wat heb jij aan
een generatiegenoot – die slechts verwelkt
in de magerheid die zijn vlees verslindt?
Wat hij heeft gegeven, heeft hij gegeven, de rest
is uitgeput medeleven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Alptraum

“Hexensee
Van Grosse Scheidegg, 1961 m, liepen we naar een plek die op de kaart ‘Wart’ wordt genoemd, 2706 m. Veel sneeuw. Bij vlagen ingesloten door wolken. Een passerende steenarend werd uitgefloten door alpen-marmotten. We wilden langs de meertjes, die daar doorgaans bevroren tegen een noordwand liggen. Meteen bij Wart al maakte de mist het lastig het pad te vinden. Later zeiden we: toen hadden we moeten omkeren. Nu we zo duidelijk overleefd hebben, zijn we geneigd deze conclusie te matigen. We leren van onze fouten, maar liever niet te veel. We bereikten de Hexensee, aten brood, dronken water en zeiden: moet je horen hoe stil het hier is. Sneeuw bedekte de markeringen langs de route, mist verborg alle andere aanknopingspunten. Hier en daar suggereerden sneeuw en mist samen een zodanige leegte, dat je geen stap meer zou durven doen. Na verloop van tijd doemde aan onze linkerhand een wand op die er niet hoorde. We begonnen af te dalen over een paadje dat mogelijk een mensenpaadje was. Opeens keken we, halve engelen, vanuit onze wolk neer op de aarde: een paradijselijk groen veldje in een web van aan alle kanten neersuizend smeltwater. Er mankeerde aan dit veldje maar één ding: je moest je ongeveer een halve kilometer laten vallen om er te komen. Dit is het niet,' zei Daan.Nee,’ zei ik, ‘dit is het niet.’
Oude ambachten
Kil en roerloos, raadselachtig was de wereld. We klommen terug en verdwenen in de mist, waar we werden opgewacht door een vaag omlijnd dier, welbeschouwd een gems, een mannetje. Hij stond dwars op onze richting, maar had zijn kop al naar ons toegedraaid en keek. Het algemene beeld van gemzen berust op foto’s, films en boeken en bestaat hoofdzakelijk uit doodsverachting; dieren die zich in onmogelijk terrein van alles kunnen veroorloven omdat ze niet weten wat vallen
is.
Wat in werkelijkheid bij deze dieren frappeert is hun allesoverheersende bedachtzaamheid. Wat ze doen, doen ze weloverwogen. In hun motoriek ligt een altijd elegante aandacht voor houvast besloten. Zelfs in hun sprongen zit een moment van traagheid: eerst de gedachte, dan de beweging. Gemzen beoefenen het leven in de bergen als een ambacht. Wat de timmerman wist van hout, de smid van ijzer, dat weten gemzen van bergen.
Ze weten precies wat vallen is, daarom vallen ze niet. Ze hebben respect voor de dood, althans respect voor zichzelf. We werden rustig door die ene gems bekeken en hé, dacht hij, jullie had ik niet verwacht vandaag. Hij deed een stap en nog een stap en weg.”

 

Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

Uit: Zeven gedichten voor Ninetto

3/
Die Freud die je graag leest maakt niet
duidelijk wat ik verlang. Jij kwam hier,
en ik herhaal – Niets bindt je aan mij.
Toch besluit je te blijven.

De man die bidt en geen schaamte voelt, die verlangt
naar zijn moeders nest voor troost, zal een vals leven leiden.
Een troosteloos leven. Je zult dit ontkennen.
Maar onthoud dat zijn huilen niet om jou is.
Het is om zijn eigen kont.
Je kwam me dingen leren die ik nog niet eerder wist
maar de engel verschijnt en je bent weer stil.
Hij is snel weg. En toch ben je onrustig.

