Jotie T’Hooft, Charles Simic, Pieter Boskma, Alan Bennett, Bulat Okudzhava, Leopold Andrian, Lucian Blaga, Jan Drees, Mona Van Duyn, Pitigrilli, Gamal al-Ghitani, Richard Adams, James Barrie


De Vlaamse dichter en schrijver Jotie T’Hooft werd geboren in Oudenaarde op 9 mei 1956. T’Hooft was enig kind, en was als kind een voorbeeldige jongen, maar op de middelbare school kent hij ernstige aanpassingsproblemen: hij werd van verschillende scholen gestuurd. Hij zocht zijn toevlucht in de literatuur (Franz Kafka, Hermann Hesse), poëzie, muziek (David Bowie, Nico, Frank Zappa, Lou Reed) en drugs. Op zijn veertiende was hij al verslaafd. Op 17-jarige leeftijd verliet hij het ouderlijk huis. Hij ging in Gent op kamers wonen om de kunstacademie te volgen. Van de geplande studies kwam niks terecht: in Gent kwam hij in het drugsmilieu terecht, waar hij zijn geldnood trachtte op te lossen door drugs te verkopen en allerlei baantjes aan te nemen. Eind 1973 nam hij slaappillen in en probeerde zelfmoord te plegen door zich te kerven met scheermesjes. Deze zelfmoordpoging mislukte en zijn ouders haalden hem terug naar Bevere. Daar kende hij een periode van relatieve rust.

In 1974 werd T’Hooft voor drugbezit opgepakt door de politie bij een razzia, ter beschikking van de jeugdrechter gesteld en doorverwezen naar de opvoedingsinstellingen in Beernem en Ruiselede. Na deze periode ontmoette hij Ingrid Weverbergh, een dochter van Julien Weverbergh, uit diens eerste huwelijk. Jotie en Ingrid traden op 29 augustus 1974 in het huwelijk. Zijn schoonvader, directeur van uitgeverij Manteau, bezorgde hem niet alleen werk als lector bij uitgeverij Manteau, maar zorgde er ook voor dat zijn eerste bundel Schreeuwlandschap in 1975 gepubliceerd werd. Toch vond T’Hooft geen rust: in juli 1976 trachtte hij voor de tweede maal zelfmoord te plegen: hij dronk een fles whisky leeg en spoot zich valium in de aderen. Ook deze poging mislukte. Zijn tweede dichtbundel Junkieverdriet verscheen in 1976. Voor deze bundel kreeg hij de prestigieuze Reina Prinsen Geerligsprijs. Deze bundel betekende zijn doorbraak binnen de literaire wereld. T’Hooft werd redacteur van verschillende tijdschriften, gaf overal ten lande lezingen en voordrachten en publiceerde in verschillende literaire bladen. Het druggebruik overheerste echter meer en meer zijn leven en de doodsdrift van T’Hooft won het uiteindelijk: in de nacht van 5 op 6 oktober 1977 diende hij zichzelf in een kleine kamer in Brugge een overdosis cocaïne toe en stapte zo uit het leven.

 

 

 

Schuldbekentenis

 

Ja, ik geef het toe, ik beken het openlijk:

mijn lichaam was altijd een toren zonder uitkijk.

Ik heb hem steen voor steen in folianten gepend

ik heb mij geplooid naar de tijd en de trend.

 

De stenen die ik uit de wand verwijderd heb

zijn de woorden waar ik dit gedicht mee schep:

ik kijk naar de wereld waarin gij woont

en al zie ik onscherp en ben ik vreselijk stoned

 

er is iets dat mij niet ontgaan kan

mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren.

Ik weerhield mijn lijf niet in de groei tot man

maar ik zaag geduldig aan de pijlers die mij schoren.

 

Het lijkt niet erg duidelijk misschien

mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken

toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien.

Ik ben wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem

 

ontloken.

 

 

 

 

 

Junkieverdriet

 

Mijn eeuwenoud, mijn levenslang junkieverdriet

Van geboortepijn tot nu mijn eenzaamheid

Die ik deel met duizenden nu ik weet wat ik weet:

Dat de mens een naald is zoekend naar een ader

Zoekend naar de kiespijn van zijn ver verleden.

Junkieverdriet, bass-toon van deze tijd

Waar de verschopte verschaalt in een dode hoek

Van het denkperspectief, in de paranoia

Van de kleine penis en de schizofrenie van schaamte.

 

In deze wereld mijn waansisteem werd liefde

Een misdrijf in het duister en reizen kruipen

Uit de schaduw der ouders naar de schaduw van de dood.

