Willem Kloos, Yasushi Inoue, Ariel Dorfman, Harry Martinson, Ferdinand Sauter, Christian Morgenstern, Gaston Leroux, Erich Fried, Marie-Aude Murail


De Nederlandse dichter en schrijver Willem Kloos werd geboren in Amsterdam op 6 mei 1859. Tijdens zijn studententijd leerde hij Jacques Perk kennen, wiens gedichten hij na Perks dood uitgaf. De inleiding die Kloos schreef bij deze uitgave (1882) is later gaan gelden als manifest van de Beweging van Tachtig. In 1880 debuteerde hij in het tijdschrift Nederland met het gedicht Rhodopis. Kloos’ gedichten uit de jaren 80 van de 19e eeuw zijn beïnvloed door de Engelse dichter Shelley. In 1885 richtte hij samen met Frederik van Eeden, Albert Verwey, Frank van der Goes en Willem Paap het tijdschrift De Nieuwe Gids op. In dit tijdschrift publiceerde Kloos een reeks literaire kronieken, die samen een beeld geven van zijn poëtica.

 

Zie ook mijn blog van 7 mei 2006.

 

 

Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten

 

Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten,
En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en ’t al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.

 

En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor ’t heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten.

 

— En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb’re leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed

 

En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar ‘k niet langer woorden vond.

 

 

 

 

Doodgaan

 

I

 

De bomen dorren in het laat seizoen,
En wachten roerloos den nabijen winter…
Wat is dat alles stil, doodstil… ik vind er
Mijn eigen leven in, dat heen gaat spoên.

 

Ach, ‘k had zo graag heel, héél veel willen doen,
Wat Verzen en wat Liefde, — want wie mint er
Te sterven zonder dees? Maar wie ook wint er
Ter wereld iets door klagen of door woên?

 

Ik ga dan stil, tevreden en gedwee,
En neem geen ding uit al dat Leven meê
Dan dees gedachte, gonzende in mij om:

 

Men moet niet van het lieve Dood-zijn ijzen:
De dode bloemen komen niet weêrom,
Maar Ik zal heerlijk in mijn Vers herrijzen.

 

 

 

 

KloosWillem
Willem Kloos  (6 mei 1859 – 31 maart 1938)

 

De Japanse schrijver Yasushi Inoue werd geboren op 6 mei 1907 in Asahikawa. Hij studeerde kunstgeschiedenis en geschiedenis in Tokio en Kyoto. Inoue schreef poëzie, essays, korte verhalen en romans. Zijn werk is veel vertaald en diverse keren verfilmd.

 

Uit: Der Stierkampf

 

„In der zweiten Hälfte Dezember gab die Neue-Osaka-Abendzeitung jeden Tag mit großen Lettern bekannt, daß vom zwanzigsten Januar des kommenden Jahres an drei volle Tage lang im Hanshin-Stadion Stierkämpfe veranstaltet werden sollten. Als die ersten Korrekturfahnen mit dieser Anzeige aus der Setzerei kamen, steckte sich Chefredakteur Tsugami ein Exemplar in die Tasche und ging mit Tashiro, den er in dem kalten Empfangsraum hatte warten lassen, auf die nachmittägliche Straße hinaus. Es war seit einigen Tagen ziemlich kalt geworden, und ein frostiger Dezemberwind wirbelte unruhig Staub auf. 
“Oh, fertig?” 
Mit diesen Worten nahm Tashiro den Korrekturabzug entgegen. Sein Gesicht belebte sich für einen Augenblick, aber es wurde gleich wieder ernst, und er sagte: 
“Von jetzt ab gilt es also, die Reklametrommel zu rühren! Wir müssen mit aller Kraft den Erfolg herbeizwingen!”

 

 

inoue
Yasushi Inoue
(6 mei 1907 – 29 januari 1991)

 

De Argentijnse toneelschrijver, essayist, dichter, novellist, cartoonist Ariel Dorfman werd op 6 mei 1942 in Buenos Aires geboren. In 1945 week het gezin – de ouders zijn van Russisch joodse afkomst en communist – uit naar New York, uit angst voor het opkomend militarisme in Argentinië onder Perón. De kleine Ariel, genoemd naar de luchtgeest uit De Storm van Shakespeare, groeide op in New York. In de jaren vijftig moest het gezin de McCarthy-heksenjacht ontvluchten en vertrok naar Chili. Vanaf 1964 was Dorfman nauw betrokken bij de Unidad Popular, de partij van Salvador Allende.In 1971 ging hij deel uitmaken van diens socialistische regering. Na de staatsgreep van Pinochet in 1973 sloeg hij op de vlucht: eerst naar Parijs, dan naar de VS. Sindsdien doceerde hij aan de universiteit van North-Carolina als professor in de Latijns-Amerikanistiek, maar bleef ook schrijven. Tussen 1976 en 1980 was hij verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Sinds de val van de dictatuur in 1990 keert hij regelmatig terug naar Chili.

