Hans Verhagen en Anna Achmatova


Op deze slotavond van Poetry International nog een Nederlandse dichter, die daar afgelopen zondag al optrad.

 

Hans Verhagen (Vlissingen, 3 maart 1939) volgde een muzikale en journalistieke opleiding en werkte vanaf zijn zeventiende in de dag- en weekbladjournalistiek. Van 1962 tot 1966 was hij redacteur van de tijdschriften Gard Sivik en De Nieuwe Stijl. In zijn eerste cyclische bundel, Rozen & motoren (1963), neemt hij afstand van de experimentele poëzie van de Vijftigers. De nadruk ligt bij hem op de combinatie van het onpoëtische en het romantische, zoals dat uit de titel spreekt. In zijn geserreerde, compacte verzen maakt hij gebruik van een weinig poëtische terminologie, vaak ontleend aan de techniek, waardoor deze het karakter krijgen van de `ready made’. Behalve als schrijver werd hij bekend door films en televisieprogramma’s, waaronder ‘Hoepla’ en ‘Het gat van Nederland’.  

 

 

 

Spiraal

 

Toekomst, onze troef van vroeger, wordt als heden

met een waterhoofd uit het verleden leeggeroofd en

in ontelb’re piepkleine stukjes met humbug versneden

gelijk een lijkwade in kwistig stromend rood

over de miljoenen uitgesnowd

 

Een uitverkoren testpiloot haalt z’n

uitzicht binnen, schort z’n inzicht op

en bestelt gregoriaans gezang

alvorens zich te boren in de picknick op de lawn

 

Vrijwel naadloos is zijn overgang,

maar met zo’n neerwaartse spiraal als inspiratiebron

zie je steeds meer loslopende profeten hoopvol

kopje-onder gaan in stilstaand water

Om daar stil te blijven staan.

 

 

 

 

Portret

 

Man, 21ste eeuw

Oogopslag vol woede, kinnenbak met kloten van de

bok, maar woorden

die te lang alleen maar lol hebben getrapt in molshopen

 

Heeft zich in zijn zwijgen een loodgrijze wijsaard aangeschaft

die ook maar één boek heeft gelezen

daarom doet geportretteerde eerder denken aan een duif

dan aan een totaler wezen

 

Zou per vleugel door betoverende verten kunnen fascineren

maar prefereert gescharrel aan de grond

en, verkerend met de mens, op 2 poten potverteren



© 2004, Hans Verhagen
Uit: Moeder is een rove
Nijgh & van Ditmar, 2004

 

 

 

 

Hans Verhagen (Vlissingen, 3 maart 1939)  

 

 

 

De Russische schrijfster Anna Andrejevna Achmatova was de echtgenote van de tijdens het schrikbewind van Stalin in 1921 omgekomen schrijver Nikolai S. Gumiljov. Het dichtwerk van Anna Andrejevna Achmatova is zeer symbolisch van aard. Het werk van Achmatova was verboden tijdens de Stalintijd. In 1956 werd de schrijfster gerehabiliteerd, waarna er verschillende werken in Rusland konden verschijnen. Het werk “Requiem” (1963) is gewijd aan de offers van het stalinisme. Haar belangrijkste publicatie “Gedicht zonder held” verscheen in 1977 en geeft een poëtische weergave van de Russische geschiedenis.

 

 

 

Waardoor is deze eeuw slechter dan de vorige?

Is het misschien omdat zij in een roes van droefheid

En angst de zwartste zweer heeft aangeraakt,

Die zij echter niet genezen kon?

 

In het westen schijnt nog een aardse zon

En de daken van de steden glanzen in haar stralen.

Hier echter merkt de witte dood de huizen met kruisen

En wenkt de kraaien, en de kraaien vliegen aan.

 

 

 

1919

Vertaling Miriam Van hee

Uit; En de nacht belooft geen dageraad

 

 

 

Aan de dood

 

Je komt toch ooit – waarom dan niet direct? Ik wacht,

Ik ga hier bijna aan ten onder.

De deur heb ik ontgrendeld, uitgedoofd het licht,

Voor jou, voor dit eenvoudig wonder.

Hoe je er uit wilt zien – dat laat ik aan jou over.

Je kunt me met een kogel vellen,

Je kunt mijn hoofd inslaan, als een ervaren rover,

Of in een walm van tyfus hullen.

Of haal me met een sprookje dat je elf verzon

– Het is berucht en het wekt weerzin –

Zodat ik bij de deur de blauwe muts zal zien

En, doodsbenauwd, de huisbeheerder.

Het is me allemaal gelijk. De poolster schijnt,

En van de Jenisej stijgt damp omhoog,

En de verschrikking die nog achterbleef verdwijnt

In blauwe, teer-beminde ogen.

 

 

 

Vertaling Hans Boland

Uit; In andermans handen, Amsterdam 1981

 

 

 

 

 

Anna  Achmatova (23 juni 1889 – 5 maart 1966)