De Amerikaanse dichter en musicus Krister Axel werd geboren op 14 mei 1974 in Parijs. Zie ook mijn blog van 14 mei 2009.
Open arms
It was all for you
The long expensive road to nothing new
These unappreciated lines for you
Falling on this tough love crowd, it’s true
I did it all for you
Open arms
There’s nothing better than those ample charms
Somewhere waiting for the world to start
Somehow afflicted by a broken heart
Looking for those open arms
When I was a prince of the world
All I had was a long list of words
All I saw I could touch with my hands
All I needed was
All I needed was a chance
Those days are gone
I think I see your yesterdays moved on
They left behind that dirty smile you’ve got
Younger than your timeless ways
Your yesterdays
I know all your tricks
I know the way your heart can hurt like this
I hate the way my plan can miss like this
But there’s no changing what my future is
I know all your tricks
When I was ahead of it all
And I could see what was coming along
Everybody knew the way to get home, but me
All I needed was
All I needed was a dream
Krister Axel (Parijs, 14 mei 1974)
De Duitse schrijfster Evelyn Sanders werd geboren op 14 mei 1934 in Berlijn, waar zij ook opgroeide. Later verhuisde haar familie naar Düsseldorf. Sanders werd opgeleid tot journalistr, maar wijdde zich na haar huwelijk aan de opvoeding van de kinderen. Haar eerste boek ontstond toevallig, toen zij voor haar oudste zoon een fotoboek samenstelde, waaraan zij oorspronkelijk korte teksten wilde toevoegen. Daaropvolgend verschenen talrijke vrolijke familieromans.
Uit: Werden sie denn nie erwachsen?
„Aber nicht mitten in der Nacht. W-warum soll ich jetzt telef-fonieren? Mit wem denn?“ „Mit ssu Hause. Ich habe versprochen, daß du an d-deinem Geburtstag anrufst.“ „Die schlafen doch schon alle.“ „Iss egal. S-sollen sie aufstehen. Wir sch-schlafen ja auch noch nich.“ Nach dem achten Tuten nahm jemand den Hörer ab und eine verschlafene Stimme murmelte „Falsch verbunden.“ „Katja?“ „Ja. Aber hat das nicht bis morgen Zeit? Welcher Idiot holt einen nachts um halb Eins aus dem Bett?“ „Ich.“ „Wer ist ich?“ Offenbar musste sich meine Stimme verändert haben. „Deine liebe Mami“. Schweigen. Dann: „Du hast auch schon bessere Einfälle gehabt. Was gibt es denn so wichtiges?“ „Gar nichts. Wir ha-haben ein bißchen Geburtstag gefeiert. Pröfliche Pfingsten w-wollte ich d-dir auch noch wünschen.“ Jetzt wurde sie mißtrauisch. „Sag mal, ganz nüchtern bist du aber nicht mehr?“ „N-nein. Ich habe meinen Eintritt ins G-grufti-Alter begossen.“ „Dann geh mal schön ins Bett, Grufti, und ruf morgen wieder an.“
Evelyn Sanders (Berlijn, 14 mei 1934)
De Duitse schrijver en chemicus Walter E. Richartz werd op 14 mei 1927 in Hamburg geboren. Zijn gymnasiumdiploma behaalde hij in München in 1944 en werd toen tot aan het einde van de oorlog soldaat. Na de oorlog studeerde hij natuurwetenschappen. Hij promoveerde in de scheikunde en ging na zijn promotie drie jaar naar de VS. De jaren in de VS hebben een diepe indruk op hem gemaakt en hij bleef levenslang betrokken bij het land. Daar is hij ook begonnen met schrijven. Vanaf 1979 was hij zelfstandig schrijver.
