Dolce far niente, Robert Frost, Remco Campert, Malcolm Lowry, Gerard Manley Hopkins

 

Dolce far niente

 

 
Evening After a Storm door Frederic Edwin Church, 1849

 

 

A Line-Storm Song

The line-storm clouds fly tattered and swift,
The road is forlorn all day,
Where a myriad snowy quartz stones lift,
And the hoof-prints vanish away.
The roadside flowers, too wet for the bee,
Expend their bloom in vain.
Come over the hills and far with me,
And be my love in the rain.

The birds have less to say for themselves
In the wood-world’s torn despair
Than now these numberless years the elves,
Although they are no less there:
All song of the woods is crushed like some
Wild, easily shattered rose.
Come, be my love in the wet woods; come,
Where the boughs rain when it blows.

There is the gale to urge behind
And bruit our singing down,
And the shallow waters aflutter with wind
From which to gather your gown.
What matter if we go clear to the west,
And come not through dry-shod?
For wilding brooch shall wet your breast
The rain-fresh goldenrod.

Oh, never this whelming east wind swells
But it seems like the sea’s return
To the ancient lands where it left the shells
Before the age of the fern;
And it seems like the time when after doubt
Our love came back amain.
Oh, come forth into the storm and rout
And be my love in the rain.

 

 
Robert Frost (26 maart 1874 – 29 januari 1963)
San Francisco, Market Street door Thomas Kinkade, z.j.
Robert Frost werd geboren in San Francisco.

Lees verder “Dolce far niente, Robert Frost, Remco Campert, Malcolm Lowry, Gerard Manley Hopkins”

In Memoriam Sybren Polet

 

In Memoriam Sybren Polet

De Nederlandse dichter en schrijver Sybren Polet is op 19 juli op 91-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn uitgeverij vandaag bekend gemaakt. Sybren Polet (pseudoniem van Sybe Minnema) werd geboren in Kampen op 19 juni 1924. Zie ook alle tags voor Sybren Polet op dit blog.

 

Stopwoord

Ik vond een oorschelp in de grond
om aan te luisteren.
ik luisterde en vond
drie takken taal
een drietakttaal voor één gedicht.
daar is geen zin mee te verrichten.
ik stop dat oor maar met een stopwoord dicht.

 

 

Ruimteroes

De serene lucht, een en al ademlucht.
Je voelt je – opgelucht – ál abstracter worden,
een vrijzwevende doorluchtige geest,
bevrijd
Van beeldgedachten en lichtdromen,
zelfs
zonder het minste besef van afwezigheden.

Ruimte als lichte roes.
Ergens een licht vermoeden?

Ergens, oneindig ver weg,
een even opflikkerend
en snel vervluchtigend ik-vermoeden?

Ruimte als lichte roes,
de roes van een grensloze open ruimte.

 

 

Laatste sneeuw van de eeuw

Waar is de eeuwige sneeuw van weleer?
Gletsjers trekken zich terug als
   grote gevoelens – oude schollen
     komen bovendrijven.

Secondensnelle erosie legt de skeletten bloot
     van minimastodontjes, vroege dromen
en hij van elk fossiel
                      de nieuwe tijdgenoot.

Minuscule catastrofes, karkasjes
       klein als moleculen,
                          kristallijne tranen.

De tijd versteent in druppels,
                             Druppels…

Zoekend naar leven tussen het puin
klopsignalen, mensengeur…
                         er zwerven

schimmen en vitale echo’s
     in holen en rui’nes. Roep dan!
          klop, blafl echo.

En hij: – Dit is de laatste sneeuw van de eeuw.
       Dit wordt de laatste echo.

 

 

 
Sybren Polet (19 juni 1924 – 19 juli 2015)