Marcel Möring, Richard Jones

De Nederlandse dichter en schrijver Marcel Möring werd geboren in Enschede op 5 september 1957. Zie ook alle tags voor Marcel Möring op dit blog.

Uit : Louteringsberg

“Hij liet zijn hoofd iets zakken en keek mij vanonder zijn wenkbrauwen aan. Toen begon hij in zijn colbertzakken te frommelen. Hij haalde er zijn sigaretten uit, stak er een op en inhaleerde alsof hij aan de zuurstof lag. “Dat huis…” zei hij na een tijdje. Hij ontweek mijn blik, maar wilde blijkbaar ook niet naar het huis kijken. Het resultaat was dat hij uiteindelijk nogal visionair vanuit zijn rookwolken in het niets staarde. Ik trok een wenkbrauw op en wachtte op zijn uitweiding, maar die kwam niet. Ik vroeg me af hoe zo’n weinig spraakzame man zulke goede zaken kon doen dat hij er een Jaguar aan over had gehouden. “Wat is er met dat huis?” Hij schokschouderde in zijn blazer. “Ik krijg er de rillingen van.” “Waarom?” “Wat?” “Waarom krijg je de kriebels van dit…” Hij schudde zijn hoofd. “De afgelegen plek… Midden in het bos. Hier op de heuvel. Ik weet het niet… Er is iets met dat huis.” “Berg,” zei ik. “Vergeet niet dat wij Hollanders dit een berg noemen. Ik kende ooit een Engelsman die vroeg, toen ik hem had uitgelegd dat wij onze heuvels bergen noemen, of een heuvel bij ons dan soms een gat in de grond was.” Hij kon er niet om lachen. “Zorg dat je morgen bereikbaar bent,” zei ik. Hij opende zijn mond, maar ik besloot hem te negeren. “Wij kijken hier nog even rond,” zei ik. Hij knipperde met zijn ogen en aarzelde even. Toen stapte hij in zijn auto en reed knerpend het grindpad af. Ik zag hem in zijn achteruitkijkspiegel kijken terwijl de wagen in de bosrand verdween. “En, schatje? Wat denk je ervan?” Becky, de vingers van haar handje om mijn wijsvinger geklemd, keek naar het huis. “Zijn er spoken?”
“In het huis? Nee, dat denk ik niet. Denk jij dat er spoken wonen?” Ze knikte. Ik nam haar op en liep het grasveld over. Daar, voor dat kolossale pand, stonden we naar de dode ogen van de ramen en de gesloten mond van de dubbele voordeur te kijken. “En wat doen we daar dan aan?” Becky wurmde in mijn armen en ik zette haar op de grond. Ze rende in haar fladderende jurkje naar de rand van het gazon, hield daar stil, zette haar handen aan haar mond en riep zo hard ze kon “Boe!” “Ik denk dat dat wel heeft geholpen,” zei ik, toen ik naast haar stond. “Geen spook durft te blijven als Rebecca Kolpa “Boe!” roept. Denk je dat ik ook nog moet roepen?” Ze keek omhoog en dacht even na. Toen schudde ze haar hoofd. “Nee,” zei ik. “Ik denk ook niet dat spoken van mij schrikken.” “Ik jaag ze weg,” zei Becky. Ik knikte. “Altijd,” zei ze. Ik tilde haar op en liep met haar naar de auto. “Becky jaagt de spoken weg,” zei ik. “Daar reken ik op.” Een halfjaar later verhuisden we. In die zes maanden hadden een zwijgzame aannemer en een even zwijgzame ploeg mannen het dak gedicht, verwarmingsbuizen onder de vloeren gelegd, elektriciteitskabels ingefreesd en een heleboel andere dingen gedaan die voor mij onzichtbaar bleven maar volgens de aannemer “absoluut nootzakelijk” waren, zoals hij niet ophield te herhalen als hij met een meerwerknota kwam. Het was oktober.”

 

Marcel Möring (Enschede, 5 september 1957)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichter dichter Richard Jones werd geboren in Londen, Engeland, in 1953.  Zie ook alle tags voor Richard Jones op dit blog.

