R.J. Peskenss, Susanne Mischke, Roger Willemsen, Edna Ferber, Heinrich Eichen

De Nederlandse schrijver R.J. Peskens (auteursnaam van uitgever Geert van Oorschot) werd geboren in Vlissingen op 15 augustus 1909. Zie ook alle tags voor  R.J. Peskens op dit blog en ook mijn blog van 15 augustus 2010.

Uit: Mijn Tante Coleta

“Het bleek inderdaad dat ook grootvader tot de huisjesmelkers behoorde. Heb je dat dan nooit geweten, dat vader die krotten had, zei moeder. Nee, antwoordde vader. Dat geloof ik direct, zei moeder. En bovendien kun je er nikx aan doen. En daaromis die Laernoes een smeerlap. Omdat hij niet winnen kan, gaat hij met modder gooien. Ik ben zaterdagavond nog even langs zijn winkel en gelukkig had hij zijn lichten uit. Anders had ik hem wel ven te spreken gevraagd. Als je het maar aan mij overlaat, zei vader. Dinsdagmiddag in der raadsvergadering als mijn voorstellen aan de orde komen, zal ik hem ook op dit punt wel van repliek dienen. Daar heb je hém weer met zijn repliek, zei moeder. Wat wou je dan, antwoordde vader geërgerd. Je kunt dit soort zaken toch niet op de vuist uitvechten. Ik zou niet weten waaróm niet, zei moeder, die gereformeerde lamzak. Als jij je er maar niet mee bemoeit, zei vader nog eens. De hele zondag zat hij met zijn grote schrijfblok voor zich aan de tafel in de huiskamer. En ’s maandags stond er weer een stuk van hem in de krant.”

 
R.J. Peskens (15 augustus 1909 – 18 december 1987)
Cover

Lees verder “R.J. Peskenss, Susanne Mischke, Roger Willemsen, Edna Ferber, Heinrich Eichen”

Wolf Wondratschek, Danielle Steel, Erwin Strittmatter, Sir Walter Scott, Julia Mann – da Silva-Bruhns, Stefanie de Velasco, Verena Güntner

De Duitse dichter en schrijver Wolf Wondratschek werd geboren op 14 augustus 1943 in Rudolstadt. Zie ook alle tags voor Wolf Wondratscheck op dit blog en ook mijn blog van 14 augustus 2010. 

Gute Neuigkeiten

Streichle ihr Haar sanft,
wie es nicht mehr Mode ist.
Nimm eine Handvoll davon
in deine Faust, nicht wütend,
tu ihr nicht weh, aber spüren
soll sie das Begehren eines Mannes,
der sich entschieden hat.

Vorbei die Zeit der kleinen Ewigkeiten.
Vorbei die vielgeliebte Abwechslung,
mehr geliebt als die Liebe.

Oh, es war schön, das will ich nicht leugnen.
Aber ich tat es auf der Suche nach etwas
Schönerem, das mehr ist, viel mehr
als nur Schönheit.

Mit welchem Recht?
Mit keinem als dem meines Herzens,
das weiß, du wartest.

 

So wenig

Was alles Glück sein soll!
Durchwühlen wir die Angebote,
das der Woche, des Tages,
der langen Nächte..

Hinunter ins Vergnügen,
sieh dich vor.
Was das Auge nicht sieht,
schreit dir einer ins Ohr.

Nur was es zweimal gibt,
hat sich gelohnt.
Wir sind nicht gekommen,
daß man uns schont.

Andere Städte als diese sind unser.
Die Toten tragen das Königskleid.
Ein Augenzwinkern genügt,
und wir wissen Bescheid.

Wir sind, immer in Reichweite
einer Steckdose, dauerhafter
als Schakale.

Wir sind quitt
mit dem Unterschied zwischen
Mann und Frau.

Wir sind böse.
So wenig bleibt,
wenn wir Glück haben.