 

Uit: Konfidenz


”As soon as the woman enters room 242, the phone rings.

She does not answer immediately. She remains there in the doorway, her suitcase in one hand and the key in the other, examining the empty room, as if waiting for someone to appear out of nowhere and answer.

The phone rings again.

I see the woman hesitate for one more moment. Then, suddenly in a hurry, she lets the suitcase fall, crosses the room, and picks up the receiver. Before she can speak, she hears the voice of a man.

“Barbara?”

It’s a voice the woman has never heard before.

“Who’s this?”

“One of Martin’s friends.”

“That’s a relief. I was beginning to get worried. Martin wasn’t waiting for me at the …”

“But the chauffeur did come to …”

“Yes, but he didn’t bring any message from Martin. He seemed deaf and dumb. And the truth-“

“The truth?”

“It seemed strange that Martin should send a limousine. Not exactly his style.”

“I sent the limo, Barbara.”

“Thanks, but you shouldn’t have bothered.”

“I wanted to make sure you had a smooth arrival, Barbara. Your departure must have been a bit difficult.”

“It wasn’t, well-easy.”

“But you’re here.”

“My father has connections.”

“So you shouldn’t have trouble going back.”
“Why should I have trouble?”

“Some people do.”

“I don’t expect any trouble whatsoever.”

“I’m glad to hear that, for your sake. It’s always good to be able to go back to one’s own country.”

“You’re also from…?”

“I thought you would have guessed by now.”

 

 

dorfman
Ariel Dorfman
(Buenos Aires, 6 mei 1942)

 

De Zweedse dichter en schrijver Harry Martinson werd geboren in Jämshög in het zuidoosten van Zweden. Al op jonge leeftijd verloor hij beide ouders en kwam hij in een pleeggezin. Toen hij zestien was liep hij weg, monsterde aan op een schip en kwam zo in landen als Indië en Brazilië. Problemen met zijn longen dwongen hem om naar Zweden terug te keren. Hij zwierf zonder vaste baan door het land. In 1929 debuteerde hij als dichter. Een van zijn beroemdste werken is de gedichtencyclus Aniara uit 1958. Het werd in 1959 door Karl-Birger Blomdahl tot opera omgewerkt. Martinson ontving in 1974 de Nobelprijs voor literatuur.

 

 

The Visions

 

With fright in their eyes
the soldiers of salvation beheld
from the helmeted observatory tower: the heavenly harps;
the swaying, titanic nebulae
and their chaotic strings of gaseous gold.

 

Far off in the boundless crystal of places beyond time
where thought in fright
can plunge everlastingly through millennia
stirred the gaslike golden bowers of the harps
effervescing in Sagittarius.

 

 

 

Visit to the observatory

 

We viewed a nebula inside a tube.
To us a golden herd of mist it seemed.
In larger tubes it might have gleamed
as suns in thousands in their boundless space.

 

Our dizziness of mind imagined
that it rose, high up from war on earth,
from time and space—our life’s naivety—
to new dimensions in their majesty.

 

There no law rules of this life’s type.
There laws rule for the world where worlds abound.
There the suns roll out till they are ripe
and deep in the hearth of every sun resound.

 

Suns in plenitude are present there.
And there, to cosmic law, each sun pulsates
in larger suns’ unfathomable blaze.
And there all is brightness and the daylight of all days.

 

 

 

Vertaald door Stephen Klass

 

 

martinson-harry
Harry Martinson (6 mei 1904 – 11 februari 1978)

 

De Oostenrijkse dichter Ferdinand Sauter werd geboren op 6 mei 1804 in Wenen. Met zijn volksliedachtige gedichten maakte hij naam als  dichter-bohemien in kringen van de Weense Vormärz rondom Nikolaus Lenau en Adalbert Stifter. In het revolutiejaar 1848 schreef hij ook politieke gedichten zoals “Geheime Polizei“ en steunde hij de opstandelingen.

 

Kartoffelgedicht

 

Solang wir die Kartoffelfrucht

in unserm Lande sehen,

kann keine große Hungersnot

aus Mißwuchs mehr entstehen.

 

Gott hat sie wie das liebe Brot

zur Nahrung uns gegeben,

wie viel Millionen Menschen sind,

die von Kartoffeln leben.

