Andrea Voigt, Harald Hartung

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Andrea Voigt op dit blog.

 

De tuin der onwaarschijnlijkheid

Zij wil haar ochtenden met duizendschoon
ontwaken bij lichte muziek en de klap van een gong
haar meubels met een mozaïek van vogels
en lopen op een bloesembed van witte kers

hij wil zitten met zijn rug tegen een koele muur
en registreren hoe zij kijkt en hoe zij loopt
hij wil knoppen aan de bloemen langs het pad

zij wil bloeiende pioenen
en dansen met haar haren los

hij verlangt naar schaduwen en schemering
kamille en papavers

zij verlangt naar rode peren, aardbeien
een avond met kaarsen en donkere rosé
en rozen uit de tuin der onwaarschijnlijkheid

 

De tuin van het verstand

Zij loopt dwars door alle cirkels
doorbreekt de isobaren en
maakt waarheden ongeldig

hij trekt zich snel terug in het kasteel
en kijkt uit op de tuin van het verstand
rent tussen torens heen en weer
de hitte in zijn handen

het beeld van blauwe lucht werkt op hem in
de wind van wilde bloemen geeft hem rust

 

De tuin van overvloed

Denk niet aan mij tussen de perenbomen
of liggend op de paden, scherpe kiezels in mijn rug
in de tuin van overvloed

denk niet aan mij als je door een doolhof rent
denk niet aan de oranje abrikozen, rode bessen

denk niet aan mijn hand die langs je schouders glijdt
niet aan mijn enkels en de bloemen in mijn haar
aan mijn liefde als je over muren loopt

mis mij niet als je ver weg bent
en met je bovenlijf ontbloot
op ladders en in bomen klimt

mis mij niet

 

Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)

 

De Duitse schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Harald Hartung werd geboren op 29 oktober 1932 in Heme. Zie ook alle tags voor Harald Hartung op dit blog.

 

Bruikbaarheid van de archeologie

Hete augustus, de as als gloeiende regen –
Zo harmonieus leest de klassieke catastrofe
Maar in werkelijkheid rijpten de granaatappels al
Gistte de wijn in de vaten, droegen mensen
Mutsen van bont, meestal waaide er een noordoostenwind
(die transporteerde dan ook de dodelijke fallout)
November dus! Ook een vooruitgang in de wetenschap:
deadline van drie maanden voor de inwoners van Pompeï
(ook al is het post festum, maar nog steeds beter dan niets)
De onwetenden, zouden zij dankbaar zijn geweest?
Net zo min als wij. Hoe vergevingsgezind zijn de achterwaarts-
gerichte profeten. Graag wriemelen we verder

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Harald Hartung (Herne, 29 oktober 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e oktober ook mijn blog van 29 oktober 2018 en ook mijn blog van 29 oktober 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

Detlev van Heest

De Nederlandse schrijver Detlev Helge Hans (Detlev) van Heest werd geboren in Amsterdam op 29 oktober 1956. Van Heest studeerde geschiedenis en werkte aanvankelijk als correspondent in Japan voor dagblad Trouw. Hij werkte ook als parkeerwachter in Hilversum; in 2015 was hij parkeerwachter in Noordwijk. van Heest debuteerde in het voorjaar van 2010 met de roman “De verzopen katten en de Hollander”. Het boek vormt een tweeluik met de roman “Pleun” die in het najaar van 2010 verscheen. In het najaar van 2011 verscheen “Het verdronken land. Terug naar Japan”. De romans zijn gebaseerd zijn op dagboekaantekeningen die hij maakte ten tijde van zijn verblijf in respectievelijk Japan en Nieuw-Zeeland.

Uit: Cadeauoorlog in Japan

“Acht seizoenen duurde de aanloop, zevenhonderdachtentwintig dagen van onbezorgdheid en naïviteit. De casus belli lag onderwijl op schoot en spon.
In de lente, twee jaar voor de oorlog, verhuisden we binnen Tokio naar een dorpse wijk, waar we een krakkemikkig houten huisje betrokken, een huurhuisje met rijststromatten en papieren schuifdeuren. Wat niet van papier en stro was, was van waaibomenhout, bamboe en karton.
Een minuscuul zwerfpoesje was ze, naar schatting een maand oud toen we haar gekerm vanuit het struikgewas van de tuin hoorden. Ze had een gore vacht, wondklodders op haar zieke koppetje, dichtgekoekte oogjes en een goeddeels ontbrekend staartje. Onaanraakbaar. Een mislukt, blind schepsel, bibberend en snotterend, verstoten door haar moeder. Omdat we haar voor ernstig lichamelijk gehandicapt hielden, gingen we naar de dierenarts om haar te laten afmaken. Deze schudde het hoofd over ons onbenul en verwijderde de korstklonters van de oogjes. Die dag werden we eigenaars van een bobtailkat.
Haar klonterogen veranderden in soepogen. Op de witte snoet groeiden meer en meer poepkleurige haartjes, die de bek een groezelig aanschijn gaven. Het stiefkind groeide op tot een kittige poes, Kootje genaamd.
In het huurcontract stond een zinnetje dat in haast alle Japanse huurcontracten voorkomt. ‘Het houden van honden en katten is verboden.’ Meer dan twee jaar greep de huisbaas niet in. Tot in een rampzalige lente huisbaas Kastanjeberg (zijnde de vertaling van zijn Japanse achternaam) en zijn vrouw berichtten dat zij de provincie verlieten en naast ons kwamen wonen. De heer Kastanjeberg, een 58 jaar oude bouwvakker, was werkloos geraakt. Wat lag er meer voor de hand dan terug te verhuizen naar Tokio, waar het echtpaar een houten huisje en een aantal eenvoudige appartementen bezat?
Die lente voegden de Kastanjebergs de daad bij het woord. Ze trokken in een van hun leegstaande appartementen: een elf vierkante meter grote kamer. Slechts een wandje van enkele centimeters dikte, bestaande uit rijststro, leem en bamboe, scheidde ons van de rokershoestbuien der K.’s.”

 

Detlev van Heest (Amsterdam, 29 oktober 1956)