 
Wolf Wondratschek (Rudolstadt, 14 augustus 1943)

Lees verder “Wolf Wondratschek, Danielle Steel, Erwin Strittmatter, Sir Walter Scott, Julia Mann – da Silva-Bruhns, Stefanie de Velasco, Verena Güntner”

antoine de kom, Amélie Nothomb, Jens Bisky, Nikolaus Lenau, Tom Perrotta, Rudolf G. Binding, Julia Mann

De Nederlandse schrijver en dichter antoine de kom werd geboren in Den Haag op 13 augustus 1956. Zie ook alle tags voor antoine de kom op dit blog.

Werelds wit

Ik denk de wereld wit, een bleek
breed zandstrand reikt hier strak
tot aan de einder; en waar de zee zich
 
diepblauw als een dunne streep verliest
in het azuur – daar vriest de branding dicht
tot winterlandschap: wat onder felle vlagen
 
stuifzand duinen lijken, zijn dorstig rustend
de besneeuwde dieren van mijn verdwaalde
karavaan, – ik ben de dwaze Sultan,
 
en ijlend in mijn purperrood satijn,
zie ik alom het levende bewijs
van wit & werelds badend Istanbul.

 

Het was in de tweede hangar ik meen
 
rond elf uur toen daar de giraf vleugels
kreeg en tot handelen overging.
in de scherpte van zijn onwennige blik
lag het platform er verlaten bij.
de hangar stond loom te geeuwen
in de milde ochtendzon die zelfs nog te verdragen
is wanneer je hoog aan de strakblauwe hemel
een minuscuul rondtollend voorwerp kunt zien staan.
terwijl je omhoog kijkt voel je de zachte streling van een vrouw
die ongemerkt achter je is komen staan: je
merkt hoe huid tegen huid haar armen handen
over je buik naar je benen bewegen nu het ruisen
van vleugelslagen tot je begint door te dringen
en de hangar leger is dan ooit

 
antoine de kom (Den Haag, 13 augustus 1956)

Lees verder “antoine de kom, Amélie Nothomb, Jens Bisky, Nikolaus Lenau, Tom Perrotta, Rudolf G. Binding, Julia Mann”

Thomas Mann, Hans-Ulrich Treichel, Anthony Swofford, Stefano Benni, Marcellus Emants

Op 12 augustus 1955 overleed de Duitse schrijver Dat is vandaag precies 60 jaar geleden. Thomas Mann. Zie ook mijn blog van 12 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Tagebücher

„Geburtstag am D-Day
06.06.1944
Pacif. Palis., Dienstag den 6. Juni 1944. Invasion Frankreichs
Mein 69. Geburtstag. Stand ½ 9 auf. Es war neblig-aufklärend. Wurde von K. und der Schwarzen, die sang, empfangen. Während K. mir ihre Geschenke zeigte (Armstuhl fürs Schlafzimmer, Schlafrock, Platten, Ledernützlichkeiten, Seife, Süßigkeiten) rief Mrs. Meyer aus Washington an, von der ich, bevor ich die Zeitungen gesehen, erfuhr, dass die Invasion Frankreichs bei Caen, Calais, Le Havre begonnen hat. Eigentümliches Zusammentreffen. Beim Frühstück die Zeitungsnachrichten. Die Meyer erklärte, befriedigende direkte Nachrichten aus dem Kriegsministerium zu haben. Spannung auf coordinierte Aktionen der Russen. Telephon mit Franks. Man erwartet eine weitere Ansprache des Präsidenten. – Schrieb am Schluss des XVII. Kapitels. Besuch von Revy mit altem Goethe-Bändchen. Mittags auf der Promenade. Viel Post, Briefe von Kahler, Auerheimer. Nach Tische Gottlieb und Guggenheim mit Cigarren.