Verdrinken tijdens de armslag naar meer.

 

Licht van alle licht, licht

Dat niet dooft met de dagen en mijn geheugen

Voortdurend doorschijnt, licht licht

Dat niet zinkt in de stof het woord

Dat muis is knagend binnen klein bestek,

Licht dat bomen doorruist en water, licht

Dat leeft op de vloedlijn bij springtij,

Tussen afkick en hit, wit licht, witte hitte.

 

 

 

 

 

jotie
Jotie T’Hooft (9 mei 1956 – 6 oktober 1977)

 

 

 

 

 

De Amerikaanse dichter Charles Simic werd geboren in Belgrado op 9 mei 1938. In 1953 verliet Simic het toenmalige Joegoslavië en vloog hij met zijn moeder naar de Verenigde Staten om zich te herenigen met zijn vader die er al zes jaar woonde. Na een jaar in New York verhuisde de familie naar Chicago, waar Simic middelbaar onderwijs genoot. In 1958 keerde hij terug naar New York. In 1966 studeerde hij af aan de universiteit van New York en sinds 1973 heeft Simic gedoceerd aan het departement Engels van de universiteit van New Hampshire. Charles Simic publiceerde sinds zijn debuut in 1967 meer dan zestig boeken. Met de bundel prozagedichten The World Doesn’t End (1989) won hij de Pulitzer Prize for Poetry 1990.

&nb
sp;

 

A Book Full of Pictures

  

Father studied theology through the mail

And this was exam time.

Mother knitted. I sat quietly with a book

Full of pictures. Night fell.

My hands grew cold touching the faces

Of dead kings and queens.

 

There was a black raincoat

      in the upstairs bedroom

Swaying from the ceiling,

But what was it doing there?

Mother’s long needles made quick crosses.

They were black

Like the inside of my head just then.

 

The pages I turned sounded like wings.

“The soul is a bird,” he once said.

In my book full of pictures

A battle raged: lances and swords

Made a kind of wintry forest

With my heart spiked and bleeding in its branches.

 

 

 

 

 

 

The Something

  

Here come my night thoughts

On crutches,

Returning from studying the heavens.

What they thought about

Stayed the same,

Stayed immense and incomprehensible.

 

My mother and father smile at each other

Knowingly above the mantel.

The cat sleeps on, the dog

Growls in his sleep.

The stove is cold and so is the bed.

 

Now there are only these crutches

To contend with.

Go ahead and laugh, while I raise one

With difficulty,

Swaying on the front porch,

While pointing at something

In the gray distance.

 

You see nothing, eh?

Neither do I, Mr. Milkman.

I better hit you once or twice over the head

With this fine old prop,

So you don’t go off muttering

 

I saw something!

 

 

 

 

 

simic
Charles Simic (Belgrado, 9 mei 1938)

 

 

 

 

De Nederlandse dichter en schrijver Pieter Boskma werd geboren in Leeuwarden op 9 mei 1956.

Boskma studeerde van 1977 tot 1985 culturele antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij debuteerde in 1984 met de in samenwerking met Paul van der Steen in eigen beheer uitgegeven bundel Virus Virus. In hetzelfde jaar richtte hij samen met Van der Steen het tijdschrift Virus op. In 1987 bracht uitgeverij In de Knipscheer zijn bundel Quest uit. Hiervoor werd hij onderscheiden met de Aanmoedigingsprijs voor literair talent van Stichting De Avonden. Eind jaren tachtig is hij betrokken bij de poëziebeweging De Maximalen. Vanaf 1990 werkte hij als poëziedocent aan de Schrijversvakschool ’t Colofon. Hij publiceerde onder andere in Playboy en Transfer en werkte voor de VPRO- en NPS-radio. In 1993 verscheen zijn eerste proza: Een foto van God. Inmiddels waren tevens diverse dichtbundels van zijn hand verschenen. Boskma was geruime tijd redacteur van het poëzietijdschrift Awater. In 2003 nam hij zitting in de jury van de P.C. Hooft-prijs.

 

 

Het gele licht van Jan van Goyen

 

Het gele licht van Jan van Goyen
straalt laag over de duinen,
van de opstanding der doden
tot de aanvaring der tijden.

De bast van kale zilverberken
glinstert als met goud beslagen
en de namen op de zerken
wordt weer adem ingeblazen.

Van een ruit spat fel de zon
die in de wolken zakt.

Een gasvlam bij de Hoogovens
slaat over in het dikke hart.

Dan, uit het dolhuis van de nacht,
kwakt Malevitch zijn Zwart Vlak.

