Silke Scheuermann, Olivier Guez

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

Lepra

een sprookjesachtige schok was in het begin
de simpele injectie van een landschap
in een lichaam, zodat het voller lijkt, tegelijkertijd levenlozer,
het botox-effect, de verspreiding ervan: overal dode feeëngezichten
goed en slecht zijn niet langer gelijk verdeeld,
omdat de kunstmatige spieren van de
taal zijn weggekwijnd
goedkoop spul dat het gezicht van een vrouw modelleert
en haar lichaam dat we ooit in
stormogen, rotsmond, riviertranen opsplitsten
in sneeuwgeslachten, zoute lippen.
kerkerbrein, vingers van ijs
konden opdelen in zijn
bliksemzenuwen, aardtongen,
wolkenborsten en elk orgaan
had zijn vaste plaats, precies zoals hartzeer
er geen heeft gehad

stel dat ons drie wensen waren vergund om binnen te dringen
in de fictieve structuur van schoonheid, wat als we
de rotsmond gesloten wensten, dat
de mond waarover
men graag zegt dat hij eruitziet als een snee
er niet meer was, slechts een glad stukje huid, dat
naar het mes zoekt, een relatief
kleine setting,
die de wind laat verstommen, die de ellende kan absorberen, en
deze doelgerichte wens zou ons dan kunnen laten
opwegen tegen het gewicht van alle gemeenplaatsen van gisteren, wij
zouden meer dan vederlicht zijn, weet je

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

De Franse schrijver,  essayist en journalist Olivier Guez werd geboren op 15 juni 1974 in Straatsburg. Zie ook alle tags voor Olivier Guez op dit blog.

Uit: De verdwijning van Josef Mengele (Vertaald door Geertrui Marks, Saskia Taggenbrock en Martine Woudt)

“De North King doorklieft het modderige water van de rivier. De passagiers zijn aan dek gekomen, ze turen al sinds het ochtendgloren naar de horizon, en nu de hijskranen van de scheepswerven en de rode lijn van de havenpakhuizen door de mist breken, heffen Duitsers een strijdlied aan, Italianen slaan een kruis, Joden bidden en ondanks de motregen omhelzen echtparen elkaar: na een overtocht van drie weken arriveert het passagiersschip in Buenos Aires. Helmut Gregor staat in zijn eentje aan de reling te piekeren. Hij hoopte dat een hoge ome van de geheime politie hem zou komen afhalen en hem de pesterijen van de douane zou besparen. In Genua, waar hij aan boord is gegaan, heeft Gregor Kurt dringend verzocht hem die gunst te bewijzen, hij deed zich voor als wetenschapper, een uitmuntend geneticus, en bood hem geld aan (Gregor heeft veel geld), maar de mensensmokkelaar glimlachte en deed ontwijkend: dat soort voorrechten is voorbehouden aan de echte kopstukken, aan de hoogwaardigheidsbekleders van het oude bewind, zelden aan een SS-kapitein. Maar hij zal evengoed een kabeltelegram naar Buenos Aires sturen, Gregor kan op hem rekenen. Kurt heeft de marken aangenomen, maar de hooggeplaatste is niet gekomen. Dus staat Gregor met de andere emigranten te wachten in de gigantische hal van de Argentijnse douane. Hij houdt zijn twee koffers stevig vast, een kleine en een grote, en kijkt minachtend naar het verbannen Europa om hem heen, naar de lange rijen anonieme reizigers, goed of slordig gekleed, die hij tijdens de overtocht heeft gemeden. Gregor keek liever naar de oceaan en de sterren, of las Duitse poëzie in zijn hut; hij heeft de afgelopen vier jaar van zijn leven de revue laten passeren, vanaf het moment dat hij Polen in januari 1945 overhaast verliet en in de Wehrmacht opging om aan de klauwen van het Rode Leger te ontkomen: de paar weken internering in een Amerikaans gevangenkamp, zijn vrijlating omdat hij valse papieren heeft op naam van Fritz Ullmann, zijn onderduikperiode op een boerenbedrijf in Beieren, niet ver van Günzburg, zijn geboortestad, waar hij drie jaar lang onder de naam Fritz Hollmann hooigras heeft gemaaid en aardappels heeft gesorteerd, vervolgens zijn vlucht met Pasen, twee maanden geleden, de tocht door de Dolomieten over dichtbegroeide smokkelpaden, de aankomst in Italië, in Zuid-Tirol, waar hij Helmut Gregor is geworden, en toen eindelijk in Genua, waar die oplichter Kurt hem heeft geholpen met zijn aanvragen bij de Italiaanse autoriteiten en de Argentijnse immigratiedienst.”

