Frans Budé, Patrick Modiano, Maja Lunde, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans

Dolce far niente

 

 
De brug over de Maas bij Wessem

 

Het oversteken van de Maas

Bij elke stap bezig met de overkant.
Vraag het de Maas onder mijn voeten, de meeuw,
onbevreesd dansend boven de stenen brug.

De overkant is een belofte, komt huizenhoog
me tegemoet, flonkert en lonkt, geeft zich halverwege over.

Wyck of Maastricht, beide badend in de roem van eeuwigheid,
keer ik terug of loop ik heen? Steeds dezelfde gedachte
van afscheid en aankomst, terwijl ik mij met kloppend hart
voorwaarts spoed, naamloos opga in de drukte.

Almaar dichter op de andere oever aan, vergezicht
dat eindeloos zich ontvouwt, stadsgrond wordt, waterloop.
Droom die ik bewaar, ik draag hem met mij mee.

 
Frans Budé (Maastricht, 28 december 1945)
De Sint Servaasbrug in Maastricht

Lees verder “Frans Budé, Patrick Modiano, Maja Lunde, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans”

Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans, Salvador Novo

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook alle tags voor Patrick Mondiano op dit blog.

Uit: De horizon (Vertaald door Maarten Elzinga)

“Achter de bekende gebeurtenissen en de vertrouwde gezichten voelde hij alles wat tot donkere materie was geworden: kortstondige ontmoetingen, gemiste afspraken, verloren brieven, de vergeten voornamen en telefoonnummers in een oude agenda, en al die mensen die je ooit bent tegengekomen zonder het zelfs maar te beseffen. Net als in de astronomie was deze donkere materie omvangrijker dan het zichtbare deel van je leven. Ze was oneindig. En in zijn boekje inventariseerde Bosmans de paar zwakke flonkeringen op de bodem van die duisternis. Hun schijnsel was zo zwak dat hij zijn ogen sloot en zich concentreerde, op zoek naar een veelzeggend detail waarmee hij het geheel zou kunnen reconstrueren, maar er was geen geheel, alleen fragmenten, deeltjes, sterrenstof.”
(…)

Hij was aan het begin van de middag op weg gegaan vanuit Prenzlauer Berg, met een plattegrond van Berlijn in zijn jaszak. Hij had zijn route met een rode pen gemarkeerd. Af en toe verdwaalde hij. In de Prenzlauer Allee had hij bedacht dat hij een straat naar links zou kunnen volgen en zo een stuk afsnijden. Hij was uitgekomen op een bebost terrein dat bezaaid was met grafstenen. In de centrale laan van dit boomrijke kerkhof kwam een meisje op de fiets voorbij, met een kind op de bagagedrager. Langs de Karl-Marx-Allee voelde hij zich niet echt verloren, ook al was die straat veel te breed en zagen de betonnen gebouwen eruit als gigantische kazernes. Deze stad is even oud als ik. Ook ik heb de afgelopen tientallen jaren geprobeerd kaarsrechte avenues aan te leggen, straten die loodrecht op elkaar staan, rijen strakke façaden en een dergelijk bewegwijzering om zo de ellende en de chaos waar we vandaan komen, de verkeerde ouders en de dwalingen van onze jeugd te verbergen. En toch beland ik zo nu en dan op een braakliggend terrein dat me iemands afgewezigheid laat voelen, of ik stuit op een rij gebouwen waarvan de gevels de wonden van de oorlog vertonen, als een schuldgevoel. Hij hoefde niet meer op de plattegrond te kijken. Hij liep gewoon rechtdoor, stak de spoorbrug over en daarna een andere brug over de Spree. Misschien was het een omweg, maar dat deed er niets toe.”

 
Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

Lees verder “Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Pauline van der Lans, Salvador Novo”

Dolce far niente, Israël Querido, Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Martijn Simons

Dolce far niente

 

 
Brouwersgracht, Jordaan, tegenwoordig

 

Uit: De Jordaan: Amsterdamsch epos

“- Ze bescholden en teisterden elkaar en konden toch noóit zonder elkaar. Het jonge volk had de meest zorgelooze pret. Schuine pet, roode of geruite stropdas en spuuglok, ontmoetten blooten kop, fluweelen jak en baaien rok, en niet één zou hebben willen ruilen voor meheertjes met branieboorden of medammetjes met platheupen. Ze bevochtigden hun woeste of zinlijk-tartende gesprekken met zuursap van augurken, of bezogen ijswafels, en in geen stad ter wereld knauwden de kerels en jongens hun wijven en meisjes zóó wreed en beulig als in den Jordaan, in opzichtige luidruchtigheid en schaamteloos kabaal. Zelfs het liefde-gestoei der jongens was één lomp-neerploffend, zinnelijk-hardhandig gebof op borsten en dijen, hoofden en armen der meiden. En over al het geminnekoos en het wreed gebeuk werd nágebabbeld. – Ook Neeltjes nerinkje was beruchte verzamelplaats voor buurpraat en voor overden-hekel-halerij. –
– Juyst!…. schoot met opgewonden stem een garnalen-pelster uit, nauw merkende dat Neel haar een pond rijst in de handen had geduwd…. d’r mèn hep ’n tèk fèn ’t lireum,…. Kris Hàrdebol is ‘r ’n draugie bei…. sau’n nèthèls….
Er gloeide weer kwaadsprekende hittigheid in haar zinnen. Haar dikke, doorsproetelde huid verplooide bij de neerzinkende mondhoeken viezige trekjes; trekjes van weerzin en wantrouwelijkheid.
– Nou maàde…. ik set de spèt…. as maàn keirel komp en hèi fint me nie, kraàg ik de duufel op ’n printje…. aju!
Een wit-jak sprong haastig den winkel uit. Allen hadden wat ze wilden, maar plakken deden ze toch.”

 
Israël Querido (1 oktober 1872 – 5 augustus 1932)
Brouwersgracht, vroeger

Lees verder “Dolce far niente, Israël Querido, Patrick Modiano, Emily Brontë, Cherie Priest, Martijn Simons”

Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë, Alexander Trocchi, Pauline van der Lans

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook alle tags voor Patrick Mondiano op dit blog.

