Ash Wednesday II (T. S. Eliot)

 

Bij Aswoensdag

 

 
Visioen van een ridder door Antonio de Pereda, na 1650

 

Ash Wednesday

II
Lady, three white leopards sat under a juniper-tree
In the cool of the day, having fed to satiety
On my legs my heart my liver and that which had been contained
In the hollow round of my skull.
And God said
Shall these bones live? shall these
Bones live? And that which had been contained
In the bones (which were already dry) said chirping:
Because of the goodness of this Lady
And because of her loveliness, and because
She honours the Virgin in meditation,
We shine with brightness. And I who am here dissembled
Proffer my deeds to oblivion, and my love
To the posterity of the desert and the fruit of the gourd.
It is this which recovers
My guts the strings of my eyes and the indigestible portions
Which the leopards reject. The Lady is withdrawn
In a white gown, to contemplation, in a white gown.
Let the whiteness of bones atone to forgetfulness.
There is no life in them. As I am forgotten
And would be forgotten, so I would forget
Thus devoted, concentrated in purpose. And God said
Prophesy to the wind, to the wind only for only
The wind will listen. And the bones sang chirping
With the burden of the grasshopper, saying

Lady of silences
Calm and distressed
Torn and most whole
Rose of memory
Rose of forgetfulness
Exhausted and life-giving
Worried reposeful
The single Rose
Is now the Garden
Where all loves end
Terminate torment
Of love unsatisfied
The greater torment
Of love satisfied
End of the endless
Journey to no end
Conclusion of all that
Is inconclusible
Speech without word and
Word of no speech
Grace to the Mother
For the Garden
Where all love ends.

Under a juniper-tree the bones sang, scattered and shining
We are glad to be scattered, we did little good to each other,
Under a tree in the cool of the day, with the blessing of sand,
Forgetting themselves and each other, united
In the quiet of the desert.
This is the land which ye
Shall divide by lot. And neither division nor unity
Matters. This is the land. We have our inheritance.

 

 
T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
St. Louis Union Station. St Louis is de geboorteplaats van T. S. Eliot

 

Zie voor de schrijvers van de 14e februari ook mijn vorige blog van vandaag.

A Song for Simeon (T. S. Eliot)

Bij Maria Lichtmis

 

 
Presentatie van de Heer in de Tempel door Il Guercino, 1623

 

A Song for Simeon

Lord, the Roman hyacinths are blooming in bowls and
The winter sun creeps by the snow hills;
The stubborn season had made stand.
My life is light, waiting for the death wind,
Like a feather on the back of my hand.
Dust in sunlight and memory in corners
Wait for the wind that chills towards the dead land.

Grant us thy peace.
I have walked many years in this city,
Kept faith and fast, provided for the poor,
Have given and taken honour and ease.
There went never any rejected from my door.
Who shall remember my house, where shall live my children’s children
When the time of sorrow is come?
They will take to the goat’s path, and the fox’s home,
Fleeing from the foreign faces and the foreign swords.

Before the time of cords and scourges and lamentation
Grant us thy peace.
Before the stations of the mountain of desolation,
Before the certain hour of maternal sorrow,
Now at this birth season of decease,
Let the Infant, the still unspeaking and unspoken Word,
Grant Israel’s consolation
To one who has eighty years and no to-morrow.

According to thy word.
They shall praise Thee and suffer in every generation
With glory and derision,
Light upon light, mounting the saints’ stair.
Not for me the martyrdom, the ecstasy of thought and prayer,
Not for me the ultimate vision.
Grant me thy peace.
(And a sword shall pierce thy heart,
Thine also).
I am tired with my own life and the lives of those after me,
I am dying in my own death and the deaths of those after me.
Let thy servant depart,
Having seen thy salvation.

 

 
T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
Saint Raphael the Archangel Church in St. Louis, de geboorteplaats van T. S. Eliot

 

Zie voor de schrijvers van de 2e februari ook mijn vorige blog van vandaag.

The Cultivation of Christmas Trees (T. S. Eliot)

Bij de vierde zondag van de Advent

 

 
The Christmas Tree door Albert Chevallier Tayler, 1911

 

The Cultivation of Christmas Trees

There are several attitudes towards Christmas,
Some of which we may disregard:
The social, the torpid, the patently commercial,
The rowdy (the pubs being open till midnight),
And the childish — which is not that of the child
For whom the candle is a star, and the gilded angel
Spreading its wings at the summit of the tree
Is not only a decoration, but an angel.