 

Salat davon, gut angemacht,

mit Feldsalat durchschossen,

der wird mit großem Appetit

von jedermann genossen.

 

Gebrätelt schmecken sie auch sehr gut,

in saurer Brüh’ nicht minder,

Erdbirnen
knöpfe essen gern

die Eltern und die Kinder.

 

Und selbst die schlechten

kann man noch zu etwas Gutem brauchen:

Man thut sie in ein Faß hinein

und thut sie recht verstauchen.

 

Und wenn sie dann verstauchet sein,

dann läßt man sie recht schweißen:

das gibt dann den Kartoffelschnaps,

der Fusel ist geheißen.

 

Hat jemand sich die Hand verbrannt

und hilft dafür kein Segen,

so thut man auf die Hand sogleich

Kartoffelschabig legen.

 

 

 

sauter
Ferdinand Sauter (6 mei 1804 – 30 oktober 1854)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Christian Morgenstern werd geboren in München op 6 mei 1871. De poëzie van Morgenstern is nog steeds zeer populair in Duitsland, zijn filosofische en mythische werken zijn beïnvloed door Nietzsche en Rudolf Steiner. De dichter had een onregelmatig bestaan als kind en na de dood van zijn moeder werd hij vaak opgenomen in sanatoria. Morgenstern werkte eerst als journalist voor diverse bladen in Berlijn. In 1895 verscheen zijn eerste bundel In Phanta’s Schloß .

 

 

Drei Hasen

 

Eine groteske Ballade


Drei Hasen tanzen im Mondschein
im Wiesenwinkel am See:
Der eine ist ein Löwe,
der andre eine Möwe,
der dritte ist ein Reh.


Wer fragt, der ist gerichtet,
hier wird nicht kommentiert,
hier wird an sich gedichtet;
doch fühlst du dich verpflichtet,
erheb sie ins Geviert
und füge dazu den Purzel
von einem Purzelbaum,
und zieh aus dem Ganzen die Wurzel
und träum den Extrakt als Traum.


Dann wirst du die Hasen sehen
im Wiesenwinkel am See,
wie sie auf silbernen Zehen
im Mond sich wunderlich drehen
als Löwe, Möwe und Reh.

 

 

 

Der Lattenzaun

 

Es war einmal ein Lattenzaun,
mit Zwischenraum, hinidurchzuschaun.


Ein Architekt, der dieses sah,
stand eines Abends plötzlich da –


und nahm den Zwischenraum heraus
und baute draus ein großes Haus.


Der Zaun indessen stand ganz dumm,
mit Latten ohne was herum,


Ein Anblick gräßlich und gemein.
Drum zog ihn der Senat auch ein.


Der Architekt jedoch entfloh
nach Afri – od – Ameriko.

 

 

 

 

MORGENSTERN
Christian Morgenstern (6 mei 1871 – 31 maart 1914)

 

De Franse schrijver Gaston Leroux werd geboren op 6 mei 1868 in Parijs Leroux is vooral bekend door The Phantom of the Opera (1910) waarvan verschillende toneelstukken en films bestaan en een afgeleide novelle van de hand van Susan Kay genaamd Phantom. Leroux volgde school in Normandië en studeerde rechten in Parijs waar hij afstudeerde in 1889. Hij leefde breed
met de miljoenen die hij geërfd had tot het geld op was. In 1890 ging hij werken voor L’Echo de Paris als theatercriticus en rechtsverslaggever. Zijn belangrijkste journalistieke werk was echter als internationaal correspondent voor Le Matin. In 1905 was hij aanwezig bij en deed hij verslag over de Russische Revolutie. Vanaf 1907 verliet hij de verslaggeving om zich toe te leggen op het schrijven van fictie. Vanaf 1919 startte hij een eigen filmhuis Cinéromans.

 

 

Uit: The phantom of the opera (vertaald door Lowell Bair)

 

“Is It the Ghost? It was the evening on which MM. Debienne and Poligny, the managers of the Opera, were giving a last gala performance to mark their retirement. Suddenly the dressing-room of La Sorelli, one of the principal dancers, was invaded by half-a-dozen young ladies of the ballet, who had come up from the stage after “dancing” Polyeucte. They rushed in amid great confusion, some giving vent to forced and unnatural laughter, others to cries of terror. Sorelli, who wished to be alone for a moment to “run through” the speech which she was to make to the resigning managers, looked around angrily at the mad and tumultuous crowd. It was little Jammes—the girl with the tip-tilted nose, the forget-me-not eyes, the rose-red cheeks and the lily-white neck and shoulders—who gave the explanation in a trembling voice:
“It’s the ghost!” And she locked the door.”

