Tom Lanoye, Walter Helmut Fritz

De Belgische dichter, schrijver en vertaler Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: De draaischijf

“Tot mijn voldoening hebben opvallend veel vrouwen zich de moeite getroost om afscheid van mij te komen nemen. Ze zijn van alle leeftijden en posturen, gaan gekleed in stijlvol zwart en zijn bescheiden gemaquilleerd. Hun handtas bevat, uit voorzorg, meer papieren zakdoekjes dan anders.
Er is zowaar ook een forse Haagse delegatie afgezakt, met een touringcar, en verrassend veel van mijn lokale vakbroeders geven eveneens acte de présence. Jong en oud, vriend en vijand. Dat is geen traditie in wat men ‘ons theaterlandschap’ noemt. Elke generatie rekent genadeloos af met de vorige, met vervangingen op ieder echelon. Thans is zelfs een van mijn vaste critici opgedoemd. Hij houdt zich wel enigszins afzijdig. Een paria op het huwelijksfeest van een maharadja.
Mijn trouwste kompanen — kameraden van het eerste uur, leden van het gezelschap dat ooit mijn naam droeg — hebben de zwaarste wallen onder hun ogen. Ze geven besmuikt heupflesjes door, ik vermoed met citroenjenever, te mijner ere. Een van hen — jarenlang mijn favoriete jeune premier, tot hij te dik en te kaal werd voor andere rollen dan die van Falstaff of De Ingebeelde Zieke — snottert als enige nu al in een geruite zakdoek. Voorzichtig en toch opzichtig. Gezien worden is bestaan.
Het zij hem vergeven. Zoals de Fransen zeggen: Un acteur est aussi une actrice. De grootste diva’s die ik heb geregisseerd waren allemaal mannen, ook als ze niet op mannen vielen.
Het wachten duurt. Zo zijn onze begrafenissen. Wie zijn handschoenen vergeten is, blaast geregeld in de handen. Anderen kuchen de kou van zich af. De wolkige adem van alle afscheidnemenden is goed zichtbaar, als om te bewijzen dat zij wel nog in leven verkeren. In tegenstelling tot de stakker die nu eindelijk toch naar zijn laatste rustplaats wordt gedragen door vier geüniformeerde en niettemin boers ogende begrafenishelpers. Behalve mijn stoffelijke resten torsen ze alle vier een te grote kepie. Hollanders, Hagenaren op kop, spreken verkeerdelijk van een sjako. De sjako is Hongaars van oorsprong, kokervormig en bezet met tressen van goud- of zilverdraad. Perfect voor operettes. Deze petten lijken op afdragertjes van een Sovjetleger.
Het viertal stapt plechtstatiger dan nodig. De ernst van de amateur is altijd aandoenlijk. Eentje is volgens mij een Turk, een andere heeft Indonesische trekken. Door hun ongelijke lengte slingert mijn kist — van zwart gepolitoerd luxehout — als een sloep in de branding vóór een waterval. De vier blijven desondanks als gehypnotiseerd voor zich uit kijken.”

Achter hun ruggen hinniken, zachtjes, de paarden van de open lijkwagen. Ze stampvoeten behoedzaam en gooien hun hoofd achterover, waardoor de belletjes van hun bepluimde tooi rinkelen. De gelegenheidsfanfare — bestaand uit alleen blazers, een paar trommelaars en een sukkelaar die zeult met een draagbare xylofoon — ziet er een sein in en begint nu pas, en sourdine, een dodenmars te spelen. Niet de afgezaagde van Frédéric Chopin. De stijve van Ludwig van Beethoven.”

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Alledaagse tederheid

Nu ik de theepot
hoe vaak gebruikt,
vervolgens weggezet –
weer uit de kast pak,
bekijk ik hem opeens
-verbonden met onze jaren-
met tederheid,
zie ik de met sneeuwvlokken
gestippelde dag,
waarop je hem meegebracht
en op tafel hebt gezet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2019 en ook mijn blog van 27 augustus 2018 en ook mijn blog van 27 augustus 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Paula Hawkins, Walter Helmut Fritz

De Britse schrijfster Paula Hawkins werd geboren op 26 augustus 1972 en groeide op in Salisbury (het huidige Harare in Zimbabwe) in Rhodesië. Zie ook alle tags voor Paula Hawkins op dit blog.

Uit: Confessions of a Reluctant Recessionista

“Cassie Cavanagh loves her Louboutins God, they’re beautiful. They are quite possibly the most beautiful shoes I have ever seen in my entire life. Last night, after I’d come home and tried them on with just about everything in my entire wardrobe (there is nothing they don’t look good with), I put them on the coffee table in the middle of the living room and just sat there, looking at them. They were still sitting there when Ali arrived. Tad luck,’ was the first thing she said when she came into the room.
‘Bad luck?’ ‘Shoes on the table,’ she said, knocking them to the floor. ‘You’re just jealous.’ ‘Jealous, my arse. You won’t be able to walk fifty yards in those things. They’ll cripple you.’ ‘They’re taxi shoes, Al. I don’t intend to walk fifty yards in them. It’s just taxi to bar, bar to taxi, taxi to front door. That’s about thirty yards max over the course of an entire evening. Anyway, Dan can always carry me …’ All slumped down onto the sofa, stretching out her legs and kicking off her own rather elegant heels. ‘You’re right, you cow. You are lucky, having someone to spoil you, even if he is constantly admiring his own assets. I am jealous. Some days I feel like no one would notice if I turned up at the pub barefoot.’ This is not true. At five nine with a pair of legs to make Gwyneth Paltrow turn green with envy, All never passes unnoticed. She’s just so used to being one of the boys, which is virtually a job requirement when you do what she does, that she sometimes forgets the impact she makes on the opposite sex. ‘You had a long day?’ I asked, handing her a glass of champagne. ‘The longest. Had to get up at quarter to five in order to get a decent run in before I left for work, got stuck on the Northern Line for twenty minutes on the way in, which meant I missed half the morning meeting, got bollocked by Nicholas, had endless calls with impossible-to-please clients, no time for lunch, no time to pee …’ Ali and I met at Hamilton Churchill, the investment bank where we work. She’s the high-powered one —she’s a trader — and I’m just a lowly PA, but I know whose job I’d rather have. My boss might be a complete pain in the arse, but I don’t have to be at work at six thirty every morning, I don’t have to spend all day yelling into a phone, I don’t have the responsibility of buying and selling millions of pounds’ worth of stock, of trying to call the market, to sort the good tips from the bad, trying to please my clients while also pleasing my bosses. Granted, I don’t earn a six-figure bonus either, but I get by. Plus, I am fortunate to have a boyfriend, Dan, who is also a trader – and in addition to being extremely attractive he’s also very generous, hence the Louboutins. Generous as he is, I have to admit that the shoes came as a bit of a surprise. It wasn’t as if it was my birthday, or an anniversary or even Valentine’s Day –just a plain old Wednesday in October. We went out to dinner and when we got back to his flat, there they were, all wrapped up with a crimson bow, sitting in the middle of the bed. My friends won’t believe it, but he can be very romantic.”