 

 
De villa die Thomas Mann liet bouwen in Pacific Palisades

 

Zum Thee Neumanns, ebenfalls mit Blumen und den rar gewordenen Cigarren. Telephon mit Heinrich. Blumen-Arrangements von der Meyer. 7 Uhr Werfels und Franks mit französ. Champagner, großer Ascheschale, Abendessen zu sechsen mit Champagner. Nach dem Kaffee auf Werfels Wunsch Vorlesung aus dem Roman: da Schleppfuß fehlte, das Kapitel mit Adrians Brief. Gespräch über die Welt des Buches. Nach Wefels Weggang liest Frank die für mich geschriebene Kino-Novelle. Gut gemacht. – Hörten 11 Uhr ausführliche Invasionsnachrichten aus Hollywood und London. – Blumentelegramme von Oprechts-Giese, Bermanns.“

 

 
Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)

Lees verder “Thomas Mann, Hans-Ulrich Treichel, Anthony Swofford, Stefano Benni, Marcellus Emants”

Naoki Higashida

 

De Japanse dichter, romancier en essayist Naoki Higashida werd geboren op 12 augustus 1992 in Kimitsu. Bij Higashida werd op de leeftijd van 5 jaar autisme gediagnosticeerd. Hij was niet in staat om zichzelf verstaanbaar te maken aan mensen om hem heen en zijn gedrag werd als grillig beschouwd. Ondanks zijn handicap leerde Higashida snel de Japanse karakters. Door het bezoeken van een nabijgelegen instelling voor naschools onderwijs slaagde hij erin om zich beter uit te drukken. Snel begon hij Japanse karakters te schrijven met de hulp van volwassenen. Hij was in staat om een ​​aantal van zijn emoties te uiten. Higashida’s moeder merkte hoe expressief hij zich kon uiten en moedigde hem aan om gedichten en korte verhalen schrijven. Op de leeftijd van 11, en opnieuw toen hij 12 was, won de eerste prijs Higashida in de Sprookjes van Grimm wedstrijd in het schrijven van verhalen. Sinds 2004 heeft Higashida meer dan twintig boeken van fictie en non-fictie gepubliceerd. “Waarom ik soms op en neer spring ” werd in 2007 gepubliceerd als boek met 58 vaak gestelde vragen over zijn autisme en zijn openhartige, soms verrassende antwoorden daarop. Het boek was een groot succes in Japan, maar de ontdekking en de daaropvolgende Engelse vertaling door David Mitchell, die woonde in Japan en een Japanse vrouw heeft, bereikte het mainstream-publiek over de hele wereld.

Uit:The Reason I Jump (Vertaald door David Mitchell)

What’s the reason you jump?
What do you think I’m feeling when I’m jumping up and down clapping my hands? I bet you think I’m not really feeling anything much beyond the manic glee all over my face.
But when I’m jumping, it’s as if my feelings are going upward to the sky. Really, my urge to be swallowed up by the sky is enough to make my heart quiver. When I’m jumping, I can feel my body parts really well, too—my bounding legs and my clapping hands—and that makes me feel so, so good.
So that’s one reason why I jump, and recently I’ve noticed another reason. People with autism react physically to feelings of happiness and sadness. So when something happens that affects me emotionally, my body seizes up as if struck by lightning.
“Seizing up” doesn’t mean that my muscles literally get stiff and immobile—rather, it means that I’m not free to move the way I want. So by jumping up and down, it’s as if I’m shaking loose the ropes that are tying up my body. When I jump, I feel lighter, and I think the reason my body is drawn skyward is that the motion makes me want to change into a bird and fly off to some faraway place.
But constrained both by ourselves and by the people around us, all we can do is tweet-tweet, flap our wings and hop around in a cage. Ah, if only I could just flap my wings and soar away, into the big blue yonder, over the hills and far away”
Why do you memorize train timetables and calendars?
Because it’s fun! We get a real kick out of numbers, us people with autism. Numbers are fixed, unchanging things. The number 1, for example, is only ever, ever the number 1. That simplicity, that clearness, it’s so comforting to us.
Whoever reads any given timetable or calendar, it’s always, always the same. You can easily understand all of them by following the same set of rules. And when it comes to our favorite things, we can memorize these as easily as if they were jumping straight into our heads. Invisible things like human relationships and ambiguous expressions, however, these are difficult for us people with autism to get our heads around.”

