Paweł Huelle, Mary Oliver

De Poolse schrijver Paweł Huelle werd geboren op 10 september 1957 in Gdańsk. Zie ook alle tags voor Pawel Huelle op dit blog.

Uit: Castorp (Vertaald door Renate Schmidgall)

„Bevor er diese Reise unternahm, die für sein junges Herz – wir wollen es nicht verhehlen – eine Art Herausforderung zu großen, wenn auch noch unbestimmten Taten war, führte er ein langes Gespräch mit Konsul Tienappel. Der beleibte ehrbare Alte konnte anfangs die einfache Idee, ein
paar Semester im Osten zu studieren, nicht verstehen, und als Hans Castorp sie ihm auf philosophische Art, nach dem Prinzip der Analogie, erläuterte, erhob der Onkel sich vom Sofa, schritt im Salon auf und ab und hielt eine kleine politische Ansprache. In wenigen Sätzen zeichnete er, für seine phlegmatische Natur ungewöhnlich ausdrucksvoll, einen allgemeinen Abriß der Weltgeschichte, der Geschichte Europas und schließlich Deutschlands, in dem für den Osten als solchen keine besonders guten Wertungen vorgesehen waren.

«Deine Vergleiche», sagte er und blieb plötzlich am Fenster stehen, «sind, wenn sie auch von der Distanz zeugen, die einem Menschen in unseren Kreisen eigen ist, völlig fehl am Platz. Die Zeiten, da unsere Vorfahren nach Reval, Riga, Königsberg oder Danzig aufbrachen, sind unwiederbringlich vorbei. Sicher – du willst kein Kontor gründen und keine Ritterrüstung anlegen, du willst Schiffe bauen.
Aber was können die dort für eine technische Hochschule haben? Bestimmt eine miserable, das sag ich dir, mein Lieber – eine miserable, denn was ist das schon für eine Schule, die gerade erst gegründet wurde? Und außerdem» – hier drückte Konsul Tienappel beinahe das Gesicht an die Scheibe und senkte aus für Castorp unverständlichen Gründen die Stimme – «sollte man Situationen meiden, in denen die mühsam erarbeiteten Formen im Chaos versinken könnten.»

All dies war dermaßen verwunderlich, daß Castorp, an solch eine Ereiferung des Alten nicht gewöhnt, dessen Bewegungen und Worte halboffenen Mundes verfolgte, was aussah, als sei er so beeindruckt, daß ihm die Luft wegblieb.
Schließlich überwand er seine Scheu und sagte: «Aber, lieber Onkel, du redest ja mit mir, als wollte ich in den Krieg ziehen oder zumindest in ein entlegenes, gefährliches Reich, aus dem die Rückkehr zwar nicht ausgeschlossen, aber alles andere als sicher ist. Ich denke doch, daß ein Ort, den man ohne Problem mit der Eisenbahn und den Dampfern unserer Schifffahrtslinien erreicht, nicht allzu gefährlich sein kann. Oder irre ich mich da?»
«Deine Sophisterei, mein Lieber», der Konsul wandte das Gesicht vom Fenster ab und sah Castorp aufmerksam an, «übrigens typisch für dein Alter, und auch dein Mangel an Erfahrung machen es zu einem unsinnigen Unterfangen, dir meine Gründe weiter zu erläutern. Ich hatte natürlich nie die Absicht, und die habe ich auch jetzt nicht, auf deine Entscheidungen Einfluß zu nehmen.“

 

Paweł Huelle (Gdańsk, 10 september 1957)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De storm

Nu stoeit mijn kleine hondje door de witte
boomgaard, vertrapt de nieuwe sneeuw
met wilde pootjes.
Rent van hier naar daar, opgewonden,
nauwelijks in staat te stoppen, hij springt, hij draait
totdat de witte sneeuw beschreven is
met grote, uitbundige letters,
een lange zin, die de geneugten
van het lichaam uitdrukt in deze wereld.
O, ik had het niet beter kunnen zeggen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2..