 

Olivier Guez (Straatsburg, 15 juni  1974

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juni ook mijn blog van 15 juni 2021 en eveneens mijn blog van 15 juni 2019 en ook mijn blog van 15 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Maryse Condé, Else Lasker-Schüler

De Franse schrijfster Maryse Condé werd op 11 februari 1937 in Pointe-à-Pitre op Guadeloupe geboren. Zie ook alle tags voor Maryse Condé op dit blog.

Uit: Het evangelie van de nieuwe wereld (Vertaald door Saskia Taggenbrock en Martine Woudt)

“Het is een gebied dat aan alle kanten door water wordt omgeven, een eiland, zoals men doorgaans zegt, niet zo groot als Australië, maar ook niet klein. Het is voor het grootste deel vlak, maar er zijn ook heuvels met dichte wouden en twee vulkanen, één die luistert naar de naam ‘Top van de Grote Stoomketel’, die actief was tot 1820, toen hij de fraaie stad die op zijn flanken lag verwoestte, en daarna volledig in de slaapstand ging. Omdat het er ‘altijd zomer’ is, barst het er van de toeris-
ten, die hun dodelijke apparaten op alles wat mooi is richten. Sommigen noemen het liefdevol ‘Mijn land’, maar het is geen land, het is een overzees gebied, een overzees departement zelfs!
In de nacht waarin hij geboren werd, bevochten Zabulon en Zapata elkaar midden in de hemel en schoten ze bij elke beweging lichtstralen af. Het was een weinig alledaags schouwspel. Iemand die regelmatig naar het hemelgewelf kijkt, ziet vaak de Kleine Beer, de Grote Beer, Cassiopeia, de Avondster en Orion, maar het is uniek om twee van dit soort uit de grote diepten opgedoemde constellaties te zien. Het betekende dat degene die die nacht geboren werd een buitengewone lotsbestemming zou hebben. Maar op dat ogenblik leek niemand dat te vermoeden.
Het pasgeboren kind hield zijn piepkleine vuistjes ter hoog- te van zijn mond en lag opgerold tussen de hoeven van de ezel die hem verwarmde. Maya, die zojuist was bevallen in deze stal waar het echtpaar Ballandra zijn zakken mest, jerrycans met onkruidverdelger en landbouwwerktuigen opborg, waste zich zo goed en zo kwaad als het ging met het water uit een kalebas die ze had meegebracht – die tegenwoordigheid van geest had ze nog gehad. Haar bolle wangen waren nat van de tranen.
Ze had niet gedacht dat ze zich zo afschuwelijk zou voelen wanneer ze haar kind zou achterlaten. Ze wist niet dat de pijn haar buik met zijn vlijmscherpe tanden zou verscheuren. Toch was er geen andere oplossing. Ze was erin geslaagd haar toestand voor haar ouders verborgen te houden, vooral voor haar moeder, die maar bleef fantaseren over de stralende toekomst die haar dochter wenkte. Maya kon niet thuiskomen met een bastaardkind in haar armen.
Toen ze geen bloed meer zag, was ze verbluft blijven kijken. Een kind! Daar hadden haar zo vurige, poëtische nachten dus in geresulteerd, in dat slijmerige hoopje dat op haar poepte en pieste.
Uiteindelijk had ze geschreven naar haar minnaar, Corazón, een Spaans woord dat ‘hart’ betekent en dat slecht paste bij die reus uit één stuk. Omdat de derde brief nog steeds onbeantwoord was gebleven, was ze naar het kantoor gegaan dat de cruises regelde van de Empress of the Sea, waarop ze hem had leren kennen tijdens de inaugurele cruise van deze boot langs de eilanden. Toen ze zich bij het kantoor had gemeld om informatie te vragen, was het Afrikaans ogende blondje op naald-
hakken haar harteloos in de rede gevallen: ‘We geven geen privé-informatie over onze passagiers.’
Maya had nog een keer geschreven. Weer zonder antwoord.”

 

Maryse Condé (Pointe-à-Pitre, 11 februari 1937)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Else Lasker-Schüler werd geboren in Elberfeld op 11 februari 1869. Zie ook alle tags voor Else Lasker-Schüler op dit blog.

 

Afscheid

Maar jij kwam nooit met de avond –
Ik zat in mijn sterrenmantel.

Als er aan mijn huis geklopt werd
Was het mijn eigen hart.

Dat hangt nu aan elke deurpost,
Ook aan die van jou;

Tussen varens uitdovende vuurroos
In het bruin van de guirlande.

Voor jou verfde ik de hemel braamrood
Met mijn hartebloed.

Maar jij kwam nooit met de avond –
… Ik wachtte met schoenen van goud.

 

Vertaald door Menno Wigman

 

Else Lasker-Schüler (11 februari 1869 – 22 januari 1945)
Portret door Stanislaus Stückgold, ca. 1910

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e februari ook mijn blog van 11 februari 2021 en ook mijn blog van 11 februari 2019 en eveneens mijn blog van 11 februari 2018 deel 2.