Dolce far niente
De Amerikaanse dichter en fictieschrijver Charles Bukowski werd geboren op 16 augustus 1920 in Andernach, Duitsland. Zie ook alle tags voor Charles Bukowski op dit blog.
So You Want To Be A Writer
if it doesn’t come bursting out of you
in spite of everything,
don’t do it.
unless it comes unasked out of your
heart and your mind and your mouth
and your gut,
don’t do it.
if you have to sit for hours
staring at your computer screen
or hunched over your
typewriter
searching for words,
don’t do it.
if you’re doing it for money or
fame,
don’t do it.
if you’re doing it because you want
women in your bed,
don’t do it.
if you have to sit there and
rewrite it again and again,
don’t do it.
if it’s hard work just thinking about doing it,
don’t do it.
if you’re trying to write like somebody
else,
forget about it.
if you have to wait for it to roar out of
you,
then wait patiently.
if it never does roar out of you,
do something else.
if you first have to read it to your wife
or your girlfriend or your boyfriend
or your parents or to anybody at all,
you’re not ready.
don’t be like so many writers,
don’t be like so many thousands of
people who call themselves writers,
don’t be dull and boring and
pretentious, don’t be consumed with self-
love.
the libraries of the world have
yawned themselves to
sleep
over your kind.
don’t add to that.
don’t do it.
unless it comes out of
your soul like a rocket,
unless being still would
drive you to madness or
suicide or murder,
don’t do it.
unless the sun inside you is
burning your gut,
don’t do it.
when it is truly time,
and if you have been chosen,
it will do it by
itself and it will keep on doing it
until you die or it dies in you.
there is no other way.
and there never was.
De Vlaamse dichteres en slaviste Miriam Van hee werd geboren in Gent op 16 augustus 1952. Zie ook alle tags voor Miriam Van hee op dit blog.
van de mariannenplatz
van de mariannenplatz
naar de overkant:
gesloopte panden of wat
daarvan nog rest
behangpapier, de plaats
waar de leidingen zaten
de holte waar de kolenkachel
stond
de vragen die zij zich daarbij
stelt: hoe het voor de oorlog was
waar het bed stond
waar de tafel en alles
wat daartussen lag
van de mariannenplatz
naar de overkant dat is
niemandsland waarachter straks
een raam wordt geschilderd
een lek gedicht en
porseleinen winterlicht
de kamer binnenschuift
Stel je voor
stel je voor dat er diep binnenin je
een buitenland ligt, dennen,
sneeuw en barakken, land
zonder bodem, je haalt het niet op
stel je voor dat de tijd niet bestaat
en jij wel nog, stel dat je nooit abrikozen
gegeten hebt, trouwens, het woord
abrikoos was verdwenen en moskou,
je broer, promenade, ze waren geweken,
terug naar het schuim van de zee
er zijn onvoorstelbare dingen gebeurd
en je kunt niet zeggen het was
als een nacht zonder dag en dan nog een
en nog een en het gebeurt dat je kruiende
wateren hoort of een dichtklappend hek
in de wind, dat is het buitenland, fluister je,
dat is het lied van een reddeloos land
Beuken
je zou van elke dag iets
moeten overhouden, vandaag misschien
het beeld van beukenstammen, zoals ze
langs de weg gestapeld lagen en je
hun binnenste kon zien dat leek
op het vruchtvlees van pompoenen
of de plek waar ze onder
een dunne sneeuwlaag stonden,
wat iemand zei, bijvoorbeeld,
dat het naar prinsessen rook
en iemand anders dat het goed
zou zijn hier later nog terug
te komen om er een kleed te spreiden
tussen de sleutelbloemen
De Mexicaanse schrijfster Valeria Luiselli werd geboren in Mexico-Stad op 16 augustus 1983. Zie ook alle tags voor Valeria Luiselli op dit blog.
Uit: De gewichtlozen (Vertaald door Merijn Verhulst)
“In
de winter woedden er fikse stormen. Maar ik droeg dan toch een minirok
omdat ik jong was. Ik schreef brieven naar mijn bekenden waarin ik ze
vertelde over mijn wandelingen, over mijn benen die ik in grijze kousen
had gestoken; over mijn lichaam gehuld in een rode jas met diepe zakken.