Uit: Tunneltexte
“Seit meiner Kindheit sammle ich Steine. Wenn ich in Stimmung bin, lese ich vom Wegrand, was mir auffällt. Eiförmig taubengraue, unscheinbare Murmeln und faustgroße rote Feldsteine. Einen habe ich, wie ein Ohr. Ich meine einen Stein, der wie ein Ohr aussieht. Keiner der Menschen, die ich kenne, versteht meine Gewohnheit. Auch meine Frau nicht. Ich habe einen Stein, der tickt. Nicht, daß er klappert, wenn man ihn schüttelt, oder auch nur, daß sein Geräusch nach dem Schütteln in Gang kommt und bald wieder aufhört. Er tickt. Er hat nie aufgehört zu ticken, meines Wissens. Es ist leise, man muß sich über den Stein beugen oder ihn nah an sich halten, um es zu hören. Ansonsten ist er flach, undeutlich rosa, ziemlich schwer. In der Nähe des Randes sind Vertiefungen, bei näherem Zusehen erkennt man Zeichen, Buchstaben, zu einem Ring angeordnet: “ETERNA”. Ich betrachtete den Fund dieses Steines als eine gute Gelegenheit, um meiner Frau meine Vorliebe näher zu bringen. Sie heißt so, Erna. Ich schenkte ihn ihr zu Weihnachten. Auch ihr. Sie betrachtete ihn, fragte oberflächlich: “Wozu” “ET”?” “Er tickt auch”, sagte ich. Meine Frau nahm sich nicht die Mühe, dies nachzuprüfen. Wenn es nach ihrer Meinung überhand nimmt, läßt meine Frau einen Arbeiter kommen, der die Steine auf seinen Schubkarren lädt, sie hinausfährt und an den Straßenrand schüttet. Im Frühjahr füllt man damit die Frostaufbrüche. Ich glaube, man hat auch den tickenden Stein abtransportiert. Ich finde ihn nicht mehr.”
Walter E. Richartz (14 mei 1927 – 3 februari 1980)
Hamburg (Geen portret beschikbaar)
De Nederlandse schrijver van Marokkaanse afkomst Hans Sahar (pseudoniem van Farid Boukakar) werd geboren in Al Hoceima, Marokko, in 1974. Sahar kwam in 1976 met zijn familie naar Den Haag, waar hij in zijn jeugd kennis maakte met de criminaliteit van jeugdbendes, In 1995 publiceerde hij zijn eerste roman Hoezo bloedmooi die ook in het Duits vertaald werd.
Uit: De gebroeders Boetkaboet
„We moeten eerlijk zijn, maar dat kunnen we niet, dat hebben we nooit geleerd. We hebben geleerd om alles te vertellen wat op dat moment het beste uitkomt, wat de mensen het liefst horen, dus alleen maar brave dingen zoals: mooi weer buurvrouw, of nog braver: dag buurvrouw, geniet u ook zo van het mooie weer, ja toch? En dan knikt ze en lacht. Dat is precies de bedoeling. Je zou toch nooit zeggen: dag vervelende trut, ga je vandaag weer lekker verder met je stomme getrut? Dat zou je nooit zeggen, maar soms denk je het wel.
Of zo’n leraar op school. Je zegt: ja meneer, dat vind ik ook, het is best moeilijk maar ik doe mijn best, dat ziet u toch zeker wel? Maar je zegt niet: arrogante eikel, je denkt dat je alles beter weet, maar van mij kan je de schijt krijgen (en dan mag hij nog blij wezen dat je niet zegt: de tyfus, de kolere of de tfóe). Dat doe je niet. Nee, we zijn eerlijk in zoverre we eerlijk zijn. Niet meer en niet minder.
Zelfs niet in de moskee. Op het koranschooltje doe je precies wat de imam graag wil: stomweg teksten opzeggen, al die soera’s in het Arabisch, een taal die je als Berber niet kent. Als je het niet goed doet, krijg je een klap voor je bek. Niet op je kont, want dat voel je niet, maar midden in je gezicht. Dan gloeien je ogen, je neus, je mond, je oren; alles gloeit van haat tegen die man. Vernedering is het ergste wat er bestaat.“
Hans Sahar (Al Hoceima, 1974)
De Nederlandse dichter, schrijver, dramaturg en toneelspeler Kasper Peters werd geboren in Doetinchem in 1973. Zie ook mijn blog van 14 mei 2009.
Op een andere plek
Ik slaap de laatste week
naast een asbak.
Geen hondenwacht in
een kooi of op de kade.
Het is lastig dat
boeken onleesbaar zijn
tijdens langzame nachten.
Muziek een teveel aan geluid is.
Ik blaas tegen een lepel
die op het theeglas leunt.
Iemand hamert op een werf.
Ik lig in bed en wrijf
over de jaarringen van
mijn vingertop.
Kasper Peters (Doetinchem, 1973)
De Nederlandse dichter Arjen Bakker werd geboren in Groningen in 1981.
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 14 mei 2008.
De Duitse schrijfster Karin Struck werd geboren op 14 mei 1947 in Schlagtow.