Plezier schort mijn angst op.
Maar ik weet achteraf dat spijt onze fragiele vrede zal verbrijzelen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Giovanni “Ninetto” Davoli en Pier Paolo Pasolini

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Dove hond

“1
Denk je dit eens in: je rolt je op in de vertrouwde ruimte onder je baas z’n bureau, je legt je poten goed, je steekt je snuit in de warmte van je eigen buik en dan val je in slaap in de veilige zekerheid dat hij boven je hoofd een stukje zit te tikken. Maar als je weer wakker wordt: geen baas te bekennen.
Je kijkt om je heen, je spitst je oren. Hoe is dit mogelijk? Nu moet je op zoek naar die man. Trap af, en je snuffelt aan de badkamerdeur, de slaapkamerdeur. Doodse stilte. Nog een trap af, en je snuffelt aan de wc-deur, de woonkamerdeur. Hij zal toch het huis niet uit zijn – zonder dat je het gemerkt hebt?
Sinds hij doof is, probeert de hond me doorlopend in het oog te houden. Zelfs als je de tv aanzet, voorheen het sein om direct de kamer uit te gaan, blijft hij nu bij je. Als je hem in de tuin laat, staat hij elke vijf minuten met zijn voorpoten tegen de vensterbank om te kijken waar je zit. Zijn doofheid vervult hem met wantrouwen.
Ik vraag me weleens af of hij zich de tijd dat zijn oren nog naar behoren functioneerden herinnert, of de woorden die hij had leren verstaan hem nog weleens te binnen schieten – Rekel, eten, zit, kijk, poes, pak je riem, ga je mee?
Zou hij vanuit zijn huidige wereld kunnen terugdenken aan die van vroeger? Dus dat hij zich afvraagt wat er nou toch is misgegaan.
Waarom práten ze nooit meer met me?
Waarom fluíten ze niet gewoon als ze me nodig hebben?”

 

Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

Ik ben in mijn sas

Op de ruige zaterdagavond
ben ik er mee in mijn sas om naar mensen te kijken
die buiten lachen in de open lucht.

Mijn hart is ook gemaakt van lucht
mijn ogen weerspiegelen de vreugde van de mensen
en in mijn krullen glanst zaterdagavond.

Jongeman, ik ben in mijn sas met mijn zaterdagavond
arme man, ik ben in mijn sas met mensen,
ik leef, ik ben in mijn sas met de lucht.

Ik ben gewend aan het kwaad van zaterdagavond.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019.

Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

 

De helpende hand

Volmaakt van veren –
een jonge tjiftjaf
van de grond geraapt en
op je hand geklommen
lichter dan een zegelring.

Je blaast hem zachtjes op
zijn rug – maar hij laat zich
niet wegblazen, hij klemt zich
nagelpuntig aan je vast
jij bent zijn vriend geworden.

Hij hoeft de vrijheid niet
niet nog meer regen
niet nog meer storm
geen honger meer
geen onrust meer.

Zijn missie op de aarde
net begonnen ís voorbij.
Nog even zitten, nog even leven
nog even maar nog even.

 

LIKÖFERWAND

Zouden hier rugzakken zijn
als wij er niet waren
om ze neer te zetten
broodjes
als wij er niet waren
om ze op te eten?

Zou het hier stil zijn
als ik er niet was om
te zeggen hoe stil het is
koud
als jij er niet was om
te zeggen hoe koud het is?

Zou de wind wel waaien
de anemoon wel bloeien
en de sneeuwvink
zou die voor zijn jongen
beestjes vangen op de rotswand
aan de overkant?

Heel die wand zijgt als je opstaat
kreunend neer –
decors
ze worden in een oogwenk afgebroken
de rekwisieten in een kist gegooid.

 

Glans

Er bestaat een glans
die zich lijkt los te maken,
een afzonderlijke hoedanigheid van licht
iets dat zacht verstuivend
langs het glanzend lichaam vloeit.
Dat zie je min of meer
bij paarlemoer. Dat zag ik
bij die houtsnip.

En het onmetelijk egale,
grijze oog.

Dit oog keek schuin
gehouden naar mij op
en nee, dacht het,
dit is geen boom.

 

Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

Acht gedichten voor Ninetto

2 /
Ik denk aan jou en ik zeg tegen mezelf: “Ik ben hem kwijt.”
Ik kan de pijn niet verdragen en wou dat ik dood was. Een minuut
of zo gaat voorbij en ik bedenk me. Met vreugde

haal ik weer kracht uit je portret . Ik weiger te huilen.
Ik ben van gedachten veranderd.
Dan denk ik nog eens aan jou, verloren en alleen.

Wie is deze lelijke heer
Die niet begrijpt wat hem het meest verontrust? Ben jij
of ben je niet deze Ander,

hij die altijd verliest zonder echt dood te gaan?
Hij is mijn dubbelganger: ik, pedant. Hij, informeel.