 

Paula Hawkins (Salisbury, 26 augustus 1972)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Het open raam

Het venster wordt geopend naar de nieuwe dag waarop er veel dagen zijn; naar een man en vrouw die langs de kust lopen; naar de Rijn, die zelfs bevaarbaar bleef als het land onder ijs en sneeuw lag. Stroomopwaarts en stroomafwaarts ademende nabijheid en weids uitzicht, dat eraan herinnert dromen en verdwijnpunten serieus te nemen. Het water draagt zijn zand, zijn duisternissen en lichten met zich mee. De ogen volgen een van de schepen, van waaraf iemand zwaait. Met duizelingwekkend leven beweegt de rivier zich voort als de moorddadige eeuw die zich uit de voeten maakt. Geluid van golven. Golftoppen die glinsteren en breken. Ervoor staat nu een roedel woedende honden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e augustus ook mijn blog van 26 augustus 2021 en ook mijn blog van 26 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 26 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Tom Lanoye, Walter Helmut Fritz

De Belgische dichter, schrijver en vertaler Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: De draaischijf

“IK HAD ME DE DAG WAAROP IK WORD BEGRAVEN heel anders voorgesteld. Had ik hem zelf mogen ensceneren, dan liet ik me—zoals onze moedertaal zo treffend verwoordt—’ter aarde bestellen’ onder een staalblauwe hemel, hartje winter. Het is ijskoud maar bizar zonnig. Geen wolk te bespeuren behalve de langzaam verbredende condensstreep van een verloren gevlogen straaljager. De opkomst is massaal maar zwijgzaam. In de verte blaft een keffer en bromt een onzichtbare snelweg. Allicht die naar Willebroek en Brussel- Maar je ontsnapt nergens nog aan die brom. Hij is de basso continuo van onze overbebouwde streek en haar koppige bedrijvigheid. Wij werken en rijden ons liever te pletter dan dat we prakkiseren. Zo heb ook ik geleefd. Op de laatste twaalfjaar na. Toen overheerste het prakkiseren. Het ereperk, vol andere beroemde doden, ligt er keurig bij. Goed bewegwijzerd en aangeharkt waar nodig. De meeste zerken zijn onlangs gepoetst en hier en daar liggen verse bloemtuilen te bevriezen. Tussen de grafstenen van twee voormalige senatoren ruziet een handvol kraaien om een territorium van een paar vierkante meter. Krassend alsof 74 aan het schelden zijn. Het zou mooi zijn mocht ook een zeldzame zangvogel opeens zijn riedel ten beste geven. Vanuit een treurwilg waarin bij beschutting heeft gezocht in plaats van samen met zijn soortgenoten naar Afrika te vluchten. Alleen hij is gebleven. Tegen zijn natuur en tegen beter weten in. De schoonheid van zijn melodie verluchtigt heel even de bedrukte, al te gewijde sfeer. Maar zodra het beestje zwijgt is die sfeer daar weer. Die logge, woordeloze verstilling waarmee ons volk zijn verliezen heeft leren incasseren. In onze cultuur horen ophef en klaagvrouwen niet thuis. Wij uiten ons verdriet door het zo weinig mogelijk te tonen. Een beschaamde grimas volstaat Vergetelheid doet de rest.
De rouwenden zijn allemaal te voet gekomen, zonder zich te haasten over de brede lanen van onze befaamde dodenakker. Sommigen staan al een halfuur bij mijn vers gedolven kuil te wachten. Uiterlijk onverschillig, maar toch bleker dan doorgaans. De persfotografen zijn de enigen die veel bewegen. Ze knielen vaak en staan even snel weer op. Eentje gaat op zijn rug liggen voor een dynamischer perspectief. Iedereen negeert hem, zelfs dc vele notabelen. Zij staan schouder aan schouder met hun kiezers. Doodgewone burgers, van werkman tot bourgeois, aangevuld met een paar toeristen. Ze knijpen allemaal hun ogen halfdicht tegen het harde zonlicht.”

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

De walvis

Deze grijze, zwarte,
glanzende ketel
met zijn stoomstraal,
welk levensexperiment,
zeg je, deze wals,
deze rots in beweging
en dan deze dans
die hij samen met anderen
opvoert voordat hij weer verder trekt,
met zijn ogen
– blauw – van emaille,
zijn hersenen, groter
dan die van alle andere wezens,
zijn zang, zonder stemband,
zijn gelach, zijn gebrul.
Je kent zijn argeloosheid
tegenover mensen
die zinloos op hem jagen.
Alles dankt hij aan het water.
Deze kwetsbaarheid,
als hij strandt en stikt,
omdat hij niet sterk genoeg is
om zijn borstkas te doen uitzetten.

 

Vertaald door Frans  Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2019 en ook mijn blog van 27 augustus 2018 en ook mijn blog van 27 augustus 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Paula Hawkins, Walter Helmut Fritz

De Britse schrijfster Paula Hawkins werd geboren op 26 augustus 1972 en groeide op in Salisbury (het huidige Harare in Zimbabwe) in Rhodesië. Zie ook alle tags voor Paula Hawkins op dit blog.