 

Uit: Unfall in der Nacht (Vertaald doorElisabeth Edl)

“Vielleicht hatte ich mich bei meinem Sturz am Schädel verletzt. Ich habe mich zu der Frau gedreht. Es überraschte mich, daß sie einen Pelzmantel trug. Mir ist wieder eingefallen, daß Winter war. Außerdem trug der Mann uns gegenüber auch einen Mantel und ich eine von diesen alten Lammfelljacken, wie man sie auf Flohmärkten fand. Ihren Pelzmantel hatte sie bestimmt nicht auf dem Flohmarkt gekauft. Nerz? Zobel? Sie hatte ein sehr gepflegtes Äußeres, was nicht zu den Verletzungen in ihrem Gesicht paßte. Auf meiner Jacke, etwas oberhalb der Taschen, sah ich Blutflecken. Ich hatte eine lange Schramme im linken Handteller, und die Blutflecken auf dem Stoff,

die kamen sicher daher. Sie hielt sich sehr gerade, aber mit geneigtem Kopf, als starre sie auf etwas am Boden. Vielleicht auf meinen schuhlosen Fuß. Die Haare trug sie halblang, und im Licht des Foyers war sie mir blond vorgekommen. Das Polizeiauto war an der Ampel stehengeblieben, auf dem Quai, bei Saint-Germain-l’Auxerrois. Der Mann beobachtete uns immer noch, mal sie und mal mich,

schweigend, mit seinem kalten Blick. Ich fühlte mich langsam an irgend etwas schuldig. Die Ampel wurde nicht grün. Es brannte noch Licht in dem Café an der Ecke Quai/Place Saint-Germain-l’Auxerrois, wo mein Vater sich oft mit mir verabredet hatte. Das war der Augenblick, um zu fliehen. Vielleicht brauchten wir auch nur diesen Typen auf der Bank zu bitten, daß er uns gehen ließ. Aber ich fühlte mich außerstande, das kleinste Wort hervorzubringen. Er hat gehustet, ein schleimiges Raucherhusten, und ich war überrascht, einen Ton zu hören. Seit dem Unfall herrschte tiefe Stille um mich, als hätte ich das Gehör verloren. Wir fuhren den Quai hinunter. Als das Polizeiauto auf die Brücke einbog, spürte ich, wie ihre Finger mein Handgelenk umfaßten. Sie lächelte mich an, wie um mich zu beruhigen, aber ich hatte überhaupt keine Angst. Mir schien sogar, als wären wir, sie und ich, uns schon bei anderer Gelegenheit begegnet und als habe sie immer dieses Lächeln. Wo hatte ich sie schon gesehen?”

 

Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

Lees verder “Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë, Alexander Trocchi, Pauline van der Lans”

Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008 en ook mijn blog van 30 juli 2009 en ook mijn blog van 30 juli 2010.

 

Uit: Die Kleine Bijou (Vertaald door Peter Handke)

„An dem Abend, da ich in der Metro meine Mutter wiederzuerkennen glaubte, war es schon länger her, daß ich dem begegnet war, der sich entweder Moreau oder Badmaev nannte. Das war in der

Buchhandlung Mattei gewesen, am Boulevard de Clichy. Die hatte am Abend lange offen. Ich suchte einen Kriminalroman. Um Mitternacht waren wir die beiden einzigen Kunden, und er empfahl mir einen Titel der Série Noire. Wir gingen dann miteinander den Boulevard entlang und unterhielten uns. Momentweise betonte er die Worte eigentümlich, was mich auf den Gedanken brachte, er sei

Ausländer. Später erklärte er mir, der Name Badmaev stamme von seinem Vater, den er kaum gekannt habe, einem Russen. Doch seine Mutter sei Französin gewesen. Auf dem Stück Papier, auf das er mir an jenem ersten Tag seine Adresse notiert hatte, stand: Moreau-Badmaev.

Wir redeten über alles und nichts. In jener Nacht erzählte er mir nicht viel von sich, außer daß er in der Nähe der Porte d’Orléans wohne, und er sei nur zufällig in die Gegend gekommen. Und das sei ein glücklicher Zufall gewesen, er habe mich getroffen. Er wollte wissen, ob ich noch andere Bücher läse, nicht bloß Kriminalromane. Ich habe ihn begleitet bis zur Metrostation Pigalle. Er hat mich gefragt, ob wir uns wiedersehen könnten. Und mit einem Lächeln hinzugefügt:

Auf diese Weise werden wir versuchen, klarer zu sehen.

Dieser Satz hatte mich sehr beeindruckt. Es war, als errate er meine Gedanken. Ja: ich befand mich in einer Periode meines Lebens, da ich klarer sehen wollte.

Alles erschien mir so verworren, von Anfang an, seit meinen frühesten Kindheitserinnerungen… Manchmal streiften sie mich gegen fünf Uhr früh, in der gefährlichen Stunde, da man nicht mehr

einschlafen kann. So wartete ich, bevor ich hinaus auf die Straße ging; ich wollte sicher sein, daß die ersten Cafés schon offen hätten. Denn ich wußte: mit dem Moment, da ich ins Freie träte,

würden diese Erinnerungen sich verflüchtigen wie die Fetzen eines bösen Traums. Und das zu gleichwelcher Jahreszeit.“

 


Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

Lees verder “Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë”

Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë, Alexander Trocchi, Pauline van der Lans, Jacques de Kadt, Anke Bastrop

Zie voor de volgende schrijvers van de 30e juli mijn blog bij seniorennet.be

   

Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë

             

 

Zie voor de volgende schrijvers van de 30e juli ook bij seniorennet.be mijn vorige blog van vandaag

 

Alexander Trocchi, Pauline van der Lans, Jacques de Kadt, Anke Bastrop

Patrick Modiano, Cherie Priest, Christopher Nolan, Salvador Novo, Emily Brontë, Alexander Trocchi, Pauline van der Lans, Jacques de Kadt

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008.

Uit: Unfall in der Nacht (Vertaald door Elisabeth Edl)  

 

“Spät in der Nacht, vor sehr langer Zeit, kurz bevor ich volljährig wurde, da überquerte ich die Place des Pyramides in Richtung Concorde, als ein Wagen aus der Dunkelheit auftauchte. Zunächst glaubte ich, er habe mich gestreift, dann spürte ich einen stechenden Schmerz vom Knöchel bis hinauf ins Knie. Ich war auf das Trottoir gestürzt. Doch ich schaffte es, wieder aufzustehen. Der Wagen hatte plötzlich einen Schlenker gemacht und war mit dem Geklirr zerbrechenden Glases gegen einen der Arkadenpfeiler auf dem Platz geprallt. Die Tür ging auf, und eine Frau stieg schwankend aus. Jemand, der vor dem Hoteleingang unter den Arkaden stand, hat uns ins Foyer geführt. Wir, die Frau und ich, warteten auf einem roten Lederkanapee, während er an der Rezeption telephonierte. Sie hatte sich an der Wange, auf dem Backenknochen und der Stirn verletzt, und sie blutete. Ein brünetter Klotz mit sehr kurzem Haar hat das Foyer betreten und ist auf uns zugekommen.
Draußen umringten sie den Wagen, dessen Türen offenstanden, und einer machte sich Notizen wie für ein Protokoll. Als wir in den Streifenwagen stiegen, merkte ich, daß ich keinen Schuh mehr am linken Fuß hatte. Die Frau und ich saßen nebeneinander auf der Holzbank. Der brünette Klotz hatte sich uns gegenüber auf der anderen Bank niedergelassen. Er rauchte und warf von Zeit zu Zeit einen kalten Blick auf uns. Durch das vergitterte Fenster habe ich gesehen, daß wir den Quai des Tuileries hinunterfuhren. Man hatte mir keine Zeit gelassen, den Schuh zu holen, und ich habe gedacht, daß er nun die ganze Nacht dort auf dem Trottoir liegenbleiben würde. Ich wußte nicht mehr genau, ob es ein Schuh war oder ein Tier, das ich im Stich gelassen hatte, jener Hund aus meiner Kindheit, der von einem Wagen überfahren worden war, als ich in der Nähe von Paris lebte, in einer Rue du Docteur-Kurzenne. Mir war ganz wirr im Kopf.