Dat ik hem ken heeft alles in mijn leven veranderd.
Hij zegt dat als ik verdwaald ben, hij me zal vinden.
Hij weet dat als hij dat doet, ik dood zal zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Pier Paolo Pasolini en Ninetto Davoli in 1969

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2020 en eveneens mijn blog van 5 maart 2019.

Koos van Zomeren, Pier Paolo Pasolini

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Het verkeerde paard

“Luid toeterend passeerde een melkwagen. Treubes nam zijn pet af, moeder huiverde. Wouter wilde haar een hand geven, maar ze weerde hem af en hij zag aan haar ogen dat ze er niet eens erg in had.

In de verte vlogen een paar kraaien op. Eindelijk, daar was de bus! Hij nam de bocht en werd langzaam groter. Op een gegeven moment kon je de chauffeur en een handvol passagiers onderscheiden. Heel even liet Wouter zich afleiden door de sierlijke letters waarin de naam van de ondernemer op de caramelkleurige flank geschilderd was. Hij fantaseerde wel eens dat ooit zijn eigen naam op de zijkant van een bus zou staan.

Sidderend kwam het gevaarte, dat bijna de hele breedte van de weg in beslag nam, tot staan. Begeleid door een scherp sissend geluid klapte de deur open. En daarna gebeurde er een hele tijd niets. Het duurde echt een eeuwigheid voordat achter in de bus beweging ontstond en bijna nog eens zo’n eeuwigheid voordat Wouters vader met een tas voor zich uit naar buiten klom.

De bus vertrok. Treubes grijnsde, de kleintjes verborgen zich achter hun moeder en zij wachtte af, net als Wouter.

‘Nou, vooruit dan maar,’ zei vader. En zo aanvaardden ze de terugtocht: met z’n zessen nu. Wouter hoopte dat het weerzien van het bos zijn vader plezier zou doen.

Thuis geurde de koffie. Het gebak stond uitgestald op tafel. Vader keek om zich heen, zette zijn tas op de treedjes voor de bedstee en zei: ‘Daar ben ik dan, het feest kan beginnen.’ Dat klonk alsof het hem niets kon schelen, verwijtend zelfs.

‘Hoe heb je het gehad?’ vroeg Treubes.

‘Goed natuurlijk.’ En toen wendde hij zich ten langen leste tot zijn kroost. ‘En kindertjes, zijn jullie braaf geweest?’ Wimmie en Joke knikten schaapachtig. Wouter verwenste hen; als ze nog duidelijker lieten blijken dat ze doodsbenauwd waren liep alles in het honderd. Om dezelfde reden verwenste hij het gesnuif van zijn moeder. Hij zelf probeerde zich een mannelijke houding aan te meten en zijn vader zodoende te dwingen hem eindelijk aan te kijken en iets van zijn padvindershemd te zeggen.

Zo was het onder de koffie en onder het middageten en eigenlijk de hele dag lang, tot ook Wouter de moed begon te verliezen. Toen keek ook hij het vertrek eens rond. Hij probeerde zich in te denken wat zijn vader ervaren had toen hij binnenkwam en kwam tot de sombere conclusie dat er, inderdaad, niets veranderd was.”

Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

Acht gedichten voor Ninetto

1 /
Jouw plaats was aan mijn zijde,
en daar was je trots op.
Maar zittend met je arm op het stuur
zei je: “Ik kan niet verder. Ik moet hier blijven, alleen ‘

Als je in dit provinciedorp blijft, loop je in de val.
We doen het allemaal. Ik weet niet hoe of wanneer, maar je doet het.
De jaren waaruit een leven bestaat, verdwijnen in een oogwenk.

Je bent stil, nadenkend. Ik weet dat het liefde is
die ons uit elkaar scheurt.

Ik heb je alle kracht
van mijn bestaan gegeven,
maar toch ben je nederig en trots, en gehoorzaam je een bestemming
die wil dat je verarmd blijft. Je weet niet
wat te doen, al dan niet toegeven.

