De Nederlandse dichter en criticus Ad Zuiderent werd geboren in ’s-Gravendeel op 28 mei 1944. Zie ook alle tags voor Ad Zuiderent op dit blog.
Tuinpad
De paden op! Welja, dat ene pad
dat heel de tuin bestrijkt: het rondje
binnendoor. Diagonale bielzen
hogen hier en daar wat op. En dat is dat.
Wat heb je met me voor dat wij hier gaan?
Een achtertuin van zes bij acht, een spoor
van slakken, minder dan een blokje om.
Jij zegt: ‘Dit is het binnenpad.’ Volstaat
het schijnbaar vierkant van een streepje grond
of zoek je van de cirkel het kwadraat?
Eens ging de ondergang met paard en kar
de wereld rond; dat hebben we gehad
Nu blijf ik vlak bij huis, en noem je schat.
Dit is het. Naar bielzen draait het pad
licht omhoog. Daar blijft de zon wat langer
voor hij ondergaat. Ik heb je lief, zo lief.
In ’t groen draagt dit de waarde van een daad.
Reservaat
Zaten wij op een duintop, was het het bekende
liedje, van de wind die op het hoogste punt
en hopen dat het uitzicht niet bedriegt.
Eerst in de diepte langs het strand, een golf
de horizon, gericht op hond en kind, op zon en wind,
werd je vanzelf gedachteloos en vrij.
Toen onder prikkeldraad omhoog, het verse
nauwelijks begroeide duin, het reservaat.
Het was verboden, maar daar zaten wij, vrij
als de zee die schitterde in zonnegloed, een vol
gemoed van dat je zoiets zong zonder te weten
wat het duin nog meer was dan bescherming
van het achterland. En nu dezelfde haast:
de zeespiegel in stukken in de ochtendkrant
was verder van je bed dan nu je keek
voorbij de opgebolde horizon. Een stip
als een begin; we konden alle kanten op.
Ad Zuiderent (’s-Gravendeel, 28 mei 1944)