Dolce far niente (Amsterdam, Mezrab, verhalen aan het IJ)

Dolce far niente

 

De Iraanse dichter, zanger, acteur en politiek wetenschapper Fereydoun Farrokhzad werd geboren op 7 oktober 1938 Teheran. Farokhzad voltooide de opleiding politieke wetenschappen met een doctoraat in de Bondsrepubliek Duitsland. Hij was de jongere broer van de beroemde Perzische dichteres Forough Farrokhzad. Farokhzad wordt nog steeds beschouwd als een van de meest bekende zangers en entertainers van de moderne Iraanse muziek geschiedenis. Veel sterren van de Iraanse muziek scene van de jaren 1970 bereikten in zijn uitzendingen een grotere bekendheid. In politieke opzicht zette Farokhzad zich in voor een seculiere koers en voor de scheiding tussen staat en religie. Hij pleitte voor het herstel van het Iraanse Keizerrijk op een democratische grondslag en thematiseerde dat, net zo goed als zijn verzet tegen de heersende geestelijken sinds 1979, in politieke strijdliederen. Als criticus van het theocratische regime in Iran vanaf 1979 werd hij op 6 Augustus vermoord in 1992 in zijn huis in Bonn. Fereydoun Farrokhzad werd begraven op de Bonner Nordfriedhof.

 

Atombombe


Sie wollen uns überzeugen,
dass es nur ein weisser Pilz ist –
der mit den Pappeln flüstert.
Oder ein Pfau der gerade sein Rad schlägt.
Aber der weisse Pilz hat schwarze Schatten –
und der junge Pfau trägt giftige Pfeile.
Man kann ein Buch –
über den Kopf halten –
und an Wunder glauben.
Man kann auch wie ein kranker Hund –
unter den Tisch kriechen –
und sich einen besseren Tod wünschen.

 


Mezrab, naast het Wilhelmina Pakhuis, Veemkad

 

Warmates


Warmates, Warmates were human and free
Men and women of pride and simplicity
Had put themselves amongst the nation’s unrest
Warmates, Warmates

Their death cloths, tri color Flag of Iran
In their minds, nothing but a promise and a pact
The pact which would charge them in the battlefield
Warmates, Warmates

They were loaded with the love of nation
They were away from temptations of the spirit and body
They were the green sincerity of “The Word”
Warmates, Warmates

Warmates were the heroes of dignity
All their lives, they have struggled only for one goal
Until they had opened the doors of freedom
Warmates, Warmates

Warmates were like rain drops
Pure and honest, they were Warmates to all lovers
They were the lion and sun of the Iranian Flag
Warmates, Warmates

They have risen up and become martyrs
They have climbed beyond the inferior human needs
They have reached the pure human integrity
Warmates, Warmates

They have risen and died for us
They have died amongst our arms
They have left us the pieces of motherland
Warmates, Warmates

The children who will be born tomorrow
Will know about the story of our Warmates
Will read their names upon the sunshine
Warmates, Warmates

Where are those brave men and women today?
That our being is due to their uprising!
That their hearts are beating inside the Iranian Flag
Warmates, Warmates

Once again we will all gather around
We will speak of our Warmates
We will write in the history and on the sorrow, about our
Warmates, Warmates

Thousands of springs and summers will come and go
Thousands of snows and rains will fall
Masses will once again love “The essence of Love”
By the will of our
Warmates, Warmates ……

 

Vertaald door Ahreeman X

 



Fereydoun
Farrokhzad (7 oktober 1938 – 6 augustus 1992)

 

Zie voor de schrijvers van de 18e augustus ook mijn blog van 18 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Samar Yazbek

De Syrische schrijfster en journaliste Samar Yazbek werd geboren in Jableh op 18 augustus 1970. Zij studeerde Arabische literatuur. Haar werk omvat een breed scala aan genres – romans, korte verhalen, filmscripts, televisie drama’s, film-en tv kritiek. Ze heeft een documentaire gemaakt over de Syrische geleerde Anton Maqdesi. Ook werkte zij mee aan Women of Syria, een feministische e-zine.
Yazbek is een prominente stem in de ondersteuning van de mensenrechten en de rechten van vrouwen in Syrië. Haar debuutroman, genaamd Tiflat as-Sama (Heavenly Girl) behandelde bestaande taboes in de Syrische samenleving. Yazbek is lid van de Alawi gemeenschap, maar is een tegenstander van het regime van haar mede-gelovige president Bashar al-Assad. Ze nam deel aan de protesten in 2011 tegen het regime van Assad, en werd vervolgens vastgehouden door de veiligheidstroepen. Ook werd haat verboden te reizen buiten Syrië. In 2010 werd Yazbek geselecteerd als een van de Beirut39, een groep van 39 Arabische schrijvers onder de leeftijd van 40 jaar, gekozen door middel van een wedstrijd georganiseerd door het Banipal magazine en het Hay Festival. In 2012 werd ze gekozen voor de prestigieuze PEN / Pinter prijs “International writer of courage “, als erkenning voor haar boek A Woman in the Crossfire. Zij werd in hetzelfde jaar ook bekroond met de Zweedse Tucholsky Prijs

 

Uit: Schrei nach Freiheit. Bericht aus dem Inneren der syrischen Revolution

 

(A Woman In The Crossfire, vertaald door Larissa Bender)

“Bei der ersten Zusammenkunft mit dem hohen Offizier war ich vollkommen am Ende, denn zwei der Männer, die mich in dem weißen Auto von zu Hause abgeholt hatten, hatten mir die Augen verbunden, was ich höchst verwunderlich fand. Mir ging durch den Kopf, dass ich niemanden

informiert hatte, und Nawwara war noch immer im Dorf. Ich vermutete, dass meine Verhaftung wohl unmittelbar bevorstehe und dass ich lange im Gefängnis bleiben würde. Dies war in der Zeit, bevor sie auf einer Website des syrischen Geheimdienstes einen Artikel veröffentlichten, in dem sie mich des Agententums und des Verrats bezichtigten.