Ik kan niet doen alsof jouw verzet
me geen pijn doet.
Ik kan de toekomst zien. Er is bloed op het zand.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Pier Paolo Pasolini en Ninetto Davoli

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2019 en ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Venice. The Carnival (Lord Byron), Pier Paolo Pasolini, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Arthur van Schendel, Katarina Frostenson

 

Dolce far niente – Bij Carnaval

 

 
Les Carnavaleux door Yvette Matysiak, 2014

 

Venice. The Carnival (Uit Beppo)

OF all the places where the Carnival
Was most facetious in the days of yore,
For dance, and song, and serenade, and ball,
And masque, and mime, and mystery, and more
Than I have time to tell now, or at all,
Venice the bell from every city bore;
And at the moment when I fix my story
That sea-born city was in all her glory.

They ’ve pretty faces yet, those same Venetians,
Black eyes, arched brows, and sweet expressions still;
Such as of old were copied from the Grecians,
In ancient arts by moderns mimicked ill;
And like so many Venuses of Titian’s
(The best ’s at Florence,—see it, if ye will),
They look when leaning over the balcony,
Or stepped from out a picture by Giorgione,

Whose tints are truth and beauty at their best;
And when you to Manfrini’s palace go,
That picture (howsoever fine the rest)
Is loveliest to my mind of all the show:
And that’s the cause I rhyme upon it so:
’T is but a portrait of his son, and wife,
And self; but such a woman! love in life!

 


Lord Byron (22 januari 1788 – 19 april 1824)
Zomercarnaval in Notting Hill, Londen de geboorteplaats van Lord Byron.

 

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

Flesh And Sky

O maternal love,
heartbreaking for the gold
of bodies suffused
with the secret of wombs.

And beloved unconscious
attitudes of the lewd
perfume that laughs
along innocent limbs.

Heavy fire bolts
of hair . . . cruel
indifference of glances .. .
faithless attentions .. .

Unnerved by tears
so gentle I go back home,
my flesh scorched
by radiant smiles.

And I’m going mad in the middle
of this ordinary night
after a thousand other nights
of such impure fervor.

 

Part of a Letter to the Codignola Boy

Dear boy, yes, sure, let’s meet,
but don’t expect much from this meeting.
At the least, a new disappointment, a new
emptiness: one of those meetings good
for narcissistic dignity, like a sorrow.
At forty, I’m just as I was at seventeen.
However frustrated, the middle-aged man and the kid
are able, certainly, to meet, hemming and hawing
over ideas held in common, over problems
that can make two decades loom, a whole lifetime,
even though they are apparently the same.
Until one word, finding its way out of uncertain throats,
worn out from weeping and the wish to be alone—
reveals the incurable disparity of it all.
And, with you, I will have to play the poet-
father, and then fall back on irony—
which will embarrass you: the forty-year-old
by now the master of his own life,
livelier, younger than the seventeen-year-old.
Other than this likelihood, this pretense,
I have nothing else to tell you.
I’m stingy, the little I possess
I hold tight to my diabolical heart.
And the two lengths of skin between cheekbone and chin,
under the mouth disfigured by forced, timid
smiles, and the eye which has lost
its sweetness, like a fig gone sour—
there might appear before you the exact
portrait of that maturity you’re pained by,
a maturity not at all brotherly. Of what use to you
is a contemporary—merely withering away
in the very leanness that devours his flesh?
What he has given he’s given, the rest
is exhausted compassion.

 

Vertaald door David Stivender en D. McClatchy

 

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Een nog jonge Pasolini

 

De Nederlandse schrijver, columnist en dichter Koos van Zomeren werd geboren in Velp op 5 maart 1946. Zie ook alle tags voor Koos van Zomeren op dit blog.