The child wonders at the Christmas Tree:
Let him continue in the spirit of wonder
At the Feast as an event not accepted as a pretext;
So that the glittering rapture, the amazement
Of the first-remembered Christmas Tree,
So that the surprises, delight in new possessions
(Each one with its peculiar and exciting smell),
The expectation of the goose or turkey
And the expected awe on its appearance,

So that the reverence and the gaiety
May not be forgotten in later experience,
In the bored habituation, the fatigue, the tedium,
The awareness of death, the consciousness of failure,
Or in the piety of the convert
Which may be tainted with a self-conceit
Displeasing to God and disrespectful to children
(And here I remember also with gratitude
St. Lucy, her carol, and her crown of fire):

So that before the end, the eightieth Christmas
(By “eightieth” meaning whichever is last)
The accumulated memories of annual emotion
May be concentrated into a great joy
Which shall be also a great fear, as on the occasion
When fear came upon every soul:
Because the beginning shall remind us of the end
And the first coming of the second coming.

 


T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
St. Louis Missouri Arch. T. S. Eliot werd geboren in St. Louis

 

 

Zie voor de schrijvers van de 24e december ook mijn twee volgende blogs van vandaag.

Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Jerry Hormone, Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self, Jane Smiley, Vladimir Vojnovitsj

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

Bij de ondergrondse

aprilwarmte —dit markeerde het prille begin van de lente
en betekende voor de leden van de ondergrondse
dat het de hoogste tijd was
om tot actie over te gaan

op de kerkhoven en begraafplaatsen van het koninkrijk
krioelden de doden dooreen;
werkelijk overal waren zij gemobiliseerd
en van heinde en verre opgetrommeld —
vele handen maakten licht werk
en aan werk was geen gebrek

de sfeer onderling was opgeruimd
om niet te zeggen: levendig
wie goed naar het aardoppervlak keek
kon soms iets zien bewegen,
een signaal dat vlak onder de grond
met man en macht werd doorgewerkt

allerwegen werd het gras zonder pardon
uit de grond gedrukt
bloemen werden omhooggeduwd
en opgestoten in de vaart der volkeren
en stads- en parkbomen kregen het groene licht;
waarop zij hun takken lieten ontbotten

dat de doden zich zonder enige hinder
door materie konden verplaatsen
kwam bij de uitvoering van de werkzaamheden
goed van pas

 

Milky Way

ik keek omhoog
de nachthemel in
en zag de melkweg,
althans een flink stuk ervan
de melkweg, waar ik zelf
deel van uitmaakte —
een radertje; een van de vele
ik was doordrongen van
een besef van nietigheid
waar ik persoonlijk
heel wel mee uit de voeten kon

beter kijkend viel me op
dat nogal wat sterren me met enigszins
verwijtende blik aanstaarden
ik pijnigde mijn hoofd
wat de reden van hun ergernis
zou kunnen zijn
had ik hen iets misdaan?
bij mijn weten niet —
maar 100% zeker daarvan
was ik niet

tot ik me realiseerde
dat ik hen, tot op heden, niet
of nauwelijks aan bod had laten komen
in mijn gedichten
het was waar: de melkweg
c.q. de individuele sterren
hadden mijn poëzie
tot nog toe niet gehaald;
niets onoverkomelijks

 
Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

Lees verder “Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Jerry Hormone, Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self, Jane Smiley, Vladimir Vojnovitsj”

Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self, Jane Smiley

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

 

Shoebaloo

op een zondagavond in maart,
(de lente was voortvarend
uit de startblokken gekomen)
reed ik naar scheveningen
en zagen de zee en ik elkaar terug

we hadden elkaar lang niet gesproken,
te lang: de laatste keer dateerde
van ver voor de winter–
niet dat we daarvan wakker lagen
de zee en ik, wij redden ons wel

de zee lag trouw
voor de kust en scheen niet merkbaar
van plek verschoven
ze leek geen dag ouder geworden
en veel jonger dan ze was;
dat vertelde ik haar ook,
een compliment waar ze zichtbaar
verguld mee was

helaas kon ze hetzelfde niet van mij beweren,
zei ze naar waarheid
want zoete broodjes bakken
deed en doet ze niet, de zee
de noordzee niet, en de andere zeeën
en oceanen evenmin

de zee, wist ik terwijl ik het water tegemoet liep,
zou heel wat langer meegaan dan ik-
een gedachte waar ik goed
mee uit de voeten kon
een meeuw hing aan een draadje in de lucht

we keken elkaar recht in de ogen,
de noordzee en ik, en begrepen elkaar
ik liet het water
over mijn puntschoenen lopen
waste zo het kerkhofzand* van de neuzen
en het kerkhofstof spoelde weg

kort daarop ging ik naar huis
want de lucht betrok
het begon kouder te worden, kil zelfs
en de zee en ik,
we hadden elkaar
weinig meer te vertellen