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

In het bos

daar was het zo stil
ik kon mijn stem er niet verbergen
in het rumoer van auto’s
in de muziek van een café

er was geen omweg voor het woord
en geen geluid waarin het kon verdrinken
en weer gevonden worden
alsof het van een ander was

wanneer ik daar gezegd had wat ik zeggen wilde
had je het onherroepelijk gehoord
hadden wij zwijgend verder moeten lopen
te stil was het ik durfde niet

en toen we bijna bij de huizen waren
en ik het zeggen ging zag je
een eekhoorn je wees
en holde naar de boom waarin hij was geklommen

 

Slapeloosheid

liefde heeft een lichaam
als het mijne huid en mond
nevels dwalen uit de grond
bij de buren ’t licht aan

nachtlucht moet ik slikken
donkernatte toverbal
bomen staan te bidden
voor een sterfgeval

tussen vingers zichtbaar
wordt een rode vonk
lucifer verdronk
in de nevel sissend

achteroverliggend
glijd ik naar de grond
hoe mijn armen dichtgaan
haren in mijn mond

 

Winterwandeling

Weet je wat is? – als het door sneeuw bedekt
zich inkeert tot een kern die wij niet kennen,
die dood lijkt als het doodse staan van dennen
aan randen die het sneeuwen samentrekt

rondom een vijver, blinder oog dan wennen
aan zo veel witheid die het oog bevlekt
van binnen uit, dat het dood ontdekt
in zich, drijvende vlokken die ontkennen

dat je het weet: het smelt op donker water
nog voor het spiegelbeeld geworden is,
oplossend tot oorspronkelijke staat-

nog zie ik jou, maar denkend nu aan later
vind ik ook in jouw ogen duisternis-
in ’t onbehuisde thuis, in jouw gelaat.

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

VEERTIG JAAR

veertig jaar lang
zijn de vellen wit papier
onder mijn handen doorgegaan en heb ik geprobeerd
om hun vreedzame leegte

te verbeteren
door kleine krullen kleine schachten
te plaatsen van letters woorden
kleine springende vlammen

niet één pagina
vond ik minder dan fascinerend
discursief vol cadans
waarvan de bleke nerven zich verbergen

in de krommen lijnen van de Q’s
achter de soldateske H’s
in de zwemvliezen van de W’s
veertig jaar

en vanmorgen weer zoals altijd
ben ik gestopt zodra de wereld terugkomt
nat en mooi ik denk
dat taal

niet eens een rivier is
geen boom is geen groen veld is
niet eens een zwarte mier is die
energiek bescheiden onderweg is

van dag tot dag van één
gouden pagina naar de andere.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Elly de Waard, Mary Oliver

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Aan…

Zoals een vader, die zich in zijn
kinderen verdiept –
zo is de wind, als hij het blad beschouwt
dat hij nog hangen liet.

De wijze waarop kou, koortsachtig,
wolken aan je lippen graast, nu je ligt uitgeteld,
is die van wollen schapen op een pasgeschoren veld –
zo raadselachtig.

Teveel doen heft tekort gedaan nooit op –
voor sommig verdriet is de dood het intiemste.
Winter, gelukkige gevangenis,
waarin wij zijn geveld door rust, niet meer door ziekte.

 

Wie Zegt

Wie zegt dat vlinders geen bibliotheken
Hebben waarin de stand van het verpoppen

Tot op de draden staat berekend?
Bloembladeren geen ponskaarten zijn

Van andere berichten dan van eten?
Onze uren zijn hun leven

Maar onze ondergang valt net zo min
Te meten aan het perspektief

Van sterren waarin wij ons onzichtbaar
Weten. Uit uitspansel is de limiet

Aan elk gedachtenstelsel
Gevangen in het gareel waarvan

Wij kruipen of rennen
Alnaargelang.

 

Media vita

Verspreid tegen de lucht gespijkerd als de sterren
En van liefde ziek ben ik, ik kom tot niets.

Nacht is het in je ziel, de grijze iris van je blik
Balt zich rondom je ondoordringbare pupillen samen.

Ons bed, de plek van je confessies, is zo naakt
Als kalend linnen en zo onbevlekt

Als het uitzicht op de stad die in de diepte
Voor het raam van dit hotel in sneeuw ligt uitgeteld.

Een wolkenkrabber klieft het stratenplan
Dat in een vorige eeuw met vaste hand werd aangelegd –

Platanen, stammen bladderend als plafonds,
Ontbloten er hun pleisterwerk en in hun takken

Hangen uitgebrand de vruchten van hun lampions –
Zwart kant bedekt frivool balcons, ook die van onze kamers

Waar de stoelen gapen nu over de vloeren
Lopers van ochtendlicht in banen worden uitgerold.

Wij reizen samen,
Slapen zonder lief te hebben en staan haastig op –

Stations zijn dit en restauraties, haltes, oponthoud
En alles wat zij van ons vergen

Is wat de opdracht is van elke dag aan elk voor zich:
De tijd te doden tot wij sterven.

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De volgende keer

Wat ik de volgende keer zou doen, is kijken naar
de aarde alvorens iets te zeggen. ik zou stoppen
net voordat ik een huis binnenging
en een minuut keizer zijn
en beter naar de wind luisteren
of naar hoe stil de lucht is.