Uit: Het verkeerde paard

‘’t Is bedtijd knul,’ zei zijn moeder.
‘Ik kan toch niet slapen,’ antwoordde hij.
‘En hou er rekening mee: vanaf morgen is die stoel weer voor je vader.’
‘Natuurlijk mam.’ Met een steels gebaar streelde Wouter het versleten pluche.
‘En we moeten ook maar niet laten merken dat jij in de bedstee geslapen hebt.’
‘Wordt nu alles anders?’
‘Vast en zeker,’ zei ze flink.
De volgende morgen begon met iets ongehoords. Wouter was bezig de geit, die aan een paal stond, te verplaatsen, toen een bestelauto te voorschijn kwam en over het zandpad recht op hun huis af hobbelde. Hij herkende de Austin van bakker Loos en zette het op een holletje. Zo was hij er getuige van hoe zijn moeder een witte kartonnen doos aannam. Ze hield hem op haar onderarm, bukte zich voor de kinderen en lichtte de deksel op. Gebakjes, wel tien stuks en allemaal verschillende. Er ging een juichkreet op.
‘En een prettige dag samen,’ wenste Loos voordat hij zijn kolossale gedaante weer achter het stuur wrong.
De tijd kroop voorbij. Wouter besloot voor de zoveelste keer het grint aan te harken. De zenuwen bezorgden hem een slap gevoel in zijn benen.
Tegen elf uur kwam Treubes het erf opslenteren. Het boertje met zijn troebele blinde oog kon voor een vriend van zijn vader doorgaan. Opnieuw besefte Wouter hoe zorgvuldig zijn moeder de gebeurtenissen probeerde te regisseren. Allicht, met Treubes erbij zou alles soepeler verlopen.
‘Hoor de vogels eens zingen,’ zei de oude man. Hij had zijn klompen geschuurd, ze waren blank als room.
Met z’n vijven liepen ze door het bos tot ze aan de geasfalteerde weg kwamen, waar ze zich posteerden bij de bushalte. Wimmie en Joke maakten ruzie, Treubes wauwelde iets over wat hij op de radio had gehoord en Wouter en zijn moeder tuurden gespannen naar de verre bocht bij het dorp. De kerktoren priemde boven de bossen uit in een grauwe lucht.”

 

 
Koos van Zomeren (Velp, 5 maart 1946)

 

De Nederlandse dichter Jurre van den Berg werd geboren in Thesinge op 5 maart 1986. Zie ook alle tags voor Jurre van den Berg op dit blog.

 

Na dagen van golven

Niets dan goeds, zeg jij, over de tijd
vlak voor het einde, over het land
na de zee – maar hier was het

waar de dagen van golven waren
geteld, de tirade raasde
over woest en ledig land

hier werd niets met rust gelaten:

de gewonnen grond
ingedijkte kwelders met de smaak
van snikkende aarde

ontgonnen, drooggemaakt.

 

Tekens

De stad vraagt niet of ze hier
moet blijven, ze wekt niet de indruk
een indruk te willen wekken
of te zwijgen over alles wat ze zag.

Toch heb ik lang gedacht dat alles
ons iets te zeggen had: de tekens
zoals dat van de man met een radio
in zijn plastic tas met stoepkrijt

op de hoek van de straat, hoe het
meisje twijfelde bij de brievenbus
hoe de duiven opstoven en de dode
ter hoogte van de put.

 

 
Jurre van den Berg (Thesinge, 5 maart 1986)

 

De Nederlandse schrijver Arthur van Schendel werd geboren op 5 maart 1874 in Batavia. Zie ook alle tags voor Arthur van Schendel op dit blog.

Uit: Een zwerver verliefd

“Aan het koor, waar hij in sprakelooze verwachting placht heen te gaan, dacht hij niet meer. Hij bleef nog even zwijgzaam, zijn stem klonk ontevreden. Menigmaal wanneer hij vermoeid was kwam er neêrslachtig voorgevòel in zijn ziel, dat al zijn verlangen vergeefsch zou zijn, zich nimmer zou uiten, maar verzwinden om niet, en hij peinsde ernstig somtijds wat het wel was, dat hij ’t liefst zou willen ter wereld, maar wist het niet. En dan gaf hij zich met wellust over aan ’t gemijmer, dat een vreemde, onwezenlijke innigheid had, zooals zij wel kennen, die soms, laat ontwaakt, zich om den ochtend en de wakkere wereld niet bekommeren, maar liggen blijven om zich in stilte te verwonderen hoe zooveel liefheid daarstraks in hun hart kon dwalen – zij spreken niet als zij opstaan en voelen in weemoedigen eenvoud, dat er schooner dingen zijn dan hun oogen zien.
Hij was toen zestien. Een meisje, dat hij ontmoette, lachte hem zoo liefjes toe, dat hij verwonderd in nieuwe vervoeringen raakte en haar gaarne behaagde; doch weinige dagen slechts, want het meisje ging met een ander spaceeren terwijl hij haar overal zocht, en haar later wel beziende vond hij haar niet zoo mooi als hij eerst had gezien.
Hij vergat haar aldra, maar uit de eerste verrukking broeide een rustelooze drang na, die hem gemelijk maakte en van de werkplaats afkeerig. Vaak voelde hij zich nu vermoeid van de aanvallige fantasieën, die de een na de ander verkleurden en een stemming nalieten van armzaligheid.
Eens toen hij in donker door de stille buurten doolde hield een oude vrouw hem staande, jammerend en hem smeekend haar te beschermen voor de schouts, die haar vervolgden. Tamalone, door haar armoedige gestalte en haar klachten ontsteld, vroeg niet wat zij gedaan had, maar nam haar op en liep hard met haar heen, in de verte zag hij de lantarens van de wacht al schommelen. Met plots gevoelde kracht rende hij door duisternis voort, de vrouw klemde zich vast aan zijn hals; hij liep harder en harder want achter zich hoorde hij den klank van wapenen en het hijgen van mannen in vlugge vaart.”