Uit: A Slow Fire Burning

Inside Laura’s head, Deidre spoke. The trouble with you, Laura, she said, is that you make bad choices.
Too fucking right, Deidre. Not something Laura expected to say or even think, but standing there in her bathroom, shaking uncontrollably, blood pulsing hot and steady from the cut to her arm, she had to admit that imaginary Deidre was bang on the money. She leaned forward, her forehead resting against the mirror so that she wouldn’t have to look herself in the eye, only looking down was worse, because that way she could watch the blood ooze out of her, and it made her woozy, made her feel like she might throw up. So much blood. The cut was deeper than she’d thought, she ought to go to A&E. There was no way she was going to A&E.
Bad choices.
When at last the flow of blood seemed to slow, Laura took off her T-shirt and dropped it on the floor, she slipped out of her jeans, dropped her knickers, wriggled out of her bra, inhaling sharply through her teeth as the metal catch scraped against the cut, hissing, ‘Fuck fuck mother of fuck.’
She dropped the bra on the floor too, clambered into the bathtub and turned on the shower, stood shivering under the paltry trickle of scalding water (her shower offered a choice of very hot or very cold, nothing in between). She ran the tips of her wrinkled fingers back and forth over her bone- white, beautiful scars: hip, thigh, shoulder, back of skull. Here I am, she said quietly to herself. Here I am.
Afterwards, her forearm wrapped ineffectually in reams of toilet paper, the rest of her wrapped in a threadbare towel, sitting on the ugly grey pleather sofa in her living room, Laura rang her mother. It went to voicemail, and she hung up. No point wasting credit. She rang her father next. ‘You all right, chicken?’ She could hear noises in the background, the radio, 5 Live.
‘Dad.’ She felt a lump rise to her throat and she swallowed it.
‘What’s up?’
‘Dad, could you come round? I . . . I had a bad night, I was wondering if you could just come over for a bit. I know it’s a bit of a drive, but I—’
‘No, Philip.’ Deidre, in the background, hissing through clenched teeth. ‘We’ve got bridge.’
‘Dad? Could you take me off speaker?’
‘Sweetheart, I—’
‘Seriously, could you take me off speaker? I don’t want to hear her voice, it makes me want to set fire to things . . .’

 

Paula Hawkins (Salisbury, 26 augustus 1972)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Silhouetten

Ze zouden zo sober
mogelijk moeten zijn
zei Etienne de Silhouette.
Het goedkoopste type portret.

Geen verhalen
over het leven van gevoelens

over overwegingen
bij verkeerd begrepen gebeurtenissen

over antwoorden,
die iemand zoekt
op het zwijgen van de ander.

Geen open ogen
die je ook zou kunnen bekijken
als je de afbeelding omdraait.

Slechts een schaduw,
waar je niet doorheen dringt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e augustus ook mijn blog van 26 augustus 2021 en ook mijn blog van 26 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 26 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Tom Lanoye, Walter Helmut Fritz

De Belgische dichter, schrijver en vertaler Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: Alles moet weg

‘Beste Soo,
Ik kan vrijdag niet naar Gent komen. Niet kwaad worden. Ook de komende weken en maanden zal ik maar weinig kunnen komen. Sorry. Het gaat om iets heel belangrijks, ik krijg het druk. Ik heb je niet willen bellen of schrijven zolang ik niet zeker wist dat het zou doorgaan, het is zo’n maf plan. Maar alles is veel beter gelukt dan ik gehoopt had, morgen vertrek ik, dus nu kan ik het vertellen. Maar kop dicht, Soo. Mijn ouders mogen er niets over te weten komen. Toch niet onmiddellijk. Laten ze zich maar eens flink zorgen maken als ze van die boot stappen en thuiskomen, het kan me geen kloten schelen. Met hun gezeur altijd.
Ik zal beginnen met het begin. Ken je Stef van Doorslaer? Eerste licentie geschiedenis, een kalf van hier tot ginder. Haar tot op zijn schouders, dik gat, pappige kop, en weer of geen weer, hij loopt altijd rond in een blauw T-shirtje dat aan zijn lijf is vastgekoekt. Ken je ‘m? Je moet hem kennen. Hij stinkt een uur in de wind. Van die bloeddoorlopen ogen heeft hij. Misschien is dat van de drank. En hij rolt zijn sigaretten zelf. Dat zulke mensen nog bestáán.
Enfin, op de dag van ons eerste examen, dat van Lippens, dat jij ’s middags moest doen, zit ik om een uur of elf in de Studentenresto koffie te drinken en aan het tafeltje achter mij hoor ik opeens die Van Doorslaer tekéér gaan! Ik denk: goed zo, die baviaan heeft waarschijnlijk een spectaculair slecht examen gedaan. Verkeerde spiekbriefjes bij zich, of hij is er door de prof uitgeflikkerd omdat zijn das vloekte met de kleur van zijn T-shirt… Ik wil er het fijne van weten dus ik spits mijn oren, een beetje achterover leunend, quasi voortlezend in mijn krant…
En Soo, geloof het of niet, hij had het over geld. Dat stuk mongool had de nacht ervoor op straat een aktentas gevonden met honderdvijftigduizend frank erin. Geen adres erbij, geen identiteitskaart, niets. Alleen een zwarte aktentas met honderdvijftigduizend ballen, in briefjes van duizend. En hij wist niet wat hij ermee moest doen, de sukkelaar. Het geld houden durfde hij niet, het naar de politie brengen durfde hij nog veel minder. Hij zat zich daar toch op te winden over de politie! Ze zouden hem ondervragen alsof hij het geld had gestolen en het terugbracht uit wroeging. Ze zouden nooit geloven dat hij het zomaar had gevonden. En hij had al eens last gehad, met de rijkswacht, die hadden hem bij een betoging opgepakt, hij zat sindsdien in hun computer, werd geschaduwd, zijn walk-man werd afgeluisterd, patati patata… Dat soort mensen denkt dat ze staatsgevaarlijk zijn omdat ze ooit pamfletten hebben uitgedeeld aan het station van Sint-Pieters.”

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Schrift en tegenschrift

Als we schrijven,
laten we het ook vandaag ook doen

levend in een provisorische staat –
met een veder
uit de vleugels van Icarus,
het tegenschrift volgend
dat uit planten, dieren, mensen
bestaat uit het verval dat
alle wording is aangeboren,
uit stenen en golven, de grote
ondernemingen van het landschap
en het labyrint waarin
elke weg kan uitmonden.

