De Nederlandse dichteres en psychiater M. Vasalis werd geboren in Den Haag op 13 februari 1909. Zie ook alle tags voor M. Vasalis op dit blog.
Regressie in de supermarkt, bij de kassa
Diep uit mijn jeugd, waarover nooit een doodsbericht
gekomen is, maar die is zoekgeraakt, vermist
komt dit gevoel: ik zou haar brede rug willen omhelzen,
haar stevige, onopgesmukte hand, nu op mijn hoofd
of in mijn nek af willen smeken –
en in een vlaag van onbeheerste en jaloerse pijn
begeer ik heftig weer als een kindje in haar
zo hoog gevulde, met overleg gepakte, kalm bestuurde
hemelse boodschappenwagentje te zijn.
Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder
Is het vandaag of gistren, vraagt mijn moeder,
bladstil, gewichtloos drijvend op haar witte bed.
Altijd vandaag, zeg ik. Ze glimlacht vaag
en zegt: zijn we in Roden of Den Haag ?
Wat later: kindje ik word veel te oud.
Ik troost haar, dierbare sneeuwwitte astronaut
zo ver al van de aarde weggedreven,
zo moedig uitgestapt en in de ruimte zwevend
zonder bestek en her en der.
Zij zoekt – het is een s.o.s. –
haar herkomst en haar zijn als kind
en niemand niemand, die haar vindt
zoals zij was. Haar franse les
herhaalt zij: van haar 8e jaar:
‘bijou, chou, croup, trou, clou, pou, òu,
die eerste juffrouw, weet je wel
die valse ouwe mademoiselle
hoe heet ze nou. Ik ben zo moe.’
Had ik je maar als kind gekend,
die nu mijn moeder bent
Op een recht, zwart kousenbeen
Op een recht, zwart kousenbeen
dunne rokjes opgeheven,
dansend in de vroege regen
en de tuin voor zich alleen,
staan twee jonge appelbomen,
’t witte bloed omhoog gestegen,
vlinder-hoofden wijd omgeven
door hun allereerste dromen.
M. Vasalis (13 februari 1909 – 6 oktober 1998)
Cover biografie
De Nederlandse schrijver en dichter Jan Arends werd geboren op 13 februari 1925 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Jan Arends op dit blog.
Ik ben een arme man
Ik ben een arme man
en ik verdien
mijn dagelijks brood
in schande.
Ik haal
dat is mij opgedragen
met emmers
water uit de regenput
en voel mij schuldig
omdat ik modder
op de bodem zie.
En zo begint de dag
nog voor het kwaad ontwaakt is.
Een hand voor mij
is witter dan een bloem
en het is waar dat woorden
mij vreesachtig maken.
Ik leef zo.
Ik ben zo.
Mijn dag verstrijkt
in regelmaat van schande.
Ik ben een arme man
en alle leven doet mij zeer.
Verdreven ben ik
Verdreven ben ik
uit de baarmoeder
Gods.
Verstoten
uit weeshuizen
en daklozenkolonies.
Klaprozen
langs de weg.
Boeren
en de honger.
Hoog en licht
is boven mij
wat ik de lucht
zou willen noemen
maar dat in waarheid
de toegang is
tot Hem
die mij verdreven heeft.
Zondig
zijn
wij allen.
Maar Hij heeft
een baarmoeder
Hij is
de goede God.
Jan Arends (13 februari 1925 – 21 januari 1974)
De Belgische (Franstalig) schrijver Georges Simenon werd geboren in Luik op 13 februari 1903. Zie ook alle tags voor Georges Simenon op dit blog.
Uit: Maigret et le clochard
“Tout en parlant, il avait la bille de sa poche et il la faisait rouler sur la nappe.
– Qu’est-ce que c’est?
– Une bille. Le Toubib en possédait trois.
Elle regardait son mari avec attention.
– Tu l’aimes bien, non?
– Je crois que je commence à le comprendre.
– Tu comprends qu’un hommme comme lui devienne clochard?
– Peut-être. Il a vécu en Afrique, seul blanc, éloigné des villes et des grand-routes. Là aussi il a été déçu.
– Pourquoi?
N’était-il difficile d’expliquer ça à Mme Maigret qui avait passé sa vie dans l’ordre et la propreté?
– Ce que je cherche à deviner, continuait-il sur un ton léger, c’est en quoi il pouvait être coupable.
Elle avait l’air de ne pas comprendre.
– Coupable? Que veux-tu dire? C’est lui qu’on a attaqué et jeté dans la Seine, non?
– Il est la victime, c’est vrai. Mais souvent, dans un crime, la victime partage dans un large mesure la responsabilité de l’assassin.”
Georges Simenon (13 februari 1903 – 4 september 1989)
De Nederlandse schrijfster Nynke van Hichtum (pseudoniem van Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer) werd geboren in Nes op 13 februari 1860. Zie ookalle tags voor Nynke van Hichtum op dit blog.
Uit: Afke’s tiental
„’t Was heel stil in de anders zoo drukke kamer. Poes lag te spinnen tusschen de geraniums op de vensterbank. Oude Saapke, de baker, zat half te dutten bij de tafel.
Daar klonk een héél fijn, klagend stemmetje uit een hoek van de kamer: ‘E-ê-lê-lê!’ en meteen verscheen er een magere hand tusschen de dichtgeschoven gordijnen van een hooge bedstee, waarvan de deuren openstonden.
‘Saapke, de kleine jongen is wakker. Toe, laat me hem eens zien!’
Saapke stond langzaam op en waggelde naar den hoek, vanwaar het stemmetje zich liet hooren. ’t Kwam uit een kist, die in een hoek bij ’t bed stond, en die door moeder-zelf keurig bespijkerd was met blauwe stof, met een laag oude lappen er onder. Haar tiende kindje moest toch een lekker zacht nestje hebben, ’t arme kleine ding, al schoot er geen echt wiegje voor hem over! De oude ‘nane’ toch was totaal versleten, en voor een nieuwe had moeder geen geld. ’t Was al moeilijk genoeg om rond te komen en al die hongerige mondjes elken dag, zoo goed als ’t ging, te verzadigen!
En zoo had moeder Afke dan van die oude houten kist een nestje gemaakt, zóó zacht en zóó lekker als ’t kindje maar wenschen kon, en dat ’t er van buiten minder mooi uitzag, daar had het kleine schepseltje nog geen weet van.
Daar haalde Saapke ‘de pop’ te voorschijn; – elk klein kindje heet in Friesland ‘de pop’ of ‘de kleine pop,’ moet je weten – en bracht hem zegevierend bij zijn moeder.“
Nynke van Hichtum (13 februari 1860 – 9 januari 1939)
Cover
Zie voor nog meer schrijvers van de 13e februari ook mijn blog van 13 februari 2012 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.