 


Arthur van Schendel (5 maart 1874 – 11 september 1946)
Cover

 

De Zweedse dichteres en schrijfster Katarina Frostenson werd geboren op 5 maart 1953 in Stockholm. Zie ook alle tags voor Katarina Frostenson op dit blog.

 

Stimme

Monstrum, leg dich rings um mich, was werde ich wohl
fühlen      Groß und unerklärlich stumm, eine Pferdedecke
Auge, Nase, Stirn Lappen, Wange bedeckt     mein Mund,
warum bist du verlassen     Ein Halm hineingesteckt, Geschmack von
Mineralien, Salz     Der Fuß wandert durch den engen Gang,
weiß und unbekannt in mir, Zug kommt auf     Und die Luft ist
stark, und kalt, und schwarz und klar     Jetzt weide ich Weltgras

 

Votivbild

Die Stelle zwischen den Ohren ist ein Geschlecht. Befingert:
ein Geschlechtsboden zum Wellenkamm geformt, er wogt. Schlängelt
in Linien von Ungehörtem, in der Form einer Barke. Ein Kahn. Darin
lag alles sichtbar und nackt zu fühlen. Zu salben, den Finger
ringsherum zu führen, bis der Tropfen rollt. Mit Hitze zieht es
sich zusammen, und stößt seine Flüssigkeit. Ein Geriesel, still
gleitet sie gesalbt ihren Schlängelweg weiß, zum Paarungsort
wo die Schuppen fallen     es ist eine Schlange im Ohr
.

 

Vertaald door Verena Reichel

 


Katarina Frostenson (Stockholm, 5 maart 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e maart ook mijn blog van 5 maart 2018 deel 1 en ook mijn blog van 5 maart 2017 deel 1 en ook deel 2.

Pier Paolo Pasolini, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Arthur van Schendel, Nelly Arcan, Jean Orizet, Leslie Marmon Silko, Frank Norris, Ennio Flaiano

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

 

Uit: Eight poems for Ninetto

8/
After a long absence, I put on a record of Bach, inhale
the fragrant earth in the garden, I think again
of poems and novels to be written and I return
to the silence of the morning rain,

the beginning of the world of tomorrow.
Around me are the ghosts of the first boys,
the ones you knew. But that is over. Their day
has passed and, like me, they remain far from the summit

where the sun has made glorious their heads,
crowned with those absurd modern-style haircuts
and those ugly American jeans that crush the genitals.

You laugh at my Bach and you say you are compassionate.
You speak words of admiration for my dejected brothers of the Left.
But in your laughter there is the absolute rejection of all that I am.

 

The Fan

The ruthless fan
smothers among its meridians
the Ocean’s overdone blue,
its Indian enchantments.

Eurasia unbound
undulates in its motion
changing the satin shades
of the Jun on the surface.

In its pale breath
the cholera has designs on
tropical half-shadows,
ships in quarantine.

A hanged Chinaman
traces on the fan
the outline of shimmering
Asiatic carrion.

0 fan of remote
aromas like snows
trampled on by dead
men in othcr ages!

Innocent and limp
as a faded cloth,
you excite in the air
a poison that chokes.

Death! No—silence!
Who has spoken of death?
O fan, your absinthe
breathes faintly, incessantly.

 

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975
Cover

Lees verder “Pier Paolo Pasolini, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Arthur van Schendel, Nelly Arcan, Jean Orizet, Leslie Marmon Silko, Frank Norris, Ennio Flaiano”

Pier Paolo Pasolini, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Arthur van Schendel, Nelly Arcan, Danny King, Jean Orizet

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

Uit: Seven Poems for Ninetto

6/

When you have been in pain for so long
and for so many months it has been the same, you resist it,
but it remains a reality in which you are caught.