 

Het altaar

Voordat ik een schoon vel papier tevoorschijn haal,
hou ik voor het blauw van het raam
een pas geslepen potlood dat naar de hemel wijst
en blaas voordat ik aan de slag ga
het onmerkbare stof weg
van de punt.
Want op de lange reis van het leven
zijn er maar weinig dingen die meer voldoening schenken
dan het draaien van de krukas
en het aandrijven van de cilindrische bramen
van een mechanisme dat
de afgestompte geest van een geel potlood nummer 2 scherpt.
In de zilveren puntenslijper
ben ik getuige van het huwelijk tussen nut en schoonheid
– een model voor kunst en een doel voor het leven,
elke ochtend gevierd voor dit kleine altaar.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Richard Jones (Londen, 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e september ook mijn blog van 5 september 2020 en eveneens mijn blog van 5 september 2018 en ook mijn blog van 5 september 2017 en ook mijn blog van 5 september 2015 deel 2.

Helga Ruebsamen, Richard Jones

De Nederlandse schrijfster Helga Ruebsamen werd op 4 september 1934 geboren in Batavia, in Nederlands lndië. Zie ook alle tags voor Helga Ruebsamen op dit blog.

Uit: Een vrek met woorden

“Verlaine wilde geen romans schrijven, omdat hij geen zin had zich te wijden aan mededelingen die behelsden dat een personage de deur opendeed alvorens naar buiten te gaan, om vervolgens deze deur weer zachtjes dan wel met een klap achter zich te sluiten.
Volgens Verlaine werd het volume van een roman voornamelijk door de hoeveelheid van dit soort vermeldingen bepaald. De korteverhalenschrijver kan het hier van harte mee eens zijn. De gemiddelde lezer echter niet. Want de meeste lezers willen liever een roman lezen dan een kort verhaal. Als je deze lezers vraagt waarom dit zo is, dan komen hun antwoorden neer op het feit dat ze te weinig waar krijgen voor hun geld. Bovendien moeten ze voor dit weinige dan ook nog zoveel moeite doen! Waar de schrijver van een roman de lezer bij de hand neemt en hem meevoert door het bouwwerk van zijn eigen verbeelding en hem van alles hierover uitlegt, kortom de ene deur na de andere voor hem opent en vervolgens ook beleefd deze deuren weer achter hem sluit, ondertussen niets anders van zijn lezer verlangend dan dat deze zich laat meeslepen als een braaf kind dat zich zonder tegenstribbelen laat aansmoezen wie hier aan het woord zijn en wat er aan de hand is, daar verlangt de korteverhalenschrijver, nee, daar eist de korteverhalenschrijver zonder pardon dat zijn lezer zich gaat inspannen!
De romanschrijver is een welbespraakte gids die zijn lezers in een autobus door zijn wondere wereld leidt, ‘links,’ vertelt hij en wat klinkt zijn stem veelbelovend, ‘bevinden zich oude grijze duinen die op hun flanken de korstige dennenbomen dragen die zijn kromgetrokken door de ruwe wind uit zee, rechts in de luwte daar ziet U de lege bollenvelden waar de tulpenkoppen zojuist door mensenhanden koelbloedig zijn afgeslagen… allemaal!’

 

Helga Ruebsamen (4 september 1934 – 8 november 2016)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichter dichter Richard Jones werd geboren in Londen, Engeland, op 8 augustus 1953.  Zie ook alle tags voor Richard Jones op dit blog.

 

De lepel

Op sommige dagen denk ik dat ik niets meer nodig heb
in het leven dan een lepel.
Met een lepel kan ik havermout eten,
of de medicijnen innemen die artsen voorschrijven.
Ik kan een vlieg meppen die op de vensterbank slaapt
of op de tafel beuken om aandacht te trekken.
Ik kan beschuldigend naar God wijzen
of herhaaldelijk de lege lucht steken.
Kijkend in de spiegel van de lepel,
kan ik mijn kleine gezicht bestuderen in zijn glimmende kom,
of één oog bedekken om de halve wereld te laten
verdwijnen. Met een lepel
kan ik een tunnel graven naar de vrijheid,
lepel voor lepel vol vuil,
of leven verspillen door maanlicht te vangen
en het de zwartste nacht in te go
oien.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Richard Jones (Londen, 8 augustus 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e september ook mijn blog van 4 september 2018.