Ik schreef brieven over de koude wind die diezelfde benen streelde en
vergeleek de ijskoude lucht met de stoppels van een slecht geschoren
baard, alsof ik met de lucht en een paar grijze benen die de straten
afliepen literair materiaal in handen had. Wanneer iemand lange tijd op
zijn eentje woont, is de enige manier om te constateren dat hij nog
bestaat het in een syntaxis vatten van zijn activiteiten en dingen en
die met anderen delen: dit gezicht, dit wandelende skelet, deze mond,
deze schrijvende hand.
Tegenwoordig schrijf ik ’s nachts, wanneer de
kinderen slapen en ik mag roken en drinken en voor frisse lucht de ramen
tegen elkaar open zet. Vroeger schreef ik de hele tijd, op elk moment,
omdat alleen mijn lichaam me toebehoorde. Mijn benen waren lang, sterk
en smal. En alleen ik besliste erover aan wie of wat ze toekwamen; aan
wie dan ook, aan het schrijven.
*
In dat appartement stonden slechts vijf meubels: een bed, een eettafel, een boekenrek, een bureau en een stoel. Het bureau, de stoel en het boekenrek sloten eigenlijk pas later aan. Toen ik hier kwam wonen stootte ik alleen maar op een bed en op een uitklapbare aluminium eettafel. Er was ook een badkuip. Maar ik weet niet of die als meubel aangemerkt mag worden. Beetje bij beetje raakte de ruimte bewoonbaar, maar bijna altijd met voorwerpen die op doorreis waren. De boeken van de bibliotheek kwamen me in het weekend opzoeken, in een hoog opgetaste stapel naast het bed, en verdwenen op maandag weer, wanneer ik ze mee naar de uitgeverij nam om er leesrapporten over uit te tikken.
*
Een stille roman, om de kinderen niet wakker te maken.
*
In
dit grote huis heb ik geen vaste plek om te schrijven. Op mijn
werktafel liggen luiers, autootjes, transformers, babyflesjes,
rammelaars, spullen die ik nog niet heb kunnen thuisbrengen. De ruimte
wordt ingenomen door minuscule dingen. Ik loop de woonkamer door en ga
met mijn computer op schoot op de bank zitten. Het middelste kind komt
de woonkamer binnen:
Wat doe je, mama?
Ik schrijf.
Gewoon een boek aan het schrijven?
Gewoon aan het schrijven.”
De Duitse dichter en schrijver Reiner Kunze werd geboren op 16 augustus 1933 in Oelsnitz, Erzgebirge. Zie ook alle tags voor Reiner Kunze op dit blog.
Kurzer Lehrgang
DIALEKTIK
Unwissende damit ihr
unwissend bleibt
werden wir euch
schulen
ÄSTHETIK
Bis zur entmachtung des
imperialismus ist
als verbündeter zu betrachten
Picasso
ETHIK
Im mittelpunkt steht
der mensch
Nicht
der einzelne
Kreuz des Südens
Nächte, die dich steinigen
Die sterne stürzen herab
auf ihrem licht
Du stehst in ihrem hagel
Keiner trifft dich
Doch es schmerzt,
als träfen alle
VLADIMIR HOROWITZ SPIELT IN WIEN ZUM LETZTEN MAL MOZART
Er war ihm näher schon als uns
und war gekommen, ihm zurückzugeben,
was er von ihm geliehn fürs leben,
und spielte es hinüber in die stille ihm
mit einem fingerschweben
Bis uns die handgelenke schmerzten
warfen wir am ende ihm
vom diesseits zu
De Duitse (toneel)schrijver Moritz Rinke werd geboren op 16 augustus 1967 in Worpswede bij Bremen. Zie ook alle tags voor Moritz Rinke op dit blog.