 

 

modiano

Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

 

De Amerikaanse schrijfster Cherie Priest werd geboren in Tampa op 30 juli 1975. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

Uit: The Immigrant

 

«”Venez m’aider,” he said.

With a jaw like that, so long and underbitten like a boxer dog, you wouldn’t have thought he could speak at all. His face wasn’t made for talking, but he forced the words out. He said it again, quiet-like.

“Venez m’aider.”

I knew what it meant. I didn’t know ten words of French total, but I knew those last two, pushed together with an apostrophe, if you wrote them out.

He looked like a cross between a lizard and a cat, or he did when he was sitting, anyway. When he stood and unfolded himself, he was the size of a pillow, maybe — but so slender, with bones so thin they must have been fragile. Something about the way he held that one wing back . . . something about his crouch, all submissive — like a dog or a kid afraid of being hit — it made me think he was a brittle little thing.

He had my attention, and he knew it. I don’t know why I thought of him automatically as a he,’ but it must have been that voice. It could’ve been a boy’s voice, if that boy were very tired, and maybe sick.

We stared at each other for a minute.

He looked at me through half-closed eyes, and he probably figured the worst. I was a mess, and I looked mean. It’d been less than a month since Normandy. I’d been lucky enough to make it past the beach, then they sent us down through France, which wasn’t half so bad — once you got past that initial reception. As soon as we got into Paris they sent me and a few others to dislodge the last of the Germans — the ones who hadn’t got the message yet that Paris had been liberated. Most of them had run out ahead of us, but there were a few here and there digging in and holding out.

I thought I’d heard something, you know how it is — down a dark alley, in a beat-up part of the city. Don’t want to look. Don’t want to check. Don’t want to go. Seen enough already.

But orders are orders, so you do it anyhow.

I told myself it was a few stray bricks, falling from an unlucky wall or a shell-battered house. I knew the Krauts hadn’t been too hard on the city, not compared to other places. But there were beat-up spots here and there, and I’d found one. I just hoped the spot was unoccupied. That was the trick.”

 

CheriePriest

Cherie Priest (Tampa, 30 juli 1975)

 

De Ierse dichter en schrijver Christopher Nolan werd geboren in Dublin op 30 juli 1965 – Dublin. Nolan was sinds zijn geboorte spastisch verlamd en kon niet spreken. Schrijven kon hij uitsluitend met behulp van een speciale computer. In 1981, toen Nolan 15 jaar was, verraste hij de critici met de gedichtenbundel Dam-Burst of Dreams. Hij werd vergeleken met zijn landgenoten Yeats en James Joyce. Met Under the Eye of the Clock, een autobiografie uit 1987, won hij de Whitbread Award. Torchlight And Lazer Beams was een toneelversie van het werk. De Ierse rockgroep U2 droeg de song Miracle drug, van hun album How to Dismantle an Atomic Bomb, op aan Nolan. De titel The Wrong Child van het album Green van R.E.M. werd door Nolan geïnspireerd. Hij verstikte zich in februari 2009, nadat een stuk voeding in zijn luchtpijp was geraakt.

 

Uit: The Banyan Tree

 

“That churn came out once a week, usually on a Friday. Big brown crocks of thickening cream stood there waiting for the fray. A great black kettle watched for its turn as it filibustered on the hot stove in the kitchen, while out in the drab dairy Minnie O’Brien fussed as she made ready to bring about a miracle.
The churn echoed in emptiness when she set it centre stage on the cold cement floor. A round-bellied barrel it was, its staves held together by four iron hoops. Eight days had passed since it was last used; its insides now waited their hot and cold baptism.
When Minnie felt that the churn was scrubbed enough, she set to next to sweeten its porous wood. At hand lay a bunch of freshly plucked hazel leaves, and those she thrust down inside it. Fetching then that big black kettle, she poured its boiling water in on top of the leaves. Scalded so, the leaves released their nutty sweet scent and the hot wood of the churn absorbed it into its druidic, dark drum.
Her hazel wand waved, Minnie disposed of the limp leaves before shocking the churn with, this time, icy cold water from the old spring well. Three white pails full it took to cool down the steaming hot wood, three whole pails full she used to freeze the churn in readiness for its sacramental rotations.”

 

Nolan

Christopher Nolan (30 juli 1965 – 20 februari 2009)

 

De Mexicaanse dichter, schrijver, vertaler, televisiepresentator en ondernemer Salvador Novo werd geboren op 30 juli 1904 in Mexico City. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

 

INTERRUPTED POEM

Even now in writing, I’m doing something different.
I told myself: I must write a thoughtful poem
and I should speak within it all my pain
before the evidence of my aging.

I should dampen it in tears
of eyes that see without the hope
that life gives lovely fruits
and that then go to the mirror
to reflect a bogus smile
and a clumsy body without grace.

These eyes that imprison crystals
that tire in the cages
of lines inside books.

This mouth bitter with smoke and lies
that withers on its own from thirst.
These hands that pick up pencils, that reach
for another pair of needy hands,
that knot my tie and secure my confinement.

The cost of youth is a pinch of gold,
tomorrow at the expense of today,
today at the expense of yesterday,
a blessing at the expense of a kiss,
greetings at the expense of bliss.

