De Nederlandse dichter en schrijver Michel van der Plas werd geboren op 23 oktober 1927 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Michel van der Plas op dit blog.
Een middag lang naar elkaar liggen kijken
Een middag lang naar elkaar liggen kijken
met niets dan liefde aan. Zijn wat je hebt:
stilte die een schouder voor stilte schept,
lippen en handen die adem aanreiken.
Even soms huiveren, niet van gedachten,
maar van verlangen dat zichzelf niet kent:
een kind van aarde. Hebben wat je bent:
trage honger, klein niemandsland van wachten.
Werkelijkheid proeft aarzelend van droom:
beiden komen tot nieuw verwisseld leven;
vraagtekens die elkander antwoord geven,
buigende oevers van eenzelfde stroom:
de eeuwigheid tussen ons in geschoven.
Dat wij dat zijn, het is niet te geloven.
Eerste liefde
Zeventien. – ’s Avonds viel voor ’t eerst een ster
voor je venster in drie wensen uiteen:
schittertranen op een wereld van steen.
Maak me mooi. Laat me beven. Breng me ver.
En de dagen werden opeens een strand
om blootsvoets op te dansen. Nergens kon
een rok wijder staan dan jouw horizon,
en de appel zon trilde in je hand.
Maar je stelde de beet wervelend uit
voor het reiken naar lucht, vluchten van grond.
Ogen had je en benen; nog geen mond.
Adem was je en dorst; nog geen besluit.
De zee en één duin maar hebben je zien
uitduizelen: vogelvrij zeventien
Een dagje weg
Vannacht heb ik gedroomd dat je heel even
een dagje weg mocht van je plaats: hierheen,
de wereld in. Eerst zat je nog te beven
aan tafel, in de kring, vel over been,
maar toen al gauw heel rustig; en er scheen
geel licht alom, en je zat blij te leven
met ons, o, zo heel eigen en zo een
met al dat roerloos wederkerig geven.
We zeiden niets, bang dat er iets zou breken
of dat je tijd, wanneer wij zouden spreken,
weer om was; maar het teerste was je lach
op het albast van je gezicht: ik zag,
met tranen in mijn ogen, daar het teken
dat dit huis je geluk was, deze dag.
Michel van der Plas (23 oktober 1927 -21 juli 2013)