De Nederlandse schrijver, dichter, neerlandicus en literatuurcriticus Willem Anton Marie (Wam) de Moor werd geboren in Zevenaar op 18 april 1936. Zie ook alle tags voor Wam de Moor op dit blog.
Uit: Onder studenten
“Van Duinkerken was een vriend uit duizenden, die duizenden vrienden had en daarom ben ik des te dankbaarder, vooral bezien in het licht van hetgeen ik hierboven schreef, voor de steun die ik van hem heb ondervonden. Want, eigenlijk had hij wel wat anders te doen. Hij moest in het Besiendershuys de Gemeenschap van Beeldende Kunstenaars Nijmegen gaan voorhouden dat de stichting van een nationaal cultuurfonds voor de kunstenaars noodzakelijk was (10 april 1959), daarbij het hele orgel van zijn cultuurhistorische kennis met welbehagen bespelend. Of hij toog naar het Nijmeegse stadhuis (30 januari 1960): de leden van de vereniging tot beoefening van Gelre’s geschiedenis, oudheidkunde en recht, kregen er het naadje van de kous te horen over een Nijmeegse dichter uit de zeventiende eeuw, Johan van Someren – zeven jaar later liet hij de verenigde neerlandici met deze syndicus op wandel gaan, in gematigd tempo, want de syndicus was ‘een tamelijk luie man’. En wie zou beter dan Van Duinkerken de groenen kunnen toespreken tijdens hun introductiedagen op de Lage Hoenderbergh? Of hij moest in Atlanta de spreker van de Amitiés Catholiques Françaises inleiden en uitluiden, want elk ontviel in zijn aanwezigheid het spraakvermogen. Onverbiddelijk de beste spreker, wist hij zich feilloos aan te passen aan het gezelschap dat hij toesprak. Dat is tenminste mijn ervaring gedurende de periode van drie, vier jaar, dat ik er als journalist nogal eens op uit moest om Toon te verslaan.
Wat mij het meest in hem heeft getroffen, was, dat hij zijn drukke bezigheden wist te combineren met een intense aandacht voor zijn vrouw en kinderen. Ik herinner mij levendig een carnavalsfeestje in de Regentessestraat waarbij Van Duinkerken op het hoogtepunt van de herrie uiterst beminnelijk en met de grootste vanzelfsprekendheid om stilte verzocht, teneinde een van de jongere kinderen de gelegenheid te geven een zeer serieus pianostukje tot een goed einde te brengen. Het was of men zich in de nabijheid van een levenscentrum bevond, waarvan de warmte op elke bijstaander oversloeg. Als je hem en zijn vrouw samen zag, zonder anderen, was dit gevoel misschien nog sterker. Toen ik eens, op een heldere voorjaarsmiddag vanuit het instituut aan de Muchterstraat naar Lent was gefietst om er op het terras van Het Witte Huis een pilsje te vatten, kreeg ik onverwacht gezelschap van het echtpaar Asselbergs dat zich bij mij aan tafel onder de bomen zette en er een uur lang bleef uitrusten van de wandeling over de Waalbrug. Het was een verkwikkend uur, waarvan ik mij geen frase meer herinneren kan, maar wel een intense prilheid en intimiteit in vlekken zonlicht en schaduw, die door geen auto op de rijksweg naar Arnhem gestoord konden worden.”
De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.
Het Kind van de Tijd
De Tijd wordt nooit moe te luisteren,
wacht er altijd op om genoeg van ons te krijgen,
zodat, ook hij, kan zijn.
De Tijd roept mij altijd:
“Mijn kleine kind!”
en vertelt me dat hij niets anders is dan een leegte
zonder mijn magische dans
aan de poorten van het moment.
Hij fluistert in mijn oor dat zijn bloed
gekoeld wordt in mijn aderen.
Ik ben het kind van de Tijd, ik zeg:
de Tijd smaakt naar de lekkerste wijn
wij drinken hem en hij drinkt ons
wij en de tijd wachten
samen op onze dronkenschap
tot de engel van verdraagzaamheid
volkomen onbevangen
ons melancholische voorhoofd kruist.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e april ook mijn blog van 18 april 2023 en eveneens mijn blog van 18 april 2019 en ook mijn blog van 18 april 2017 en ook mijn blog van 18 april 2015 deel 2.