 

 

Vertaald door Rigoberto González

 

Novo

Salvador Novo (30 juli 1904 – 13 januari 1974)

 

De Engelse schrijfster Emily Brontë werd geboren in Thornton in Yorkshire op 30 juli 1818. Zie ook mijn blog van 30 juli 2006 en ook mijn blog van 30 juli 2007 en ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

Uit: Wuthering Heights

 

“When he saw my horse’s breast fairly pushing the barrier, he did put out his hand to unchain it, and then sullenly preceded me up the causeway, calling, as we entered the court–“Joseph, take Mr. Lockwood’s horse; and bring up some wine.”
“Here we have the whole establishment of domestics, I suppose,” was the reflection suggested by this compound order. “No wonder the grass grows up between the flags, and cattle are the only hedge-cutters.”
Joseph was an elderly, nay, an old man: very old, perhaps, though hale and sinewy. “The Lord help us!” he soliloquised in an undertone of peevish displeasure, while relieving me of my horse: looking, meantime, in my face so sourly
that I charitably conjectured he must have need of divine aid to digest his dinner, and his pious ejaculation had no reference to my unexpected advent.
Wuthering Heights is the name of Mr. Heathcliff’s dwelling. “Wuthering” being a significant provincial adjective, descriptive of the atmospheric tumult to which its station is exposed in stormy weather. Pure, bracing ventilation they must have up there at all times, indeed: one may guess the power of the north wind blowing over the edge, by the excessive slant of a few stunted firs at the end of the house; and by a range of gaunt thorns all stretching their limbs one way, as if craving alms of the sun. Happily the architect had foresight to build it strong: the narrow windows are deeply set in the wall, and the corners defended with large jutting stones.
Before passing the threshold, I paused to admire a quantity of grotesque carving lavished over the front, and especially about the principal door; above which, among a wilderness of crumbling griffins and shameless little boys, I detected the date “1500,” and the name “Hareton Earnshaw.” I would have made a few comments, and requested a short history of the place from the surly owner; but his attitude at the door appeared to demand my speedy entrance, or complete departure, and I had no desire to aggravate his impatience previous to inspecting the penetralium.”

 

Bronte

Emily Brontë (30 juli 1818 – 19 december 1848)

 

De Schotse schrijver Alexander Trocchi werd geboren op 30 juli 1925 in Glasgow. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007  en ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

Uit: Young Adam

 

“This morning, the first thing after I got out of bed, I looked in the mirror. It is of chromium plated steel and I always carry it with me. My beard had grown during the night and now my checks and my chin were covered with stubble. I must have slept well; my eyes were less bloodshot than they had been during the previous fortnight. I looked at my image for a few moments and I could see nothing strange about it. It was the same nose and the same mouth and the little scar above and thrusting into my left eyebrow was no more obvious than it had been the day before. Nothing seemed out of place. Yet everything was out of place because there existed between the mirror and myself the same distance–the same break in continuity–I have always felt to exist between the acts I committed in the past and my present consciousness of them.

But there is no problem.

I do not ask now whether I am the “I” looking or the image which was seen; whether I am the man who acted or the man who thought about the act. I know now that it is the structure of language itself which lacks continuity. The problem comes into being as soon as I use the word “I.” There is no contradiction in things, only in objects, that is, in the words we invent to refer to things. It is the word “I” which is arbitrary and contains withi
n itself its own inadequacy and its own contradiction.

There is no problem.

I saw that. I turned away from the face in the mirror then. Between then and now I have smoked nine cigarettes.

* * * *

It had come floating downstream, willowy, like a tangle of weeds. She was beautiful in a pale way–not her face, although that was not bad–but the way her body seemed to have given itself to the water. Its whole gesture was abandoned, with the long white legs apart and trailing, sucked downwards slightly at the feet.

As I leaned over the side of the barge with the boat hook, I did not think of her as a dead woman, not even when I looked at her face. She was like some beautiful white water-fungus, a strange shining thing come up from the depths, and her limbs and her flesh had the ripeness and maturity of a large mushroom. But it was the hair more than anything. It stranded “

  

Trochhi

Alexander Trocchi (30 juli 1925 – 15 april 1984)

 

De Nederlandse schrijfster Pauline van der Lans werd geboren op 30 juli 1963 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

Uit: Mevrouw De Wit

 

‘Kom maar Kimberley! Doe de bal maar naar de buuf gooien!’

Met een klap sluit Mevrouw De Wit de keukendeur. Die stem van dat mens, niet om aan te horen. Ordinair, schel, doorrookt en Nijmeegs. Ze ratst het overgordijn dicht. Alsof dat helpt. ‘Hohohohoh!’ klinkt het mat. ‘Waar is die bal nou?’

Er zit maar een ding op: ze moet haar flat uit. Maakt niet uit waar naartoe. In de verduisterde keuken haalt ze nog even een doekje over het aanrecht en controleert ze of het gas uit is.

In het bushokje ziet ze zichzelf weerspiegelt in een billboardreclame van ‘War Child’ met daarop een tenger meisje in zwarte kleren dat een snaarinstrument vasthoudt. Op de achtergrond rokende puinhopen. Ze laat het beeld van het meisje los en verplaatst haar blik naar zichzelf, zittend op het metalen bankje. Een mollige ‘buuf’ die nodig naar de kapper moet. Volgens de dienstregeling duurt het nog vijf minuten voordat de bus komt. Vijf minuten om na te denken waarom ze zich zo aan haar buurvrouw ergert. Dolores. Ook dat nog. Het is niet alleen die naam, die stem. ‘Tuurlijk niet. Nee, het is een vrolijk mens, ze rookt als een ketter en zuipt als een tempelier. Niet dat mevrouw De Wit
daar nou behoefte aan heeft, maar ze zou wel eens wat losser willen zijn, iemand met diepgang en met wie je ook kan lachen. Een kruising tussen prinses Irene en Erica Terpstra. De buschauffeur stempelt haar strippenkaart af.” 

 

VanDerLans

Pauline van der Lans (Den Haag, 30 juli 1963)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 30 juli 2008.

 

De Nederlandse publicist, journalist en politicus Jacques de Kadt werd geboren op 30 juli 1897 in Oss. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

Patrick Modiano, Cherie Priest, Salvador Novo, Emily Brontë, Jacques de Kadt, Alexander Trocchi, Pauline van der Lans

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

Uit: Unbekannte Frauen (Des inconnues, Vertaald door Elisabeth Edl)

 

„In dem Sommer, als ich sechzehn war, haben wir in einer großen Villa in Talloires gearbeitet. Am Abend bedienten wir bei Tisch, meine Tante und ich. Monsieur und seine Frau empfingen viele Gäste. Nachmittags fuhren sie zum Golfspielen nach Aix-les-Bains.

Die Frau war eine vornehme Blondine. Sie hatten vier Kinder, zwei Töchter in ungefähr meinem Alter, einen neunzehnjährigen Sohn und einen anderen, fünfundzwanzigjährigen, der seinen Militärdienst in Algerien ableistete.

