In Memoriam Jos Vandeloo

In Memoriam Jos Vandeloo

De Vlaamse auteur Jos Vandeloo is op 90-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn familie bekend gemaakt. Jos Vandeloo werd geboren op 5 september 1925 in Zonhoven, Belgisch-Limburg. Zie ook mijn blog van 5 september 2010 en eveneens alle tags voor Jos Vandeloo op dit blog.

Uit: De vijand

Het regent nog altijd. Net als op die dag, nu zes weken geleden, juist voor de Amerikanen kwamen.
Daarom moet ik altijd aan de vijand denken, omdat  het die dag zonder ophouden bleef regenen.
Maar wie is tenslotte de vijand? Iedereen is de vijand en niemand is de vijand.
Ik geloof dat vrienden en vijanden aan dezelfde tafel  zitten, soms op dezelfde stoel.
Misschien zijn wij onze eigen vijand?
Toen regende het ook, net als nu. Is het een toeval dat het vandaag ook regent zonder ophouden?”
(…)

“Misschien komt er een nieuwe zondvloed en wordt alles langzaam en geleidelijk één groot moeras, dat alles opslokt, de huizen en de mensen, de tanks, de bomen, de tent, en Bea en mij en de soldaten en Karl, vooral Karl.”
(…)

“We hadden een bijzonder scherp zicht in de duisternis. Onze zintuigen waren gescherpt door de omstandigheden waarin wij leefden, door het dierlijke waarmee wij dagelijks te maken hadden, de dood, de grond, het stro, de duisternis, de honger, de angst. Wij waren aan tal van dingen gewoon geraakt, wij hadden ons voortreffelijk aan de moeilijke omstandigheden aangepast. Zoals onze voorouders.”

 
Jos Vandeloo (5 september 1925 – 5 oktober 2015)

Jeroen Olyslaegers

De Vlaamse schrijver en columnist Jeroen Olyslaegers werd geboren in Mortsel op 5 oktober 1967. Hij studeerde Germaanse filologie aan UFSIA-UIA (1985-1989) en werkte nadien in het documentatiecentrum Louis Paul Boon. In maart 2009 verscheen de roman “Wij” bij uitgeverij Meulenhoff/Manteau. In 2012 kwam “Winst” uit, een roman die zich afspeelt in het kunstmilieu. Olyslaegers maakte ook naam in het theater. Samen met Paul Mennes schreef hij een toneelstuk over de wereld na 11 september. In september 2009 kwam “Woeste hoogten, rusteloze zielen” uit, een theaterstuk gebaseerd op “Woeste Hoogten” van Emily Brontë voor theater Artemis uit Den Bosch. Met Jan Fabre werkte hij in 2011 aan “Prometheus Landscape II” en in 2015 verzorgde hij, eveneens voor Fabre, de tekst voor “Mount Olympus: To Glorify the Cult of Tragedy”. In 2014 ontving Olyslaegers de Arkprijs van het Vrije Woord. Volgens de jury verdient Olyslaegers de bekroning, omdat hij “oprecht maatschappelijke engagement in woorden en initiatieven” vertoont en het publieke forum gebruikt om schrijnende maatschappelijke toestanden aan de kaak te stellen en met die stellingname tegen de mainstream in te gaan”.

Uit: Wij

“Ik wil het van jou horen.’
‘Je hebt niks gemist,’ zeg ik tegen Flor en ik bestel voor ons beiden rode wijn.
Hij duwt me verder weg van de bar. Zijn vrouw kijkt even naar hem en herneemt dan haar gesprek, twee tafels verder.
‘Daniëlle kwam gisterennacht thuis. Zónder onderbroek.’
‘Controleer jij dat elke avond?’
‘Ze was dronken. Ze had het over jou.’
Ik tik met mijn glas tegen het zijne. ‘Drink je wijn, Flor.’
Flor neemt een slok en herhaalt dat hij het wil weten. Ik moet het beschrijven. Wat is er gebeurd? Ik moet het vertellen want hij wordt zot.
‘Ik zou het voor je kunnen tekenen,’ blaas ik.
‘Stop, Georges. Klootzak.’
‘Maar dan zou Félicien Rops me daarbij moeten helpen. Varkens, blote wijven en Satan met een stijve op een kruis. Ik zie mijn leermeester uit Namen lachen in zijn baard, met een schetsblok op zijn knieën. Hij lacht ons uit. Laat het los, Flor. Het is niks, rien de kloten, geloof mij.’
‘Wat kan mij die leraar schelen…’ fluistert Flor.
Hij pakt mijn katoenen zomerjasje vast.
‘Waarom?’ vraagt hij.
‘Je trekt aan mij, Flor.’
‘Waarom?’
Ik zeg hem dat ik haar alleen maar gevingerd heb, erewoord.
Flor duwt zijn hoofd tegen mij en begint zonder geluid te janken.
‘Waarom? Waarom…’ snottert hij.”

