De Duitse dichter en schrijver Karl Krolow werd geboren op 11 maart 1915 in Hannover. Zie ook alle tags voor Karl Krolow op dit blog.
STERBLICH
Sterblich -das fängt überall an
Im Skelett, mit dem man weiterlebt,
während Finger über Weichteile streichen.
Habe ich recht? Es ist die einzige Zeit,
mit der es sich leben lässt,
menschenscheu, man hat
seinen Vorrat Luft, atmet flach
bei richtiger Beleuchtung,
versteckt sich in einen grauen Flanellanzug
und hat im Normalfall Glück mit der nächsten Stunde,
mit der Ähnlichkeit der Dinge,
wenn sie im rechten Licht stehn.
Versuche weiter, geradeaus zu gehn
und deinen hierorts unbekannten Namen
für dich zu behalten.
Du bist ohnehin beobachtbar wie Liebespaare,
hinter der Wand beliebiger Zimmer
zu heftig ausatmen und tatsächlich
sterblich sind, ihren Stoffwechsel verschwenden.
Zeit der Zahlen
Die Zahl ist In allem Baudelaire, Raketen
Das Einmaleins, auf Wasser
Und Mauern hingeschrieben,
Im Birnenfleisch geläutert,
Aus goldnem Wachs getrieben,
Gebändigt von den Geistern,
Die aus der Stunde steigen!
Die Zeit der Zahlen duftet I
m alten Ulmenschweigen,
Im rostenden Metalle,
Von leichtem Licht umflossen.
Man dividiert sie immer
Zu spät. Die Ankertrossen
Sind längst schon aus der Tiefe
Des Jenseits hochgewunden.
Die Zeit der Zahlen endet
Im Abgrund der Sekunden,
Des Pfiffs, der von vier Fingern
Im Mund fliegt In die Wolke.
Das Einmaleins: Geschichte,
Geraunt vom Schiffervolke!
Für Celine, vor Zeiten gestorben
Engesohde, Hannover
Deine Hand aus dem Grase,
Dein Gesicht grüner Rauch!
Und es schwebt eine Vase
Alten Dufts auf dich zu.
Ein Atemzug Süße.
Ohne Schatten dein Grab.
Und die Spur deiner Füße
Steht im Wasser der Luft.
Deine Augen, Celine:
Blauer Tau überm Laub,
Der die Flügel der Biene
Mit Vergänglichkeit netzt.
Seit wie lange gestorben,
Mund, von Hölty erdacht:
Nun von Grillen umworben
Unterm zierlichen Licht.
Zwanzigjährig Betörte
Von der Stimme aus Glas:
Cimarosa erhörte
Dein Geflüster bei Nacht.
Kijk daar eens naar
Kijk daar eens een naar, dat zou
iemand kunnen zijn die gewoon vertrekt
uit zijn wereldse leven,
nadat hij met een restje
Saint Emilion zijn mond gespoeld had,
die beleefd verdwijnt, zonder vrees
zijn aftocht voorzag toen hij zich
voor het eerst afvroeg wat hij hier deed
tussen anderen die dat allemaal
heel vanzelfsprekend volbrengen.
Niemand gaf hem vuur om verder te leven,
en de sensuele revolutie
bracht geen verlichting.
Vanaf dat ogenblik
was het niet langer moeilijk voor hem
om tegen zichzelf te zeggen dat het
tamelijk irrelevant moest zijn,
in welke richting men zich
verwijdert.
Vertaald door Frans Roumen
Karl Krolow (11 maart 1915 – 21 juni 1999)
Onafhankelijk van geboortedata:
De Nederlandse schrijver Willem Claassen werd geboren in Beuningen in 1982. Zie ook alle tags voor Willem Claassen op dit blog.
Uit: Contouren
Tak
In het park pakt mijn jongste een tak van de grond die ze al vrij snel omdoopt tot ‘Vriendinnetje Tak’. Als we terug bij de fiets zijn en ik haar op het achterzitje wil zetten, moet Vriendinnetje Tak mee. Ze zegt het zo beslist dat ik weet dat het oorlog wordt als ik nee zeg.
We zijn in beweging en ze zwaait met de tak.
‘Niet doen, straks raak je er iemand mee.’
Ze luistert goed, ze houdt de tak meteen laag.
‘Niet zo, dan komt ze misschien tussen de spaken. Leg haar maar op je knieën.’
Dat vindt ze een goed idee, dat past bij een vriendinnetje.
Ze praat lang en liefdevol tegen de tak, ik kan het niet helemaal volgen. Dan, uit het niets, vraagt ze waar we naartoe gaan.
‘Naar huis, maar we moeten even via deze weg.’
Wekelijks hanteer ik dezelfde tactiek en ze trapt daar vooralsnog elke keer in. Het duurt niet lang voor het stil is achter mijn rug. Ik rij zo langzaam mogelijk, sla willekeurige straten in en maak rondjes door een wijk die ik amper ken. Alles om haar in slaap te houden. Het is een grondrecht om te kunnen slapen als je moe bent, zeker voor een peuter.
Terwijl ik heel bewust mijn tijd verdoe, raast het verkeer langs me heen. Op de stoep staat een vrouw te bellen. Ik denk aan de hoge werkdruk overal, zeker nu er zoveel ziekmeldingen zijn. Ik vraag me af waarom het niet een slagje minder mag. Juist in deze tijd. Zou de boel dan echt in elkaar storten? Doen we dit niet vooral onszelf aan?
Mijn jongste schrikt wakker.
‘Vriendinnetje Tak!’
De tak is op straat gevallen. Ze wijst naar waar ze op het asfalt ligt. Ik draai het stuur, rijd terug, zet de fiets op de standaard en geef haar de tak.
‘Heb je lekker geslapen?’
‘Geslapen? Nee, ik heb niet geslapen.’
Ze glimlacht.
‘Vriendinnetje Tak heeft geslapen!’
Willem Claassen (Beuningen, 1982)
Zie voor nog meer schrijvers van de 11e maart ook mijn blog van 11 maart 2020 en eveneens mijn blog van 11 maart 2019 en ook mijn blog van 11 maart 2018 deel 3.