De Amerikaanse schrijver Richard Preston werd geboren op 5 augustus 1954 in Cambridge, Massachusetts. Hij studeerde aan Pomona College in Claremont en studeerde summa cum laude af in Engels. Aansluitend studeerde hij aan Princeton University waar hij zijn doctorsbul in filosofie haalde.
Uit: The Wild Trees
“One day in the middle of October 1987, a baby-blue Honda Civic with Alaska license plates, a battered relic of the seventies, sped along the Oregon Coast Highway, moving south on the headlands. Below the road, surf broke around sea stacks, filling the air with haze. The car turned into a deserted parking lot near a beach and stopped.
A solid-looking young man got out from the driver’s side. He had brown hair that was going prematurely gray, and he wore gold-rimmed spectacles, which gave him an intellectual look. His name was Marwood Harris, and he was a senior at Reed College, in Portland, majoring in English and history. He walked off to the side of the parking lot and unzipped his fly. There was a splashing sound.
Meanwhile, thin, somewhat tall young man emerged from the passenger side of the car. He had a bony face, brown eyes, a mop of sun- streaked brown hair, and he wore a pair of bird-watching binoculars around his neck. T. Scott Sillett was a junior at the University of Arizona, twenty-one years old, visiting Oregon during fall break. He took up his binoculars and began to study a flock of shorebirds running along the surf.
The interior of the Honda Civic was made of blue vinyl, and the back seat was piled with camping gear that pressed up against the windows. The pile of stuff moved and a leg emerged, followed by a curse, and a third young man struggled out and stood up. “Mardiddy, this car of yours is going to be the death of us all,” he said to Marwood Harris. He was Stephen C. Sillett, the younger brother of Scott Sillett. Steve Sillett was nineteen and a junior at Reed College, majoring in biology. He was shorter and more muscular than his older brother.
Richard Preston (Cambridge, 5 augustus 1954)
De Nicaraguaanse schrijver en politicus.Sergio Ramírez Mercado werd geboren in Masatepe op 5 augustus 1942. In 1960 ging Ramírez rechten studeren aan de Universidad Nacional Autónoma de Nicaragua in Léon. In dat zelfde jaar was hij een van de oprichters van het tijdschrift Ventana, samen met Fernando Gordillo stond hij aan de wieg van de schrijversbeweging met die naam.
In 1963 kwam zijn eerste boek uit, Cuentas (verhalen). In 1964 studeerde hij af als advocaat, hij ontving een prijs voor de beste leerling van dat jaar. In 1977 voerde hij de “grupo de los Doce”, de groep van twaalf aan, een groep van intellectuelen, ondernemers en priesters die het FSLN, het Frente Sandinista de Liberación Nacional, steunden in hun strijd tegen de Nicaraguaanse dictator Somoza. In 1979, na de overwinning van de Sandinisten, trad Ramírez toe tot de tijdelijke regering, het Comité van Nationale Wederopbouw. Van 1990 tot 1995 zat Ramírez in het Nicaraguaanse parlement als fractievoorzitter van de delegatie van het FSLN. In 1995 kwamen de verschillen van inzicht tussen Ramírez en de leiding van het FSLN naar boven, met name op het vlak van de democratisering liepen de meningen uiteen. In 1995 richtte Ramírez de Movimiento de Renovación Sandinista (MRS), voor welke hij in 1996 presidentskandidaat was. Na een mislukte verkiezing trok hij zich terug uit de politiek
Uit: Hatful of Tigers
“Why, just now, a waxed floor, the secretaries’ heels clicking on the shiny boards that give off the sweetish smell of wax, and the constant patter of raindrops? The country house on the hill of San Pedro de Montes de Oca, with its countless passageways, staircases, nooks; the offices, each with its window looking out on the rain, the easy chairs upholstered in gray vinyl, my desk at the end of a dark hallway, and on my desk, among folders and regional documents of the Central American Superior University Council (CSUCA), the Argentine edition of Bestiary, brought to me from Buenos Aires by that Salvadoran friend who in those days aspired to be a cronopio but later turned into the worst kind of company man and wound up as Minister of Justice under General Molina.
Recently arrived in San José from the University of León, I was just emerging from my first methodical reading of Borges, convinced, as I closed each of those paperback volumes edited by Emece, that there was no experimental path to perfection other than perfection itself, that writing was nothing more than the linking of impeccable periodic sentences one after the other, by the magician with his hat full of snow-white rabbits.”
Sergio Ramírez (Masatepe, 5 augustus 1942)
De Amerikaanse schrijver en dichter Conrad Potter Aiken werd geboren in Savannah, Georgia op 5 augustus 1889. Hij was elf jaar toen zijn vader zijn moeder vermoordde en daarna zichzelf, vanwege geldproblemen in de
familie. Sommige verslagen van het gebeurde melden dat Aiken getuige was van de moorden, andere dat hij alleen de lichamen vond. Hij werd opgevoed door een oudtante, bezocht privéscholen en Harvard University. De invloed van het symbolisme op Aiken was groot, vooral in zijn vroege werk. Tot zijn dichtbundels behoren Earth Triumphant (1911), The Charnel Rose (1918), en. And In the Hanging Gardens (1933).