 
Jeroen Olyslaegers (Mortsel, 5 oktober 1967)

 

Roberto Juarroz, Václav Havel, Stig Dagerman, K.L. Poll, Flann O’Brien, Denis Diderot

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook mijn blog van 5 oktober 2009 en ook mijn blog van 5 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

The most beautiful day

The most beautiful day
lacks something:
its dark side.
Only to a near-sighted god
could light by itself
appear beautiful.

Beside any Let there be light!,
Let there be darkness!
should also be said.

We don’t arrive
at necessary night by omission only.

 

Night shuts down sometimes

Night shuts down sometimes
like blocks of stone
and leaves us without space.
My hand then can no longer touch you
to defend us from death
and I can’t even touch myself
to defend us from absence.
A vein that springs up in that same stone
separates me from my own thought too.
Thus night is converted
into our first tomb.

 

Now I can only wear old shoes

Now I can only wear old shoes.
The road I follow
wears shoes out from the first step.

But only old shoes
don’t despise my road
and only they can arrive
where my road arrives.

After that,
you have to continue barefoot.

 

Vertaald door Mary Crow

 
Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

Lees verder “Roberto Juarroz, Václav Havel, Stig Dagerman, K.L. Poll, Flann O’Brien, Denis Diderot”

In Memoriam Henning Mankell

In Memoriam Henning Mankell

De Zweedse schrijver Henning Mankell is op 67-jarige leeftijd overleden. Zijn Duitse uitgever Hander Verlag heeft dit maandag in München bekendgemaakt. Henning Mankell werd geboren in Stockholm op 3 februari 1948. Zie ook alle tags voor Henning Mankell op dit blog.

Uit: Faceless Killers (Vertaald door Steven T. Marray)

A bird, he thinks. A night bird calling. Suddenly he is afraid. Out of nowhere fear appears and seizes him. It sounds like somebody shouting. In despair, trying to be heard. A voice that knows it has to penetrate thick stone walls to catch the attention of the neighbours.
I’m imagining things, he thinks. There’s nobody shouting. Who would it be? He shuts the window so hard that it makes a flowerpot jump, and Hanna wakes up.
“What are you doing?” she says, and he can hear that she’s annoyed.
As he replies, he feels sure. The terror is real.
“The mare isn’t whinnying,” he says, sitting down on the edge of the bed. “And the Lövgrens’ kitchen window is wide open. And someone is shouting.”
She sits up in bed.
“What did you say?”
He doesn’t want to answer, but now he’s sure that it wasn’t a bird that he heard.
“It’s Johannes or Maria,” he says. “One of them is calling for help.”
She gets out of bed and goes over to the window.
Big and wide, she stands there in her white nightgown and looks out into the dark.
“The kitchen window isn’t open,” she whispers. “It’s smashed.”
He goes over to her, and now he’s so cold that he’s shaking.
“There’s someone shouting for help,” she says, and her voice quavers.
“What should we do?”
“Go over there,” she replies. “Hurry up!”
“But what if it’s dangerous?”
“Aren’t we going to help our best friends?”
He dresses quickly, takes the torch from the kitchen cupboard next to the corks and coffee cans. Outside, the clay is frozen under his feet. When he turns around he catches a glimpse of Hanna in the window. At the fence he stops. Everything is quiet. Now he can see that the kitchen window is broken.
Cautiously he climbs over the low fence and approaches the white house. But no voice calls to him.
I am just imagining things, he thinks. I’m an old man who can’t figure out what’s really happening anymore. Maybe I did dream about the bulls last night. The bulls that I would dream were charging towards me when I was a boy, making me realise that someday I would die. »

 
Henning Mankell (3 februari 1948 – 5 oktober 2015)