 

 
Naoki Higashida (Kimitsu, 12 augustus 1992)

Hugh MacDiarmid, Ernst Stadler, Yoshikawa Eiji, Fernando Arrabal, Andre Dubus, Alex Haley

De Schotse dichter Hugh MacDiarmid werd geboren op 11 augustus 1892 als Christopher Marray Grieve in Langholm. Zie ook alle tags voor Hugh MacDiarmid op dit blog.

Stony Limits (Fragment)
(In Memoriam: Charles Doughty, 1843-1926)

Under no hanging heaven-rooted tree,
Though full of mammuks’ nests,
Bone of old Britain we bury thee
But heeding your unspoken hests
Naught not coeval with the Earth
And indispensable till its end
With what whom you despised may deem the dearth
Of your last resting-place dare blend.
Where nature is content with little so are you
So be it the little to which all else is due.

Nor in vain mimicry of the powers
That lifted up the mountains shall we raise
A stone less of nature’s shaping than of ours
To mark the unfrequented place.
You were not filial to all else
Save to the Dust, the mother of all men,
And where you lie no other sign needs tells
(Unless a gaunt shape resembles you again
In some momentary effect of light on rock)
But your family likeness to all her stock.

Flowers may be strewn upon the grave
Of easy come easy go.
Fitly only some earthquake or tidal wave
O’er you its red rose or its white may throw
But naught else smaller than darkness and light
—Both here, though of no man’s bringing!—
And as any past time had been in your sight
Were you now from your bed upspringing,
Now or a billion years hence, you would see
Scant difference, eyed like eternity.

 
Hugh MacDiarmid (11 augustus 1892 – 9 september 1978)
Portret door Charles Pulsford, ca. 1975

Lees verder “Hugh MacDiarmid, Ernst Stadler, Yoshikawa Eiji, Fernando Arrabal, Andre Dubus, Alex Haley”

Kees van Kooten, Alfred Döblin, Moses Isegawa, Mark Doty, Jerzy Pilch

De Nederlandse schrijver en cabaretier Kees van Kooten werd geboren op 10 augustus 1941 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 10 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Kees van Kooten op dit blog.

Uit: Droomvakantie (Het groot bescheurboek)

“Onze stewardess was alleraardigst (we kregen de man twee snoepjes voor het opstijgen), alle koffers kwamen onbeschadigd uit het vliegtuig, we mochten zondermeer doorlopen van de douane, de taxichauffeur was een schat die een schijntje rekende en zo’n mooi hotel hadden we nog nooit gezien.
De bedden waren om nooit meer uit op te staan, alles dééd het in de badkamer en het ontbijt leek wel een diner!
Het hotelpersoneel weigerde fooien aan te nemen, het gebruik van de overdreven gevulde 300 liter-koelkast op de kamer was gratis en als je ’s avonds je zwemvliezen voor de deur zette, bleken ze ’s ochtends gepoetst!
Wij waren drie weken lang de enigen op het zes kilometer lange, goudgele zandstrand; de ligstoelen, parasols, waterfietsen en sorbets waren gratis; terwijl de zeeëgels een stukje opzij zwommen als ze je zagen aankomen, zodat je niet in ze zou trappen.
Als je terugkwam op je kamer lag het verschoonde bed al opengeslagen, met een bos rozen op je kussen. Er hingen nieuwe schilderijen en op de televisie kon je de hele wereld ontvangen.
We hebben elkaar wel tot zes uur ’s ochtens stomdronken op de hotelgang achterna gezeten, zonder dat iemand er iets van zei; de receptionist aan de balie schreef desgewenst de ansichtkaarten naar huis en in het verwarmde zwembad mocht je gewoon dwars door je badpak heen plassen.
’s Avonds aan het diner kwam er een gitarist met gewoon zijn gitaar nog in het foudraal langs alle tafeltjes, om te zeggen dat hij, gratis, niet zou spelen.
Autochtoon dansen deden ze daar niet, dus kwam er niemand vragen of je mee wilde doen en daar werden ook nog eens geen foto ’s van genomen, die de volgende dag niet voor tien gulden te verkrijgen waren.
Op zondag waren alle winkels, café’s, postkantoren, banken en doktoren open. Alleen de begrafenisondernemers waren dicht, dus dan sloegen we die gewoon een dagje over.
Ze hebben daar af en toe een wind die omgevallen glazen weer overeind zet en kranten precies op de goede pagina’s openblaast. Drie keer woei er zomaar een prachtig hoedje op mijn hoofd!”

