De Nederlandse schrijver en journalist Frank Martin Westerman werd geboren in Emmen op 13 november 1964. Zie ook alle tags voor Frank Westerman op dit blog.
Uit: Te waar om mooi te zijn
“Toen mijn dochter elf was reisden we samen met de nachttrein naar Perpignan. ’s Ochtends hadden we de Thalys naar Parijs genomen. Tussen Gare du Nord en Gare d’Austerlitz gaapten vier mix Wat te doen in die overstaptijd? De Seine! Een stukje Jardin des Plantes. Bij de ingang van de dierentuin stonden metershoge kisten voor het transport van giraffen. We liepen eraan voorbij — op naar de Notre Dame. Nog drie uur. Niet te ver afdwalen nu, geen Eiffeltoren, geen Louvre, geen Galeries Lafayette. We klommen omhoog, het Quartier Latin in, en toen wist ik het. Ik zou mijn dochter een verbluffend instrument laten zien — eentje dat je blik op de werkelijkheid voorgoed doet kantelen. Een halfuur later stonden we nietig tussen de zuilen van het Panthéon. Ooit een godshuis, nu een tempel voor de rede. In het middenschip, rakelings boven de mozaïekvloer, wiegt jaar in jaar uit een goudkoperen kogel. Geïnstalleerd door Léon Foucault in 1851 om de ‘ongelovigen te demonstreren dat de aarde om haar as draait. De slinger van Foucault gaat zijn eigen gang, traag schommelend, hypnotiserend. Wie een uur later nog eens komt kijken, ontdekt dat het vlak waarin de slinger beweegt enkele graden is gedraaid. Daarnet nog zwierde de kogel exact van die ene zuil naar de recht tegenover liggende, nu komt hij naast die zuil uit. Als je je ogen niet gelooft, hoefje alleen maar in het verlengde van de slinger te gaan staan en dan net zo lang te wachten tot je niet meer in het verlengde staat. De slinger van Foucault lacht je uit: ‘Sta niet zo te staren. Ik ben niet gedraaid jullie draaien om mij heen, samen met het Panthéon en die hele planeet van jullie: Weer buiten op het plein bewonderden we het silhouet van de Eiffeltoren bij zonsondergang, als op een ansichtkaart. Tien uur later, staande voor een opengeklapt raampje in het gangpad van onze ritmisch schokkende trein, zagen we de zon oprijzen uit de Middellandse Zee.
Terwijl wij sliepen was de wereld doorgegaan met wentelen, dat was het duizelingwekkende.
Toen ik zelf elf was wilde ik landmeter worden. Ik voelde me aangetrokken tot de landmeters bij ons in de straat — mannen in oranje hesjes met reflecterende strepen. Turend door hun kijkers liepen ze alle dingen in de omgeving na; gewoon voor de zekerheid, of alles inderdaad zo was als het leek. Van dit nalopen van de werkelijkheid heb ik mijn beroep gemaakt. Wat is Wahrheit, wat is Dichtung? Ik laat me niet graag bedonderen, maar wel betoveren — met als gevolg dat ik al mijn leven lang achter feiten aanhol. Die feiten spreken nooit voor zich. Al rooster je ze boven een vuurtje, ze houden hun mond. Jij bent het die de feiten een stem geeft, leven inblaast. We zijn feitenfluisteraars die de dingen woorden en betekenissen toedichten. Heel poëtisch.”
De Duitse dichter, schrijver en vertaler Timo Berger werd geboren op 13 november 1974 in Stuttgart. Zie ook alle tags voor Timo Berger op dit blog.
Botanische tuin
Geen papegaaienspot, geen naakte
wilde, de eerste foto’s van de stad
aan de Januaririvier duiken met licht
rode tint op: Giselle en haar auto
liefde: een zandkleurige kever draagt
de Nouvelle Vague schor spinnend
door de bochten: in dit voertuig
gaat me geen taxi-boy vlekken maken
Tegen de achteruitkijkspiegel zwiept Elvis
The King, uit hard rubber, een seks
belofte, terwijl achter ons
een wit geschilderde slagboom daalt
De eerste veiligheidsring, wij leven
zegt Giselle, aan de pluskant
van de stad, waar beneden in de dalen
elke nacht de nacht binnenvalt
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e november ook mijn blog van 13 november 2018 en ook mijn blog van 13 november 2017 en eveneens mijn blog van 13 november 2016 deel 2.