In jenem Sommer war er für einen längeren Urlaub nach Talloires gekommen. Ein Blonder mit einer in die Stirn fallenden Haarsträhne und einem Gesicht, das meine Freundin Sylvie romantisch gefunden hätte. Er setzte oft eine verträumte oder gequälte Miene auf, aber seinen Bruder oder seine Schwestern kommandierte er mit autoritärer Stimme herum, weckte sie früh am Morgen, um mit ihnen Tennis zu spielen oder in den Segelklub nach Les Marquisats zu fahren. Morgens organisierten die beiden Brüder im Park der Villa sogenannte Liegestütz-Wettbewerbe. Es ging darum, wer länger durchhielt, wenn sie, den Körper in horizontaler Lage auf dem Rasen, die Arme anwinkelten und durchstreckten. Ich machte sein Bett und räumte sein Zimmer auf, und ich hatte auf seinem Nachttisch ein Buch bemerkt, an dessen Titel ich mich noch erinnere: Comme le temps passe!

An der Wand neben dem Bett ein großes Photo seiner Mutter, und auf seinem Schreibtisch ein Dolch in einer ledernen Scheide. Ich hatte ihn oft Tennis spielen sehen und jedesmal mit einem

anderen Mädchen. Mir fiel auf, daß er offensichtlich der Liebling seiner Mutter war und daß auch er sehr große Zuneigung für sie empfand.“

 

Mondiano

Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

 

De Amerikaanse schrijfster Cherie Priest werd geboren in Tampa op 30 juli 1975. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

 

Uit: Wings to the kingdom

 

A Dark and Bloody Ground

The first time it happened—the first time anyone admits to it, anyway—was at a Decoration Day picnic being held at the battlefield at Chickamauga, Georgia. Several dozen doddering representatives of the Sons of Confederate Veterans had come together on a fine June afternoon for chicken-salad sandwiches and punch. Some sat in metal folding chairs, with their wives at their elbows, while others shuffled around the buffet table in search of the correct sliced cheese or condiment.

With so many aggravatingly credible witnesses, there was no denying that something strange had happened. People would argue the details for weeks, but this is the version I caught first. I suppose the best thing to do is tell it the local way—which is to say, this is partly how I heard it happened, and partly how I bet it happened.

He was confused to find himself in the woods.

Why would he leave us?

The soldier didn’t remember falling in the trees, and what he did remember of trees came to him in hazy fragments of gold and red—not this dark-shadowed hollow where he first arose.

Above, the canopy was green; and below, the ground was covered with new, sprouting things. Back when last he’d seen it, this had been a field. He was nearly certain of it. This whole place had been made of fields and farms, or then again, maybe it hadn’t. Maybe, if he concentrated, he could capture something else—the pressure of his arm against a tree and a squint that made his forehead ache as he leveled his rifle. How tough it must have been to fire with all those trunks in the way, with all that smoke in his eyes. How difficult to aim with all that noise in the woods around him.

How did he ever send off a single shot?

The harder he thought about it, the farther into the distance the details fled. Holding still meant holding on a few moments more, but all he could keep for sure was a dim memory of sound and smelly haze, and a nagging sense of hunger.”

Priest

Cherie Priest (Tampa, 30 juli 1975)

 

 

De Mexicaanse dichter, schrijver, vertaler, televisiepresentator en ondernemer Salvador Novo werd geboren op 30 juli 1904 in Mexico City. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

 

 

JIJ, IKZELF, DROOG ALS EEN VERSLAGEN WIND

Jij, ikzelf, droog als een verslagen wind
die slechts voor een ogenblik in zijn armen kon houden het blad
dat hij losrukte van de bomen,
hoe is het mogelijk dat niets je nu kan bewegen,
dat geen regen je kan verpletteren, geen zon je jouw vermoeidheid kan
teruggeven?
Een doelloze transparantie zijn
boven de glasheldere meren van je blik,
oh, storm, oh zondvloed van lang geleden!
Indien ik nu een beeld zoek van jou dat alleen van mij was,
indien in mijn steriele handen de laatste druppel van jouw bloed en
mijn tranen verstikte,
indien vanaf nu de wereld onverschillig is geworden,
en in woestenijen eindeloos elke nieuwe nacht
gegroeid is als mos op de herinnering aan jouw omhelzing,
hoe dan kan ik bij elke nieuwe dag anders ademen dan met jouw adem
en andere dan jouw ontastbare armen kruisen met de mijne?
Ik ween als een moeder die haar enige dode zoon heeft vervangen.

Ik ween als de aarde die tweemaal dezelfde perfecte fruitscheut heeft voelen kiemen
Ik ween omdat jij waart voorbestemd om mijn verdriet te zijn
en ik je nu al in het verleden ga toebehoren.

 

novo1

Salvador Novo (30 juli 1904 – 13 januari 1974)

 

 

De Engelse schrijfster Emily Brontë werd geboren in Thornton in Yorkshire op 30 juli 1818. Zie ook mijn blog van 30 juli 2006 en ook mijn blog van 30 juli 2007.

Often Rebuked

 

Often rebuked, yet always back returning
To those first feelings that were born with me,
And leaving busy chase of wealth and learning
For idle dreams of things which cannot be:

 

Today, I will not seek the shadowy region:
Its unsustaining vastness waxes drear;
And visions rising, legion after legion,
Bring the unreal world too strangely near.

 

I’ll walk, but not in old heroic traces,
And not in paths of high morality,
And not among the half-distinguished faces,
The clouded forms of long-past history.

 

I’ll walk where my own nature would be leading:
It vexes me to choose another guide;
Where the gray flocks in ferny glens are feeding;
Where the wild wind blows on the mountain-side.

 

What have those lonely mountains worth revealing?
More glory and more grief than I can tell:
The earth that wakes one human heart to feeling
Can centre both the worlds of Heaven and Hell.

 

Emilybronte_retouche

Emily Brontë (30 juli 1818 – 19 december 1848)
Portret door haar broer Branwell Brontë

 

 

De Nederlandse publicist, journalist en politicus Jacques de Kadt werd geboren op 30 juli 1897 in Oss. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

 

Uit: Hitler, of de triomf van het kazernisme

 

“Het Duitse nationaal-socialisme is ongetwijfeld een veel pathologischer product dan het Italiaanse fascisme. Bij de Italianen ziet men altijd de poging om tot een maatschappij hier op aarde te komen, een maatschappij met imperialistische soldaten-deugden en met een cultuur die een verheerlijking wil zijn van de imperialistische pralerij. Deze verlangens worden met grote hartstochtelijkheid naar voren gebracht, en die wilde hartstocht kan, bij oppervlakkige beschouwing, voor religie doorgaan. Maar wie het nader bekijkt, ziet hoe uiterst aards zowel de opzet als de exaltatie zijn.

Iets geheel anders bemerkt men bij het Duitse fascisme. Hier is niet de Italiaanse berekening, de geestdrift voor een rationele doelstelling en de opgewondenheid die uit een geestdriftige actie voortkomt, hier is de exaltatie het primaire, men beschouwt het aardse niet als de hoofdzaak, maar als een tussenstation om van buitenwereldse gevoelens tot nog meer geëxalteerde toestanden te komen.