Uit: Der Mann, der durch das Jahrhundert fiel
“Paul hielt den Löffel mit dem Zucker in der Hand und starrte durch das Fenster des Cafés. Christina, die er seit vier Monaten kannte, war gestern nach Barcelona geflogen, um dort eine Stelle in einem Forschungslabor anzutreten. »Komm doch mit, du kannst ja auch da leben«, hatte sie vorgeschlagen. »Ich kann nicht nach Barcelona und einfach da leben. Ich muss mich erst hier in Berlin durchsetzen«, hatte er geantwortet. Paul drehte sich am Flughafen noch einmal zu ihr um. Irgendwo hatte er gelesen, dass sich die wirklich Liebenden niemals umdrehten oder lange winkten, aber was war dann mit ihm? Er beobachtete durch die Glastür, wie sie bei der Kontrolle ihren Gürtel aufmachte, und stellte sich vor, sie erst in ein paar Jahren wiederzusehen: Sie würde immer noch so schön sein mit ihren dunklen Augen und er sie umarmen und küssen wollen, aber in seiner Vorstellung hatte sie plötzlich Kinder im Arm und einen spanischen Torero oder Juniorprofessor zur Seite mit einer Stechlanze in der Hand. So schnell kann das Leben vorübergehen und man hat die richtige Frau verpasst, dachte er, als er im Bus Platz nahm und ein Flugzeug in den Himmel steigen sah. Café am Rosenthaler Platz, es war 8 Uhr 30 am Morgen und Paul war der Einzige, der an einem Tisch saß, neben ihm der Latte Macchiato und das schwarze Notizbuch. Andere warteten auf ihren Latte Macchiato zum Mitnehmen, blätterten dabei flüchtig in Magazinen herum und warfen Blicke nach draußen zu ihren Autos mit Warnblinkzeichen auf dem Seitenstreifen. Sie nahmen den Pappbecher, rührten weißen oder braunen Zucker hinein, wobei sie sich meist gegenseitig im Weg standen, sodass manche ohne Zucker auf die Straße eilten und erst die Zeit für ihren Kaffee nutzten, wenn sie schon im Auto oder zu Fuß vor der Ampel warteten.
Vielleicht war es übertrieben, vielleicht vergrößerte er solche Dinge, aber wann gab es so etwas bei ihm, dass er einen kleinen Moment nutzte, weil er eingerahmt, umschlossen war von Berufswegen und Notwendigkeiten, von verplanter Zeit? Es machte ihn traurig, dass er den ganzen Tag an einer Ampel stehen könnte mit einem Pappbecher in der Hand – aber er würde nie die Zeit nutzen wie die anderen, bei denen sie aus dem Rahmen, der Umschlossenheit hervorleuchtete wie Freiheit, ja, wie Glück. Paul glaubte, er müsste in einem Urlaub sterben, denn wie sollte man diese Zeit ertragen, wenn sie nicht umschlossen war vom verplanten Leben?“
De Hongaarse dichter Ferenc Juhász werd geboren op 16 augustus 1928 in Biatorbágy. Zie ook alle tags voor Ferenc Juhász op dit blog.
Wedding Choir
1
Life-filled longing of the buoyant smile strains against
imminent certainty, against the radiant food-bringer.
Brooding between good and evil, it loses bright warmth in languor,
slips down blood-red below empty stars, into chequered mutilation.
But the white bird of Union flies to it, nestles there,
settles maturely, hugely, in the flashing joy of the message.
2
Flocks of bright fables rise over the spreading scarlet cinders:
dead skeleton and growing body are praised by the grey-beard.
A cart, where troubled charm and trancelike beauty warm themselves wound into one,
painful and shining, like plunging into sleep: close to the cauldron is the feast of the fable.
Kingfisher-flocks fly shrieking: the cry links everything!
the ritual fire flashes: prophecy pours time in its mould.
3
The straining pillar and the dancing fire are obstinate as a marriageable girl:
unsignalled instantaneousness, little sailing half-moons,
veiled smile and stunned gladness, fading like the colour of flowers,
brilliant caprices that instead of hurting brim over with love.
Long the street, but a thousand lodgings on both sides harbour saintly unity.
Seed of all things: clear dignity! and sweet the broken fortune piercing the husk.
4
The tense wing crumples, the glimmering laughter burns out,
shadow looms, and the steady pulse of hunger beats to its quietus.
Between good and evil, in colourless mist, a dim ripple of the soul,
the desperate slopes and huddle of stars adrift in it.
The Shining Fish lives, a peace unbroken,
an ambergris-scented order, clothed with imperfection and salmon-running joy.
Zie voor nog meer schrijvers van de 16e augustus ook mijn blog van 16 augustus 2018 en ook mijn blog van 16 augustus 2016 en ook mijn blog van 16 augustus 2015 deel 2.