Umberto Eco, Friedrich Dürrenmatt, Yevgeni Anatoljewitsj Popov, Ngũgĩ wa Thiong’o

De Italiaanse schrijver Umberto Eco werd geboren op 5 januari 1932 in Allasandria. Eco is hoogleraar in de semiotiek aan de universiteit van Bologna. Hij brak internationaal door met zijn roman Il Nome della Rosa (De naam van de roos, 1980), een spannende detectiveroman die zich in 1327 afspeelt tegen de religieus-filosofische achtergrond van de macht van de Rooms-Katholieke Kerk en verschillende stromingen daarin die vanuit het centrale gezag met kracht en met geweld werden onderdrukt. De plot speelt zich af tegen een zeer gedetailleerde achtergrond, die met grote kennis van zaken wordt geschetst. Een tweede roman, De slinger van Foucault, speelt zich af in het heden, maar gaat vooral over de erfenis van de tempeliers en de rozenkruisers, een laat-middeleeuwse mystieke beweging. Dit boek, hoewel zeer rijk van inhoud, wordt algemeen minder makkelijk leesbaar gevonden. Daarnaast zijn er nog een aantal bundels met essays verschenen en drie romans; Het eiland van de vorige dag (1995), Baudolino (2001) en De mysterieuze vlam van koningin Loana (2005).

In 2001 schreef hij daarnaast samen met de gepensioneerde aartsbisschop van Milaan, Carlo Maria Martini het boek Geloven of niet geloven: een confrontatie. Umberto Eco staat tevens te boek als een autoriteit op het gebied van James Bond. Hij werd in 1998 opgenomen in de exclusieve Orde “Pour le Mérite”.

Uit: Baudolino

“I Baudolino son of Galiaudo Gagliaudo of the Aulari with a head that looks like a lion halleluia gratias to the Allmighty may he forgive me

ego habeo facto the greatest stealing of my life, I mean from the cabbinet of the Bishop Oto I have stollen many pages that may belong to the Immperial Chancellor and I have scraped clean almost all of them excepting where the writing would not come off et now I have much parchmint to write down what I want which is my own story even if I don’t know to write Latin.

if they find out the pages are gone God knows the Hell they will raze et may be theyll think it was some spy of the Roman bishops who hate the Emperer Fredericus

but may be nobody cares in the chancellery they write and write even when theres no need and whoever finds them (these pages) can shove them up his…wont do anything about them

ncipit prologus de duabus civilitatibus historiae AD mcxliii conscript

saepe multumque volvendo mecum de rerum temporalium motu ancipitq

these lines were allready here before and I couldnt scratch them away so I leave them

if they find these pages now Ive writen on them not even a chancelor will understand them because this lingua here is what they talk at la Frescheta but noboddy knows to write it down

but even if its a langwadge noboddy understands they can tell right away its me because everyboddy says we Frescheta people talk a lingua no Kristian ever heard so I have to hide these pages well

Jesù writing is hard work all my fingers ake allready..”

eco

Umberto Eco (Allasandria, 5 januari 1932)

 

De Zwitserse schrijver Friedrich Dürrenmatt werd geboren op 5 januari 1921 in Konolfingen. Dürrenmatt was de zoon van een dominee in het kanton Bern. Hij groeide in het Emmental op en bezocht in de stad Bern het gymnasium. Zijn hele leven lang was hij een fervent grafisch kunstenaar en maakte hij talloze tekeningen, schilderijen en karikaturen. In Zürich ging hij naar de universiteit, alwaar hij uiteenlopende zaken studeerde, waaronder filosofie, fysica, theologie en germanistiek; desondanks behaalde hij geen diploma. Hij werkte als journalist en schreef voor het cabaret. In 1952 verhuisde hij naar Neuchâtel. Zijn vroege proza stond onder invloed van Franz Kafka; reeds snel begon hij echter toneelwerk en luisterspelen te schrijven. In de vroege jaren 1950 schreef hij nog om den brode, en produceerde ook recensies, maar toch had hij zich reeds met zijn eerste toneelstuk, Es steht geschrieben, door controverse laten opmerken. Alle stukken die hierna volgden, waren komedies of satires, met een sterke neiging tot het groteske en absurde, zonder evenwel ooit een zekere verhaallijn te verliezen.

Dürrenmatt werd buitengewoon productief: hij ontwikkelde zijn eigen dramaturgische stijl en schreef aan de lopende band luisterspelen en theaterstukken — Die Ehe des Herrn Mississippi, Ein Engel kommt nach Babylon (beide in München in première gegaan), Romulus der Große — alsmede enkele misdaadromans, waaronder Der Richter und sein Henker, waarvan een filmversie werd gemaakt.

Dürrenmatts grote internationale doorbraak kwam met Der Besuch der alten Dame uit 1956.