Jacq Firmin Vogelaar, Adrian Matejka

De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Jacq Firmin Vogelaar (pseudoniem van Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) Broers) werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Zie ook alle tags voorJacq Firmin Vogelaar op dit blog.

Uit: Windziekte

“Duizend naalden die regen, plotseling bewoog zijn tong, dat was geen vergissing, duidelijk voelde ik mijn tong, enigszins knakkend, enigszins krakend, deze woorden waren de eerste die zich roerden nadat ik lange tijd met stomheid geslagen was geweest. Grammatikaal nog wat krukkig, duizend naalden die regen, maar het gaf de burger moed dat de eerste woorden zich aandienden in lyries sellofaan verpakt. Van boven naar beneden, de regen valt, dus ben ik beneden, plotseling werkte mijn verstand weer, met mondjesmaat natuurlik, het licht ging aan, het gas siste en de buizen suizden, alle voorzieningen deden ’t. Waar ben ik, in heldere witte letters danste het onderschrift voor mijn geestesoog, plotseling kon ik weer zien, waar ben ik? Een fraksie van ’n sekonde was ik alleen, schommelend in ’n roeibootje, met ’n gedimde maar aanvallige herinnering, oppassen zei ik op hetzelfde moment tegen mezelf, dit zijn mijn woorden niet, ik rook iets, narigheid, daaraan herinnerde ik mij, of herinnerde mij iets, mijn hand uiterst voorzichtig dus teder want bedacht op tetterdetet luidkeelse protesten en ongerijmd misbaar (maak me klaar) teder was de bedoeling op en om en tussen weke borsten, plotseling was ik weer bij m’n positieven en bespeurde ik iets, niets anders dan oorsuizen en pulseren van het bloed hoorde ik zeggen. Ik leefde dus nog, toch meende ik stemmen gehoord te hebben, een monumentaal hoofd keek van boven op me neer, dat hebben we geklaard. Er werd niet gezegd: hij heeft het gehaald, of: nu wordt er betaald, ik zweer dat er gezegd werd: dat hebben we geklaard, en zoals bij verplegend personeel te doen gebruikelijk werd ik daarmee bedoeld. En als ik hem niet gezien had, wanneer hij niet zo laf was geweest, de neetoor, met de dag werd zijn gedrag onbetameliker, baloriger tegenover anderen lafhartiger tegenover mij, als ik toen geweten had dat zijn brein erachter zat had ik durven zweren dat er gezegd werd: dat hebben we geklaard, en dat we onder anderen Gans was. Voorlopig moet ik volstaan met een blotebillengezicht boven me dat niets goeds voorspelde en nog met konsumptie sprak bovendien. Hoe is het weer, vroeg ik. Kon er mee door, men mocht niet mopperen, er zat muziek in, hoorde ik zeggen en ’n paar onsmakelike details bestemd voor smakkende co-assistenten die de een na de ander wilden voelen, lekker knijpen in de rubber slang.”

 

Jacq Firmin Vogelaar (3 september 1944 — 9 december 2013)
In 1968

 

De Afro-Amerikaanse dichter Adrian Matejka werd geboren in Neurenberg, Duitsland, op 5 september 1971 en groeide op in Californië en Indiana. Zie ook alle tags voor Adrian Matejka op dit blog.