 

 

 

 

 

Op het geraamte van de avond 1

 

schemer brak de kleuren af
tot op gelijk gebeente –
het was weer tijd voor kale
echo’s van de kale stenen.
je liep wat langs de kade
als zocht je iets van waarde.
een koffer die is blijven staan
waaraan een label met haar naam.
een hoed misschien, een handschoen,
alles wat maar passen kon
om degeen die voor je stond
steeds als je daaraan dacht.
een schip voer de haven uit
met lampjes op de schoorsteen
in de vorm van een komeet.
Bethlehem op zee.
en steeds vroeger nacht.

 

 

 

boskma

Pieter Boskma (Leeuwarden, 9 mei 1956)

 

 

 

 

 

De Britse schrijver en acteur Alan Bennett werd geboren op 9 mei 1934 in Armley in Leeds, Yorkshire. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

Uit: The Uncommon Reader

 

“At Windsor it was the evening of the state banquet and as the president of France took his place beside Her Majesty, the royal family formed up behind and the procession slowly moved off and through into the Waterloo Chamber.

‘Now that I have you to myself,’ said the Queen, smiling to left and right as they glided through the glittering throng, ‘I’ve been longing to ask you about the writer Jean Genet.’

‘Ah,’ said the president. ‘Oui.’

The ‘Marseillaise’ and the national anthem made for a pause in the proceedings, but when they had taken their seats Her Majesty turned to the president and resumed.

‘Homosexual and jailbird, was he nevertheless as bad as he was painted? Or, more to the point,’ and she took up her soup spoon, ‘was he as good?’

Unbriefed on the subject of the glabrous playwright and novelist, the president looked wildly about for his minister of culture. But she was being addressed by the Archbishop of Canterbury.

‘Jean Genet,’ said the Queen again, helpfully. ‘Vous le connaissez?’

‘Bien sûr,’ said the president.

‘Il m’intéresse,’ said the Queen.

‘Vraiment?’ The president put down his spoon. It was going to be a long evening.

It was the dogs’ fault. They were snobs and ordinarily, having been in the garden, would have gone up the front steps, where a footman generally opened them the door.

Today, though, for some reason they careered along the terrace, barking their heads off, and scampered down the steps again and round the end along the side of the house, where she could hear them yapping at something in one of the yards.”

 

 

 

 

alan-bennett-1
Alan Bennett (Armley, 9 mei 1934)

 

 

 

 

 

De Russische schrijver, dichter en zanger Bulat Shalvovich Okudzhava werd geboren in Moskou op 9 mei 1924. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

 

The Last Trolley Bus 

  

When I’m in trouble and totally done

and when all my hope I abandon

I get on the blue trolley bus on the run,

the last one,

at random.

    

Night trolley, roll on sliding down the street,

around the boulevards keep moving

to pick up all those who are wrecked and in need

of rescue

from ruin.

    

Night trolley bus will you please open your doors !

On wretched cold nights, I can instance,

your sailors would come, as a matter of course,

to render

assistance.

So many a time they have lent me a hand

to help me get out of grievance…

Imagine, there is so much kindness behind

this silence

and stillness.

    

Last trolley rolls round the greenery belt

and Moscow, like river, dies down…

the hammering blood in my temples I felt

calms down

calms down.

 

 

 

 

 

The Paper Soldier 

  

Once there lived a soldier-boy,

quite brave, one can’t be braver,

but he was merely a toy

for he was made of paper.

    

He wished to alter everything,

and be the whole world’s helper,

but he was puppet on a string,

a soldier made of paper.

    

He’d bravely go through fire and smoke,

he’d die for you. No vapour.

But he was just a laughing-stock,

a soldier made of paper.

    

You would mistrust him and deny

your secrets and your favour.

Why should you do it, really, why?

`cause he was made of paper.

    

He dreads the fire? Not at all!

One day he cut a caper

and died for nothing; after all,

he was a piece of paper.

 

 

 

 

Vertaald door Alec Vagapov

 

 

 

 

okudzhava
Bulat Okudzhava (9 mei 1924 – 12 juni 1997)

 

 

 

 

 

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver en diplomaat Leopold Andrian werd op 9 mei 1875 in Berlijn geboren. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

Uit: Le Jardin de la connaissance (Der Garten der Erkenntnis, vertaald door Jean-Yves Masson)

 

