Yesterday (W. S. Merwin), Vikram Seth, Anne Carson

 

Bij Vaderdag

 

The Foundation door Cbabi Bayoc, 2012

 

Yesterday

My friend says I was not a good son
you understand
I say yes I understand

he says I did not go
to see my parents very often you know
and I say yes I know

even when I was living in the same city he says
maybe I would go there once
a month or maybe even less
I say oh yes

he says the last time I went to see my father
I say the last time I saw my father

he says the last time I saw my father
he was asking me about my life
how I was making out and he
went into the next room
to get something to give me

oh I say
feeling again the cold
of my father’s hand the last time
he says and my father turned
in the doorway and saw me
look at my wristwatch and he
said you know I would like you to stay
and talk with me

oh yes I say

but if you are busy he said
I don’t want you to feel that you
have to
just because I’m here

I say nothing

he says my father
said maybe
you have important work you are doing
or maybe you should be seeing
somebody I don’t want to keep you

I look out the window
my friend is older than I am
he says and I told my father it was so
and I got up and left him then
you know

though there was nowhere I had to go
and nothing I had to do

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)

 

De Indische dichter en schrijver Vikram Seth werd geboren op 20 juni 1952 in Kolkata. Zie ook alle tags voor Vikram Seth op dit blog.

 

Round And Round

After a long and wretched flight
That stretched from daylight into night,
Where babies wept and tempers shattered
And the plane lurched and whiskey splattered
Over my plastic food, I came
To claim my bags from Baggage Claim

Around, the carousel went around
The anxious travelers sought and found
Their bags, intact or gently battered,

But to my foolish eyes what mattered
Was a brave suitcase, red and small,
That circled round, not mine at all.

I knew that bag. It must be hers.
We hadnt met in seven years!
And as the metal plates squealed and clattered
My happy memories chimed and chattered.
An old man pulled it of the Claim.
My bags appeared: I did the same.

 

Distressful Homonyms

Since for me now you have no warmth to spare
I sense I must adopt a sane and spare

Philosophy to ease a restless state
Fuelled by this uncaring. It will state

A very meagre truth: love like the rest
Of our emotions, sometimes needs a rest.

Happiness, too, no doubt; and so, why even

Hope that ’the course of true love’ could run even?

 

How Rarely These Few Years

How rarely all these few years, as work keeps us aloof,
Or fares, or one thing or another,
Have we had days to spend under our parents’ roof:
Myself my sister, and my brother.

All five of us will die; to reckon from the past
This flesh and blood is unforgiving.
What’s hard is that just one of us will be the last
To bear it all and go on living.

 

Vikram Seth (Kolkata, 20 juni 1952)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

Boek van Jesaja, deel I

1.
Jesaja werd boos wakker.
Klapperend aan Jesaja’s oren zwarte vogelgezang nee het was woede.
God had de oren van Jesaja gevuld met angels.
Ooit waren God en Jesaja vrienden.
God en Jesaja spraken altijd ’s nachts, Jesaja haastte zich de tuin in.
Ze spraken onder de Tak, de nacht stroomde naar beneden.
Van de voetzool tot het hoofd zou God Jesaja laten rinkelen.
Jesaja had God liefgehad en nu veranderde zijn liefde in pijn.
Jesaja wilde een naam voor de pijn, hij noemde het zonde.
Nu was Jesaja een man die geloofde dat hij een natie was.
Jesaja noemde de natie Juda en de zonde Juda’s toestand.
Binnenin Jesaja zag God de wereldkaart branden.
Jesaja en God zagen de dingen anders, ik kan je alleen hun daden vertellen.
Jesaja sprak het volk toe.
De broosheid van de mens! riep Jesaja.
De natie bewoog zich in zijn bolster en sliep weer.
Twee plakken bloederig vlees lagen als vleugels op zijn ogen gevouwen.
Als een hard glanzend schilderij sliep de natie.
Wie kan een nieuwe angst uitvinden?
Toch heb ik de zonde uitgevonden, dacht Jesaja, terwijl hij met zijn hand over de knoppen ging.
En dan, vanwege een grote aantrekkingskracht tussen hen…
waar Jesaja de rest van zijn leven (voor en tegen) tegen vocht —
Verbrijzelde God Jesaja’s onverschilligheid.
God waste het haar van Jesaja in vuur.
God nam zijn intrek.
Van onder zijn vleesvleugels luisterde de natie.
Jij, zei Jesaja.
Geen antwoord.
Ik kan je niet horen, sprak Jesaja sprak opnieuw onder de Tak.
Licht bleekte de nachtruimte open.
God arriveerde.
God sloeg Jesaja als glas door elke holte van zijn natie.
Leugenaar! zei God.
Jesaja legde zijn handen op zijn jas, hij legde zijn hand op zijn gezicht.
Jesaja is een kleine man, zei Jesaja, maar geen leugenaar.
God beheerste zich.
En dat was dus hun contract.
Broos aan beide kanten, niet liegen.
Jesaja’s vrouw kwam naar de deuropening, de deurposten waren verschoven.
Wat is dat geluid? zei de vrouw van Jesaja.
De vreze des Heren, zei Jesaja.
Hij grijnsde in het donker, ze ging weer naar binnen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Vikram Seth (Kolkata, 20 juni 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juni ook mijn blog van 20 juni 2020 en eveneens mijn blog van 20 juni 2019 en ook mijn blog van 20 juni 2015 deel 2.