Chance meetings
In the mazes of loitering people, the watchful and furtive,
The shadows of tree-trunks and shadows of leaves,
In the drowse of the sunlight, among the low voices,
I suddenly face you,
Your dark eyes return for a space from her who is with you,
They shine into mine with a sunlit desire,
They say an ‘I love you, what star do you live on?’
They smile and then darken,
And silent, I answer ‘You too–I have known you,–I love you!–‘
And the shadows of tree-trunks and shadows of leaves
Interlace with low voices and footsteps and sunlight
To divide us forever.
All Lovely Things
All lovely things will have an ending,
All lovely things will fade and die,
And youth, that’s now so bravely spending,
Will beg a penny by and by.
Fine ladies soon are all forgotten,
And goldenrod is dust when dead,
The sweetest flesh and flowers are rotten
And cobwebs tent the brightest head.
Come back, true love! Sweet youth, return!—
But time goes on, and will, unheeding,
Though hands will reach, and eyes will yearn,
And the wild days set true hearts bleeding.
Come back, true love! Sweet youth, remain!—
But goldenrod and daisies wither,
And over them blows autumn rain,
They pass, they pass, and know not whither.
Conrad Aiken (5 augustus 1889 – 17 augustus 1973)
De Amerikaanse dichter, schrijver, essayist en criticus Wendell Berry werd geboren op 5 augustus 1934 in Henry County, Kentucky. Berry schreef meer dan vijfentwintig dichtbundels, zestien essaybundels en elf romans en verhalenbundels. Hij schrijft in de overtuiging dat zijn werk geworteld dient te zijn in de plaats waar iemand leeft.
What We Need Is Here
Geese appear high over us,
pass, and the sky closes. Abandon,
as in love or sleep, holds
them to their way, clear
in the ancient faith: what we need
is here. And we pray, not
for new earth or heaven, but to be
quiet in heart, and in eye,
clear. What we need is here.
The Silence
Though the air is full of singing
my head is loud
with the labor of words.
Though the season is rich
with fruit, my tongue
hungers for the sweet of speech.
Though the beech is golden
I cannot stand beside it
mute, but must say
“It is golden,” while the leaves
stir and fall with a sound
that is not a name.
It is in the silence
that my hope is, and my aim.
A song whose lines
I cannot make or sing
sounds men’s silence
like a root. Let me say
and not mourn: the world
lives in the death of speech
and sings there
Wendell Berry (Henry County, 5 augustus 1934)
De Duitse dichter en schrijver Christian Wagner werd geboren op 5 augustus 1835 in Warmbronn. De zoon van een timmerman / keuterboer werkte op de boerderij van zijn vader die hij na diens dood overnam. In de jaren 1871 tot 1885 werkte hij in de winter als dagloner en houthakker. In 1870 stierf zijn eerste vrouw, in 1892 zijn tweede. Met beiden had hij vier kinderen, maar die uit het eerste huwelijk stierven ook allemaal al als zuigeling. Bovenregionale bekendheid kreeg de boerendichter door de in 1913 in München verschenen bundel Gedichte die Hermann Hesse uitgaf en van een voorwoord voorzag. Geïnspireerd door het boeddhisme en het brahmanisme staat in zijn denken het atomisme en de zielsverhuizing centraal.
Uit: Eigenbrötler und Kienleute
„In meiner Jugendzeit, das ist in den vierziger und fünfziger Jahren des vorigen Jahrhunderts, waren mehrere hier; vier, fünf, sechs ledige Geschwister die, nachdem ihre Eltern gestorben waren, beieinander blieben und einen gemeinschaftlichen Haushalt führten.
Da waren zunächst des Fritzejakobles. Das waren neun, wovon sich jedoch drei noch verheirateten. Der Fritz, ich kann ihn mir gar nicht anders vorstellen als in gelben Lederhosen im Hof stehend, oder auch den Pflug regierend auf einem Acker, nie anders als mit selbstzufriedenem Lächeln auf dem glatten Gesicht. Er als der Älteste beanspruchte und genoß auch väterliche Gewalt. Dann kam der Hannes, auf den ich später zurückzukommen gedenke, ein Philipp und ein Christian. Dann drei Schwestern: s’ Meile, Luise und Christine. Auch das räudige Schaf fehlte nicht: Es war dies ein Schneider, der lange in der Schweiz gewesen, in Genf und Zürich atheistische Lehren, revolutionäre Ideen in sich aufgenommen hatte und der Milch frommer Denkart, den Anschauungen der Heimat entfremdet worden war Wenn er einmal bei seinen Wanderfahrten auf einige Tage bei ihnen einkehrte, wurde er in ein Kämmerlein eingewiesen, das er wie ein Pestkranker nicht verlassen durfte. Zuletzt sägten sie ihm, um ihm das Wiederkommen ganz zu entleiden, die Stollen seiner Bettlade ab.“
Christian Wagner (5 augustus 1835 – 15 februari 1918)
De Franse schrijver Guy de Maupassant is geboren op 5 augustus 1850 in kasteel Miromesnil bij Dieppe. Zie ook mijn blog van 5 augustus 2006.
