De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2008. en ook mijn blog van 13 februari 2009 en ook mijn blog van 13 februari 2010.
Uit: Le chien sans maître
„Vendredi 7 novembre. Concarneau est désert. L’horloge lumineuse de la vieille ville, qu’on aperçoit au-dessus des remparts, marque onze heures moins cinq.
C’est le plein de la marée et une tempête du sud-ouest fait s’entrechoquer les barques dans le port. Le vent s’engouffre dans les rues, où l’on voit parfois des bouts de papier filer à toute allure au ras du sol.
Quai de l’Aiguillon, il n’y a pas une lumière. Tout est fermé. Tout le monde dort. Seules, les trois fenêtres de l’Hôtel de l’Amiral, à l’angle de la place et du quai, sont encore éclairées.
Elles n’ont pas de volets mais, à travers les vitraux verdâtres, c’est à peine si on devine des silhouettes. Et ces gens attardés au café, le douanier de garde les envie, blotti dans sa guérite, à moins de cent mètres.
En face de lui, dans le bassin, un caboteur qui, l’après-midi, est venu se mettre à l’abri. Personne sur le pont. Les poulies grincent et un foc mal cargué claque au vent. Puis il y a le vacarme continu du ressac, un déclic à l’horloge, qui va sonner onze heures.
La porte de l’Hôtel de l’Amiral s’ouvre. Un homme paraît, qui continue à parler un instant par l’entrebâillement à des gens restés à l’intérieur. La tempête le happe, agite les pans de son manteau, soulève son chapeau melon qu’il rattrape à temps et qu’il maintient sur sa tête tout en marchant. Même de loin, on sent qu’il est tout guilleret, mal assuré sur ses jambes et qu’il fredonne. Le douanier le suit des yeux, sourit quand l’homme se met en tête d’allumer un cigare.“
Georges Simenon (13 februari 1903 – 4 september 1989)
De Nederlandse schrijfster Nynke van Hichtum (pseudoniem van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer) werd geboren in Nes op 13 februari 1860. Zie ook mijn blog van 13 februari 2009 en ook mijn blog van 13 februari 2010.
Uit: Over den invloed van ‘Robinson Crusoë’
„Heel dikwijls kreeg ik het verwijt te hooren, dat ik veel opat en mijn ouders veel kostte, terwijl ik nog niets verdiende. Dat speet me erg, maar – hoe zou ik iets verdienen? Ik wist er geen middel op. Deze pijnlijke overwegingen trokken mijn gedachten en gevoelens van de buitenwereld af, en in mijzelf vond ik nog geen stof genoeg om dit te vergoeden door gedachten of eigen geesteswerkzaamheid; en zoo leefde ik dan geheel in het rijk der fantasie, en een boek, dat mij het tegenwoordige geheel kon doen vergeten, was voor mij de hemel. Eens liet een van mijn kameraden van de avondschool me een boek zien, dat hem toebehoorde. ’t Was een in bruin leder gebonden exemplaar van den ouden, oorspronkelijken Ronbison (hetzelfde, waarnaar Campe zijn uitgaaf bewerkt heeft.) Hij leende ’t me, en nooit herinner ik me oogenblikken van hooger zielsgenot doorleefd te hebben, dan toen ik, ineengedoken in een hoekje, met Robinson meeleefde op zijn eiland.
De vorm van het boek is weliswaar zoo vervelend mogelijk: elk klein voorval wordt uitvoerig verteld in dagboekstijl. Het aantal bijlslagen, die hij moest doen, eer zijn bootklaar was, het aantal oesters, dat hij vond, vormde den inhoud van geheel bladzijden: maar hoe bevredigde mij dit! Ik werd er geheel door ontrukt aan de ruwe werkelijkheid, ik leefde in gedachten geheel met hem mee, ik voelde met hem een rilling van angst, toen de wilden verschenen, en verheugde me innig over zijn eindelijke redding, waaraan voor mij maar één groot verdriet verbonden was, – dat het boek hiermee eindigde.“
Nynke van Hichtum (13 februari 1860 – 9 januari 1939)
De Duitse schrijfster Katja Lange-Müller werd geboren op 13 februari 1951 in Berlijn-Lichtenberg. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2008 en ook mijn blog van 13 februari 2009 en ook mijn blog van 13 februari 2010.
