Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange

De Nederlandse schrijfster en journaliste Marga Minco, pseudoniem van Sara Minco, werd geboren in Ginneken op 31 maart 1920. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008. en ook mijn blog van 31 maart 2009 en ook mijn blog van 31 maart 2010.

 

Uit: Rose schuimpjes

 

‘Mag ik een ons schuimpjes?’ vroeg hij.

‘Hebt u een vergunning?’ vroeg het meisje achter de toonbank.

‘Nee,’ zei hij.

‘Dan gaat ’t niet, dat weet u.’

‘Wilt u ze mij niet zó verkopen?’ Hij bracht zijn gezicht iets dichter bij het hare.

‘Ik kijk wel uit. Mij te riskant. Mag ’t niet iets anders wezen? Ik heb verse boterbiesjes, kletskoppen, kano’s, spritsen, macarons…’

‘Het klinkt heel smakelijk allemaal, maar ik kom voor schuimpjes.’

‘Meneer, ik mag ’t niet doen.’ Ze keek over zijn schouder alsof ze de volgende klant wilde helpen. Maar er was verder niemand in de winkel.

Hij bleef staan en boog zich nog wat meer naar haar toe. ‘Wilt u voor deze keer niet eens over uw hart strijken?’

‘Ik heb alleen rose schuimpjes,’ zei ze.

‘Dat komt goed uit. Die wou ik net hebben.’ Hij zette zijn tas voor haar neer, deed hem open en liet haar een koffieblik zien, waarvan hij het deksel afnam. ‘Als u ze hier in doet, kraait er geen haan naar.’

‘Vooruit dan maar.’ Het meisje zuchtte. ‘Voor deze ene keer wil ik ze u wel klandestien verkopen. Maar zegt u in godsnaam nooit tegen iemand dat u ze van mij hebt.’ Ze bukte zich achter de toonbank, zodat hij alleen nog haar rug zag met de gekruiste witte schortbanden.

Hij hoorde haar in een trommel scharrelen en hield zijn tas alvast zo ver mogelijk open. Toen ze weer recht stond, deed ze snel het zakje in het blik.

‘Dat is dan tweevijftig,’ zei ze.

‘Pardon?’ Hij schrok. ‘Kost een ons schuimpjes tweevijftig?’

‘Wat wilt u? Zonder vergunning. Denkt u eens aan het risiko dat ik loop.’

Hij knikte. ‘Het is goed,’ zei hij, legde een biljet van een rijksdaalder voor haar neer en verliet de winkel.

Toen hij de tramhalte aan de overkant van de straat had bereikt zag hij een agent langzaam op zich af komen. Gelukkig schoof op dat moment net een lijn 14 langs de vluchtheuvel. Hij holde er naar toe en wist in het gedrang met moeite een plaats te vinden op het achterbalkon. Aan de hand waarmee hij de lus vasthield hing ook zijn tas. Een vrouw vroeg of hij er soms eieren in had zitten, maar hij deed of hij haar niet hoorde. Hij neuriede wat en keek naar buiten. Bij de volgende halte stapte een kontroleur in. Dat beviel hem niet. ‘Nu moeten we onze tassen openmaken,’ dacht hij en terwijl de tram optrok sprong hij er af en holde een zijstraat in, waar hij bedaard verder liep nadat hij had vastgesteld dat niemand hem volgde. Even overwoog hij of hij een taxi naar Francien zou nemen, maar hij zag er van af. De schuimpjes waren al duur genoeg geweest.“

 

 

 

Marga Minco (Ginneken, 31 maart 1920)

Lees verder “Marga Minco, Octavio Paz, Nichita Stănescu, Enrique Vila-Matas, Hartmut Lange”

Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein

De Amerikaanse schrijfster en feministe Marge Piercy werd geboren op 31 maart 1936 in Detroit.  Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008 en ook mijn blog van 31 maart 2009en ook mijn blog van 31 maart 2010.

The Friend

 We sat across the table.
he said, cut off your hands.
they are always poking at things.
they might touch me.
I said yes.

Food grew cold on the table.
he said, burn your body.
it is not clean and smells like sex.
it rubs my mind sore.
I said yes.

I love you, I said.
That’s very nice, he said
I like to be loved,
that makes me happy.
Have you cut off your hands yet?

 

The Cat’s Song

Mine, says the cat, putting out his paw of darkness.
My lover, my friend, my slave, my toy, says
the cat making on your chest his gesture of drawing
milk from his mother’s forgotten breasts.

Let us walk in the woods, says the cat.
I’ll teach you to read the tabloid of scents,
to fade into shadow, wait like a trap, to hunt.
Now I lay this plump warm mouse on your mat.

You feed me, I try to feed you, we are friends,
says the cat, although I am more equal than you.
Can you leap twenty times the height of your body?
Can you run up and down trees? Jump between roofs?

Let us rub our bodies together and talk of touch.
My emotions are pure as salt crystals and as hard.
My lusts glow like my eyes. I sing to you in the mornings
walking round and round your bed and into your face.

Come I will teach you to dance as naturally
as falling asleep and waking and stretching long, long.
I speak greed with my paws and fear with my whiskers.
Envy lashes my tail. Love speaks me entire, a word

of fur. I will teach you to be still as an egg
and to slip like the ghost of wind through the grass.

 

Marge Piercy (Detroit, 31 maart 1936)

 

Lees verder “Marge Piercy, Angela Kreuz, Peter Motte, Judith Rossner, Rob Boudestein”

John Fowles, Andrew Marvell, Edward FitzGerald, Andrew Lang, Robert Brasillach

De Engelse schrijver en essayist John Fowles werd geboren in Leigh-on-Sea (Essex) op 31 maart 1926. Zie ook mijn blog van 31 maart 2007 en ook mijn blog van 31 maart 2008.en ook mijn blog van 31 maart 2009 en ook mijn blog van 31 maart 2010.

 

Uit: The Magus

 

Once upon a time there was a young prince who believed in all things but three. He did not believe in princesses, he did not believe in islands, and he did not believe in God. His father, the king, told him

that such things did not exist. As there were no princesses or islands in his father’s domains, and no sign of God, the prince believed his father.

But then, one day, the prince ran away from his palace and came to the next land. There, to his astonishment, from every coast he saw islands, and on these islands, strange and troubling creatures whom he dared not name. As he was searching for a boat, a man in full evening dress approached him along the shore.

“Are those real islands?” asked the young prince.

“Of course they are real islands,” said the man in evening dress.

“And those strange and troubling creatures?”

“They are all genuine and authentic princesses.”

“Then God must also exist!” cried the young prince.

“I am God,” replied the man in evening dress, with a bow.

The young prince returned home as quickly as he could.

“So, you are back,” said his father, the king.

“I have seen islands, I have seen princesses, I have seen God,” said the prince reproachfully.

The king was unmoved.

“Neither real islands, real princesses nor a real God exist.”

“I saw them!”

“Tell me how God was dressed.”

“God was in full evening dress.”

“Were the sleves of his coat rolled back?”

The prince remembered that they had been. The king smiled.

“That is the uniform of a magician. You have been deceived.”

 

 

John Fowles (31 maart 1926 – 5 november 2005)

 

Lees verder “John Fowles, Andrew Marvell, Edward FitzGerald, Andrew Lang, Robert Brasillach”