Als iemand tegen me zou spreken, zij het
verwijtend of lovend of gewoon als tijdverdrijf,
zou ik naar het gezicht kijken, hoe de mond
moet werken, en elke spanning zien, elke
teken van wat de stem verhief.

En vooral zou ik meer begrijpen – de aarde
die zich schrap zet en zweeft, de lucht
die elk blad en veer boven
bos en water vindt, en voor ieder mens
het lichaam dat in de kleding gloeit
als een licht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Merijn de Boer, Mary Oliver

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: De Saamhorigheidsgroep

“Hij kon zich er geen voorstelling van maken, van Bronno in Amerika.
De gedachte aan hun lunchafspraak van morgen, over minder dan acht uur nog maar, maakte het onmogelijk om te gaan slapen. Hij dronk zijn glas wijn leeg, liep naar het bureau in zijn werkkamer terwijl hij met één hand zijn das losmaakte, zijn kaak omhoogwijzend en ook zijn ogen merkwaardig genoeg naar het plafond gericht, alsof het ‘ontdassen’ iets was waarbij je omhoogkeek. Flauwekul natuurlijk, en toch keek hij altijd naar het plafond als hij zijn das afdeed. Zoals hij er ook op een dag achter was gekomen dat hij zijn tanden altijd poetste met één hand op zijn rug. En dat zijn rechtervoet altijd vreemd naar buiten stond gedraaid als hij op de wc zat. Dit soort merkwaardigheden had hij niet bij zichzelf ontdekt maar had hij van Misaki moeten vernemen, toen een groot deel van zijn leven er al op zat.
Hij bleef bij zijn eikenhouten bureau staan. Het blad was ingelegd met oranje leer, de lades hadden bronzen handgrepen en aan de zijkant zat een grote verticale barst. Hij had het bureau al achtendertig jaar. In 1980, een paar weken voor de kroning van Beatrix, liep hij aan het begin van de avond langs de Prinsengracht. Tussen de Noordermarkt en de Westerstraat zag hij een oude man en een oude vrouw een van de twee ladeblokken haast komisch langzaam naar buiten tillen. Stapje voor stapje schuifelden ze door de hoge deur van het grachtenpand, pauzeerden even op het bordes en begonnen vervolgens traag aan de afdaling van de bel-etage naar de begane grond. Op het moment dat ze de stoep wilden oversteken, kruiste Bernhard hun pad. Wat zouden ze ermee gaan doen? vroeg hij zich af, maar hij zei niets, groette met een glimlach en slenterde verder. Het was een ideale lenteavond voor een wandeling: koud nog, maar je rook aan de lucht dat de winter voorbij was. Hoewel het nog licht was, brandden de lantaarnpalen al. In een verwaarloosd bootje lag een junk te slapen, met zijn schoenen uitstekend onder het blauwe zeil. Aan de overkant liep een groepje studenten.
Bernhard wandelde de hele gordel af, aan van alles en nog wat denkend, tot hij bij de Amstel kwam. Daar nam hij de brug naar de overkant, sloeg af naar links en liep weer terug naar huis, nu aan de overzijde van de Prinsengracht. Hij kwam langs het Amstelveld, het Paleis van Justitie en café Het Molenpad. Toen hij bijna weer bij de Brouwersgracht was, zag hij het bureau staan. Het was in elkaar gezet en stond tussen twee parkeerplekken op de klinkers. Er stond een stoel bij. Je kon er zo plaatsnemen om te gaan werken.
Hij liep een stukje terug en stak bij de Prinsenstraat het water over. Daar was toen net De Bolhoed geopend, het vegetarische restaurant waar hij weleens ging eten. Hij wandelde door naar het bureau en vond een briefje: Antiek bureau zoekt nieuwe eigenaar. Hij draaide zich om en keek naar het huis. Het bejaarde stel stond voor het raam op de eerste verdieping en keek hem aanmoedigend aan. De man schoof het raam open. ‘Neem maar mee, hoor, als u geïnteresseerd bent!’

 

Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Bomen in zwart water

Kijk, de bomen
veranderen
hun eigen lichamen
in zuilen

van licht,
verspreiden de rijke geur
van kaneel
en vervulling,

de lange kaarsen
van lisdodde
barsten en vloeien weg over
de blauwe schouders

van de vijvers,
en elke vijver
ongeacht welke naam
hij draagt, is

naamloos nu.
Elk jaar
alle dingen
die ik geleerd heb

in mijn levensweg
gaan terug op dit: de vuren
en de zwarte rivieren van verlies
wiens andere kant

redding is,
wiens betekenis
geen van ons ooit zal kennen.
Om te leven in deze wereld

moet je
drie dingen kunnen doen:
wat sterfelijk is liefhebben;

het knuffelen
alsof je eigen leven ervan afhangt;
en, wanneer het tijd is om het los te laten,
het loslaten.