 

Vertaald door Frans  Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2019 en ook mijn blog van 27 augustus 2018 en ook mijn blog van 27 augustus 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Laura van der Haar, Walter Helmut Fritz

De Nederlandse dichteres Laura van der Haar werd geboren in Groningen in op 26 augustus 1982. Zie ook alle tags voor Laura van der Haar op dit blog.

Uit: Het wolfgetal

‘Kijk jij weleens naar je kutje?’ In het licht van de zaklamp is Vikki’s mond een nog gemenere kloof, alsof het linkerdeel er in één keer afgerukt is, rats als een pleister. Er zit nog maar een klein restje lip, dat rafelend overgaat in de volle rechterhelft van haar mond. ‘Wat lach je nou?’
Alsof ik het woord ‘kutje’ nooit eerder gehoord heb inderdaad. ‘Iedereen doet dat hoor. Heb je een spiegel? Geef eens een spiegel.’ Vikki trekt haar onderbroek omlaag en ik moet mijn wang tegen de houten vloer drukken om goed te kunnen kijken, maar als ik al iets zie weet ik nog niet hoe het nou zit. Het ziet er ongeveer hetzelfde uit als bij mij, een slordig mondje in een minder slordig mondje, frommelig als Vikki’s echte mond.
‘Nee o nee shit!’ Ze slaat haar hand voor haar mond. ‘Omdat ik zo zit het spijt me zo sorry…’ En terwijl ze nog een paar keer sorry jammert pletst er een brede straal over mijn spiegeltje. Ronddwarrelend stof vermengt zich in de lichtbundel met Vikki’s pies, het zweeft op dezelfde manier, mistig. Haar plas verzamelt zich heel even binnen de rand van het spiegeltje en gutst dan over de vloerplanken, trekt een donkere baan over het ronde tapijt en loopt door tot aan de muur met mijn Boomerang-kaarten. ‘Snel pak dan iets!’ Op haar hurken kijkt ze om zich heen, beduusd, alsof ze nu pas doorheeft dat er bij haar van onderen iets gebeurd is, er tikken nog twee druppels op mijn spiegeltje, vrolijk wel, pok-ploink gaat het, licht en snel.
Het enige binnen handbereik is mijn opgevouwen pyjama met de drukknoopjes. Vikki veegt zichzelf ermee af en hinkend met haar onderbroek rond haar enkels dept ze de spiegel droog en dan de houten vloer, daarna boent ze driftig het geknoopte tapijt. Schoner wordt het er allemaal niet van, maar nu ze zo op haar knieën zit kan ik wel haar kutje echt goed zien.
‘Ik denk toch niet dat ik hier kan slapen,’ verkondigt ze ineens, alsof ze er ook al helemaal zeker van is.
‘Hoezo niet?’ Mijn stem schiet omhoog als limo door een rietje. Ze mag niet nu al weg.
‘Slaap jij hier wel goed dan?’ Met wijdopen mond kijkt ze me aan, wat er door die halve lip veel te expres uitziet, en mikt de natte pyjamaprop in de hoek. Ze veegt haar handen af aan het beddengoed en trekt dan pas haar onderbroek omhoog, hij is van hetzelfde blauw als de letters van de Bram Ladage, met aan de bovenkant rafelend elastiek. ‘Het zit hier tjokvol!’
‘Tjokvol wat?’ vraag ik en praat er direct weer overheen, want Vikki’s moeder heeft een gave, die kan geesten naar zich toe halen of zoiets, waar mijn ouders de slappe lach om hadden toen ze dachten dat ik ze niet kon horen.

 

Laura van der Haar (Groningen, 26 augustus 1982)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Elpenor

Elpenor, geen held,
te kort gekomen en zwijgzaam,
vroeg in de Hades dan toch:
Waarom toch
zullen we nooit te weten komen, wat dit
alles moest betekenen
Waarom toch
komt het ons zo vaak voor
alsof we zijn verwisseld
Waarom toch
is het leven zo’n daad van geweld –
vroeg en hoorde
de echo van zijn vragen
en beleefde opnieuw
het rumoer van de metgezellen,
het ontwaken uit zijn dronkenschap,
de val van het dak van het huis.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e augustus ook mijn blog van 26 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 26 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Tom Lanoye, Walter Helmut Fritz

De Belgische dichter, schrijver en vertaler Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: Gelukkige slaven

“Een exacte naamgenoot van Tony Hanssen staat achtduizend kilometer daarvandaan eveneens te zweten, weliswaar zonder te bewegen. Hij staat in zijn eentje op een heuveltop, in een uithoek van het private wildpark dat hij is binnengedrongen in een wagen met vervalste nummerplaten. Het park heet Krokodilspruit en prijst zich al jarenlang aan als de parel van Mpumalanga, een provincie in het oosten van Zuid-Afrika. Hier dient de avond zich al aan. De hitte neemt af, het groen verliest zijn glans, er duiken gierende zwaluwen op. Straks valt de duisternis, volslagen en onherroepelijk als de machete in de nek van een springbok.
Tony Hanssen heeft dit park niet uitgepikt om zijn markante benaming, maar om zijn wildbestand en zijn ligging. De bescheiden luchthaven van Phalaborwa en de grens met Mozambique bevinden zich vlakbij, de grotere luchthaven van Polokwane ligt maar tweehonderd kilometer verderop, aan andere vluchtroutes ontbreekt het niet. Hij heeft de snelste 4X4 pick-uptruck op de kop getikt die er handje contantje te vinden was op de zwarte markt van Johannesburg. Het aanbod viel tegen. Het assortiment gestolen bmw’s was groter. De meeste daarvan hadden behalve een uitnodigend chique leren bekleding en getinte ramen ook een opvouwbaar dak. Twee keer onveilig. In Johannesburg carjackers, in dit park vrijpostige leeuwen. De carjackers schieten je zonder uitleg de hersens uit het lijf, de leeuwen komen eerst liggen dommelen op je zeildoeken dak en rijten het dan pas open met hun klauwen. Voor je het weet ben je een snack. Je hoefde geen neuroot te zijn, hield Tony zich dagelijks voor, om te vrezen voor a worst case scenario. Vandaag de dag was paranoia een ander woord voor nuchterheid.
Tijdens zijn vorige verblijf, amper twee jaar geleden — toen nog in het gezelschap van zijn gezin — lazen hij en zijn vrouw in de krant met afgrijzen het relaas van een solitaire mannetjesolifant in de Kruger Wildtuin, hier vlakbij. Het dier was, bij wijze van schijnaanval, trompettend en met zijn oren flapperend op een sportwagen afgestormd. De verschrikte bestuurder schakelde verkeerd. Vooruit in plaats van achteruit. De olifant begreep het als een tegenaanval. Hij rukte met zijn slurf het opvouwbare dak weg, kantelde met zijn slagtanden de rest van het vehikel om en trapte het als een koekblik in elkaar tot het geschreeuw onder zijn poten verstomde. In een kadertje somde de krant andere recente dodelijke aanvallen op. De nijlpaardmoeder bleef de grootste seriemoordenaar. Je kwam best niet tussen haar en haar jong terecht, waarschuwde het commentaar. Ze attaqueerde je tegen dertig kilometer per uur, even wendbaar als een merrie, haar tweehonderdvijftig kilo ten spijt.”