 

Onfunky UFO

De eerste lancering van de Space Shuttle werd uitgesteld tot
zondag, dus moesten we in plaats daarvan in de klas kijken
naar de terugkeer van de shuttle naar de aarde: het dikke zwart & wit van de PS113
rolde naar binnen, de antennes bovenop zijwaarts
bijgesteld en lager voor een betere ontvangst. Op dezelfde
dag stal Garrett mijn nieuwe pennenbakje. Op dezelfde
dag plaste Cynthia in haar spijkerbroek in plaats van naar de wc
te gaan en liet ze Garrett haar pennenbakje
stelen. Allebei te overstuur om vragen te beantwoorden over
de ruimtevlucht, dus werden achterin de klas gezet.
Ik rook naar het soort schaamte dat een gevecht begint
op een dinsdagmiddag. Cynthia rook naar plas
& alledaagse Jordache. De shuttle volgde een vlotte weg
terug naar de aarde, wolken losmakend van de monochromatische
hemel en wij allemaal – zelfs de astronomisch marginale –
waren winnaars. Amerikaans, omdat een paar dagen eerder
een mislukte songwriter een kogel in de president schoot
in de naam van Jodie Foster. De shuttle leek
op een kogel, alleen met vleugels en een cockpit, en toen
hij eindelijk landde, barstte de klas los in applaus
& pakte de leraar een dunner wordende Amerikaanse vlag
uit de hoek, zwaaide hem heen en weer ter ere
van onze gewonde president en die astronauten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Matejka (Neurenberg, 5 september 1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e september ook mijn blog van 3 september 2018 en ook mijn blog van 3 september 2017.

Willem de Mérode, Sabine Scho

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

Verbeiden

Ik weet, dat gij niet komen zult,
En wacht tóch op uw komen.
En mijn verbeidend ongeduld
Waakt nog in diepste droomen.

Ik lig en slaap, en, onbewust
Hoor ik op elk geruchten
En beef vervaard naar de ijdlen lust
Der nadrende genuchten.

Geen wind zoo ijl en bevend veeg
Voorbij der ramen duister,
Of ’s harten jagende onrust zweeg:
Klaar wakker lig ‘k en luister.

En in het grijze schemerlicht,
Bleek in het vage nachten,
Licht uw aanbeden aangezicht,
En lacht naar mij te wàchten.

Te wachten … ver, en zóo nabij,
En kan mij niet genake.
En ik lig, machteloos als gij,
In bovenaardsche wake.

Dan dooven, wijkend in den nacht
Uw uchtendblanke oogen.
En ik lig hopeloos, en wàcht,
Om uw gelaat bedrogen.

En ‘k wéét, dat gij niet komen zult,
En wacht toch op uw komen.
En mijn verbeidend ongeduld
Heeft niet slaaps troost genomen.

 

Brieven

Stamelwoorden van verrukking,
Die geen zin en geen verband meer kennen;
Flarden van gedachten, afgebroken
Als een nieuwer zoeter visioen zijn toover
Langs uw droomend aangezicht liet gaan.
Deze onnoozle kinderlijke woorden,
Heilig in hun ongeweten onschuld,
Deze golvingen van jeugdig hartbloed,
Dit zich naakt naar buiten wagen
In de goudgloed van de zon…

 

DE MARTELAAR

Toen heeft zijn hart, lang door zijn angst belet,
Een wraakschreeuw naar den hemel uitgestooten
En in Gods ooren donderden de schoten
Die deze ziel losbrandde tot ontzet.

En God kwam neder; en dit grijs benet
Gelaat werd van Zijn heerlijkheid omvloten
En onaantastbaar; en zijn vuist’ ontsloten
Als knoppen, en ontbloeiden in gebed.

En toen de beul in een beklemmend zwijgen
De vlammen door het drooge rijs liet stijgen,
Scheen ’t of zijn hoofd den dood begroetend neeg.

En ’t was of men de armelijke resten
Verbrandde van ruw neergehaalde nesten,
Terwijl een vogel ruischende ontsteeg.