 

Vertaald door Monica

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

Gethsemane (Mary Oliver), Seamus Heaney

 

Bij Witte Donderdag

 

Jezus wast de voeten van de apostelen door Duccio di Buoninsegna, 1308-11

 

Gethsemane

The grass never sleeps.
Or the roses.
Nor does the lily have a secret eye that shuts until morning.
Jesus said, wait with me. But the disciples slept.
The cricket has such splendid fringe on its feet,
and it sings, have you noticed, with its whole body,
and heaven knows if it ever sleeps.
Jesus said, wait with me. And maybe the stars did, maybe
the wind wound itself into a silver tree, and didn’t move,

maybe, the lake far away, where once he walked as on a
blue pavement, lay still and waited, wild awake.
Oh the dear bodies, slumped and eye-shut, that could not
keep that vigil, how they must have wept,
so utterly human, knowing this too
must be a part of the story.

 

Mary Oliver 10 september 1935 – 17 januari 2019)
St. Andrew Church in Maple Heights, Ohio, de geboorteplaats van Mary Oliver

 

De Ierse dichter Seamus Heaney werd op 13 april 1939 te County Derry, Noord-Ierland, geboren. Zie ook alle tags voor Seamus Heaney op dit blog.

 

De rugwaartse blik

Wankeling in lucht,
alsof een taal hier
te kort schoot, kunst-
greep van vleugels.

Het geblaat van de snip,
de nestgrond ontvluchtend
naar een dialect,
naar varianten,

transcripties gonzend
op de natuurmonumenten –
kleine geit van de lucht,
van de avond,

kleine geit van de vorst.
Zijn staartveren zijn ’t die,
elegiëen trommelend
in de slipstroom

van wilde gans
en gele roerdomp,
zich een weg wentelend
door de gewelven

waarop wij teren, zijn vlucht
door sluipschutters schuilhoek,
over schemerige schansen
en wallen van aarde,

verdwijnen tussen
de resten, glimmend
in de nissen
van een veldwerkersarchief.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Seamus Heaney (13 april 1939 – 30 augustus 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e april ook mijn blog van 14 april 2020 en eveneens mijn blog van 14 april 2019.

Murat Isik, Mary Oliver

De Nederlands-Turkse schrijver, columnist en journalist Murat Isik werd geboren in Izmir op 11 september 1977. Zie ook alle tags voor Murat Isik op dit blog.

Uit: Mijn moeders strijd


‘Ik ben teruggekeerd uit de dood.’
Het zij n woorden die mij n moeder vaak gebruikt als het over haar kinderjaren in het dorp gaat. De naam van haar geboortedorp klinkt poëtisch: Kemere Hemgini. De betekenis is dat ook: stenen van honing. Maar Kemere Hemgini, in het oosten van Turkije  was allesbehalve poëtisch: het was armoedig en stoffig, zonder stromend water of elektriciteit. Een van God verlaten plek met zo’n vijftig stenen huizen, waar ongeletterde boeren met hun kinderen en vee leefden en een overlevingsstrijd voerden. Elke winter stierven er veel kinderen aan onschuldige ziektes omdat ze niet ingeënt waren en het dorp niet beschikte over medicijnen, laat staan dat een van de dorpelingen geschoold was in de geneeskunde.
Mijn moeder was het negende kind van haar ouders, eenvoudige Zaza’s die het grootste deel van hun leven geen Turks spraken en decennialang de streek, waar verder Koerden en Armeniërs leefden, niet zouden verlaten. Elf kinderen zou mijn grootmoeder baren, maar mijn moeder was slechts een van de drie die zouden blij ven leven. De andere twee ‘overlevers’ zijn haar oudere broer Hasan en haar zusje Sevgi, een nakomertje dat tien jaar na mij n moeder ter wereld kwam. De acht andere kinderen werden door verschillende ziektes en verwoestende aardbevingen geen van allen ouder dan vijf jaar.
De mens was in Kemere Hemgini – ver weg van het gezag in Ankara, de moderniteiten van Istanbul en de beschaving van Izmir – overgeleverd aan de onbarmhartige natuur. Een gezegde dat veel verklaart over de positie van kinderen in die tijd en streek, luidt: als een kind honger heeft , eet het maar zijn eigen snot op. Kinderen waren er in overvloed, net als hongerig vee, maar konden hun ouders ook zo weer ontvallen ‘als het Gods wil was’, of wanneer het noodlot hen gevonden had.
De gezichten van de overleden kinderen zij n inmiddels vervaagd, en zelfs hun namen zijn voorgoed vergeten, weet ik uit de gesprekken die ik met mijn moeder heb gevoerd als onderdeel van de research voor mij n debuutroman Verloren grond.
Mijn moeder werd geboren op 3 april 1953. Bij haar geboorte kreeg ze de Zaza-naam Agçık. Zo werd ze de eerste acht jaar van haar leven genoemd, tot er op een dag een Turkse leraar naar het dorp kwam om de kinderen Turks te leren en hun een gevoel van nationalisme bij te brengen. Klaarblijkelijk ging zijn taak verder, want hij veranderde ook de namen van sommige Zaza-kinderen omdat ze te weinig Turks klonken. Mij n moeder, besloot hij , zou voortaan Aynur heten, een degelijke Turkse naam die ‘maanlicht’ betekent.”