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Omdat jij de dagen

Omdat jij de dagen
tot schepen maakt,
die hun richting kennen.

Omdat je lichaam
lachen kan.

Omdat je stilte
fasen heeft.

Omdat een jaar
de vorm van je gezicht aanneemt.

Omdat ik het door jou begrijp
dat er aanwezigheid is,

hou ik van jou.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2019 en ook mijn blog van 27 augustus 2018 en ook mijn blog van 27 augustus 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Laura van der Haar, Walter Helmut Fritz

De Nederlandse dichteres Laura van der Haar werd geboren in Groningen in op 26 augustus 1982. Zie ook alle tags voor Laura van der Haar op dit blog.

krieken

als je slordig vouwt kiert de nacht erdoorheen
mijn kledingkast: overal nacht
brieven

ik woon nu aan een drukke straat en de lucht was zwoel of loom
in ieder geval rook je de mest van de koeien

toen alles krijtstil was, schemer licht krakend
de koelkast die aansloeg, verre sirenes schijnwerperslag
straten waar het drukker was

vouw die brieven maar dicht
dreg de sloot
zuig het op in oude doeken, wring, knijp maar leeg

of
zoveel beter eigenlijk
graaf alles uit

 

asfalteren

bleke ingenieurs van geheugenplaatsen
rochelen gelaten en weten vast
hoe ze buitenboord moeten slapen

drinken de dag uit hun glazen
hangen lappig in hun stoel en vragen
of hun hoofd even open mag

ze snuiven naar achter, likken
hun hardgeworden vachten
hangen een beetje de dood uit

ze raspen het vlees van hun wondjes
liegen sluitingstijden en in reflecties
staat er nog altijd iemand achter ze

 

Laura van der Haar (Groningen, 26 augustus 1982)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

In het vissersdorp

Jouw lach hoor ik
achter rieten manden.
Vertrouwen nestelt zich aarzelend
in je gezicht.
De katten vlijen zich oplettend
om ijzeren tafels.
In een matte teerspoorglans
gaan de jaren voorbij.
Kijk daar, de
netten bleken
op de planken.
Wie veel te verliezen weet
zal veel vinden.:
De dromen sterven niet
in de middag.
De blauwe hand van de wind trekt ze
door kleine steegjes

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e augustus ook mijn blog van 26 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Jules Romains, Julio Cortázar, Walter Helmut Fritz, Joachim Zelter, Jürgen Kross, Ludwig Aurbacher, Boris Pahor, Emmy van Lokhorst

De Franse schrijver Jules Romains, pseudoniem van Louis Henri Farigoule, werd geboren op 26 augustus 1885 in La Chapuze in het kanton Saint-Julien-Chapteuil. Zie ook alle tags voor Jules Romain op dit blog.

Uit: Les hommes de bonne volonté

“S’il se laissait aller à juger par lui-même, Edmond apercevrait volontiers trois grandes catégories dans la société : les veinards de naissance, qui sont arrivés au monde avec de l’argent ; les malins, qui s’entendent à rouler les copains, et que la veine aussi favorise, non à leur naissance et d’un coup, mais durant toute leur vie et à coups répétés ; enfin les exploités, qui doivent leur situation à leur manque de canaillerie comme à leur manque de veine.
Il n’ignore pas qu’il y aurait encore une place à faire aux incapables, aux imbéciles, aux fainéants, sans parler des malfaiteurs-nés ; une espèce de tiroir du dessous pour les pièces ratées, pour l’humanité de rebut. Mais il évite d’y attacher trop d’importance. Les jours où il a confiance, il admet, un peu facilement, que dans une société mieux organisée, comme dans une usine, les déchets humains se feraient beaucoup plus rares – et qu’aussi on s’arrangerait pour les utiliser tant bien que mal.
Ce qui compte, ce sont les trois grandes catégories. Ce qui presse, c’est d’arrêter l’écrasement de la troisième par les deux premières. Et c’est ici qu’Edmond retrouve ses convictions socialistes. L’injustice au profit des veinards de naissance, il serait facile de la supprimer d’un trait de plume, en confisquant les gros héritages. Mais elle se reformera vite au profit des malins, tant que les mécanismes de la société seront les mêmes. Les « partageux », comme on en rencontre encore qui discutaillent sur les places ou chez les bistrots des vieux quartiers, sont des ignorants et des naïfs. Les garçons de la génération d’Edmond savent bien que l’essentiel, ce n’est pas de faire rendre gorge aux gagnants, c’est de changer les règles du jeu.
Il croit à la société future plus qu’il n’y rêve. D’abord, pour se complaire à imaginer dans le détail un avenir idéal, à le voir comme s’il était réel, « comme si c’était déjà arrivé », il faut une candeur qui ne se trouve guère dans une tête de Paris. (Rester dans les théories est plus pudique, expose moins au ridicule.) Edmond s’en tient donc à des anticipations assez vagues. On sera mieux logé, mieux vêtu. Les services publics vous distribueront toutes sortes de commodités. On fera des journées de travail plus courtes dans des locaux aussi confortables que possible. Elles laisseront de vastes loisirs, dont chacun disposera suivant ses goûts. Il y aura peut-être des manifestations sportives, des représentations théâtrales, des jeux en plein air ; des bibliothèques avec un grand nombre de livres amusants ou sérieux, pour les jours froids. Une infiltration du dimanche dans toute la semaine, mais d’un dimanche sans désœuvrement, non creusé par le ver de l’ennui, d’un dimanche vif et plein. “

 


Jules Romains (26 augustus 1885 – 14 augustus 1972)
Cover

 

De Argentijnse schrijver Julio Cortázar werd geboren op 26 augustus 1914 in Brussel. Zie ook alle tags voor Julio Cortázar op dit blog.