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)
Willem de Mérode op het San Marcoplein in Venetië, 1923

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

skin

zuurbescherming en druk
gevoeligheid, laat
eens het been zien, a heart-
shaped bruise, my
business, wat gaat het
jou aan, identifica-
tie-oefening middels meesleep-
zaken, de zorgen zijn
toch al lang weg – over de hele
linie een bovenarm
vastgrijpen, een fonkelen,
een sissen omhult
het lachen, dat moet
eerst intrekken, de epi-
kritische punten, wacht
ik houd het koelkussen vast

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2020 en eveneens mijn blog van 2 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Het behouden huis

“Bij de troep die uit Bulgaarse, Tsjechische, Hongaarse en Roemeense partizanen bestond, was niemand die ik kon verstaan.
Hoelang nu al uit Nederland weg, dacht ik, aldoor in andere vreemde landen, overal dezelfde duisternis ’s avonds in de steden en dan tenslotte niemand meer met wie ik kan praten. In Duitsland kon ik tenminste nog gesprekken tussen anderen afluisteren. Maar nu was alles wat ik hoorde niets dan puur geluid. Gedreun van motoren, ontploffingen, gebrom van kogels, geschreeuw van dieren, geritsel, gekraak, bonken, blaffen. Ook uit de mensen kwamen alleen maar geluiden. Proletariërs aller landen verenigt u! – Maar ze zijn niet in staat een stom woord met elkaar te spreken.
Soms begreep ik de bevelen niet eens. Dat kon de officieren weinig schelen. Drie dagen tevoren lag ons peloton onder eigen vuur. Ook was er een speciale Russische afdeling gekomen die vijf man had uitgezocht en achter de schuur waar wij lagen, doodgeschoten. Een had geprobeerd weg te lopen. Hij lag de volgende ochtend op de weg, met zijn gezicht naar boven. Niemand durfde hem opzij te schuiven. Wij marcheerden over hem heen, wij zetten onze voeten op hem om niet uit de pas te raken. Ik liep achter in de rij. Toen ik bij hem kwam, was zijn hoofd al gekraakt en onherkenbaar. Ik kon niet uitmaken wie het was. Drie maanden moest ik hem dagelijks hebben gezien. Maar ik zou toch niet geweten hebben hoe hij heette. Ik dacht, terwijl een der jagers hoogte begon te verliezen aan de Spanjaard die Frans sprak. Ik zou nu met hem hebben willen praten.
Het vliegtuig veranderde in een komeet van roet en sloeg ergens achter mij tegen de grond.
De ontploffing klonk of de wereld een miljoenvoudig versterkt slikgeluid maakte. Er was voldoening in dat geluid of de aardbol op het vliegtuig had geloerd zoals een kikker op een vlieg.
Toen begon een zwarte roetwolk langzaam het uitzicht op de weg te belemmeren. Opeens zag ik door de walm heen de Spanjaard blootshoofds op mij af komen lopen. Het leek of het neergestorte vliegtuig hem hier had gebracht, of hij ongedeerd uit de wrakstukken te voorschijn was gekomen.
Ik wilde wat tegen hem roepen; ik had willen roepen: Ik zat juist aan je te denken! Maar ik wist dit zo gauw niet te formuleren. Mogelijk was ik het spreken helemaal verleerd.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)
Beeld van Willem Frederik Hermans door Sylvia Willink, 1981

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

grote miereneter

een rustige tandarme, mie-
ren in zijn buik, ik zag het
regenwoud branden
en een miereneter
ook, niemand met een
blusdeken greep in
de cyclus in vlammen
orgaanactiviteit wordt opgeschort
hoe voelt dat
in vlammen om te komen
onlangs doodden miereneters
twee Braziliaanse boeren
of ze hun vitale sfeer bedreigden
en hun leefgebied
– is hoe dan ook te betreuren
met vlijmscherpe klauwen
kun je je niet verdedigen
tegen brandlandbouw
breekt zo’n dier breekt termieten
heuvel open en likt verhit
in alle gangen, roepen ze
ren, termiet, ren
een lichaamsbouw waarin
lange lijmtongen wonen
biedt een zekere groottongigheid
voor smaaksensaties
kan me voorstellen dat, zou men
insecten flamberen,
dat bij miereneters
de darmactiviteit zou veranderen
hij neuriede dan nauwelijks hoorbaar
burning down the house
scheidde smeulende
heuweltjies af