 

Murat Isik (Izmir, 11 september 1977)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

De motten

Er is een soort witte mot, ik weet
niet wat voor soort, die glimt
zo tegen half mei
in het bos, net
als de roze venusschoentjes
opkomen.

Als iets je opvalt,
leidt dat ertoe dat meer
en meer
je opvalt.

En hoe dan ook
zat ik zo vol energie.
Ik rende altijd rond, kijkend
naar dit en dat.

Als ik stopte
was de pijn
ondraaglijk.

Als ik stopte en dacht, misschien
kan de wereld
niet worden gered,
was de pijn
ondraaglijk.

Eindelijk viel mij genoeg op.
Overal om me heen in het bos
zweefden de witte motten.

Hoe lang leven ze, fladderen ze
in en uit de schaduw?

Je bent niet veel, zei ik
op een dag tegen mijn spiegelbeeld
in een groene vijver,
en grijnsde.

De vleugels van de motten vangen het zonlicht
en branden
zo schitterend.

’s Nachts, soms,
glijden ze tussen de roze lobben
van de venusschoentjes en liggen daar tot het ochtendgloren,
roerloos
in die donkere zalen van honing.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver 10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2020 en eveneens mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Paweł Huelle, Mary Oliver

De Poolse schrijver Paweł Huelle werd geboren op 10 september 1957 in Gdańsk. Zie ook alle tags voor Pawel Huelle op dit blog.

Uit: The Gift of Freedom

“I don’t remember much in detail from those days. I forget how much I had to pay for a tram ticket or how much bread used to cost. However, what I remember perfectly well is that, as staff member of Gdańsk University, I was earning more or less the equivalent of 17 US dollars. My wife, our young son and I shared one tiny room. Only after they went to bed did I turn on the TV to watch the Round Table negotiations – or rather, a summary of them. I remember committees, sub-committees, discussions. I remember faces – those of Adam Michnik and Andrzej Stelmachowski [representing the opposition], Czesław Kiszczak and Aleksandr Kwaśniewski [on the government side]. Unlike many of my friends, I did not choose to go into politics. I had already embarked on my own writer’s path to which I have stayed faithful until this day. But I did support those changes ardently and wrote a few ad hoc articles wondering what future had in store for Poland, a country with no capital and a very poor society, as the burden of reforms – drastic and inevitable – was obvious even to a layman. In a word – how we would get through the next period with its many unknowns.
Looking back after 20 years it all appears quite different – our optimism of those days, our faith in the future and our joy may seem somewhat naïve and unsubstantiated. But as the time has come to sum up, I will try to do so unemotionally, in a dry, factual and analytical way.
So, first of all: what made the victory of “Solidarity” as an idea and a specific movement possible was primarily the fact that its resistance was based on the principle of non-violence. Despite communist propaganda claims in the first months of martial law (that a bloodbath was being prepared for the regime) not a single window or shop, not a single people’s police headquarters were attacked or broken. It was a revolution without violence that called for a respect of civil and political rights, reminiscent in essence of Gandhi’s movement. Go ahead, attack us, beat us up, lock us up in prisons and detention centres – we won’t fall for your provocations and we will not respond to violence by violence. Undoubtedly, the personality and authority of Pope John Paul II was of huge significance in this respect. His ascendance to the throne of St. Peter in 1978 changed everything in Poland, giving the small group of people in opposition as well as millions of ordinary people courage and the sense that they could demand something more than organized holidays or subsidized milk.
The Church played an enormous and positive role in these changes. Today some in the Polish Catholic Church hierarchy cannot find a modus vivendi alongside full freedom of speech, market, politics, and customs, as if they were irritated by the fact that the crucible of transformation did not bring forth a 100% Catholic Poland, patriotic in a traditional style, coherent in its attitudes to religious education at school or to in vitro fertilization. I do not share this irritation and I am concerned by the occasional expressions of xenophobic, anti-Semitic and anti-European views in the Church. Yet – despite their loudness, as for example in Radio Maryja – these are not dominant views.”

