James Brasfield

De Amerikaanse dichter en vertaler James Brasfield werd geboren op 19 januari 1952 in Savannah, Georgia. Hij studeerde af aan Armstrong State College en Columbia University, met een MFA. Zijn werk is verschenen in AGNI, Chicago Review, Colorado Review, Crazyhorse, The Iowa Review, New Orleans Review, Poetry Wales, The Seattle Review en The Southern Review. Hij was van 1993 tot 1994 een Fulbright Scholar aan de Nationale Universiteit Kiev-Mohyla Academie, Oekraïne en keerde later terug naar Oekraïne om les te geven aan de Yuri Fedkovych State University in 1999. Hij gaf les aan de Western Carolina University en was gasthoogleraar aan de University of Memphis in 2008 tot 2009. Brasfield geeft momenteel les aan de sectie Engels aan de Pennsylvania State University.

 

Early Afternoon, Having Just Left the Chapel of San Francesco

Radiant the delayed calmness,
—Do you feel it, I said. —Yes, you said,

of what only each can know,
kernel of radiance, the globo terrestre

of a water drop, not the passing adaptations
of canonical light, but seconds stilled—

our hearts beating through the moments—centuries
of the next tick of a watch relieved,

a world enough in time to imagine
Piero walk to work across cobblestones

toward a completion, his close attention
to sunlight passing through shadows

owned by the sharp angles of buildings,
sunrays warming what they touch. 
  
Piero, first a painter, is not a monk. 
He will make what welcomes light

a source of light: slow the day
he will add lucent black wings

to white feathers of the magpie
ever alight on a roof-edge.

I found a feather on a stone, feather I thought
from the angel’s wing, that arc of light

held aloft in descent, shared with us
and Constantine in his dream. 

I think of a white egret returning home near
the high creek, through unwavering

evening light, to sleep, sleep at Sansepolcro,
where we were headed in a rental car.

 

Expleasure

How time slowed when any thought
or apprehension of the next instant
vanished (no obligation, then or later),

how in that long moment, all at once,
yet without surprise, how what was close
was present in a sudden suspense,

as such things rarely exist
as they did then, each apart from all,
seen as it might be truly,

and gave way to a pleasure
that had long been missing,
to expleasure, as if I were akin

to the smallest things—ribs
of a leaf, penny on a dresser—
of a saving stillness, doubtless

always here, just beyond
the scrim of what calls us
from that silent astonishment,

the more so since the feeling
dissolves with its presence of detail
merging with a distant seeing,

as when I walk through a room
and nothing is equal there to the calm
from the simply seen.

 

James Brasfield (Savannah, 19 januari 1952)

Bert Natter, Edward Hirsch

De Nederlandse schrijver, uitgever en journalist Bert Natter werd geboren in Baarn op 19 januari 1968. Zie ook alle tags voor Bert Natter op dit blog.

Uit: Begeerte heeft ons aangeraakt

“Als je ophoudt met zingen zal ik je alles vertellen. Ons verhaal begon tien dagen geleden, toen de koningin naar het Residentieel Museum kwam om de nieuwbouw feestelijk te openen. Het paviljoen van vijftien miljoen zoals de kranten het die morgen noemden. Wisten zij veel dat het meer had gekost? Een kapitaal dat listig was losgepraat bij de overheid en het bedrijfsleven. Daar was Krystel Buwalda goed in. Ze deed haar bedelpakje aan en mannen die rijk en dik waren geworden door hun personeel uit te knijpen, sloegen hunkerend het bedrijfsspaarvarken stuk. Zij begreep niet dat een jonge man van nog geen veertig conservator bleef van wat zij noemde ‘het stilste orkest ter wereld’, terwijl ze me zes jaar eerder zelf had gepaaid en aangenomen in de functie van Hoofd Oude Muziekinstrumenten. Krystel beschouwde de collectie die ik beheerde als een kerkhof waarbij je beter niet te dicht in de buurt kon komen. Alles ‘van nu’ achtte zij altijd ‘relevanter’ dan het verleden. Ik denk dat ze van mij had verwacht dat ik bijzondere vondsten zou toevoegen aan de collectie: instrumenten die hadden toebehoord aan beroemde componisten, of die gemaakt waren door bekende bouwers, maar hoezeer ik ook in aanzien stond bij collega’s, nooit had ik een wereldschokkende ontdekking gedaan. Dat Krystel zich niet interesseerde voor de collectie zoals die was, maar vooral voor aanwinsten die publiciteit konden genereren, had ik kunnen weten, want kort voordat ik voor haar ging werken liet ze me de eerste nota lezen die ze als directeur had afgescheiden: Het Residentieel Museum moet een structureel en kernachtig beeld geven van het voortdurend in beweging zijnde en snel veranderende eigentijdse moderne-kunstlandschap in Nederland door onderdak te bieden aan cruciale en toonaangevende vormexperimenten van levende kunstenaars die de huidige maatschappelijke ontwikkelingen als vitale grondstof zien voor hun werk. Re-Muse werd het paviljoen gedoopt. Bij ‘paviljoen’ denk jij misschien aan een rustiek prieeltje in de tuinen van Versailles waar onder het getinkel van een klavecimbel gesuikerde rozenblaadjes worden geserveerd, maar Re-Muse heeft meer van een Spartaanse kazerne. Het monumentale hoofdgebouw van het Residentieel Museum verschrompelt erbij tot een verdwaalde maquette uit het naburige Madurodam. Hoogtepunt van de tentoonstelling was het laatste kunstwerk, een concept van E. Kracht, dat bestond uit een kubus zo groot als een eengezinswoning die je alleen kon betreden door in een camera inside te zeggen. De deur ging open en binnen was je gezicht terug te zien op grote schermen, vertraagd en zonder geluid. Wilde je naar buiten, dan moest je in een andere camera nothing zeggen. Ik ging de dag voor de opening rechtstreeks van Schiphol naar het museum en wilde Krystel meteen verslag doen van mijn reis.”

 

Bert Natter (Baarn, 19 januari 1968)

 

De Amerikaanse dichter en letterkundige Edward Hirsch werd geboren op 20 januari 1950 in Chicago. Zie ook alle tags voor Edward Hirsch op dit blog.

 

De taak

Je had nooit verwacht
zoveel uren door te brengen
starend naar een leeg vel
gelinieerd papier
onder de harde binnenlampen
van een nachtelijk diner,
en je hart te verpesten
boven ‘t ene na ‘t andere
kopje bittere koffie
en Meister Eckhart te lezen
of Sint-Jan van het Kruis
of een andere mysticus
van het niets
op een felgekleurde bank
naast een raam
uitkijkend
op een verlaten afrit
of onvoltooide brug
of opzichtig verlichte parkeerplaats
voorbij
Detroit of Houston
of een andere stad
verlaten om drie uur ‘s nachts
met eenlingen
en slapelozen
het hoofd biedend aan de duisternis
van een eindeloze nacht
die zich uitstrekte over maanden
en jaren.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Edward Hirsch (Chicago, 20 januari 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e januari ook mijn blog van 19 januari 2019 deel 1 en ook deel 2.