Souvent, il était rempli d’ivresse par la sensation que Vienne lui réservait encore tant et tant de plaisirs, et par la pensée que le mystère qui était cause de leur charme se trouvait caché au fond de ces plaisirs. Cette pensée lui permettait aussi d’apaiser ce désir « d’autre chose » qui s’emparait de lui plus fortement et plus souvent qu’à Bozen ; car il avait maintenant à portée de la main tout ce qui pouvait lui offrir cette « autre chose » qu’il appelait autrefois de ses vœux : les bals de l’Opéra, et les salles du Sofienbad, et le cabaret Ronacher, et l’Orpheum, et le cirque, et les fiacres. Il disait : « autre chose », et en prononçant ces mots, il avait le sentiment que, quelque part, il ne savait dans quelle direction, s’étendait un monde où tout était à la fois interdit et secret, aussi grand que celui qu’il connaissait. C’étaient surtout les cochers qu’il regardait avec une excitation singulière, mêlée d’effroi. Un grand nombre d’entre eux ressemblaient étrangement à de jeunes messieurs ; mais que le contraste se dissimulât précisément au cœur de cette similitude devait avoir un rapport avec la nature de cette « autre chose » qu’il recherchait. L’un d’entre eux surtout lui plaisait, lorsque son fiacre traversait le Prater au printemps ; ses chevaux portaient des bouquets de violettes glissés dans leur harnais, et il était assis au-dessus d’eux, le buste légèrement incliné vers l’avant, tenant haut et largement écartées les rênes avec ses bras, dans une attitude pleine de recherche, roide comme une statue et pourtant étrangement vivant, comme une estampe pleine de grâce et quelque peu maniérée dans l’élégance maniérée de son cadre. »

 

 

 

 

Andrian
Leopold Andrian (9 mei 1875 – 19 november 1951)

 

 

 

 

 

De Roemeense dichter, schrijver en filosoof Lucian Blaga werd geboren op 9 mei 1895 in Lancrăm, bij Alba Iulia. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

 

MAY GIVES ITSELF WITH SWEET ABANDON

We shall remember once, too late,
This simple happening, so fine,
This very bench where we are seated,
Your burning temple next to mine.

From hazel stamens, cinders fall
White as the poplars that they land on,
Beginnings want to be fecund,
May gives itself with sweet abandon.

The pollen falls on both of us,
Small mountains made of golden ashes
It forms around us, and it falls
On our shoulders and our lashes.

It falls into our mouths when speaking,
On eyes, when we are mute with wonder
And there’s regret, but we don’t know
Why it would tear us both asunder.

We shall remember once, too late,
This simple happening, so fine,
Th
is very bench where we are seated
Your burning temple next to mine.

In dreams, through longings, we can see—
All latent in the dust of gold
These forests that perhaps could be—
But that will never, ever, grow.

 

 

 

Vertaald door Cristina Hanganu-Bresch

 

 

 

 

Blaga
Lucian Blaga (9 mei 1895 – 6 mei 1961)

 

 

 

 

 

De Duitse schrijver Jan Drees werd geboren op 9 mei 1979 in Haan. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

Uit: Letzte Tage, jetzt

 

Später, um Viertel nach drei, duschten Nebil und ic hNachthitze aus unseren verliebt erwärmten Teeniekörpern, siriusgeleitet, während Sonnenwindfeuer, Elfen, Kobolde vor dem Bleiglas-Badfenster tanzten. Danach lagen wir  perlschaumweinsüchtig erschöpft, verschwitzt, im moskitonetzgefälschten
Himmelbett. Über uns funkelten angeklebte Plastiksterne mit Phosphorschimmer.
Inzwischen geht alles vorbei, im Junimond. Wenn Mond ist und keine Regenwolken  durch die kühlkalten Nächte ziehen und unsere Sternenbilder verhängen,wenn Schauer schon morgens auf das Giebeldach schlagen und Wasser durch die Holzdecke in unsere Zimmer tropft, von Ziegeln gewaschenen Ruß übereilig aufgestellte Suppenterrinen, Putzeimer, Bonbonnieren spült.
Wir verleben (abschließend) Tage, die wie ein Schlüssellochbild an uns vorüber nebeln. João Gilberto singt “The Girl from Ipanema”. Während sporadischer Off-Theater-Besuche wird deutlich, daß ein zeitgeistiges  Bühnenkreischen ehe rEdvard-Munch-Pop sein will (im Gegensatz zu  klassischen Pornographiefilmschreien). – Wenn wir uns streiten, werde ich Großstadt-Actrice und imitiere moderne René-Pollesch-Szenen.“

 

 

 

 

jandrees
Jan Drees (Haan, 9 mei 1979)

 

 

 

De Amerikaanse dichteres Mona Van Duyn werd geboren op 9 mei 1921 in Waterloo, Iowa. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007 en ook mijn blog van 9 mei 2008.