 

 

Leroux
Gaston Leroux (6 mei 1868 – 15 april 1927)

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver, essayist en vertaler Erich Fried werd geboren op 6 mei 1921 in Wenen. Fried wasnaast Hans Magnus Enzensberger de belangrijkste vertegenwoordiger van de politieke poëzie van na WO II. Hij is ook de belangrijkste vertaler van Shakespeare in het Duits.

Bovendien vertaalde hij werk van T. S. Eliot en Dylan Thomas. Fried bemoeide zich direct met de politiek in zijn tijd. Hij hield lezingen, deed mee aan demonstaties en nam openlijk kritische, linkse posities in.

 

Vorübungen für ein Wunder

 

Vor dem leeren Baugrund
mit geschlossenen Augen warten
bis das alte Haus
wieder dasteht und offen ist

 

Die stillstehende Uhr
so lange ansehen
bis der Sekundenzeiger
sich wieder bewegt

 

An dich denken
bis die Liebe
zu dir
wieder glücklich sein darf

 

Das Wiedererwecken
von Toten
ist dann
ganz einfach

 

 

 

Zu guter Letzt

 

Als Kind wußte ich:
Jeder Schmetterling
den ich rette
Jede Schnecke
und jede Spinne
und jede Mücke
jeder Ohrwurm
und jeder Regenwurm
wird kommen und weinen
wenn ich begraben werde

 

Einmal von mir gerettet
muß keines mehr sterben
Alle werden sie kommen
zu meinem Begräbnis

 

Als ich dann groß wurde
erkannte ich:
Das ist Unsinn
Keines wird kommen
ich überlebe sie alle

 

Jetzt im Alter
frage ich: Wenn ich sie aber
rette bis ganz zuletzt
kommen doch vielleicht zwei oder drei?

 

 

 

Fried
Erich Fried (6 mei 1921 – 22 november 1988)

 

De Franse schrijfster Marie-Aude Murail werd geboren op 6 mei 1954 in Le Havre. Zij stamt uit een familie van schrijvers. Ook haar broer Lorris Murail is schrijver en haar vader Gérard Murail is dichter. Murail studeerde filosofie aan de Sorbonne. Zij een in een in Frankrijk uiterst succesvolle schrijfster van, voornamelijk, jeugdboeken. Zij schrijft echter ook essays, columns en verhalen.

 

Uit: Simple (Duitse vertaling)

 

Auch Colbert war den ganzen Vormittag gestresst.Wie sollte er seinen Bruder vorstellen? Würde er ihn reden lassen?

»Hast du dir die Hände gewaschen? «Simpel hielt sie jetzt zum zehnten Mal unters Wasser. Die Nervosität seines Bruders verschreckte ihn. »Okay. Und du nimmst deinen Verolver nicht mit, verstanden?«

»Ich hab mein Messer.«

Colbert sah ihn mit noch düstererem Blick an als gewöhnlich.

»Hannihösöhaseheem«, stammelte Simpel.

»Was?«

Simpel stellte sich auf die Zehenspitzen und flüsterte seinem Bruder ins Ohr: »Kann ich Monsieur

Hasehase mitnehmen?«

Er flehte. Colbert zögerte, dann dachte er an die Wirkung, die das Auftauchen des Hasen hervor-

gerufen hatte und entschied klar:

»Du lässt ihn hier.«

Als sie aufbrachen, suchte er jedoch sein neues Handy, und Simpel nutzte die Gelegenheit, um

Monsieur Hasehase in seine Tasche zu stopfen.

»Warum hab ich denn kein Tefelon?«, fragte er mit ganz unschuldigem Gesicht.

»Weil du meins kaputt gemacht hast.«

»Warum hab ich dein Tefelon kaputt gemacht?«

»Weil du bescheuert bist.«

»Oh, oh …«

»Ja, ja, böses Wort!« Colbert wurde hysterisch.

Die WG war nur zwei Straßenecken entfernt.

»Ich drück den Knopf, ich bin’s!«, rief Simpel vor der Sprechanlage an der Haustür.Sein Bruder schnappte ihn an der Jacke. »Jetzt hör mir mal zu. Entweder verhältst du dich ruhig, oder ich schicke dich nach Malicroix zurück.«

Simpel wurde bleich, und Colbert bekam augenblicklich Gewissensbisse. Er drückte die Klingel,

neben der WG stand.“

 

 

Murail
Marie-Aude Murail (Le Havre, 6 mei 1954)