Anthonis de Roovere


Anthonis de Roovere (ca. 1430 te Brugge – aldaar 16 mei 1482) was een schrijver voor de Rederijkerskamer van Brugge. Hij was aanvankelijk bouwmeester maar werd vanaf 1466 door de stad betaald als stadsrederijker. (Een stadsdichter avant la lettre dus!) Hij schreef dramatisch werk en proza, maar is vooral bekend door zijn rondelen, balladen en refereinen.

 

 

 Die gheen pluymen en can strijcken 1  

 Die en dooch ter werelt niet 2  

 Is hy aerm / hy en sal niet rijcken 3  

 Die gheen pluymen en can strijcken

 

 Alomme soe heeft hy tachterkijcken 5  

 Hy wordt verschouen / waer men hem siet 6  

 Die gheen pluymen en can strijcken

 Die en dooch ter wereldt niet.    

 

 

Ofwel:

 

Wie niet kan pluimstrijken
deugt niet voor de wereld.
Als hij arm is, dan wordt hij nooit rijk.
Wie niet kan pluimstrijken,
heeft overal het nakijken.
Overal wordt hij achtergesteld.
Wie niet kan pluimstrijken
deugt niet voor de wereld.  

 

 

Anthonis de Roovere schreef in 1456 een lofdicht dat op verschillende plaatsen in kerken werd opgehangen. Het gedicht werd daarvoor op een groot vel perkament geschreven en mooi geïllustreerd. In Brugge is nog een van die bladen bewaard.

 

 

 

Dat deze poëzie onder middelbare scholieren nog tot leven te brengen is bewijst een leraar die een moderne variant van een ander gedicht van De Roovere liet maken. Het moeten wel Vlaamse scholieren geweest zijn, want in Nederland hoef je als docent, denk ik, bij geen enkele leerling meer aan te komen met zo’n opdracht. Maar hoe heerlijk als het nog kan en met welk een resultaat! 

 

Sotte amouresheijt

 

Ick heete Pantken, mijn lief Pampoeseken,
Dat geerne een croeseken
Licht met vreughden, daert niet en gheeft.
Ghij en saecht ten daghen moijt blijder droeseken
Alst Appelmoesken
Sijn buijcxken al vol gheten heeft!
Ick mindse soe dat mijn herte beeft!
God wil se vercnapen
Want alle de sorghe, die in haer cleeft,
Dats eten en slapen
Men schreve niet in ses vellen van schapen,
Als ick haer wille een pintken schincken,
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken!

Tis in mijn herte een dijamantken
Ende huer callantken
Benick, eenpaerlijck sonder vercoelen:
Als ick met haer drincke en quantken,
„Godt loondtse, Pantken!”
Seydt zij gheringe, „dats blijde ghevoelen!”
—„Pampoesken”, seg ick, „voor al mijn boelen
Hebstu proper sede”.
Dan seegtse: „Pantken, laet staen dijn loelen:
Du foolster mede”.
Dan lachtse met rechter minnelijckhede:
Men soudes nemmermeer voldincken
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken!

Sij gaet met eenen bruijnen Coocxkene
Ende van den Roocxkene
Soe sijn haer handekens peperwit;
Haar mondeken dat rieckt van den loocxkene;
Van haren ghesprooxkene
Soe is ontsteken mijnre herten pit:
Waer Paesschen hier, door minnen verhit
Wij houweden ghereedt!
Ende als ick haer wille verclaren dit,
Lachtse duijmen breedt.
Hij en leeft niet, die ten vollen weet,
Als ick segghe: „Pampoeseken, gaen wij drincken!”
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken!

                                                Prince Ghelijcke treckt tot ghelijken:
Nature can selden haer helden mincken!
Ick en liete u nemmermeer vol ghelijcken,
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken!   

 

Anthonis de Roovere

 

 

Dit inspireerde ene Debbie tot het volgende gedicht:

 

 

Hart in trance

 

Ik heet Johnny,mijn lief Marina

ze luistert naar Techno

en niet naar Christina

je ziet haar soms hakken

als ze tot ’s morgens vroeg

in de discotheken blijft plakken

M’n hart klopt voor haar

op de beat van de Trance

we houden van elkaar

trouwen met haar is m’n hartenwens

 

Ze rijdt soms met mijn Johnnybak

Ze knalt dan tegen een boom

En rijdt mijn auto in de prak

Maar tot mijn grote spijt

Ontvangt ze nog anderen

In haar vrije tijd

M’n hart klopt voor haar

Op het ritme van de Trance

Ik zie haar graag

Trouwen met haar is m’n hartenwens

 

Ze kleedt zich met sexy ondergoed

Maar haar magere lijf

Is wel wat ondervoed

(omdat dat van mij moet!)

haar kleren zitten strak

haar schoenen zijn meestal

mét naaldhak

M’n hart klopt voor haar

Op het kloppen van de Trance

Ik hou van haar

Trouwen met haar is m’n hartenwens

 

MENEER

Een Johnny heeft zijn Marina vandoen

Want hoe zou hij zonder haar al die dingen doen?

Dansen op trance

En haar zeggen met slechts 1 zoen

trouwen met haar is nog steeds mijn hartenwens…

Debbie De Belder, 5LMT

 

Van mij krijgt ze een tien voor taal.