Peter Ghyssaert

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.

Marine

De avond tingelt als een theehuisje aan de horizon; maar de stormen
daarachter, het versplinteren van hout en de wrakken die elkaar
angstig opduwen in de haven.

Kom wij maken een wandeling langs dit troebele water vol wier dat
zinkt als lood; nu erven wij een rust die van de hele aarde schijnt te
komen. Maar de schreiende stem en de verre deur die open zwaait in
het landschap; en het trillen van de wind die ons naar het zandkas-
teel brengt.

En wij, luisterend als twee kinderen; kleiner wordend, verdwalend
met het koude, schitterende speelgoed van elkaars gezelschap.

 

Het museum van zoet en brak water

Vitrines vol met tranen;
kasteelvijvers en zoete vennen
in zaal drie.

Nauwelijks voelbaar schuift
branding onder het parket;
uit verstuivers drijft de zeemist

De Afrikaanse waterval
schuimt in een meubel van mahoniehout;
weer bij de uitgang koopt men

washandjes en de brochure
‘Geschiedenis der waterzucht’

Er zijn geen frisdranken te koop;
dit is geen recreatieoord.

Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)

Peter Ghyssaert

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Ghyssaert studeerde viool en piano aan de conservatoria van Brussel en Antwerpen. Hij werkt als beroepsmuzikant en geeft muzieklessen.Vanaf 1990 begon hij poëzie te publiceren in tal van tijdschriften in Nederland en Vlaanderen, zoals Hollands Maandblad, Maatstaf, De Revisor, Tirade, Dietsche Warande & Belfort, Nieuw Wereldtijdschrift en De Vlaamse Gids. In 1991 verzamelde hij zijn gedichten in Honingtuin, een bundel die als zijn debuut kan gelden. In 1993 volgde de bundel Cameo, die bekroond werd met de Poëzieprijs van De Vlaamse Gids en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs in 1995.

Museum

Iets van grote zeggingskracht
was op de muur geklonken. Een metalen
stem, verfrommeld van ontroering,
legde uit.

De gouden kamer uit vervlogen tijden
lag één verdieping hoger. Banen glanzend
in het stof getrokken wezen
eerder nagebootste ontucht aan.

Vervormend was de hitte van voltooid verleden niet,
hoewel suppoosten altijd achterbleven,
hun grijze kant versmolten
in de uitgestalde tijdvakken.

Oude mannen in korte broeken

Ze wandelen heel gemoedelijk voorbij,
hun seizoen is een apart seizoen.
Ze hebben geen behoefte aan een wandelstok,
ze gaan met een reserve aan kracht
begonnen in de de winters van hun jeugd.

En als ze stilstaan om naar iets te kijken
staan ze zonder beven stil;
de zon maakt van hun oude, montere, blote benen
iets bijzonders als een pose
op een plein vol licht.

Maar mooier nog zijn hun gepolitoerde knieën
of de glaswol op hun kuiten.
Zo worden ze bekeken
door bewonderaars die anoniem blijven
terwijl ze zelf met mildheid naar de dingen kijken,
naar de groene bomen en de witte klok

die beter loopt dan zij
en iets vertelt over hun afgezaagde tijd;
zij kennen hem van buiten.

Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)