Geen dwaling is groter dan het verwijt zo vaak tot de Nazi’s gericht, dat zij eigenlijk nieuwe ‘materialisten’ zijn, die een soort biologisch en geografisch materialisme van ‘ras, bloed en bodem’ in de plaats van de vroegere materialismen stellen. Zowel biologische als geografische argumenten hebben hun waarde, als ze tot een realiteits-systeem behoren. Maar reeds de gang van biologie-geografie naar ‘ras’, om niet te spreken van het zo mogelijk nog zottere ‘bloed’ en het zinledige ‘bodem’, is een gang van de realiteit naar de metaphysica. En de wijze waarop dan die metaphysica tot een te aanbidden mysterie gemaakt – men zou beter kunnen zeggen ‘geneveld’ – wordt, maakt het voor alle onderzoekers duidelijk, dat we hier met een typische ideologie te doen hebben en dan nog wel met het slechtste soort ideologie, nl. met een religie, die in staat van wording, in haar mythologische faze verkeert.”

 

deKadt

Jacques de Kadt (30 juli 1897 – 16 april 1988)

 

 

De Schotse schrijver Alexander Trocchi werd geboren op 30 juli 1925 in Glasgow. Zie ook mijn blog van 30 juli 2007.

 

Uit: „To a fellow conspirator” – meeting Alex Trocchi (door Denis Browne)

 

I realised my uncle was at my side, making a laboured intro about his nephew who’s interested in writing. Just as he was about to leave us, he turned to Alex, “Thanks, very — er, interesting — but I’m not really one for poetry” as he placed Man at Leisure on the table between us. As we discussed Cain’s Book, Alex realised that my appreciation of his work was more than literary. Soon I was swept away in a series of anecdotes of Sigma, smoking opium with Jean Cocteau in Paris, being on the run from the cops and the Mafia in the States, Michael X, the 60s scene, the proposed Invisible Insurrection. Everything had looked so hopeful, but then, as he put it “Everybody started dying.” This had a very personal significance to Alex and his immediate family, way beyond the lost Jimi and Janis icons, and was my first indication that experience had changed Alex from let’s-all-get-together 60s activism to a much more withdrawn, reflective and personal scene.

“So what are you working on now?” I asked innocently, after returning from the bar with more drinks. Alex shifted, slightly uncomfortably. “Och, various things”, before digressing into tales of rip-off US Mafia publishing pirates, wannabe Dutch film-makers and their inept Young Adam project. It was a tale I would become familiar with as the years went by with no new material.

Just as Alex was no longer the firebrand activist I’d expected, nor was he the voracious smack-fiend I’d been hoping for. He had his own secure personal scene, but kept it very discreet and cautious, for good reason, as I was to find out. He was sympathetic to my riches-to-rags junk story and the hassles of the lower end of the scene, but wary of involvement. Anyway, it turned out that Sunday was always Methadone Day.
“Sorry, I can’t turn you on today, old man. Why don’t you meet me here next week, and you can come back for a hit and I’ll show you some of my stuff.”

Great! I tried to sound cool as we prepared to leave the bar. As we left, Alex casually thrust the slim volume my uncle had rejected into my hand, “Eh, you might as well have this,” he said, casually, “Give me a call next week.”

We emerged on to a bleak and wet Kensington Church St and went in separate directions. As I waited for the bus on the High Street, I opened the book and read the dedication — “To Denis, a fellow-conspirator, from Alexander Trocchi.”

 

trocchi

Alexander Trocchi (30 juli 1925 – 15 april 1984)

 

 De Nederlandse schrijfster Pauline van der Lans werd geboren op 30 juli 1963 in Den Haag. In 2005 publiceerde ze haar debuutroman Van de wereld. Zij schrijft ook columns en artikelen voor de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntverenigingen en de gemeente Arnhem. En verder heeft ze losse verhalen gepubliceerd in bladen als Opzij en Margriet. In 2003 won ze de Margrietverhalenwedstrijd. Haar debuutroman gaat over een Nijmeegse arts, Albert van Rompaaij, die op non-actief wordt gesteld en daardoor de tijd krijgt om zijn leven te onderzoeken. De roman werd op 17 april 2005 feestelijk gepresenteerd in galerie Ruimte te Amsterdam.

Uit: Van de Wereld

Ineens snapte hij alles en doorzag hij de gehele wereldproblematiek, van de lemmingenplaag in Noorwegen tot de Palestijnse vliegtuigkapingen. Het toilet stonk, het zeepje in de wastafel was verworden tot een grijze klodder en een handdoek was nergens te bekennen. Het kon hem niet deren. Niets kon hem deren. De gedempte cafégeluiden werden luider bij het openen van de deur. Jan-Willem wenkte hem en wees naar een vol beugelflesje op de bar. Ten teken van begrip en dank knikte Albert hem toe. Om hem heen stonden mensen naar elkaar toegebogen te praten. De harde muziek maakte een normale conversatie onmogelijk. “In the summertime when the weather is high, you can fresh right up and touch the sky”. Overmeesterd door een blije dronkenschap overzag Albert het rumoer. Ondanks de rook en de zweterige atmosfeer drong haar musk zich op. Het mooiste meisje van de wereld. Ze lachte naar hem. Lang donker haar met een middenscheiding, zwart omlijnde ogen, een bloemetje geschilderd tussen haar wenkbrauwen. Haar huid was door de zon gebruind, haar lippen uitnodigend, haar borsten vol. Ze had een lange bordeauxrode jurk aan, overdekt met lovertjes. Om haar hals een ketting met zijn sterrenbeeld.
Ze zaten samen aan de Waal, het water klotste tegen de kant. Een verdwaalde hond snuffelde aan haar blote tenen, ze giechelde, de hond rende weg op het horen van een fluitje. Haar haar rook naar shampoo en rook, haar lippen smaakten naar chocola. Ze lachte naar hem. Vijftig meter verderop legde een plezierjacht aan, gejoel klonk over de kade. Toen ze uren later in zijn bed in slaap was gevallen, stapte hij voorzichtig over haar heen, nam een glas water en zette zachtjes een plaat op. Hij nestelde zich in zijn clubfauteuil en vol ontroering bezag hij de vage lijnen van geschilderde bloemen op haar borsten. Een startende auto gaf aan dat voor sommigen de werkdag weer begon. Een tweede auto hoorde hij al niet meer. Met een glimlach rond zijn lippen viel hij in slaap.
‘Lay lady lay, lay across my big brass bed.’

