Dolce far niente, Simon Vestdijk, Jan Eijkelboom, Peter Pessl

 

Dolce far niente

 


March Morning door John Atkinson Grimshaw, 1867

 

Maart

Dit is een duivelskind, deze maand Maart.
Men kan dit in een stormnacht goed bemerken:
Hij buitelt door de schoorsteen op de haard
En blaast de torenhanen van de kerken!

Nochtans, al wat hij roert is slechts zijn staart,
Waarmee hij wind maakt als met vogelvlerken,
En van zijn hoef is enkel ’t boerenpaard
De drager, dat de akker gaat bewerken.

Rust en beweging is deze maand eigen:
Wildheid der luchten, en op aarde ’t wachtend
Verlangen naar wat eerlang komen gaat.

En drooggewaaide stoepen langs de straat
Zijn nooit zo helderblauw en kalm en smachtend
Als wanneer buien in de hemel dreigen.

 

 
Simon Vestdijk (17 oktober 1898 – 23 maart 1971)
Harlingen, de geboorteplaats van Simon Vestdijk

 

De Nederlandse dichter, vertaler en journalist Jan Eijkelboom werd op 1 maart 1926 in Ridderkerk geboren. Zie ook alle tags voor Jan Eijkelboom op dit blog.

 

Gered

Op een nacht lag ik wakker en hoorde
mijn hart niet meer slaan.
Ik ging dood dus niet uitverkoren
of wedergeboren. Ontdaan
dacht ik: voor eeuwig verloren.
Ik had, als ik kon, wel op willen staan
maar waarom zou ik mijn ouders storen?
Het was gedaan, het was gedaan.

‘k viel in slaap onder stil geschrei,
was bevreemd toen het ochtend werd.
angst begon later te tanen,
vooral toen de meester eens zei:
bekeringen gaan gepaard met tranen.
Ik had gehuild, was dus gered.

 

Misschien is dit het laatste

Misschien is dit het laatste
dat zal blijven, flarden landschap
meestal niet huis te brengen
maar autonoom van helderheid.

Platanen in hun blote bast
langs een herkende weg
– maar waar, waar ook alweer –
in een bestofte hitte
die lijkt op ongevraagd geluk.

Zich zomaar in den vreemde thuis
te voelen, en dat bewaard
voor wel een tel of zes,
zeg zeven.

 

Ansicht

Een plein zo bleek van licht,
je denkt dat, weliswaar zeer dun,
maar dat er sneeuw op ligt.

Dan zie je mensen zonder jas,
wel met een hoed, maar
van dat splinterwitte stro,
tegen het zonnesteekgevaar.
Zoals in trams het spuwen was verboden.

Er kijken van dit kiekje louter doden
in de nog ongewone lens.
Zwart doek lag over ’t hoofd
van de gebogen mens die dacht:
er staat nu wat er staat.

’t Is het moment dat blijft.
De eeuwigheid is wat vergaat.

 


Jan Eijkelboom (1 maart 1926 – 28 februari 2008)

 

De Oostenrijkse schrijver en radiokunstenaar Peter Pessl werd geboren op 1 maart 1963 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Peter Pessl op dit blog.

Uit: Formiert aus Luft, Aufzeichnungen aus dem Himalaya, Teil 3

Überaus „nicht mehr“,
„nicht mehr über Strömungs-Störungsreste hinaus“,
gab sich der kleine, retardierende Siedlungskern,
der vorzeiten Vorhut einer zinnoberrot-weissen Grotten- und Königsstadt gewesen war, und dessen meiste, nach Jahrhunderten stetiger Zerstreuung, Minderung Inversion verbliebene Einwohner, beim Einmarsch der chinesischen Truppen über die nahen Pässe des Himalaya ins indische Garhwal,
nach Kinnaur geflüchtet waren
(und zwar ohne Wiederkehr).

Tagelang sah ich nur „auf“ und „vor“
(wenige mittelbare Einzelheiten fielen mir auf).
Wochen später notierte ich: „Genaugenommen zwei
und zwei leichte Wüstentage, zählten wir doch die schlaflosen Nächte mit ein“, folgten wir dem Sutlej-Canyon,
(eine arschglatte Militärpiste benützten wir sicher nicht),
dessen Abbrüche Einrisse (wirre) Konglomerate
(leicht) hunderte Meter, auch senkrecht, abfielen:

„An einer Spick
und Spina,
an einer Klause sah ich,
dass der Fluss (in der Hypertiefe)
nur mehr Mühle war
.

 


Peter Pessl (Frankfurt am Main, 1 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e maart ook mijn blog van 1 maart 2018 en ook mijn 3 blogs van 1 maart 2015.

Peter Pessl

De Oostenrijkse schrijver en radiokunstenaar Peter Pessl werd geboren op 1 maart 1963 in Frankfurt am Main, maar groeide op in Oostenrijk. Pessl debuteerde in 1984 in met „Splitter und Sporen“, een smalle bordeauxrode poëziebundel, waaraan hij een zin van Antonin Artaud programmatisch vooraf liet gaan: “La poésie, c’est de la multiplicité broyée et qui rend des flammes.” In die tijd was hij een van de jonge schrijvers van het literaire tijdschrift “Perpsektive” rond Petra Ganglbauer en stond met Friederike Mayröcker en andere dichters van de Weense avant-garde in actieve correspondentie. In de late jaren 1980 trok hij zich met Petra Ganglbauer op een wijngaard in de Südsteiermark terug en schreef verhalen en sinds 1991 ook talloze hoorspelen voor het ORF programma Kunstradio – Radiokunst. Voor de “Aufzeichnungen aus dem Himalaya”, bestaande uit vier delen, reisde hij naar de Himalaya-regio’s in India, Tibet en Nepal.

Uit: Formiert aus Luft, Aufzeichnungen aus dem Himalaya, Teil 3

„Nicht eigen
(Miniatur),
für Claude Levi-Strauss”

14. Mai, Dongpo.
Die übermächtige, glasierte Nanda Devi (7816 Meter)
sah ich aufgehen
als Blütenhaupt des nahen Himalaya (Weisszwirn),
der das engverborgene Tal des Sutlej,
das (hier) auch Garuda-Tal genannt wird
und, so wissen meine liebsten Historiker, das Zentrum des Bön-Königreichs Shang-Shung war, (weithin) parallel als Riegel Schanze Drachenkamm
vom indischen Subkontinent abtrennt
Von den achtzehn Mythos-Königen der Chronik von Shang-Shung,
so erzählte mir Pasolini, regierten drei im Garuda-Tal:
Letra Guge, der mit der gehörnten Krone aus klarem Licht,
Gyungyar Mukho, der mit der gehörnten Krone des Regenbogenlichts,
Kyile Guge Unchen, der mit der gehörnten Muschelkrone.
Blutgeruch als das Identische.

Im Schwemmland Sinter von Dongpo beeindruckt
die Streuung der Funde
aus Eis und Glas (ich fand Nasen,
Ringe, Methangas.
Blüten, Kräuter Korallenriffs waren nicht viele, dafür Wasseradler
(braune, schwarzschwarze, lamentierende,
die einkreisten)

 
Peter Pessl (Frankfurt am Main, 1 maart 1963)