De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Jacq Firmin Vogelaar (pseudoniem van Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) Broers) werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Zie ook alle tags voorJacq Firmin Vogelaar op dit blog.
Uit: Laatste post
“Waarom ik daar nog zat, in het café aan een tafeltje bij het raam, weet ik niet, evenmin ben ik in staat, zelfs maar bij benadering, uit te leggen waarom ik die dag naar Moorgat ben doorgereden, welk gat ik al dertig jaar uit de weg was gegaan, waar ik niemand kende en waarschijnlijk, naar ik mocht aannemen, niemand mij nog kende tenzij van naam, omdat deze op de helft van de plaatselijke bevolking van toepassing is en de streek er tegenwoordig zijn faam en kwade reuk aan te danken heeft – maar waarom je naam noemen? Het kwam toevallig zo uit dat ik onverwacht een paar uur overhad doordat de bespreking, waarvoor ik naar het nabijgelegen stadje O. gereisd was, korter duurde en voor mij minder succesvol verliep dan verwacht; de reden van het een en van het ander lag bij mijzelf. Tot ieders en niet het minst mijn eigen verbazing bleek het laatste obstakel dat de zaak al maanden traineerde en de partners tot wanhoop begon te drijven – wees niet bang, ik zal je niet vermoeien met een gedetailleerde toelichting – een fusie te betreffen van een universitair, een direct door de overheid geleid en een particulier onderzoeksbureau – zulke hybriden zijn de laatste jaren erg in trek – van welke drie bureaus het mijne de grootste en voor het verwerven van de fondsen onmisbare stem in het kapittel had, waarvoor ik de spreekbuis was die nog niet volmondig met de fusie had ingestemd, hetgeen de aanleiding vormde voor de bespreking op deze septembermiddag ten aanzien waarvan de verwachtingen even gespannen als laag waren, en opeens bleek het tot dan toe onoverkomelijke obstakel, dat was ik, meteen al in het begin van de vergadering om. Vrome formules als ‘Ik heb er nog eens goed over nagedacht’ liet ik achterwege – ik had er domweg over nagedacht, bovendien gaat nadenken meestal vanzelf en merk je de resultaten pas op het moment dat je je mond opendoet – nog voordat andere rituelen konden worden ingezet, deed ik mijn mond meteen al open en gaf te kennen dat ik met alles akkoord ging. Ik hield de bijeenkomst verder voor gezien; het voorstel om het behaalde resultaat gezamenlijk te vieren – het woord overwinning werd kies vermeden – wimpelde ik af, het zou ook iets teveel van het goede geweest zijn. Zo had ik opeens een paar uur over, een ongekende weelde, toch ging ik niet meteen op huis aan, hoewel ik niets liever wilde dan snel weg van die sukkels; iets weerhield mij ervan.”
De Afro-Amerikaanse dichter Adrian Matejka werd geboren in Neurenberg, Duitsland, op 5 september 1971 en groeide op in Californië en Indiana. Zie ook alle tags voor Adrian Matejka op dit blog.
Einde van kant A
Het eindigt omdat het begin niet nog eens een vliegende start
maakt: rode veeg van een mond, lippenstift overal
de bijkomstigheid die een komeet achterlaat die
verdwijnt. Wat maakt dat dit moment zich ontvouwt als een fraaie
vrouw die zichzelf opricht van de badkamervloer?
Honky-tonk in het honingzoete bruin van een oogbol?
Parfum & zijn circus van hartvormige introducties?
Het eindigt omdat de naald altijd terechtkomt in
de uitloopgroef als een man die rondtast naar een gebroken
bril nadat hij wakker wordt in het puin van de wereld.
Met de ene hand over de andere tast hij naar opzichtige gitaar
plectrums & verloren stiletto’s, hoge taille rokken & stenen,
zijn bril zo gebarsten en vlekkerig als de topografie
van een overslaande plaat. Hij zou Albright zelf
kunnen zijn, foeragerend op het stilleven geruis van korte
tutu’s en wolkenkrabbers gebarsten in de verdraaide
nasleep van een glimlach. Ook zonder bril
herinnert hij zich haar in haute couture: grootmoedig
afdalend langs de blauwe en violette draden van de nacht,
haar groene jurk vloekend met de badkamertegels.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e september ook mijn blog van 3 september 2018 en ook mijn blog van 3 september 2017.