Uit: Boule de suif
Pendant plusieurs jours de suite des lambeaux d’armée en déroute avaient traversé la ville. Ce n’était point de la troupe, mais des hordes débandées. Les hommes avaient la barbe longue et sale, des uniformes en guenilles, et ils avançaient d’une allure molle, sans drapeau, sans régiment. Tous semblaient accablés, éreintés, incapables d’une pensée ou d’une résolution, marchant seulement par habitude, et tombant de fatigue sitôt qu’ils s’arrêtaient. On voyait surtout des mobilisés, gens pacifiques, rentiers tranquilles, pliant sous le poids du fusil; des petits moblots alertes, faciles à l’épouvante et prompts à l’enthousiasme, prêts à l’attaque comme à la fuite; puis, au milieu d’eux, quelques culottes rouges, débris d’une division moulue dans une grande bataille; des artilleurs sombres alignés avec ces fantassins divers; et, parfois, le casque brillant d’un dragon au pied pesant qui suivait avec peine la marche plus l
gère des lignards.
Des légions de francs-tireurs aux appellations héroïques: “les Vengeurs de la défaite – les Citoyens de la tombe – les Partageurs de la mort” – passaient à leur tour, avec des airs de bandits.
Leurs chefs, anciens commerçants en drap ou en graines, ex-marchands de suif ou de savon, guerriers de circonstance, nommés officiers pour leurs écus ou la longueur de leurs moustaches, couverts d’armes, de flanelle et de galons, parlaient d’une voix retentissante, discutaient plans de campagne , et prétendaient soutenir seuls la France agonisante sur leurs épaules de fanfarons; mais ils redoutaient parfois leurs propres soldats, gens de sac et de corde, souvent braves à outrance, pillards et débauchés.
Les Prussiens allaient entrer dans Rouen, disait-on.
La Garde nationale qui, depuis deux mois, faisait des reconnaissances très prudentes dans les bois voisins, fusillant parfois ses propres sentinelles, et se préparant au combat quand un petit lapin remuait sous des broussailles, était rentrée dans ses foyers. Ses armes, ses uniformes, tout son attirail meurtrier, dont elle épouvantait naguère les bornes des routes nationales à trois lieues à la ronde, avaient subitement disparu.”
Guy de Maupassant (5 augustus 1850 – 6 juli 1893)
De Amerikaanse dichter Ron Silliman werd geboren op 5 augustus 1946 in Pasco, Washington. Tussen 1979 en 2004 schreef Silliman een enkel gedicht: The Alphabet. Nu schrijft hij aan een nieuw gedicht: Universe. Silliman ziet zijn poezie als deel van een enkel gedicht of levenswerk dat hij Ketjak noemt. Ketjak is ook de naam van het eerste gedicht van The Age of Huts. Als en wanneer het complete werk voltooid is zal het bestaan uit The Age of Huts (1974-1980), Tjanting (1979-1981), The Alphabet (1979-2004), and Universe (2005- ).
Uit: You
XIX
Moment in which I realize I’m not wearing my glasses. Old stone
house. Blue plastic wrap of the New York Times. Impact of red
wine on white fur of the dog. Sunrise.
Poem as gradual as weather. Hotel art (pseudo-Hoffman softened,
retro-Rothko as filigree in pastel). What Trenton makes, the world
takes. What Nixon knew when Nixon knew it.
First compulsive songbird, pre-dawn, abruptly halts. The air
conditioner is constant (unnoticed but never silent). You can hear
the electricity in lightbulbs, faint crackling. Motivation: man in hotel
conference room throws football to the sales reps.
Too bleary to imagine. How the river carves the city (lost at night,
trying to find my way across). Dog leaps for the stick, her own
ballet, then loses interest, wanders off to sniff the grass. History as
a function of curiosity.
Of the forbidden, my three-year-old says “That makes me sad.”
Impossible to discern the ice from the shards of broken glass. A
table of contents from which I’ve been omitted. Room in which
toupees outnumber beards. The firestorm sweeps left across the
screen: we only imagine the men, women and children inside. I’m
walking in a world you cannot imagine, having died so long ago.
Dream of real estate. Amato’s tomatoes. The sun emerges
gradually through the woods. (The son emerges gradually through
the woods.) The present has not become a perfect copy, but
rather an uneditable one. The boat sinks rapidly in the text. Try to
capture the shape and impact of your cheekbones in words.
From an airplane, the spokes of suburban mall (this one in
Princeton is T-shaped) are indistinguishable from those of a
minimum security prison but for the immense parking lot. But for.
When the hard drive on the PC that controls the security system
crashes, every fire door in the hotel–each held open by electrically
controlled magnets–slams shut. Cardinals will take some getting
used to. Dark-toned palette of The X-Files.
Ron Silliman (Pasco, 5 augustus 1946)