Uit: Das Versprechen

„Im März dieses Jahres hatte ich vor der Andreas-Dahinden-Gesellschaft in Chur über die Kunst, Kriminalromane zu schreiben, einen Vortrag zu halten. Ich traf mit dem Zug erst beim Einnachten ein, bei tiefliegenden Wolken und tristem Schneegestöber, dazu war alles vereist. Die Veranstaltung fand im Saale des Kaufmännischen Vereins statt. Publikum war nur spärlich vorhanden, da gleichzeitig in der Aula des Gymnasiums Emil Staiger über den späten Goethe las. Weder ich noch sonst jemand kam in Stimmung, und mehrere Einheimische verließen den Saal, bevor ich den Vortrag beendet hatte. Nach einem kurzen Zusammensein mit einigen Mitgliedern des Vorstandes, mit zwei, drei Gymnasiallehrern, die auch lieber beim späten Goethe gewesen wären, sowie einer wohltätigen Dame, die den Verband der Ostschweizerischen Hausangestellten ehrenhalber betreute, zog ich mich nach quittiertem Honorar und Reisespesen ins Hotel Steinbock nahe beim Bahnhof zurück, wo man mich einlogiert hatte. Doch auch hier Trostlosigkeit. Außer einer deutschen Wirtschaftszeitung und einer alten »Weltwoche« war keine Lektüre aufzutreiben, die Stille des Hotels unmenschlich, an Schlaf nicht zu denken, weil die Angst hochkam, dann nicht mehr zu erwachen. Die Nacht zeitlos, gespenstisch.- Draußen hatte es zu schneien aufgehört, alles war ohne Bewegung, die Straßenlampen schwankten nicht mehr, kein Windstoß,…““

 

DUERRENMATT

Friedrich Dürrenmatt (5 januari 1921 – 14 december 1990)

 

De Russische schrijver Yevgeni Anatoljewitsj Popov werd geboren op 5 januari 1946 in Krasnojarsk, Sibirië. Hij hoorde ten tijde van de Sovjet Unie tot de zogenaamde Underground, waarin hij noodgedwongen terechtkwam na zijn medewerking aan de destijds schandaalverwekkende en tegenwoordig legendarische literatuuralmanak Metropol. Na eerste literaire successen werd hij al na slechts 7 maanden en 13 dagen uitgesloten uit het schrijversverbond. Hij moest zijn geld verdienen in het beroep, waarvoor hij opgeleid was, geoloog, maar kon toen wel als schrijver onafhankelijk blijven. In 1980 verscheen een verhalenbundel van Popov bij een bekende uitgeverij van ballingen in de VS. Pas na de perestrojka kon zijn werk weer in Rusland verschijnen. Volgens sommige critici is Popov de beste hedendaagse prozaschrijver, anderen vinden zijn werk te verheven om echt populair te kunnen worden. Hij heeft wel al meer dan 200 verhalen en vier romans op zijn naam staan.

 

Uit: Das Herz des Patrioten

 

„Unterdessen haben meine beiden Helden, D.A. Prigow und speziell ich, Jewgeni Anatoljewitsch, endlich die Petrowkastraße überquert unweit der PETOWKA 38, der berühmtesten Milizstation des Landes, und hier hielt uns endlich die Miliz an.“ – „Erst haben sie uns noch Kugeln hinter her geschickt  – ein paar von uns wurden tödlich getroffen, andere verwundet, an dritten pfiff die Kugel vorbei. Jetzt aber sind wir zuweit voraus, man sieht und hört und nicht mehr. Wir sind hinter der Horizontlinie verschwunden, meine Herren und Genossen. Wir sind überall und nirgends. Wir sind in eine andere Dimension übergewechselt, es gibt uns einfach nicht mehr. Lebt wohl! Ab und zu blitzt unser verwirrtes Niemandsgesicht auf, gewirkt aus der Luft des realen Raums und realistischen Zeit, doch ansonsten – überall Ruhe, überall Ruhe, meine Herren und Genossen. Überall Ruhe, denn es gibt uns nicht, einfach nicht. Gab uns nicht, gibt uns nicht, wird uns nicht geben. Gab uns, gibt uns, wird uns geben. Immer mit der Ruhe!“

 

RODESTER

Yevgeni Anatoljewitsj Popov (Krasnojarsk, 5 januari 1946)
(foto Popov niet beschikbaar)

 

De keniase schrijver Ngũgĩ wa Thiong’o werd geboren op 5 januari 1938 in Kamiriithu, Limuru, Kenia. De strijd voor de Keniase onafhankelijkheid, die in 1963 een feit werd, was het onderwerp van de eerste romans van Ngugi wa Thiong’o. In 1977 werd Ngugi gevangen genomen en verbleef hij een jaar, zonder vorm van proces, in de gevangenis. Over zijn ervaringen daar gaat Detained: A Writers’s Prison Diary (1981). Sinds 1982 woont hij in Londen, uit angst opnieuw gearresteerd te zullen worden. Na Petals of Blood schrijft Ngugi zijn werk ik in het Gikuyu.

 

Uit: Petals of Blood

 

‘Ik heb u al gezegd dat dit maar één keer is voorgekomen. En Abdulla was daar niet bij.’
‘Mijnheer Karega, u bent een leugenaar.’ In plotselinge woede sloeg hij Karega twee keer in het gezicht. Het bloed kwam tussen diens tanden vandaan. Godfrey schreeuwde n
aar de politieagent.
‘Breng hem naar beneden – naar de rode kamer! Geef hem vast wat medicijn, een voorproefje van wat hij van mij zal krijgen. Heb je ooit gehoord van de beroemde zweep met de zeven riemen? Leider van de arbeiders! Ik zal je zelf onder handen nemen, druppel voor druppel bijtend medicijn van een rundleren zweep, totdat je praat, totdat je wenst dat je nooit over een Trans-Afrika Weg gereisd had naar welke fabriek in Ilmorog ook. Weg met hem.’

 

Ngugi

Ngũgĩ wa Thiong’o (Kamiriithu, 5 januari 1938)