Uit: Graffiti (Vertaald door Gregory Rabassa)

“Much later (it was horrible trembling like that, it was horrible to think that it had happened because of your sketch on the gray wall) you mingled with other people and managed to see an outline in blue, the traces of that orange color that was like her name or her mouth, her there in that truncated sketch that the police had erased before taking her away, enough remained to understand that she had tried to answer your triangle with another figure, a circle or maybe a spiral, a form full and beautiful, something like a yes or an always or a now.
You knew it quite well, you’d had more than enough time to imagine the details of what was happening at the main barracks; in the city everything like that oozed out little by little, people were aware of the fate of prisoners, and if sometimes they got to see one or another of them again, they would have preferred not seeing them, just as the majority were lost in the silence that no one dared break. You knew it only too well, that night the gin wouldn’t help you except to make you bite your hands with impotence, crush the pieces of colored chalk with your feet before submerging yourself in drunkenness.
Yes, but the days passed and you no longer knew how to live in any other way. You began to leave your work again to walk about the streets, to look fleetingly at the walls and the doors where you and she had sketched. Everything clean, everything clear; nothing, not even a flower sketched by the innocence of a schoolboy who steals a piece of chalk in class and can’t resist the pleasure of using it. Nor could you resist, and a month later you got up at dawn and went back to the street with the garage. There were no patrols, the walls were perfectly clean; a cat looked at you cautiously from a doorway when you took out your chalk and in the same place, there where she had left her sketch, you filled the boards with a green shout, a red flame of recognition and love, you wrapped your sketch in an oval that was also your mouth and hers and hope.”

 

 
Julio Cortázar (26 augustus 1914 – 12 februari 1984)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Schattenrisse

Sie sollten so sparsam
wie möglich sein,
meinte Etienne de Silhouette.
Die billigste Bildnisart.

Keine Nachrichten
vom Leben der Gefühle

von Überlegungen
zu unverstandenen Vorkommnissen

von Antworten,
die einer sucht
auf das Schweigen des andern.

Keine offenen Augen,
die man auch betrachten könnte,
wenn man das Bild umdrehte.

Nur ein Schatten,
nicht zu durchdringen.

 

Aufgeschrieben in Istrien

Der Abend in Piran
ein weiter Hang.
Der vorbeieilenden Zeit
Fallen stellen.

Lernen, sich auf eine
Kleinigkeit zu stützen.

Jede Eitelkeit vergessen.
Einen unerfüllbaren
Wunsch bewahren.

Dann und wann ein Wort,
das man lange angeschaut hat

 


Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

De Duitse schrijver Joachim Zelter werd geboren in Freiburg im Breisgau op 26 augustus 1962. Zie ook alle tags voor Joachim Zelter op dit blog.

Uit: Im Feld:

„Auf einem Bücherbord lagen Tourenführer und Landkarten. Breisgau und Umgebung. Der Schwarz-wald, der Kaiserstuhl, die Vogesen. Wie Speisekarten hatte ich diese Karten immer wieder studiert, die Summe spektakulärer Passstraßen und Touren. Mög-lichkeiten über Möglichkeiten, von denen Flachländer nicht einmal zu träumen wagen. Das Wort Hoch-schwarzwald war ein treibendes Wort gewesen, nicht einfach nur Schwarzwald, sondern Hochschwarzwald. Am Ende waren wir nur deshalb überhaupt hierher-gezogen, wegen solcher Wörter. Im Keller befand sich mein neues Rennrad. An der Decke hingen weitere Räder. Alles wohlgeordnet und bedacht. In einem Zustand ständiger Bereitschaft. Wie für eine solche Zeitungsanzeige gemacht. Susan folgte mir hinab, doch blieb ihr diese Welt nach wie vor fremd: meine vielen Räder, meine immer länger werdenden Rennradfahrten, meine zunehmende Beschäftigung mit Wattzahlen, Trittfrequenzen und Trainingsmethoden. Irgendwann konnte sie es kaum mehr glauben, dass das tatsächlich ich war, mit dem sie das alles erlebte: Ein Leben um Räder, Schaltungen und Kettenölen —
und nicht enden wollenden Tagestouren, in die ich auch sie immer mehr miteinbezogen hatte, bis ihr all das völ-lig verleidet war, jeder Gedanke an Rennrad oder Fahr-rad, selbst an die allerkürzesten Strecken. Sie hatte Recht. Die Stadt ergab für uns keinen wirklichen Sinn, weder einen beruflichen noch einen privaten Sinn. Wenn überhaupt, dann ergab all das nur einen Radsportsinn. Wenn man sich dieser Stadt mit den Augen eines Radsportlers oder eines Radbesessenen nähert — dann ergibt das alles plötzlich einen Sinn: die Vielzahl an Strecken, die Berge und endlosen Ebenen, und all das auf engstem Raum. Teilweise beginnen die ersten Anstiege schon am Rande der Stadt. Nur einige wenige Pedalumdrehungen, und schon gehen sie los, nicht irgendwelche Hügel, sondern wirkliche Berge. Ansonsten hatten wir kaum das Geld, um über-haupt hierherzuziehen. Wir hatten auch keinen Plan und keine wirkliche Vorstellung. Weder Bekannte noch Freunde. Nur Susan und ich und einige Reiseführer —und die besondere Art, mit der sie mir an diesem Morgen die Zeitung reichte. Ich pumpte Reifen auf. Susan schaute mich an: in einer Mischung aus Anteilnahme, Ratlosigkeit und Ver-ständnis. Als hätte sie nie etwas anderes erwartet. So blickte sie mich jetzt an.“

 

 
Joachim Zelter (Freiburg im Breisgau, 26 augustus 1962)

 

De Duitse dichter en schrijver Jürgen Kross werd geboren op 26 augustus 1937 in Hirschberg. Zie ook alle tags voor Jürgen Kross op dit blog.

