Vredevorst en Zijn rijk (Inge Lievaert), Clement Clarke Moore

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Prettig Kerstfeest!

 

Aanbidding door de herders door Theodoor Van Loon, 1635

 

Vredevorst en Zijn rijk

Hij is niet uit de lucht komen vallen
daar in Bethlehem
al klonk er de boodschap en het lied
van engelen
maar heeft moeten groeien
vanuit een vormeloos begin –
er was alleen maar een woord
dat mocht worden geloofd
en dat Zijn moeder ontvankelijk maakte

Ook de vrede
zal niet uit de lucht komen vallen
als een warm zacht kleed over ons heen
maar wil groeien
daar waar geen plaats is
vanuit een belofte
die mag worden geloofd
en die ontvankelijk maakt
tegen alle bedenkingen in –
wat je niet zien kunt
nog niet zien kunt
het rijk van vrede
het groeit al
het kiest mensen:
om gestalte te geven
handen en voeten
hier en nu

 

Inge Lievaart (14 april 1917 – 15 oktober 2012)
De Sint-Martinuskerk in Oosterend (Texel), de geboorteplaats van Inge Lievaert

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Clement Clarke Moore werd geboren op 15 juli 1779 in New York.

 

EEN BEZOEK VAN SINT NICOLAAS
HET WAS DE AVOND VOOR HET KERSTFEEST

Het was de avond voor het Kerstfeest, toen in huis
Geen enkel wezen zich verroerde, zelfs geen muis.
De sokken waren heel omzichtig, vol verlangen
Naar Sint Niek, nabij de haardstee opgehangen.
De koters lagen snoezig in hun ledikantjes
En zagen in hun droom een reidans van fondantjes.
We lagen net – ik had mijn slaapmuts opgezet
En mama droeg haar sjaaltje – knus en warm in bed,
Toen ik een wild geraas in onze voortuin hoorde.
lk sprong eruit, benieuwd naar wat mijn rust verstoorde,
Waarop ik ijlings naar het grote venster vloog:
Ik trok de luiken open, school het raam omhoog.
Het erf, dat onder verse sneeuw bedolven lag,
Leek in het maanlicht helder als bij klare dag.
Plots zag ik stomverbaasd een minuscule slee,
Getrokken door vier rendierkoppels, twee aan twee
Gemend door een bejaarde, kleine baas, zó kwiek,
Dat mij meteen to binnen schoot: dat is Sint Niek!

Zijn dravers suisden rapper dan een adelaar.
Hij floot, hij riep, hij noemde ieders naam zowaar:
“Ju, Splinter! Ju, Danser! Ju, Franker en Wonder!
Vort, Fund Von, Vuurbal! Von, Bliksem en Donder!
Voorbij het dak van de veranda! Hoger nog!
Vooruit! Vooruit nu met z’n alien! Haast je toch!
Als bladeren die vliedend voor het stormgetijde
Opwaarts zwierend elke hindernis vermijden,
Zo stoof de rendierkudde vinnig naar de nok
Met overvolle slede en de Kerstman op de bok.
Al na een tel bereikte mij vanaf het dak
Het opgetogen hoefgekletter en -geklak.
lk draaide me, het raam weer sluitend, haastig om
En zag toen hoe de Kerstman uit de schoorsteen klom,
Van top tot teen royaal gehuld in rossig bont,
Waarover zich een floers van roet en as bevond.
Hij droeg een zak die met cadeaus was volgestouwd
En leek een kramer die zijn bundel openvouwt.

Die sprankelende ogen en die speelse kuiltjes!
Zijn neus welhaast een kers, zijn wangen rozentuiltjes!

Hij oogde olijk met zijn opgekrulde mond
En hagelwitte baardje dat hem prima stond.
Voldaan omklemde hij een pijpje met zijn tanden:
De rook omkringelde zijn hoofd als een guirlande.
Hij had een bolle toet en ook een dikke, zachte
Buik, die schudde als gelei wanneer hij lachte.
Zó koddig was die dwerg, zo rond als een pompoen,
Dat ik moest grinniken – ik kon er niets aan doen.
Een knipoog en een hoofdknik waren meer clan zat
Om mij te tonen dat ik niets te vrezen had.
Hij sprak geen woord terwijl hij aan de arbeid toog
En vulde elke kous Daarna keek hij omhoog –
Hij hield een vingertje veelzeggend op zijn lippen
Alvorens door de open haard weer weg te glippen.
Met fel gefluit wend dra zijn roedel aangespoord –
Als distelpluisjes vlogen zij gewillig voort.
Maar eer hij echt verdween, riep hij uit alle macht:
“Een Vrolijk Kerstfeest, mensen, en een goede nacht!

 

Vertaald door Martin Hulsenboom

 

Clement Clarke Moore (15 juli 1779 – 10 juli 1863)
Kerstmis in New York, de geboorteplaats van Clement Clarke Moore

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e december ook mijn blog van 25 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.