 

Paweł Huelle (Gdańsk, 10 september 1957)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Wilde ganzen

Je hoeft niet goed te zijn.
Je hoeft niet op je knieën honderd kilometer
door de woestijn te kruipen en berouw te tonen.
Je hoeft alleen maar het zachte dier van je lichaam te laten
houden van waar het van houdt.
Vertel me over wanhoop, de jouwe, en ik zal je over die van mij vertellen.
Ondertussen draait de wereld door.
Ondertussen bewegen de zon en de heldere steentjes van de regen
zich door de landschappen,
boven de prairies en de diepe bomen,
de bergen en de rivieren.
Ondertussen gaan de wilde ganzen, hoog in de heldere blauwe lucht,
weer naar huis.
Wie je ook bent, hoe eenzaam ook,
de wereld biedt zich aan je verbeelding aan,
roept je als de wilde ganzen, hees en opwindend –
doet keer op keer kond van je plaats
in de familie der dingen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e september ook mijn blog van 10 september 2020 en eveneens mijn blog van 10 september 2018 en ook mijn blog van 10 september 2017 deel 2..

C. O. Jellema, Mary Oliver

De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.

 

Mei

Een avond waarop oude mensen wandelen gaan
een heimwee achterna: hoe alles nu jong lijkt –
terwijl hij naar zijn grote voeten kijkt
ziet zij een wolk boven de bomen staan

en overweegt dat zij gelukkig was
toch wel, maar voelt ook een gemis
als zij de berken ruikt, manlijk en fris –
hij loopt behoedzaam om een regenplas.

zij zijn zo eenzaam in hun vreemd geluk,
zij breken elk systeem van liefde stuk –

hoe zij een steentje uit haar schoen haalt,
hoe hij doorloopt, zij hem weer inhaalt;

en in de bocht een dikke grijze prop,
God berg hen in de hemel op.

 

Chopin

Jef Last schrijft over Gide
(mijn vriend André): ‘Hij kon
op reis gaan, maar niet emigreren.
Hij was niet slechts rebel, maar ook
voortzetter der traditie.’

Dat doet mij denken aan Chopin.

Ik zet de plaat op en je komt
de kamer binnen, je gaat zitten
naast me op de grond;
ik streel je haar.
Genoeg. Ik word klaarwakker,
zie pagina’s vol zwarte noten,
schriftuur van puur
gelukt gemis,

na urenlang etudes
(Czerny) speelbaar

op elke vleugel,
ten allen tijde.

 

Op de boot

Jonger, maar hoevéél durf ik niet te denken
(misschien de helft en daarom haast je zoon?),

op reis naar Rhodos, naar een oom
van moederszijde, en student;

meer niet, meer is me van hem niet bekend,
kwam niet aan bod en zal ik ook nooit weten,

meer niet dan dat, toen wij elkaar
aanspraken (want wie zei als eerste iets?),

hem zweet uitbrak, uit voorhoofd, wangen,
en uit zijn gladde borst in stromen;

zo jong nog – bijna al mijn zoon.

 

C. O. Jellema (9 september 1936 – 19 maart 2003)
Portret door Trudy Kramer, 2002

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Engelen

Je kunt een engel zien, altijd
en overal. Natuurlijk moet je
je ogen openen voor een soort van
tweede niveau, maar dat is niet echt
moeilijk. De hele kwestie van
wat realiteit is en wat niet werd
nooit opgelost en waarschijnlijk
wordt het dat ook nooit. Dus kan het me niet schelen
dat ik te stellig over iets ben.
Ik heb veel kanten genaamd Misschien
en bijna niets dat je Zekerheid
kunt noemen. Voor mezelf, maar niet
voor andere mensen. Dat is een plaats
waar je gewoon niet bij kunt, hoe
dan ook niet helemaal, het hoofd
van andere mensen.

Ik laat dit gewoon voor je achter.
Het kan me niet schelen hoeveel engelen
kunnen dansen op de kop van een speld. Het is
genoeg om te weten dat ze voor sommige mensen
bestaan, en dat ze dansen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor de schrijvers van de 9 september ook mijn blog van 9 september 2020 en eveneens mijn blog van 9 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Indian Summer (Sara Teasdale), Elly de Waard, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 

Indian Summer door Jacques Pepin, z.j.