 

————–

* heuweltjies – Afrikaans: kleine bultjes – heuvels in Zuid-Afrika, vooral in de West-Kaap. Er wordt aangenomen dat het gefossiliseerde termieten zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971.  Gons kwam eind jaren negentig in New York in aanraking met spoken word en is sindsdien in Nederland een prominente performer geworden van deze voordrachtskunst. Vanaf 2001 organiseerde ze in Paradiso tien jaar lang Palabras, een maandelijkse podium voor jonge dichters en schrijvers. In 2007 was ze een van de oprichters van Poetry Circle Nowhere, een “landelijk platform voor schrijvende performers en performende schrijvers”; ze was tot 2014 artistiek leider van het platform. In 2018 ontving Gons een Black Achievement Award in de categorie kunst en cultuur. In 2020 werd ze genomineerd voor de Gieskes-Strijbis Podium Prijs “omdat zij, naast de wezenlijke bijdrage die ze leverde en levert voor het Nederlandse Podiumkunstenlandschap, zichzelf als kunstenaar steeds opnieuw blijft uitvinden.” Ze is samensteller van de bundel Hardop, een overzicht van de spoken word-scene in Nederland met – naast haar eigen teksten – ook werk van onder meer Akwasi, Sandy Bosmans, Gershwin Bonevacia en Siham Amghar. Sinds juli 2019 schrijft Gons elke zaterdag een column in Het Parool. Haar dichtbundel “Doe het toch maar” werd gepubliceerd in april 2021. In 2021 werd ze ook door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPBB) aangesteld als Boekenweekdichter binnen het thema Tweestrijd. Ze schreef in dat kader het boekenweekgedicht “Polyglot”. Gons was de Vrije Schrijver 2021/22 van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2022 werd zij benoemd tot lid van de Akademie van Kunsten. Ook kreeg ze dat jaar De Johnny en de daarbij horende trofee genoemd naar Johnny van Doorn. In 2023 werd ze benoemd tot Dichter des Vaderlands, voor een termijn van twee jaar.

 

POLYGLOT

ik leerde de ene taal na de andere
die van de nette kleren
die iets van je huid compenseren
van de woorden verzorgd tot in de puntjes
die je iets lijken te vergeven

de taal van opgeheven hoofd en rechte rug
en net doen alsof
niemand je kan raken
de taal van wie denkt ze wel niet dat ze is
wie denk ik wel niet dat ik ben

de taal van hou van mij ondanks dit lichaam
de taal van hou van mij dankzij dit lichaam
van haal je vingers uit mijn haar
alleen de wind mag er doorheen
haal je vingers uit mijn mond
ik draag mijn tong in mijn borst

de taal die de mond scheidt van het hart
het hart van het bloed
het bloed van de botten
archiefkasten met verloren verhaallijnen
waarin je soms in de weerklank
van een verre voorouder
jezelf ontmoet
de taal die je ziel terug naar huis zingt

de taal zo kaal
dat ze je niets geeft om je mee te bedekken

maar het liefste is me
de taal die me zo bloot legt
als mijn huid maar toelaat

 

PRECIES GOED

Soms wil je gewoon je hoofd op de aarde leggen,
je vuist naar de hemel heffen,
de tranen laten komen en zeggen:
het is zeker omdat ik zwart, wit, vrouw,
dik, dun, te groot, te klein,
te lief, onaardig,
omdat ik lelijk, eerlijk,
direct, poëtisch, welbespraakt,
te zichtbaar, onzichtbaar,
kwetsbaar,
onbegrepen, geprezen
arm, trots en confronterend ben?
Daarom zeker!

En dat de aarde je dan met haar zachte handen
heel voorzichtig omhoog duwt,
je op de wang kust en fluistert;
het is omdat je zo ontzettend mens bent.
Niet te veel, niet te weinig, gewoon genoeg mens.
Net zo mens als andere mensen.
Precies goed.

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.