Hélène Swarth, Antoine Wauters, Etty Hillesum

 

Dolce far niente

 

 
In Peril door John Atkinson Grimshaw, 1879

 

Winterdag

De wolken dreven wondersnel,
De bomen bogen naar elkaar.
O mannenliefde! o wolkenspel!
Luid sloeg mijn hart, van weemoed zwaar.

Fel blies de kille winterwind
De loverloze lanen door.
‘k Had willen wenen als een kind,
’t Was of die wind mijn hart bevroor.

Toog ooit zo bleek, zo stil een paar,
De wegen langs met droever zin?
Wij gingen zwijgend naast elkaar,
Een troosteloze toekomst in.

 

 
Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)
Gravure door Auguste Tilly, 1889

Lees verder “Hélène Swarth, Antoine Wauters, Etty Hillesum”

Philip Snijder

Onafhankelijk van geboortedata:

De Nederlandse schrijver Philip Snijder werd geboren in Amsterdam in 1956. Hij groeide op in een oude volksbuurt. Snijder studeerde Italiaans en werkte onder andere bij een schoonmaakbedrijf, boekhandel, jeugdhotel, universiteit, café en culturele instelling. Hij publiceerde een paar verhalen over zijn jeugd in het literaire tijdschrift De Tweede Ronde. Deze deels op waargebeurde feiten gebaseerde verhalen heeft hij verwerkt in zijn debuut “Zondagsgeld”, dat genomineerd werd voor de Academica Debutantenprijs en inmiddels elf keer is herdrukt. In 2011 verscheen de roman “Retour Palermo”, in 2012 gevolgd door “Het geschenk”.

Uit: Het geschenk

“Dit was de tweede keer dat ik meeging naar de Valeriuskliniek, en nu alleen met mijn moeder. Mijn vader, om wie het allemaal te doen was, zat thuis voor het raam waar hij zich, voortgestuwd door de op volle toeren draaiende motor van zijn sombere boosheid, wijdde aan de enige activiteit waarmee hij nu zijn dagen vulde: het in zo hoog mogelijk tempo draaien en oproken van zware sjekkies. Hij wist niets van deze missie van mijn moeder en mij.
Ook toen hij enige maanden geleden in de Valerius moest verschijnen voor een van zijn onderzoeken, had ik een keer, net zo vervuld van weerzin en gêne als nu, aan een plastic lus in de tram gehangen. Toen maakten we de tocht vanaf het Centraal Station met z’n drieën. En ook al waren er vrije zitplaatsen genoeg, en wees mijn moeder me die even nadrukkelijk als onnodig aan, ik bleef staan. Tijdens het rijden was ik, veinzend mijn evenwicht te verliezen bij het afremmen of optrekken, steeds van de ene lus naar de andere verschoven, om zo de afstand tussen mijn zittende ouders en mij onopgemerkt te vergroten. Terwijl ik uit het raam bleef kijken lukte het me zo ver van ze vandaan te komen dat ze me niet meer konden aanspreken. Met mijn rug naar ze toe had ik het zo tot in Oud-Zuid volgehouden.
Deze middag in de lente was het veel drukker in de tram, en zou mijn moeder het feit dat ik niet tegenover haar ging zitten maar bleef staan, zeker interpreteren als een bewijs van de hoffelijkheid van haar puberzoon, die met zijn jonge lijf geen van de schaarse zitplaatsen wenste in te nemen. Dat zouden ook die mensen eens moeten opmerken die altijd met gefronste blik keken naar zijn wild uitgegroeide lokken en zijn eigenhandig gebleekte en van rafels voorziene spijkerkleding, wist ik dat mijn moeder dacht. Over haar getoupeerde kapsel heen keek ik naar de voorbijschuivende gevels. Ik slaagde er uiteindelijk in haar buiten mijn gezichtsveld te krijgen, al bleef ze door de sterke geur van haarlak, lippenstift en poeder die van haar hoofd opsteeg, hardnekkig onder me aanwezig.
‘… even rustig praten met de dokter…’ En: ‘… beter nog niet tegen uw man zeggen…’ Zo luidde de samenvatting van het telefoongesprek met de assistente van de neuroloog, mij door mijn moeder een dag eerder fluisterend voorgelegd.

 
Philip Snijder (Amsterdam, 1956)

Maud Vanhauwaert

De Vlaamse dichteres en schrijfster Maud Vanhauwaert werd op 15 januari 1984 geboren in Veurne. Ze heeft een tweelingzus genaamd Julie. Aan de lokale muziekacademie volgde Vanhauwaert de cursussen dictie en voordracht. Vanhauwaert studeerde Woordkunst en Taal- en Letterkunde, en volgde daarna de master Meertalige Professionele Communicatie. Ze behaalde een master-diploma Taal en Letterkunde aan de Universiteit van Antwerpen en een master-diploma Drama aan het Conservatorium van Antwerpen. Zij kreeg als dichteres voor het eerst bekendheid binnen het Poetry Slam circuit. Vanhauwaert won de Noorderzlam te Groningen en de Poetry Slam op het Antwerpse literatuurfestival Zuiderzinnen. In 2010 won zij de text-on-stage wedstrijd Frappant TXT. In 2014 debuteerde Vanhauwaert met haar one-woman-theatershow ‘Die Dramatische Pose (werktitel)’. n 2011 debuteerde zij als dichters met de poëziebundel ‘Ik ben mogelijk’. Voor deze bundel ontving zij de Vrouw Debuut Prijs. In 2012 deed Vanhauwaert nogmaals mee aan de Belgische kampioenschappen Poetry Slam. Dit keer won ze. Ze behaalde de finales van het Wereldkampioen Poetry Slam. Ook stond ze als finaliste op het Leids Cabaret Festival (2014).

*

Jonge mensen die zwijgen
slappe ballen onder een stijve
lage slingers bij een verjaardagsfeest
waar zijn de moeders
die vragen hoe het is geweest

in deze stad waarin ze met moeite de maand neertelt
het aangeraden gebak, zonnebrillen metallisch groen
van keverschilden, vraagt ze: ik ben alleen

en hoewel de lucht zalmroze
we vrijelijk kunnen spreken dus van luchtroze zalm
zeg ik domweg ja, de stad is steeds

en dan de putjes in haar lach
alsof in elke wang een nietje zat

 

*

Het was zomer en we wisten niet wat doen
de stenen herinnerden zich
de regen van de dag
de bliksem flitste ons.

Iemand riep iets in de verte
en nog iemand deed hetzelfde.
Vergeten wordt nooit voltooid,
heeft ze gezegd.

Toen haalde ze zichzelf uit de kleren
een flauwgevallen hoopje met haar geur erin.
Ik wilde een laken over haar heen
haar ontwapend zien durfde ik niet aan.

Bang dat ze zou afvallen, blad na blad,
ze houdt van mij/ ze houdt van mij
om vormeloos te liggen als ze uit mij stapt
vroeg ik niet of ik eens om haar mocht.

Maar wanneer ook zij eindelijk
vergeten was wat zeggen
en we in twee hoge komma’s lagen
wachtend op een zin
met dieprood gefrons, zomergraan
tempelhoven
nam ze in mij de bocht
en haalde ik haar langzaam aan.

 
Maud Vanhauwaert (Veurne, 15 januari 1984)