 

 

The Gentle Snorer

When summer came, we locked up our lives and fled
to the woods in Maine, and pulled up over our heads
a comforter filled with batts of piney dark,
tied with crickets’ chirretings and the bork
of frogs; we hid in a sleep of strangeness from
the human humdrum.

A pleasant noise the unordered world makes wove
around us. Burrowed, we heard the scud of waves,
wrack of bending branch, or plop of a fish
on his heavy home; the little beasts rummaged the brush.
We dimmed to silence, slipped from the angry pull
of wishes and will.

And then we had a three-week cabin guest
who snored; he broke the wilderness of our rest.
As all night long he sipped the succulent air,
that rhythm we shared made visible to the ear
a rich refreshment of the blood. We fed in
unison with him.

A sound we dreamed and woke to, over the snuff
of wind, not loud enough to scare off the roof
the early morning chipmunks. Under our skins
we heard, as after disease, the bright, thin
tick of our time. Sleeping, he mentioned death
and celebrated breath.

He went back home. The water flapped the shore.
A thousand bugs drilled at the darkness. Over
the lake a loon howled. Nothing spoke up for us,
salvagers always of what we have always lost;
and we thought what the night needed was more of man,
he left us so partisan.

 

 

 

 

 

VanDuyn
Mona Van Duyn (Waterloo, 9 mei 1921)

 

 

 

 

 

De Italiaanse schrijver Pitigrilli (pseudoniem voor Dino Serge) werd geboren te Turijn op 9 mei 1893. Zie ook mijn blog van 9 mei 2007.

 

Uit: Kokain (Vertaald door Maria Gagliardi)

 

Von der Knabenzeit an haben sie mir Benehmen beigebracht. Benehmen ist nichts anderes als lügen. So tun als wüssten wir von einer Sache nichts, weil es einem andern peinlich wäre, wenn wir etwas darüber wüssten; einer Person zulächeln, der wir am liebsten ins Gesicht spucken möchten; danke sagen, wenn wir ‘hol dich der Henker’ sagen möchten. Ein paar Jahre später habe ich mich gegen die Erziehung aufgelehnt und habe die Flagge der Aufrichtigkeit gehisst. Wieder später habe ich erkannt, dass die Aufrichtigkeit mir nur zum Schaden gereichte. Und so bin ich wieder zum Lügen zurückgekehrt.”

 

 

 

pitigrilli
Pitigrilli (9 mei 1893 – 8 mei 1975)

 

 

 

 

 

De Egyptische schrijver Gamal al-Ghitani werd geboren op 9 mei 1945 in Guhaina, maar groeide op in Caïro. Na zijn opleiding tot tapijtontwerper werkte hij als zodanig. Vanaf 1968 begon hij een loopbaan als journalist. Sindsdien publiceerde hij ook talrijke verhalen en romans. Ook was hij chef van de kunstredactie bij het dagblad al-Achbar. In zijn werk bekritiseert hij de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in Egypte sinds de opening naar het westen.

 

 

Uit: Das Buch der Schicksale (Vertaald door Doris Kilias)

 

Er und in einem Hotel arbeiten? Hätte man ihm diese Frage als Student gestellt, wäre ein verächtlicher Blick die Antwort gewesen. Er war Jahrgang 1956, und als während der Sueskrise die Dreieraggression auf die Stadt Port Said stattfand, die in jener, nunmehr in Vergessenheit geratenen Zeit die ‘Ewige’ oder ‘Standhafte’ genannt wurde, da ruhte er, unser junger Mann, noch drei Wochen im Mutterleib, bevor er ins Leben eintreten durfte. Seine Mutter konnte sich noch gut an diese Zeit erinnern. Ihr Mann verbrachte aufgrund des Ausnahmezustands die Nächte im Büro, und so war sie allein mit dem Glück, das Kind zu spüren. Es drehte und streckte sich, gerade so, als strebte es danach, vorzeitig das Licht der Welt zu erblicken. In jenen Nächten, in denen Ausgangssperre verhängt worden war, saß sie aufrecht im Bett, den Rücken an ein Kissen gelehnt, und fragte sich, was es wohl werden würde: ein Junge oder ein Mädchen?” …”

 

 

 

gamal_alghitani
Gamal al-Ghitani (Guhaina, 9 mei 1945)

 

 

 

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 9 mei 2007.

 

De Engelse schrijver Richard Adams werd geboren in Newbury op 9 mei 1920.

 

De Schotse schrijver James Barrie werd op 9 mei 1860 in Kirriemuir nabij Dundee geboren.