 

Indian Summer

Lyric night of the lingering Indian summer,
Shadowy fields that are scentless but full of singing,
Never a bird, but the passionless chant of insects,
Ceaseless, insistent.

The grasshopper’s horn, and far off, high in the maples
The wheel of a locust slowly grinding the silence,
Under a moon waning and warn and broken,
Tired with summer.

Let me remember you, voices of little insects,
Weeds in the moonlight, fields that are tangled with asters,
Let me remember you, soon the winter will be on us,
Snow-hushed and heartless.

Over my soul murmur your mute benediction
While I gaze, oh fields that rest after harvest,
As those who part look long in the eyes they lean to,
Lest they forget them.

 

Sara Teasdale (8 augustus 1884 – 29 januari 1933)
City Museum in St. Louis, de geboorteplaats van Sara Teasdale

 

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Drie kleine vogels levend op de rand van zee en strand

Drie kleine vogels levend op de rand van zee en strand
houden mij gezelschap aan de branding.
De gratie van hun rennen en bewegen,
half vliegen over het water, te licht voor zwaartekracht,
samen alleen in lucht, nat zand en spiegeling,
dat woordloze toebehoren aan elkaar en niemand anders –
opeens zijn ze verdwenen zonder dat ik zag waarheen.

Die eenvoud, dacht ik, is voldoende paradijs,
wij drieën zijn het, ik ook eindelijk gestorven
en levend had ik het geluk het al te mogen zien.
De aarde is niet sterk genoeg om ons te binden,
zij klemt zich nog slechts aan mijn voeten vast,
maar wind dwingt zand mijn stappen toe te dekken
en ik heb niets te doen dan dat ik wacht.

 

Liefste van ooit

De blonde leeuwen
met hun gemelijke
koppen, trekken rondom
lopen kringen
in het losse zand, aleer
zij door de brandende hoepels
springen –

Een koperen pauw
draagt in zijn snavel
je spiegel –

Jij Narcissus die naar
haar evenbeeld kijkt

Ik: altijd bezig je ongrijpbaarheid
te bezweren in het net zo efemere*)
van de liefdesdaad

Lucht is je teken, lucht
doorzichtig van helderheid
en water dat van je ogen –
de mijne zijn lucht en vuur en
strijd

 

Zoals het lijden niet is

Zoals het lijden niet is te
Vermijden, het is gegeven, zo voel
Ik een verdriet dat als een spoel uit
Een machine in mij losschiet: ik dacht
Nooit aan de weg, ik dacht aan het doel.
Als ik trappenhuizen van flatgebouwen
Zag, die als verlichte ritsen in een
Onzichtbare jas gestoken stonden
In de nacht, dan waren het ritsen die
Ik opentrok. Ik was op weg, blind als een

Zenuw die onder een ooglid klopt, doel-
Treffend als een pees die is gespannen op.
– En drie uur reizen voor één nacht
Met je samen, en dan te moe om je met
Liefde te beslapen – was ik altijd
Onderweg zonder ooit thuis te raken,
Wat ik vergat, omdat ik aan niemand en
Niets anders denken kan dan dat en hoe
Je laatste snik onder mijn ontembaar
En ellendig ik geklonken had.

 

Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

ELKE MORGEN

lees ik de kranten.
Ik vouw ze open en blader ze door in het zonlicht.
De manier waarop de rode mortel, op foto’s,
In de omgeving naar beneden buigt
als sterren, de manier waarop de dood

alles tot een grijs puin kamt voordat
de camera verder gaat. Welke
donkere schaal van mijn ziel
huivert: meer wil je niet weten
hierover. En dan: je weet van niets
tenzij je dat wel doet. Hoe de slapers
ontwaken en naar de kelders rennen,
hoe de kinderen schreeuwen, hun tongen
proberen weg te zwemmen-
hoe de morgen zelf eruit ziet
als een langzame witte roos
terwijl de gestalten over de borrelende drempels klimmen,
zich verplaatsen tussen de vernielde auto’s, de straten
waar de tetterende ambulances de hele dag
niet stoppen – dood en dood, smerige dood –
dood als geschiedenis, dood als gewoonte—
hoe soms de camera pauzeert terwijl een gezin
zichzelf telt, en ze zijn allemaal in leven,
hun monden droge holen van woordeloosheid
in de vlekkerige manen van hun gezichten,
een waanzin waar we tot nu toe geen naam voor hebben—
dit alles lees ik in de kranten,
in het zonlicht,
lees ik met mijn koude, scherpe ogen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2020 en eveneens mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Murat Isik, Mary Oliver

De Nederlands-Turkse schrijver, columnist en journalist Murat Isik werd geboren in Izmir op 11 september 1977. Zie ook alle tags voor Murat Isik op dit blog.