VanDerLans
Pauline van der Lans
(Den Haag, 30 juli 1963)

Patrick Modiano, Salvador Novo, Emily Brontë, Jacques de Kadt, Alexander Trocchi, Cherie Priest

De Franse schrijver Patrick Modiano werd geboren in Boulogne-Billancourt op 30 juli 1945. Hij kwam ter wereld als de zoon van een Belgische actrice en een uit het Egyptische Alexandrië afkomstige Joods-Italiaanse man, die elkaar in 1942 in Parijs ontmoetten. In 1972 ontving hij de Grand Prix du Roman van de Académie Française voor zijn derde roman, Les Boulevards de ceinture (verschenen in datzelfde jaar). Zes jaar later ontving hij de prestigieuze Prix Goncourt voor zijn eerder dat jaar verschenen roman Rue des boutiques obscures. Herinneringen aan en de zoektocht naar het eigen verleden staan centraal in Modiano’s werk. Dat werk kenmerkt zich door een gedempte, melancholieke toon die langzamerhand zijn handelsmerk is geworden.

Uit: Dora Bruder (1996)

“A quel moment, et pour quelles raisons exactes, Dora Bruder avait-elle été envoyée aux Tourelles? Je me demandais s’il existait un document, une trace qui m’aurait fourni une réponse. J’en étais réduit aux suppositions. On l’avait sans doute arrêtée dans la rue. En février 1942 – deux mois avaient passé depuis sa fugue – les Allemands avaient promulgué une ordonnance interdisant aux juifs de Paris de quitter leur domicile après vingt heures et de changer d’adresse. La surveillance dans les rues était donc devenue plus sévère que les mois précédents. J’avais fini par me persuader que c’était en ce glacial et lugubre mois de février où la Police des questions juives tendait des traquenards dans les couloirs du métro, à l’entrée des cinémas ou à la sortie des théâtres, que Dora s’était fait prendre. Il me paraissait même étonnant qu’une fille de seize ans, dont la police savait qu’elle avait disparu en décembre et connaissait le signalement, ait pu échapper aux recherches pendant tout ce temps. A moins d’avoir trouvé une planque. Mais laquelle, dans ce Paris de l’hiver 1941-1942, qui fut le plus ténébreux et le plus dur hiver de l’Occupation, avec, dès le mois de novembre, des chutes de neige, une température de moins quinze en janvier, l’eau gelée partout, le verglas, la neige de nouveau en grande abondance au mois de février? Quel était donc son refuge? Et comment faisait-elle pour survivre dans ce Paris-là?”

 

Mondiano

Patrick Modiano (Boulogne-Billancourt, 30 juli 1945)

 

De Mexicaanse dichter, schrijver, vertaler, televisiepresentator en ondernemer Salvador Novo werd geboren op 30 juli 1904 in Mexico City. Als bekende intellectueel oefende hij invloed uit op politiek, media, kunsten en de Mexicaanse maatschapij in het algemeen. Novo bestreed het machismo en het conservatieve katholicisme dat in de Mexicaanse cultuur dominant was alleen al door geen moeite te doen om zijn homosexualiteit te verbergen. Hij werd echter geaccepteerd door de regering en bekleedde officiele posten op het gebied van de cultuur. Ook werd hij gekozen in de Mexicaanse Taal Academie en had hij een televisieprogramma over de geschiedenis van het land.

Naast jouw lichaam

Naast jouw lichaam volledig overgeleverd aan het mijne,
naast jouw lieve schouders waar de wegen van jouw omhelzing zijn geboren,
waar jouw stem en glans zijn geboren, ver en helder,
voelde ik plots de oneindige leegte van zijn afwezigheid.
Gedurende al die jaren dat ik hem zo miste
als een klimmende wijnstok die kleeft aan de wind,
heb ik gevoeld hoe hij komt en gaat bij iedere ontmoeting,
en elke dag verscheur ik gretig een boodschap die niets dan een afspraak bevat,
en zijn naam groeit grootser en trilt dieper iedere keer
omdat zijn stem enkel daar is voor mijn oren,
omdat mijn ogen blind werden toen hij vertrok,
en mijn ziel een grote verlaten tempel werd.
Maar dit lichaam van jou is een vreemde god,
gesmeed met herinneringen, een weerspiegeling van mijzelf
zacht door mijn gratie, glorieus door mijn verlangens,
een masker
standbeeld dat ik heb opgericht in zijn herinnering.

 

Novo

Salvador Novo (30 juli 1904 – 13 januari 1974)

 

De Engelse schrijfster Emily Brontë werd geboren in Thornton in Yorkshire op 30 juli 1818. Zie ook mijn blog van 30 juli 2006.

Uit: Wuthering Heights

“1801. – I have just returned from a visit to my landlord – the solitary neighbour that I shall be troubled with. This is certainly a beautiful country! In all England, I do not believe that I could have fixed on a situation so completely removed from the stir of society. A perfect misanthropist’s heaven: and Mr. Heathcliff and I are such a suitable pair to divide the desolation between us. A capital fellow! He little imagined how my heart warmed towards him when I beheld his black eyes withdraw so suspiciously under their brows, as I rode up, and when his fingers sheltered themselves, with a jealous
resolution, still further in his waistcoat, as I announced my name. ‘Mr. Heathcliff?’ I said.

A nod was the answer.

‘Mr. Lockwood, your new tenant, sir. I do myself the honour of calling as soon as possible after my arrival, to express the hope that I have not inconvenienced you by my perseverance in soliciting the occupation of Thrushcross Grange: I heard yesterday you had had some thoughts – ‘

‘Thrushcross Grange is my own, sir,’ he interrupted, wincing. ‘I should not allow any one to inconvenience me, if I could hinder it – walk in!’

The ‘walk in’ was uttered with closed teeth, and expressed the sentiment, ‘Go to the Deuce:’ even the gate over which he leant manifested no sympathising movement to the words; and I think that circumstance determined me to accept the invitation: I felt interested in a man who seemed more exaggeratedly reserved than myself.”

Bronte

Emily Brontë (30 juli 1818 – 19 december 1848)

 

De Nederlandse publicist, journalist en politicus Jacques de Kadt werd geboren op 30 juli 1897 in Oss. De Kadt begon zijn politieke loopbaan als communist. Hij was medewerker aan De Nieuwe Tijd, maar werd al in 1923 geroyeerd vanwege zijn oppositie. Na deze jeugdervaringen werd hij later fel bestrijder van het communisme. Hij redigeerde samen met S. Tas het maandblad De Nieuwe Kern (1934-1940). In 1940 week hij via Londen uit naar Java, waar hij contacten legde met Nederlandse en Indonesische intellectuelen en schrijvers. Na in WO II door de Japanners geïnterneerd te zijn geweest, werkte De Kadt nog enige tijd als correspondent in Jakarta. Hij  repatrieerde in 1946, was socialistisch afgevaardigde in de Tweede Kamer (1946-1963), maar verliet echter de PvdA toen deze partij zich in links-radicale richting ontwikkelde.

