Dolce far niente, Israël Querido, Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Martijn Simons

Dolce far niente

 

 
Brouwersgracht, Jordaan, tegenwoordig

 

Uit: De Jordaan: Amsterdamsch epos

“- Ze bescholden en teisterden elkaar en konden toch noóit zonder elkaar. Het jonge volk had de meest zorgelooze pret. Schuine pet, roode of geruite stropdas en spuuglok, ontmoetten blooten kop, fluweelen jak en baaien rok, en niet één zou hebben willen ruilen voor meheertjes met branieboorden of medammetjes met platheupen. Ze bevochtigden hun woeste of zinlijk-tartende gesprekken met zuursap van augurken, of bezogen ijswafels, en in geen stad ter wereld knauwden de kerels en jongens hun wijven en meisjes zóó wreed en beulig als in den Jordaan, in opzichtige luidruchtigheid en schaamteloos kabaal. Zelfs het liefde-gestoei der jongens was één lomp-neerploffend, zinnelijk-hardhandig gebof op borsten en dijen, hoofden en armen der meiden. En over al het geminnekoos en het wreed gebeuk werd nágebabbeld. – Ook Neeltjes nerinkje was beruchte verzamelplaats voor buurpraat en voor overden-hekel-halerij. –
– Juyst!…. schoot met opgewonden stem een garnalen-pelster uit, nauw merkende dat Neel haar een pond rijst in de handen had geduwd…. d’r mèn hep ’n tèk fèn ’t lireum,…. Kris Hàrdebol is ‘r ’n draugie bei…. sau’n nèthèls….
Er gloeide weer kwaadsprekende hittigheid in haar zinnen. Haar dikke, doorsproetelde huid verplooide bij de neerzinkende mondhoeken viezige trekjes; trekjes van weerzin en wantrouwelijkheid.
– Nou maàde…. ik set de spèt…. as maàn keirel komp en hèi fint me nie, kraàg ik de duufel op ’n printje…. aju!
Een wit-jak sprong haastig den winkel uit. Allen hadden wat ze wilden, maar plakken deden ze toch.”

 
Israël Querido (1 oktober 1872 – 5 augustus 1932)
Brouwersgracht, vroeger

Lees verder “Dolce far niente, Israël Querido, Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Martijn Simons”