Ich kam an einen merkwürdigen Ort, vielleicht in Mezzeh, genau wusste ich es nicht, aber plötzlich fand ich mich in einem geräumigen Büro mit dem hohen Offizier wieder. Er musterte mich so angewidert, als hätte er es mit einer verwesten Leiche zu tun. Dann packte er mich derart hart am Handgelenk, dass er mir fast die Hand zerquetschte und meine Haut zu brennen begann, und plötzlich verpasste er mir eine Ohrfeige, die mich zu Boden warf. Er spuckte auf mich herunter und sagte: «Du Miststück!» Meine Augen waren geschlossen, in meinen Ohren vernahm ich ein gellendes Dröhnen. Mir war, als würde mir schwindelig werden, es glich einem Gefühl wie ein Erschauern. Ich stand nicht auf, ich konnte es nicht, obwohl er schrie, ich solle aufstehen, aber ich war nicht dazu in der Lage. Mein Körper war zerbrechlich, mir schwindelte. Was für eine Ironie! Eine einzige Ohrfeige hatte mich zu Boden geworfen!

«Steh auf!», schrie er. Ich rührte mich nicht, ich hielt die Augen geschlossen und dachte bei mir, ich werde nicht aufstehen, soll er doch machen, was er will. Das Messer, das ich normalerweise in meiner Tasche bei mir trage, steckte in meinem Büstenhalter, das gleiche kleine Klappmesser. Ich dachte, ich werde nicht darauf warten, dass er oder irgendjemand anderer mich beleidigt, ich werde mir das Messer ins Herz stoßen.”

 

Samar Yazbek (Jableh, 18 augustus 1970)

In Memoriam Willem G. van Maanen

 

In Memoriam Willem G. van Maanen

 

 

 

De Nederlandse schrijver Willem G. van Maanen is vrijdag op 91-jarige leeftijd overleden. Willem Gustaaf (Willem G.) van Maanen werd geboren in Kampen op 30 september 1920. In 2004 kreeg hij voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huygensprijs. Zie ook mijn blog van 30 september 2011.

 

Uit: De onrustzaaier

 

‘Hoe bevalt het je bij ons?’ vroeg ik [Pilaar], toen het na enige dagen zover was. (…)

‘Goed,’ antwoordde hij [Chris]. ‘Er is hier veel te doen, en ik doe het ook.’

‘Teveel misschien,’ zei ik.

‘Er is mij zelden iets teveel.’

‘Ik bedoel jou niet,’ zei ik, ‘ik bedoel de anderen. Ik heb wel eens de indruk dat je de mensen dingen leert die ze niet aankunnen.’

‘Dat beschouw ik ook als mijn taak,’ zei hij. ‘Ze groeien ervan, en over een tijdje zullen ze het wel aankunnen.’ (…)

‘Over wat je met de kinderen doet zijn we heel tevreden,’ zei ik kalm. Ik was woedend over zijn opmerking, maar liet niets merken. Ik wilde dit gesprek winnen, al wist ik nog niet wat ik wilde bereiken. (…)

‘We zijn heel tevreden over je prestaties als hoofd,’ herhaalde ik. ‘Het hele bestuur, mevrouw Droog inbegrepen.’

‘Dat begrijp ik,’ antwoordde hij zelfverzekerd. ‘Sinds ik hier ben zijn er twaalf leerlingen bijgekomen.’

‘Twaalf apostelen, meester Christus,’ zei ik spottend. ‘Maar ik geloof dat het er elf zijn, als ik me de gegevens van de laatste bestuursvergadering goed herinner.’

‘Wilt u me sparen voor Judas?’ vroeg hij, en hij keek me strak aan. ‘Meneer Pilatus,’ zei hij toen, na een korte stilte.

Hij bracht me in verwarring. Ik wist niet of hij me op de groftse manier beledigde, of dat hij alleen maar een woordspeling op mijn naam maakte, zoals ik op de zijne. En ik weet het nog niet.”

(…)

 

 

“Dat was ons laatste gesprek, want vanmiddag, toen hij voorgoed afscheid kwam nemen, hebben we nauwelijks enkele woorden gewisseld. Niet uit vijandschap, maar omdat er niets meer te zeggen was. Hoewel ik nog zoveel zou willen zeggen. Ik wilde hem zeggen dat hij het goed heeft geprobeerd, maar de mensen hier zijn nog niet klaar voor zijn hervormde ideeën. Ook wilde ik hem zeggen dat ik hem altijd heb bewonderd om zijn strijdlust tegen alles en iedereen. Maar dat is nu te laat, hij is nu weg en heeft die verschrikkelijke rugzak in ieder geval meegenomen.”

 

 

 

Willem G. van Maanen (30 september 1920 – 17 augustus 2012)