Garcia Lorca en Thomas Kling

De homoseksuele dichter en toneelschrijver Federico Garcia Lorca (1898-1936) wordt door velen beschouwd als de belangrijkste Spaanse schrijver van de twintigste eeuw.
Lorca experimenteerde door het kubisme en het surrealisme te introduceren in de literatuur.
Aan het leven van Federico Garcia Lorca kwam tijdens de Spaanse burgeroorlog een einde.
De fascisten waren niet erg gecharmeerd van Lorca’s politieke denkbeelden en openlijke homoseksualiteit. Lorca werd gedood tijdens een massa-executie in het kleine stadje Viznar. Hij werd begraven in een anoniem graf.

Frederico Garcia Lorca groeide op in de ruige omgeving van Fuente Vaqueros en Asquerosa in Andalusië waar zijn vader een bloeiend boerenbedrijf dreef. Later verhuisde de familie naar Granada, waar Lorca in aanraking kwam met de kunsten. Vanaf 1919 verbleef de dichter een gedeelte van het jaar in Madrid. In de Spaanse hoofdstad maakte hij kennis met belangrijke kunstenaars als Salvador Dali en de cineast Luis Buñuel. De eerste gedichten ontstonden tijdens zijn rechtenstudie en werden gepubliceerd in “Libro de poemas” (1921). Het eerste toneelwerk “El maleficio de la mariposa” (1921) werd een grote flop.

Latere werken als Romancero gitano (1929) en “Poema del cante jondo” (1933) vestigden zijn naam als dichter. In beide boeken spelen het landschap en de folklore van zijn geboortestreek Andalusië een grote rol. Ook als toneelschrijver was Lorca invloedrijk. Zijn belangrijkste werken zijn: “Bodas de sangre” (1933), “Yerma” (1933) en “La casa de Bernarda Alba” (1936).

 

Afwezige ziel

 

De stier kent je niet noch de vijgenboom,
de paarden niet, noch de mieren in je huis.
Het kind kent je niet noch het middaguur

Want je bent dood voor altijd.

 

De rug van je grafsteen kent je niet,
noch het zwarte satijn waarin je verpulvert.
Je verstomde herinnering kent je niet
want je bent dood voor altijd.

 

Straks komt de herfst met zijn hoorngeschal,
druiventrossen in nevellicht en bergen dicht bijeen,
maar niemand zal je ogen willen zien
want je bent dood voor altijd.

 

Want je bent dood voor altijd
zoals alle doden van de Aarde,
zoals alle doden die vergeten zijn
als honden op een vaalt, vergaan.

 

Geen mens die je kent. Niet een. Maar ik bezing je.
Ik bezing je slanke figuur en je gracie voor later.
De onvolprezen rijpheid van je inzicht.
Je hunker naar de dood en de smaak van zijn mond.
De droefheid in je vreugde en je moed.

 

Lang duurt het voor geboren wordt, als het gebeurt,
een Andalusiër, zo beroemd en rijk aan avonturen.
Ik eer zijn elegantie met mijn klagend zingen
En ik gedenk een droeve bries die door olijfhout waait.  

 

De Profundis

Los cien enamorados

duermen para siempre

bajo la tierra seca.

Andalucía tiene

largos caminos rojos.

Córdoba, olivos verdes

donde poner cien cruces

que los recuerden.

Los cien enamorados

duermen para siempre.

(Poema del Cante Jondo, Madrid, 1931)

 

 

De Profundis

De honderd gelieven

zijn eeuwig ingeslapen

onder de dorre aarde.

Lange rode paden

gaan door Andalusië.

Córdoba heeft groene gaarden

vol olijfbomen om kruizen

ter herinnering te plaatsen.

De honderd gelieven

zijn eeuwig ingeslapen.

 

(Uit: Federico García Lorca, Voor duizend verliefden van hart, De mooiste liefdesgedichten, gekozen en vertaald door Barber van de Pol, uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1999)  

 

Federico García Lorca (5 juni 1898 – 19 augustus 1936) 

 

De Duitse Dichter en essayist Thomas Kling werd op 5 juni 1957 in Bingen geboren. Hij woonde na een tijd in Düsseldorf, Wenen, Finland en Keulen tot slot in de omgeving van Neuss. Behalve zijn eigen dichtbundels publiceerde hij vertalingen van Catullus en was hij uitgever van de bloemlezing Sprachspeicher. 200 Gedichte auf deutsch vom achten bis zum zwanzigsten Jahrhundert (2001). Toen Thomas Kling aan longkanker stierf op 1 april 2005, 47 jaar oud, had hij zich een naam verworven als een van de belangrijkste moderne Duitse dichters.

 

Mailand. Ambrosianische Litanei 1

die erste tafel der legende.

die stadt und ihr himmel:

einer stahlplatte gesang.

 

auf der zweiten tafel, aussenraum und innenraum,

ist ein gitter vor die heilige geleget,

das stellt ihr gefängnis vor.

und ein kompakter, untersetzter bär

verteidigt den raum ihrer unschuld.

 

der himmel drückender.

bedrückender gesang. ein hitziges martyrium!

der weißgoldhimmel lastet auf der stadt.

die räume. im himmel:

mailands hochfinanz.

mailand, die junge frau und ihre vergewaltiger:

zwischen sie stellt sich der bär und

fällt die bunten schergen an.

 

die dritte tafel: hier

erreicht die draußen hingerichtete – die

lag da einfach so, herr komissar –

den himmel mailands. sie erreicht hier

mailands harten himmel.  

 

Actaeon 5

funde von bildchen am rand, die ramponierten idole.

verlautbarungen aus der idyllenanstalt. bildfunken eines

angeschlagenen römischen reliefs, gewaltdarstellung.

 

hier hat natur in abgelegenem gelände ein kunstwerk

hingeklotzt. Dianas täuschend echte badegrotte, aus der,

durchsichtig bis zum grund, die quelle klingelt, plot.

 

wo D., nackt, von A. ertappt, nicht lange fackelt, wenig

worte macht: was mit tabubruch, poren, haarigem tod.

rasant führt das zu sprachverlust, hirschzellen, hornschwer

 

wird sein kopf. ein röhren-echo, keine stille, da bis zum

schluß ja dieser hirschprojektor schnurrt. dann riß. antike,

beschleunigt, als jagdstück. wie schlafstörungen das licht.

 

kling

Thomas Kling (5 juni 1957 – 1 april 2005)