 


Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

Lees verder “Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self, Jane Smiley”

Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

Uit: Triggerhappy

“De eerste avond stonden de sterren, en dat waren er nogal wat – duizenden zo zonder grotestadslicht – boven het huis en de omringende bergen geparkeerd, zonder op te schuiven of in te schikken. De hemel leek een kunstwerk, alsof het doek was weggetrokken en de lucht zojuist onthuld. In Den Haag keek Frank zelden naar de sterren; een enkele keer daargelaten, op kerstavond bijvoorbeeld, of als Nicole en hij bezoek uitlieten. Naar de hemel turen bewaarde je onbewust voor als je op vakantie was en nauwelijks iets omhanden had.
Later die avond kregen ze ruzie, moe als ze waren van de lange reis naar de Haut-Languedoc en moe van wat ze van thuis met zich meedroegen, onuitgesproken zaken; en ten slotte vielen ze in slaap. Het met elkaar goedmaken zou tot de volgende dag moeten wachten.
De veldkrekels, forse exemplaren, die al vroeg in de middag met tjirpen begonnen, vulden de lucht en daarmee de middag.
In de struiken rond het zwembad huisden de horzels, die tevoorschijn kwamen als je het water verliet en zich eenmaal in de nabijheid van een natte rug, schouder of dijbeen niet eenvoudig lieten wegbonjouren.
Tweemaal per week kwam een man die het zwembad bijhield het terrein van Villa Aurora op. Een man die zo vroeg en stilletjes arriveerde dat je hem niet hoorde. Dat hij was langs geweest, leidde Frank af uit het feit dat het terrasmeubilair was opgeruimd en het zwembadwater lichter blauw was. F
rank zou de schoonmaker niet éen keer treffen, alsof deze hem ontweek; hoewel Frank een lichte slaper was die in Den Haag meestal van het minste gerucht wakker werd en dan beneden controleerde of alles in orde was – op de waakzaamheid van de hond had Frank nooit durven vertrouwen – en daarna stil in bed schoof om Nicole niet te wekken, zoals hij Juliette indertijd evenmin had gewekt tijdens zijn nachtelijke rondes.”

 
Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

Lees verder “Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self”

60 Jaar Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self

60 Jaar Bart Chabot

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Bart Chabot viert vandaag zijn 60e verjaardag. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

IJstijd

Die avond vertrok een auto
richting snelweg
en de honden blaften niet

het dashbordvak was leeg
op een kaart van west-europa na
een pak tissues
een aangebroken rol pepermunt
er woedde koude
oorlog in mijn hoofd

we reden zwaar weer tegemoet
tegenliggers voerden groot
licht in de verte

wij naderden
de interzone
niemandsland

het grensgebied

 

Uit: Diepere Lagen

“Het goeie nieuws, Bart, dat is… Je gaat er niet dood aan.”
“Nou,” antwoordde ik, “is me dat even een meevaller.”
“Daar heb je het goeie nieuws,” zei Gerard, “dan ook meteen mee gehad.”
Gerard ging zitten.
“Wat is het?” vroeg ik. “Wat mankeer ik?”
“Je hebt een brughoektumor.”
Ik keek naar mijn lief en zij keek naar mij.

(…)

‘Jezus, pap!’ zei Storm toen hij de volgende dag uit school kwam. ‘Dit kan écht niet hoor!’
‘Zo erg is het toch niet, jong?’
‘Dacht ’t wel, pap!’ Hij keek me met afgrijzen aan. Was ik zijn papa wel?
Toen klaarde zijn gezicht op. ‘Pap, haal jij Halloween?’
‘Hoezo, Storm?’
‘Nou, dan kun je met ons mee, een hele stoet buurtkinderen, gaan we met jou de deuren langs, jij als zombie.”

 
Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

Lees verder “60 Jaar Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon, William Self”

Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

 

 

haagse schimmen

het bestaat nog
het den haag van louis couperus
zijn geboortehuis op de mauritskade
de surinamestraat, het nassauplein
sophialaan, javastraat
het kurhaus, hotel des indes
de scheveningse bosjes
het bleef nagenoeg ongeschonden bewaard

zelfs de personages die couperus’
haagse romans bevolken komen voor in de stad
de van lowe’s, de van naghels
de ruyvenaers, de saetzema’s
al dragen zij nu een andere naam

toch was ik verrast iemand te ontmoeten
die couperus persoonlijk had gekend
— de mooiste barbierswinkel — zei dolf brouwers
— waar ik ooit werkte was figaro
in de zeestraat
de eigenaar heette kees
daar kwam de chic van den haag
prins hendrik, ministers, jonkheer van repelaer
het was allemaal even prachtig
mijn patroon was homoseksueel
‘s ochtends bevochtigde hij
een stukje crêpepapier uit de etalage
en maakte zo zijn lippen rood