It is a reality that wants only to see me dead.

And yet I do not die. I am like someone who is nauseous
and does not vomit, who does not surrender
despite the pressure of Authority. Yet, Sir,

I, like the entire world, agree with you.

It is better that we are kept at a far distance.
Instead of dying I will write to you.

In this way, I preserve intact my critique

of your hypocritical way of life,
which has been my sole joy in the world.

7/
After much weeping, in secret
and in front of you, after having staged
many acts of desperation, you made
the final decision to surrender

and never to be seen again. I am done.

I have acted like a madman. I will not let the water run
from the source of my evil and my good:
these pacts between men are not for you or perhaps

you’re too skilled in the art of breaking them,

guided by a Genie that gives you certainty
by which you are transfigured. You

know the right button to push.

When I speak you tell me “no”
and I tremble with disgust and fury
at the thought of our unforgettable happy hours.

 

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975
Ninetto Davoli en Pier Paolo Pasolini

Lees verder “Pier Paolo Pasolini, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Arthur van Schendel, Nelly Arcan, Danny King, Jean Orizet”

Pier Paolo Pasolini, Arthur van Schendel, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Nelly Arcan, Danny King, Jean Orizet

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

Uit: Seven Poems for Ninetto

3/
That Freud that you enjoy reading doesn’t
clarify what I desire. You came here,
and I repeat –Nothing binds you to me.
Yet you decide to stay.
 
The man who prays and does not feel shame, who desires 
his mother’s nest for comfort, will lead a false life.
A desolate life. You will deny this.
But remember his cry is not for you.
It is for his own ass.
You came to teach me things I had not known before
but the angel appears and you are silent again.
He is soon gone. And still you are anxious.

Pleasure suspends my anguish.
But I know afterwards regret will shatter our fragile peace.

4/
There existed in this world a thing without price.
It was unique.   Few were aware of it.
No code of the Church could classify it.
I confronted it midway on life’s journey
with no guide to lead me through this hell.
In the end there was no sense in it
tho it consumed the whole of my reality.
You wanted to destroy any good that came from it,
slowly, slowly, with your delicate hands.
You were not devoted and yet I cannot understand                                                                       
why there was so much fury in your soul
against a love that was so chaste.

 

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975
Ninetto Davoli, Franco Citti en Pier Paolo Pasolini

Lees verder “Pier Paolo Pasolini, Arthur van Schendel, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Nelly Arcan, Danny King, Jean Orizet”

Pier Paolo Pasolini, Arthur van Schendel, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Nelly Arcan

De Italiaanse filmregisseur, dichter en schrijver Pier Paolo Pasolini werd geboren in Bologna op 5 maart 1922. Zie ook alle tags voor Pier Paolo Pasolini op dit blog.

Uit: Seven Poems for Ninetto

1/
Your place was at my side,
and you were proud of this.
But, sitting with your arm on the steering wheel
you said, “I can’t go on. I must stay here, alone.”

If you remain in this provincial village you’ll fall into a trap.
We all do. I don’t know how or when but you will.
The years that comprise a life vanish in an instant.

You are quiet, pensive. I know it is love
that is tearing us apart.

I have given you
all the power of my existence,
yet you are humble and proud, obeying a destiny
that wants you to remain impoverished. You don’t know
what to do, whether to give in or not.

I can’t pretend your resistance
doesn’t cause me pain.
I can see the future. There is blood on the sand.

2/
I think of you and I say to myself: “ I have lost him.”
I cannot bear the pain and wish I were dead. A minute
or so passes and I reconsider. With joy 

I take back strength from your image. I refuse to cry.
My mind is changed.
Then again I consider you, lost and alone.

Who is this ugly gentleman
who does not understand what concerns him most? Are you
or are you not this Other,

he who always loses without really dying?
He is my double: I, pedantic. He, informal.

Knowledge of him has changed everything in my life.
He says that if I am lost he will find me.
He knows that when he does I will be dead.

 
Pier Paolo Pasolini (5 maart 1922 – 2 november 1975)
Paolo Pasolini en Ninetto Davoli

Lees verder “Pier Paolo Pasolini, Arthur van Schendel, Koos van Zomeren, Jurre van den Berg, Nelly Arcan”