In zijn hoofdwerk Het facisme en de nieuwe vrijheid (1939) verdedigt hij de democratische westerse cultuur.

Uit: Tegen het politieke gangsterisme

“Trotzky heeft zich in 1917 overgegeven aan het Leninisme en aan de zo juist geformuleerde interpretatie van het Marxisme, en hij is er nooit meer in geslaagd zich daaraan te ontworstelen. Daarom is zijn critiek op het Stalinisme nooit allesomvattend geweest en daarom heeft hij zich nooit kunnen losmaken van een principiële aanvaarding van de Russische Staat, evenmin als van een kijk op de socialistische revolutie die de aanvaarding van het gangsteristisch principe in zich sloot. Het is zijn tragedie dat hij ten slotte politiek en persoonlijk aan dat gangsterisme te gronde is gegaan.

Men komt er vanzelf toe Trotzky’s ‘Stalin’ te vergelijken met ‘Staline’,  het boek van Boris Souvarine. En dan moet men tot de conclusie komen dat Souvarine, met zijn onafhankelijkheid t.o.v. het Leninisme en van de Russische Staat, met zijn onafhankelijkheid ook t.a.v. het Marxisme, dat hij door en door kent, een veel juister beeld heeft gegeven van Stalin, z’n leven als obscuur socialistisch propagandist, z’n verwerven van bekendheid in Bolsjewistische kringen, niet door politieke of intellectuele bekwaamheid, maar als organisator van ‘onteigeningen’ die aan de grenzen van het gangsterisme liggen, en door machinaties in de partij, z’n opkomst in de leiding van de partij als instrument van Lenin, z’n fiasco als zelfstandig leider vóór Lenins komst in Rusland in 1917, z’n verdere werkzaamheden in de organisatie van de partij, waarbij hij de politieke leiding van Lenin aanvaardt, doch tegelijkertijd een geweldige persoonlijke macht weet te scheppen als bestuurder van het apparaat.”

DeKadt

Jacques de Kadt (30 juli 1897 – 16 april 1988)

 

De Schotse schrijver Alexander Trocchi werd geboren op 30 juli 1925 in Glasgow. Trocchi kan worden aangemerkt als een vroege wegbereider van een fusie van elementen uit de Amerikaanse underground en de Europese artistieke en politieke avant-garde: zijn kennismaking met Burroughs maakte deel uit van zijn project sigma – een forum voor ‘astronauts of inner space’. Zoals Burroughs aantrad als theoreticus en de oudere mentor van de Beat Generation, zo trad Trocchi sinds oktober 1955 op als de peetvader van de Internationale Lettristen en hun opvolger, de Internationale Situationisten. Beide bewegingen stonden een ingrijpende wijziging van maatschappelijke, culturele en artistieke verhoudingen voor. Trocchi verwierp kunst en werk als disciplinerende instituties en verdiende de kost met het schrijven van pornografische literatuur. Aangezien pornografie in Engeland verboden was verschenen enkele werken bij de Parijse uitgever Maurice Girodias die met zijn Olympia Press controversiële literatuur in het Engels en het Frans uitgaf. Trocchi was ook een junk die graag opiaten gebruikte. Hij werd in 1960 gearresteerd door de douane toen hij in het bezit van dope naar de Verenigde Staten reisde. Nadat Trocchi was opgepakt organiseerden enkele situationisten – die zich twee jaar eerder hadden opgericht – de solidariteitsactie ‘Hands Off Alexander Trocchi’. Trocchi’s novelle Young Adam uit 1957 werd in 2003 verfilmd door David Mackenzie.

Uit: Young Adam

And I remembered Cathie, whom I had lived with for two years before I ever came to the barge, and how sometimes I had looked at her and felt appalled by a sense of distance. Say she was sitting on the bed with her knees up, a book in her hands. Somehow, I was not convinced. She was there, but only indirectly, like the wallpaper or the cart drawing up in the street outside the window. I
can remember as a small boy I loved touching things, trees, cats, flowers. I saw a violet or a rose but I had to destroy the distance, to feel the soft petals with my fingers, with my cheek; I had to draw the smell of it inside me and feel it living in myself. It was the same with Cathie. I had to go over and bury my head in her thighs to feel her in my nostrils, to move my hand over her, and finally to draw her whole warm body close to me. But even that was not enough. Even touch was deficient. Perhaps she would be lying naked in my arms. I desired suddenly to see what it was that was so soft and moist and warm. Her body. But that was an abstraction, handy like a price-tag. It had nothing to do with the existence. I drew away from her and scrutinised her, the small breasts with their dull purple tips, the firm brown heap of her belly, and the resilient fleshiness of her thighs. Her buttocks were smooth and yellow, rounded like marble.”

alexander_trocchi

Alexander Trocchi (30 juli 1925 – 15 april 1984)

 

De Amerikaanse schrijver Cherie Priest werd geboren in Tampa op 30 juli 1975. Haar bekendste roman is Four and Twenty Blackbirds uit 2003. Ook publiceert zij twee blogs, een persoonlijk, een een beroepshalve. Het succes van haar eerste roman werd wel toegeschreven aan haar aanwezigheid op internet en aan het “netwerk” dat zij onderhoudt met andere bloggers.

Uit: Four and Twenty Blackbirds

“Draw me a picture of someplace you’ve been that you liked very much,” Mrs. Patterson suggested, pronouncing each word with the firm, specific articulation peculiar to those who work with children. “It can be anyplace at all-an amusement park, a playground, a tree house or your bedroom. Maybe you went on vacation once and visited the beach. You could draw the ocean with seagulls and shells. Or maybe you went camping on the mountain. You might have gone down to the waterfall for a picnic, or up to Sunset Rock. Pick a place special to you, and when you’re finished, we’ll put your pictures up on the bulletin board in the hallway.”

I cringed, staring down at the blank sheet of coarse cream paper. Before me was a plastic tub filled with fat, fruit-scented markers, ripe for the choosing. While the other kids at my table dove into a frenzy of scribbles I stalled for time, popping the lid off each color and sniffing for inspiration.

Red is for cherries. Purple is for grape. Green is for . . . I didn’t recognize the scent.

But green is for . . . yes, green is for water.

I jammed the lid onto the back of the marker and began to scrawl a wide pool across the bottom half of the sheet. Green is for water. And for alligators. I picked up the yellow marker (supposed to be lemons, but smelled like detergent) and drew two periscope eyeballs poking up through the swirls. Then I outlined them with black (licorice) and drew a long snout with two bumps for nostrils.”

cheriepriest

Cherie Priest (Tampa, 30 juli 1975)