 

Uit: raumzeit

ulmen zersplittert’s. ein
fließender
strahl. goldet am
himmel. die kälte
erweiternd.
über den raum noch.

sich
kündet’s frühe. den
ulmen ein
rosiges licht. setzt drin
der
tod auf die zweige.

dringe nur ein ins
verschweigen.
und hebe die rinde
vom stamm.
drunter im harz
enger das licht sitzt.

 

 
Jürgen Kross (Hirschberg, 26 augustus 1937)

 

De Duitse schrijver Ludwig Aurbacher werd geboren op 26 augustus 1784 in Türkheim, Schwaben. Zie ook alle tags voor Ludwig Auerbach op dit blog.

Uit: Die schwäbische Bauernhochzeit

„Vor der Kirche ist schon Groß und Klein versammelt, neugierige Leutchen (der Verfasser darunter), um den Brautzug, der soeben herauskommt, gemächlich anzusehen. Die Musikanten, zwei Fideln samt Brummbaß, eröffnen den Zug; voran die »Buben«, groß und klein, in Feiertagsröcken, einen Rosmarin auf dem Hute, im Gesichte Gesundheit, Mut und Frohsinn; zwischen ihnen und den Männern der Bräutigam, ein frischer, lebensmutiger Bursche, mit einer Haltung und Miene, aus denen der Kampf zwischen frohem Leichtsinn und ernster Sorge sichtbar wird. Dann das liebliche Mädchenvolk, von dem Kinde herauf bis zur mannbaren Jungfrau, alle anständig und sittig in Kleid und Gebärde; hierauf von den Matronen begleitet, die Braut – den Blick zur Erde gesenkt, um das naßgeweinte Auge zu verbergen, das in den feierlichen Augenblicken der Kopulation mit Wehmut aus die verlorne Jugend zurück, und mit Sorge auf das lange, bange Hausmutterleben vorwärts blickte; – eine schöne, jungfräuliche Gestalt, in einem schwarzen Kleide, mit weißer Schürze, den Rosmarinkranz auf dem entblößten Haupte, wie ein zum Tode geweihtes Opfer.
Der kürzeste Weg von der Kirche ist in das Wirtshaus, das daran liegt. Es scheint, als wenn der Ort schon begeistere; denn es poltert und lärmet die Stiege hinaus in den Soler, als wenn alles losgelassen wäre, die Hölle selbst. Einzelne, tüchtig akzentuierte »Juchhe!« begrüßen den Ort der Freude, und der Tanz des jungen, heitern Völkleins geht sogleich an, während die übrigen sich in und außer dem Hause zerstreuen.
Um zwölf Uhr gehen sie zu Tische, Männer und Weiber sitzen zusammen; bei jenen der Bräutigam, bei diesen die Braut – alles in Züchten und Ehren … Nun gibt es in der Regel nichts langweiligeres für einen Zuschauer, als ein Gastmahl während der ersten Gerichte: bei Bauernhochzeiten ist es aber anders. Wenn man diesen gesunden Appetit der Leute bemerkt, wenn man sieht, mit welchem Anteil Leibes und der Seele sie jeden Bissen zu Mund und Gemüte führen; wenn man bedenkt, daß ihnen eine solche Tafelfreude schon um der Seltenheit willen doppelt teuer sein muß und auch wirklich ist; dann müßte man der gefühl- und appetitloseste Kerl von der Welt sein, wenn man ihnen nicht ein herzliches »Gott gesegn’ es!« zuriefe, und alsobald, von gleichem Hunger angesteckt, hinab liefe in die Küche und sein Essen bestellte, wie z. B. ich jetzt tue.“

 

 
Ludwig Aurbacher (26 augustus 1784 – 25 mei 1847)
Cover

 

De Sloveense schrijver Boris Pahor werd geboren in Triëst op 26 augustus 1913. Zie ook alle tags voor Boris Pahor op dit blog.

Uit: Necropolis (Vertaald door Pieter van der Drift)

“Toen kwamen twee meisjes naar de witte en stille winterstraat, en ze keken niet om naar de langs trekkende colonne; het was onmogelijk dat ze de klompen niet zagen die uitstaken over de schouders van de eerste twee mannen. Nee, ze waren zich niet bewust van de lange processie van zeshonderd mannen gekleed in zebrastrepen; alsof de straat leeg was en er niets anders dan een laag sneeuw op de straat en het voetpad lag. Dat betekent dat het   mogelijk is om mensen zo radicaal verachting voor minderwaardige volkere in te prenten, dat twee meisjes in hun kilheid een processie van slaven kunnen negeren en over het voetpad lopen, alsof rondom hen alleen de sneeuw en het warme zonnetje was.”
(…)

En zo draag ik nu elke dag een herinnering aan die middag in quarantaine met me mee, want mijn pink kromde zich traag in het papieren verband, alsof hij vast wilde houden aan het windsel, dat hem gered had. En hij bleef gekromd in een hoek van negentig graden staan, waarschijnlijk om met zijn halfopgerichtheid opnieuw en opnieuw mijn aandacht naar zich toe te trekken. […] Later, wanneer ik opnieuw leefde in de gewone wereld stoorde de vinger in de vorm van een haak mij. […] Zo heb ik vaak op het punt gestaan om een bevriende chirurg te vragen iets aan mijn vinger te doen; maar altijd opnieuw hield een gedachte me tegen, namelijk dat, hoewel de pink voor mij een onaangenaam beeld oproept, ze ook ooit het symbool kan zijn van de haak die de bergbeklimmer op een overhangende berg beschermt tegen de eindeloze leegte van het niets.”

 

 
Boris Pahor (Triëst, 26 augustus 1913)  

 

De Nederlandse schrijfster en literatuurcriticus Emmy van Lokhorst werd geboren in Den Haag op 26 augustus 1891. Zie ook alle tags voor Emmy van Lokhorst op dit blog.