 
Kees van Kooten (Den Haag, 10 augustus 1941)

Lees verder “Kees van Kooten, Alfred Döblin, Moses Isegawa, Mark Doty, Jerzy Pilch”

Luuk Gruwez, Philip Larkin, Gerrit Kouwenaar, Henk Romijn Meijer, Linn Ullmann

De Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Luuk Gruwez werd geboren op 9 augustus 1953 te Kortrijk. Zie ook alle tags voor Luuk Gruwez op dit blog.

 

De feestelijke verliezer

Ik had het fijnste gaas van het verlangen lief
zoals een zachte bries het lichaam van de baadster
en waar ik mij begaf, omgaf er mij een waas
van angstaanjagend aangenaam verwelken.
En een seizoen lang werd het avond.

En toen – het hart hoog op de wind –
verlangen zich bezeerde aan begeerte,
hoe lief had ik dan niet dat feestelijk verlies,
alsof een hartstocht mij verloren blies,
al werd ternauwernood gezoend

de monstrans van één enkele mond.
En elke avond werd het herfst.

En telkens als de sierlijkste der herfsten
mij in de wind een onderkomen bood,
vond ik in ruisen en in beven
een huis om dakloos in te zijn.

 

Oma’s memo

zij ruimt de rommel op die niet meer dient:
een fotolijst, een hoornen bril,
verlovingsjurk van anno dertig,
de prullenkraam van een bestaan
dat eens vol meesterwerken was.

haar mooiste meesterwerk ben ik,
haar mausoleum voor een dochter,
de hare, die mij baarde en toch stierf,
de missing link die ons verbindt,
gemis dat vlees werd, stof en as.

uit alles blijkt dat zij zich traint in blijven,
in voortbestaan, inpakken van wat was.
en met een stem vol moederschap
laat zij een opdracht aan de planten na:
wees daar, eis water, als ik niet meer ben.

alles wat weerloos is en eindigt
verdient een voortbestaan. geen ding.
zo eindigt ook haar kunstgebit
met gouden stift, dat nu nog elke avond
in een glaasje gaat, straks in een kist.

 

Kanker I

God, herstel deze vrouw. zij is nog niet
voltooid. zij moet mij nog ten grave dragen.
o, leg haar straks, al stijf van ouderdom,
met beide borsten in een kist.

ik weet dat u soms voorkomt in het wild
naast aasgier, lynx en tijgerkat:
fouileer haar niet tot op het bot
of daar nog ergens kanker zat.

ook ik lijd honger aan haar lijf.
wees niet bekommerd om uw maal:
ik wil een ander kwijt in ruil voor haar.
ik wil een ander kwijt, of minstens mij.