Uit: Verloren grond

“Ondanks de vele gesprekken die mijn vader jaren later voerde met de dorpsoudsten, die zonder uitzondering ongeletterde boeren waren, bleef onduidelijk waarom de Armenen uit Sobyan waren vertrokken. Sommigen zeiden dat ze verjaagd waren, anderen hielden het erop dat ze onder invloed van missionarissen vertrokken waren naar de Verenigde Staten en Rusland, voordat ze, zoals in omliggende dorpen, met geweld van de staat te maken kregen. De oudste man van het dorp, de wijze Memla die ik nooit heb gekend, staarde zwijgend voor zich uit toen mijn vader hem vroeg naar het lot van de vorige inwoners van ons dorp, en zei ten slotte: ‘De Armenen hebben vreselijk geleden, jongen. Geen volk in Anatolië heeft zo moeten afzien.’ Nadat de overgrootouders van mijn moeder zich met hun groep in Sobyan hadden gevestigd, nam het inwoneraantal snel toe. De verhalen over een dorp waar stenen huizen met boomgaarden en moestuinen beschikbaar waren en waar behoefte was aan hard werkende landarbeiders, bereikten al vlug de dorpen in de wijde omgeving. Het leidde tot de komst van jonge gezinnen en eenzame dagloners die hun spierkracht graag ter beschikking stelden in ruil voor wat eten en een slaapplaats. Alle nieuwkomers waren Zaza en hingen net als mijn familie het alevitisme aan. In de prilste jaren van mijn leven werd ik in Sobyan overladen door de liefde van mijn zus Zilda, mijn broer Yusuf en mijn ouders. Het was een periode vol warmte en geluk, tot het noodlot toesloeg en mijn zus Zilda overleed. Na mijn tweelingbroers Salman en Muse moesten mijn ouders opnieuw een kind begraven. Er volgde een periode van intense rouw die pas werd verbroken toen mijn moeder een jaar late merkte dat ze weer zwanger was. Toen ik vijf was, werd mijn zusje Eli-da geboren. Ze bracht licht en vreugde terug in ons leven en werd meteen de lieveling van het gezin. En zoals mijn zus Zilda mij altijd eindeloos vertroetelde, zo knuffelde ik Elida onophoudelijk en weekgeen moment van haar zijde. Maar het geluk kwam voor mijn moeder misschien te snel, want in de eerste maanden was ze ervan overtuigd dat Zilda voortleefde in Elida. Ik keek verward op als ze de baby die ze stevig in haar armen hield Zilda noemde, totdat mijn vaderhaar smeekte daarmee op te houden omdat het noemen van haarnaam zijn hart opnieuw deed huilen.
We woonden in een groot stenen huis met een plat dak. Door het ontbreken van ramen waren we voor daglicht aangewezen op het gat in het plafond dat met een glasplaat was afgedekt. Het weinige licht dat door het gat ter grootte van een flinke watermeloen naar binnenviel, werd versterkt door olielampjes die op meerdere plekken in huis hingen. In het midden van de woonkamer bevond zich een openhaard met daarboven een brede schoorsteen waar in de winter een13
snijdende wind doorheen joeg die telkens het vuur dreigde uit te blazen. Op die dagen zocht ik verkleumd de grote stal op die vanuit het woonvertrek via een nauwe gang te bereiken was. Het was er veel aangenamer door de warme lijven van de koeien, schapen en geiten.”

 

Murat Isik (Izmir, 11 september 1977)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Herfstlied

Weer een jaar voorbij, zijn rijke gekruide resten overal
achterlatend: wijnstokken, bladeren,

de niet opgegeten vruchten brokkelen vochtig af
in de schaduw, die onverschillig terug kwam

van het bijzondere eiland
van deze zomer, dit NU, dat nu nergens is

behalve onder de voeten, vermolmd
in dat zwarte onderaardse kasteel

van niet-waarneembare mysteries – wortels en verzegelde zaden
en de omzwervingen van water. Dit

probeer ik me te herinneren wanneer de maat van de tijd
pijnlijk schuurt, bijvoorbeeld wanneer de herfst

uiteindelijk opvlamt, onstuimig en zoals wij verlangt
om te blijven – hoe alles leeft, verschuift

van het ene heldere uitzicht naar het andere, voor altijd
in deze vluchtige weilanden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mary Oliver 10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e september ook mijn blog van 11 september 2018 en ook mijn blog van 11 september 2016 deel 2 en eveneens deel 3.