Uit: Die Enten, die Frauen und die Wahrheit
»Guck«, fiepte ich dem Kollegen D. ins haarige Ohr, »da hinten, das ist der Gott.« Möglicherweise, und möglicherweise nicht ganz zu Unrecht, vermutete der gerade mal dreißigjährige D. wohl, ich sei nicht mehr nüchtern. »Gott!« brüllte er, »der soll hier sein?« – »Leise, Mann«, sagte ich und ergriff den Ärmel des reiferen Kollegen M. »Ja«, sprach M., früher selbst Künstler bei Bühne, Funk und Fernsehen, sachlich, »das isser. Der macht grade ‘ne Platte mit Daliah Lavi.«
Ich versuchte zu vergessen, daß Karel Gott Spargel aß, ganz in meiner Nähe, aber nach zwei, drei weiteren sturzgetrunkenen Weißweinen hatte ich mein Herz mitsamt den Erinnerungsresten, die es barg dann doch auf der Zunge: »Als Mädchen«, erzählte ich den Kollegen, »hatte ich so eine Ansichtspostkartenschallplatte; das ‘hunderttürmige Mütterchen Prag’, wie es in Karel Capeks ‘Krieg mit den Molchen’ heißt, war drauf, aus der Luft fotografiert, im strahlenden Sonnenschein, und dann noch so Rillen, die man mit bloßem Auge kaum erkennen konnte. Angeblich waren solche Kartenplatten höchstens achtzigmal abspielbar, doch diese eine habe ich fast ein Jahr lang jeden Tag von früh bis spät gehört. Es war die Melodie von ‘Ein verregneter Sonntag’ mit tschechischem Text, gesungen von einer jubelnden Tenorstimme, der meines Karel Gott. Wie ein Papagei, ohne die Bedeutung auch nur einer einzigen Silbe jemals wenigstens ahnen zu können, formte ich jedes Wort nach, immer wieder, immer weiter, so lange, bis ich das ganze strophenreiche Lied auswendig gelernt hatte. Noch heute weiß ich im Schlaf, wie es geht.« – »Vcera nedele byla, vcera byl hezky cas/ vcera nedele byla, za tyden bude zas …« knödelte ich lauter werdend und nicht ohne Stolz auf all die runden »r« und weichen »l«, und die Kollegen fanden es komisch, weiß der Himmel, warum. Schließlich kam der Moment, ich mußte zur Toilette.“
Katja Lange-Müller (Berlijn, 13 februari 1951)
De Russische dichter en schrijver Ivan Andrejevitsj Krylov werd geboren op 13 februari 1769 in Moskou. Zie ook mijn blog van 13 februari 2007 en ook mijn blog van 13 februari 2009 en ook mijn blog van 13 februari 2010.
Elephant And Pug
Along the streets Big Elephant was led,
To show him off, most likely.
Since Elephants are not a common thing to see
A crowd of gapers followed on his heels.
All of a sudden Pug springs up in front of them.
And seeing Elephant, it raises a great rumpus,
It lunges, barks and howls
And does its best to pick a quarrel.
‘Hey neighbor, stop the fuss,’
A mutt intones, ‘You? Deal with Elephant?
Look at you barking yourself hoarse, and he just strolls
Nonplussed
And doesn’t care one bit about your noise.’
‘Ho ho!’ Pug says,
‘That’s just what I enjoy,
Since I can be a real tough guy
Without a single blow or bruise.
That way, the other dogs will say:
‘To bark at Elephant this Pug
Must be a real strong mug!’
Ivan Krylov (13 februari 1769 – 21 november 1844)
Portret door Johann Leberecht Eggink, 1832