 

 
Luuk Gruwez (Kortrijk, 9 augustus 1953)

Lees verder “Luuk Gruwez, Philip Larkin, Gerrit Kouwenaar, Henk Romijn Meijer, Linn Ullmann”

P. L. Travers, Pierre Klossowski, Daniel Keyes, Leonid Andreyev, John Oldham, Izaak Walton

De Australische schrijfster Pamela Lyndon Travers werd als Helen Lyndon Goff op 9 augustus 1899 geboren in Maryborough in Australië. Zie ook alle tags voor P. L. Travers op dit blog en eveneens mijn blog van 9 augustus 2009 en ook mijn blog van 9 augustus 2010

Uit: Mary Poppins

“And she led the way towards the staircase, talking all the time, without stopping once. And because she was doing that Mrs Banks did not notice what was happening behind her, but Jane and Michael, watching from the top landing, had an excellent view of the extraordinary thing the visitor now did.
Certainly she followed Mrs Banks upstairs, but not in the usual way. With her large bag in her hands she slid gracefully up the banisters, and arrived at the landing at the same time as Mrs Banks. Such a thing, Jane and Michael knew, had never been done before. Down, of course, for they had often done it themselves. But up — never! They gazed curiously at the strange new visitor.
“Well, that’s all settled, then.” A sigh of relief came from the children’s Mother.
“Quite. As long as I’m satisfied,” said the other, wiping her nose with a large red and white bandanna handkerchief.
“Why, children,” said Mrs Banks, noticing them suddenly, “what are you doing there? This is your new nurse, Mary Poppins. Jane, Michael, say how do you do! And these”—she waved her hand at the babies in their cots—“are the Twins.”
Mary Poppins regarded them steadily, looking from one to the other as though she were making up her mind whether she liked them or not.”

 
P. L. Travers (9 augustus 1899 – 23 april 1996)
Scene uit de film uit 1964 met o.a. Dick Van Dyke en Julie Andrews

Lees verder “P. L. Travers, Pierre Klossowski, Daniel Keyes, Leonid Andreyev, John Oldham, Izaak Walton”

Jostein Gaarder, Klaus Ebner, Birgit Vanderbeke, Gernot Wolfram, Sara Teasdale, Donald Davidson, Hieronymus van Alphen

De Noorse schrijver Jostein Gaarder werd geboren op 8 augustus 1952 in Oslo. Zie ook alle tags voor Jostein Gaarder op dit blog.

Uit: The Orange Girl (Vertaald door James Anderson)

“Imagine that you were on the threshold of this fairytale, sometime billions of years ago when everything was created. And you were able to choose whether you wanted to be born to a life on this planet at some point. You wouldn’t know when you were going to be born, nor how long you’d live for, but at any event it wouldn’t be more than a few years. All you’d know was that, if you chose to come into the world at some point, you’d also have to leave it again one day and go away from everything. This might cause you a good deal of grief, as lots of people think that life in the great fairytale is so wonderful that the mere thought of it ending can bring tears to their eyes. Things can be so nice here that it’s terribly painful to think that at some point the days will run out. What would you have chosen, if there had been some higher power that had gave you the choice? Perhaps we can imagine some sort of cosmic fairy in this great, strange fairytale. What you have chosen to live a life on earth at some point, whether short or long, in a hundred thousand or a hundred million years? Or would you have refused to join in the game because you didn’t like the rules? (…) I asked myself the same question maybe times during the past few weeks. Would I have elected to live a life on earth in the firm knowledge that I’d suddenly be torn away from it, and perhaps in the middle of intoxicating happiness? (…) Well, I wasn’t sure what I would have chosen. (…) If I’d chosen never to the foot inside the great fairytale, I’d never have known what I’ve lost. Do you see what I’m getting at? Sometimes it’s worse for us human beings to lose something dear to us than never to have had it at all.”

 
Jostein Gaarder (Oslo, 8 augustus 1952)

Lees verder “Jostein Gaarder, Klaus Ebner, Birgit Vanderbeke, Gernot Wolfram, Sara Teasdale, Donald Davidson, Hieronymus van Alphen”