Uit: Vertelling in den avond

“Nu zitten we hier zoo veilig bij het vlammend vuur. Alles is doortrokken van rust. Hoor je wel hoe stil het is in huis? Af en toe stoot de wind tegen de ruiten, dan voel je eerst goed, hoe warm en rustig het in de kamer is. Vanavond ben ik met een omweg hierheen gegaan. Ik wilde door het park. Als de lantaarns zijn aangestoken en de lucht is nog blauw, dan ga ik graag door het park. Er zijn een paar bloemperken in de zachte gazons. Vanavond zag ik dat de crocussen al bloeiden. Hier bij het vuur merk je niets van de lente. Maar in het park moest ik opeens stilstaan… diep ademen… onder de boomen leek het zoel en het geurde… het geurde naar het voorjaar. Wat is dat een vreemd gevoel, hè? Elk jaar opnieuw komt er dan een heimwee in me, ik zou willen schreien van verdriet, maar ik ben juist heel gelukkig… Nee nee, blijf nu stil zitten, het is zoo prettig, jij in den grooten diepen stoel en ik op een kussen, met mijn arm op je knie en mijn hoofd stilletjes tegen je schouder. Ik weet, hoe je gezicht is, ik voel als je glimlacht, ik tril als je je overbuigt naar me, ik weet zoo goed, hoe je oogen dan kijken…
Vanavond mag je niets zeggen… We spelen een sprookje… ik ben Scheherezade en vertel je lange verhalen, wel honderd, wel duizend lange verhalen… en jij…
Nee! Ik wil niet dat jij een nare wreede sultan moet voorstellen… Ach nee… laten we maar geen sprookje spelen! Maar toch mag mijn jongen vanavond niets zeggen, omdat hij nog een beetje ziek is… o niet erg, hij mag alleen maar niet praten, omdat de koorts dan komt. En daarom ga ik toch vertellen… ik zou je weken achter elkaar kunnen vertellen… Wacht, eerst nog een houtblok op het vuur,… kijk hoe het opvlamt!… En nu zal ik je vertellen van mijn meisjestijd. Daar heb ik je al veel van verteld, maar er is altijd nog veel meer… Vanavond, toen ik in het park de lente voelde, toen kwam me die tijd opeens zoo duidelijk voor den geest.., misschien was dat wel het vreemde heimwee… soms komen dingen van vroeger naar voren en zijn dan zoo ontroerend, dat je hart er pijn van doet. Dat ken jij ook, niet? Als je aan je kinderjaren denkt… als je een oud portretje ziet van jezelf toen je drie of vier jaar was… ach dat ronde gezichtje en die verbaasde glanzende kinderoogen… en dat ben jezelf geweest! Dat argelooze mondje, half open en die groote ronde hoed van je hoofd in je nek gezakt! Iets wat voorgoed voorbij is, wat je niet gekend hebt en dat je toch zelf meemaakte… wat is dat geheimzinnig! Dat portretje van jou, in de eerste klas van de lagere school, waar je met de andere jongetjes in een kring op den grond zit, weet je wel, ach wat was ik ontroerd toen ik dat zag! Je groote kuif boven je geduldige oogen die zoo triestig stonden en je kleine hand aan weerszij in een andere kinderhand genaakt… en zoo klein, zoo klein was dat jongetje… ik kan niet precies zeggen waarom, maar het maakt me zoo weemoedig.”

 

 
Emmy van Lokhorst (26 augustus 1891 – 27 mei 1970)

Jules Romains, Julio Cortázar, Walter Helmut Fritz, Joachim Zelter, Jürgen Kross, Ludwig Aurbacher, Boris Pahor

De Franse schrijver Jules Romains, pseudoniem van Louis Henri Farigoule, werd geboren op 26 augustus 1885 in La Chapuze in het kanton Saint-Julien-Chapteuil. Zie ook mijn blog van 26 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Jules Romain op dit blog.

Une vapeur d’égout

 Je suis très triste. Moi qui ne pleure jamais,
Une larme s’épuise à sortir de mes yeux ;
Et penché sur mon cœur comme sur une cuve
D’où montent lentement des gaz irrespirables,
J’ai besoin que la mort me pince les narines.

Puis je rage. Mes dents grincent. Je voudrais tordre
Du fer, casser un meuble ou fendre des mâchoires.
Je souffre ; on me torture. À quoi me sert d’avoir
Des poings et d’être fort ?

Il y a des sanglots dans le fond de ma gorge ;
Afin que je consente à leur livrer passage
Ils se déguisent en hurlements de fureur.

Le passé me fait mal ; l’avenir me fait peur.
Oh ! les sales fourmis, les minutes futures
Me grimpent à la jambe et me piquent la peau ;
Je voudrais les écrabouiller sous mes chaussures !

Le camion traîné par les chevaux tranquilles,
Les bicyclettes glissant commes des aiguilles
Dans de l’étoffe,
les grelots,
Les coups de fouet, les cris des marchands de journaux
Ont vite anéanti mon âme douloureuse.

Je m’abandonne tout au rythme des passants,
L’unanime frémit autour de ma cervelle.
Comment savoir si j’ai un cœur qui a aimé.
Quand la foule remue et que je suis en elle ?

Ardent comme un vivant, mais serein comme un mort,
Je n’ai plus de passé, d’avenir ni de sort,
J’ai de la joie et du bon néant dans la gorge.

 

L’essieu d’un tombereau

L’essieu d’un tombereau grince et le cheval bute.
Au coin du mur un enfant pleure. Il s’est perdu.
Il croit que c’est fini pour toujours ; que son père
Meurt englué parmi les grouillements épais
De la foule.
Beaucoup de femmes ont des crêpes.
Le ciel est du charbon broyé sur de la craie.

L’entonnoir de la rue est mousseux de bruits âcres.
L’univers marche ayant la tête dans un sac.

Je cherche.
L’enfant pleure.
Le tombereau grince.

 
Jules Romains (26 augustus 1885 – 14 augustus 1972)

Lees verder “Jules Romains, Julio Cortázar, Walter Helmut Fritz, Joachim Zelter, Jürgen Kross, Ludwig Aurbacher, Boris Pahor”