 

Eend

disneyland paris bestaat vijf jaar
er valt confetti uit de wolken

we zitten aan de lunch
in het new york hotel
sebastiaan en ik lopen naar het buffet
ik til het deksel op
van een enorme vleesschotel
– pap – vraagt sebas – is dat kip?
van de damp beslaat mijn bril
– that’s duck sir – schiet een ober ons te hulp
het tafelzilver hangt plotseling
op eigen kracht in de lucht
– you mean donald? – vraag ik
wijzend op de eendenborstjes
stilte daalt over de tafels
dan stijgt homerisch gelach op

sebastiaan kijkt niet blij

 


Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

Lees verder “Bart Chabot, T. S. Eliot, Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer. Luís Fernando Veríssimo, Mark Haddon”

Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer, T. S. Eliot

De Nederlandse schrijver Thomas van Aalten werd geboren in Huissen bij Arnhem op 26 september 1978. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Thomas van Aalten op dit blog.

 

Uit: De schuldigen

“De motor van de bestelbus maakt een ratelend geluid. Je hoort hem al van ver komen. Als de bus aan het begin van de straat is, blijft hij stilstaan. De bestuurder draait zijn raampje open en kijkt verwilderd om zich heen. Hij claxonneert eenmaal en rijdt stapvoets verder. Mijn vader steekt zijn hand op, om aan te geven dat de man hier moet zijn. aquarama, onderhoud en reiniging van zwembad en spa staat er in blauwe letters op de zijkant van de bus.
De bestuurder heeft een rode, schilferige huid. Roosvlokken bedekken de schouders van zijn overall. Hij kreunt getergd als hij zijn apparatuur uit de bestelbus laadt. Het enige aan zijn lichaam dat niet lijkt getroffen door een ziekte of infectie is een zwart snorretje, dat als een strakke streep het centrum van zijn gezicht markeert. Ondanks de geïrriteerde huid en gewrichtspijn tijdens het tillen, heeft de man een vrolijk voorkomen. Hij stelt zich voor als Cornald. Mijn vader zegt dat Cornald zijn bus gewoon op de oprit kan zetten. ‘Daar is-ie voor gemaakt, niet waar.’

We nemen plaats op het terras. Cornald bladert door zijn multomap, die beplakt is met stickers. Behalve een sticker met het logo van Aquarama zie ik ook stickers met teksten als ‘Effe wachten… Pizza!’ en ‘I Love Natte Keek’ en afbeeldingen van cartooneske vrouwen in bikini.
‘Mijn collega was hier drie jaar geleden voor het laatst. In mei 2007, lees ik hier.’
Mijn vader knikt. ‘Toen heetten jullie nog anders.’
‘Dat klopt. Ik werkte er toen nog niet.’ Cornald concentreert zich op het handschrift van deze collega uit het verleden. ‘Ik zie dat hij hier twee keer per jaar kwam.’
‘Aan het einde en aan het begin van de zomer, ja.’
Ik kijk naar mijn vader en vraag me af of hij nog ooit in zijn leven gaat zwemmen.
‘Ik zal het zo eens even uitzoeken, maar het is gebruikelijk dat bij drie jaar slecht onderhoud de inlaatstraalbuizen en skimmers vervangen moeten worden.”

 

Thomas van Aalten (Huissen, 26 september 1978)

Lees verder “Thomas van Aalten, Christoph W. Bauer, T. S. Eliot”

Ida Gerhardt, Rainer Maria Rilke, Friedrich von Schiller, T.S. Eliot

Wegens omstandigheden, zoals dat heet, even iets anders:

 

Lof van het onkruid

Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
breekt door beton en asfalt heen,
bevolkt de voegen van de straat.

Achter de stoomwals valt weer zaad:
de bereklauw grijpt om zich heen.
En waar een bom zijn trechter slaat
is straks de distel algemeen.

Als hebzucht alles heeft geslecht
straalt het klein hoefblad op de vaalt
en wordt door brandnetels vertaald:

‘gij die miljoenen hebt ontrecht:
zij kòmen – uw berekening faalt.’
Het onkruid wint het laatst gevecht.

Ida Gerhardt (11 mei 1905 – 15 augustus 1997)

Lees verder “Ida Gerhardt, Rainer Maria Rilke, Friedrich von Schiller, T.S. Eliot”