David Leavitt, Aart van der Leeuw, Pascal Mercier, Franca Treur, Jean Anouilh, Richard Bach, Anna Achmatova, Hanneke van Eijken

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: The Two Hotel Francforts

“Hotel rooms were nearly impossible to come by. People were staying up all night at the casino in Estoril, gambling, and sleeping all day on the beach. Yet we were lucky — we had a room, and a comfortable one at that. Yes, it was all right with me.
Not with Julia, though. She loathed Portugal. She loathed the shouting of the fishwives and the smell of the salted cod. She loathed the children who chased her with lottery tickets. She loathed the rich refugees who had rooms at better hotels than ours and the poor refugees who had no rooms at all and the mysterious woman on our floor who spent most of every day leaning out her door into the dark corridor, smoking — “like Messalina waiting for Silius,” Julia aid. But what she loathed most — what she loathed more than any of these — was the prospect of going home.
Oh, how she didn’t want to go home! It had been this way from the beginning. First she had tried to convince me to stay in Paris; then, when the bombs started dropping on Paris, to resettle in the South of France; then, when Mussolini started making noises about invading the South of France, to sail to En gland, which the Neutrality Act forbade us from doing (for which she would not forgive Roo se velt). And now she wanted to stay on in Portugal. Portugal!
I should mention — I can mention, since Julia is dead now and cannot stop me — that my wife was Jewish, a fact she preferred to keep under wraps. And it is true, in Portugal there was no anti- Semitism to speak of, quite simply because there were no Jews. The Inquisition had taken care of that little problem. And so she had decided that this country in which she was so disinclined to spend a few weeks would be a perfectly agreeable place to sit out the rest of the war. For she had sworn, when we had settled in Paris fifteen years before, that she would never go home again as long as she lived.
Well, she never did.“

 

 
David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Aart van der Leeuw werd geboren in Hof van Delft op 23 juni 1876. Zie ook alle tags voor Aart van der Leeuw op dit blog.

 

De seizoenen

Najaar, vluchtend langs de wegen,
Bijna hebt gij afgelegd
’t Rode kleed, dat losgeregen
Enkel aan één gesp nog hecht.

Langs de zoom der bruine heide
Zweef zo ijlings niet voorbij,
Zet Uw ben met fruit terzijde,
En tot afscheid zegen mij.

Ook Uw beide zusters duldden
Bij het afgaan van dit pad,
Dat mijn gul gebrachte hulde
Om een gunst, een weergroet, bad;

Zomer heeft haar doek verschoven,
En haar boezem bloot gemaakt,
Zacht heb ik die bron der hoven
Met de lippen aangeraakt;

En dat kind, wier lieflijk Leven
Duurt zolang de koekoek lacht,
Heeft mij hier een bloem gegeven,
Dat ik altijd aan haar dacht.

Kom dus tot mij, herfst, want ginter,
Laatste leidsvrouw van het jaar,
Nadert reeds de bleke winter
Met een maretak in ’t haar.

 

Dichten: sluimeren

Zoals een kind dat zich ontkleedt,
Het glimlacht naar ’t vergulde raam,
Het vouwt zijn helder lijfgoed saam
En zoekt zijn sponde, slaap-gereed,

Zo is mijn dichter, ook hij legt
De last of van den langen dag,
Tot hij, getooid slechts met zijn lach,
Stil luistert naar wat sluimer zegt,

De sluimer, een bewogen boom,
Die tot een schoner waken wekt,
Onder wiens lover, zon-gevlekt,
Dromen wordt zingen, zang een droom.

 

 
Aart van der Leeuw (23 juni 1876 – 17 april 1931)

 

De Zwitserse schrijver en filosoof Pascal Mercier (eig. Peter Bieri) werd geboren op 23 juni 1944 in Bern. Zie ook alle tags voor Pascal Mercier op dit blog.

Uit: Der Klavierstimmer

„Zweimal hast du heute morgen den leeren Becher an die Lippen geführt, bevor du ihn ausspültest. Als du nach einem Augenblick des Zögerns zum Küchentuch griffst, um ihn zu trocknen, hatte ich die Hoffnung, du würdest ihn in die Reisetasche stecken, die fertig gepackt im Entrée stand. Als einen Gegenstand, der uns über alle Abschiede hinaus verbände. Statt dessen tatest du den trockenen Becher in die Geschirrablage, als müßte er noch weitertrocknen. Es geschah langsam und mit großer Behutsamkeit. Dann gingst du voran. In dem Blick, mit dem du mich streiftest, lag erschöpfte Tapferkeit und der dunkle Schimmer der Resignation, denn wie immer fiel dir die grausame Rolle derjenigen zu, die den Abschied vollziehen mußte. Ich war froh, daß dies noch nicht der letzte Blick war. Gleichzeitig zitterte ich vor dem Moment, wo wir nachher unter der Hautür stehen würden, um den letzten Blick zu tauschen.
Deine Stiefel waren laut auf den Fliesen. Mit einer schnellen Bewegung schlüpftest du in den Mantel und holtest die Handschuhe aus der Tasche. Während du sie anzogst, standest du mit gesenktem Kopf vor mir. Nie wieder würde ich diese Hände auf mir spüren. Ich dachte an die weißen Handschuhe aus Spitze und öffnete die Tür, um das Bild zu verscheuchen. Dann begegneten sich unsere Blicke. Mit leise zitternden Lippen versuchtest du ein Lächeln, das deinen und meinen Schmerz, wenn nicht zu leugnen, so doch zu verharmlosen suchte: Machen wir es uns nicht schwerer, als es ist! Einen entsetzlichen Augenblick lang dachte ich, du würdest mir die Hand geben, etwas, was wir – außer wenn wir andere spielerisch nachahmten, so daß die Geste wie ein Zitat war – niemals getan haben.“

 

 
Pascal Mercier (Bern, 23 juni 1944)

 

De Nederlandse schrijfster en freelance journaliste Franca Treur werd geboren in Meliskerke op 23 juni 1979. Zie ook alle tags voor Franca Treur op dit blog.

Uit: Dorsvloer vol confetti

“Katelijne vraagt zich af of de moeder het leuk vindt zo, en moet er opeens aan denken dat zij op een tweede pinksterdag de vader heeft ontmoet. Achter op de motor bij zijn vriend, die haar neef was, werd hij bij haar het erf op gereden. Wonderlijk hoe God soms mensen bij elkaar brengt, zegt de vader als het gesprek erover gaat.
De moeder zat die dag in een kort blauw jurkje in een tuinstoel bij haar ouders op het gazon.
‘Ze blonk in d’r vel,’ zegt de vader altijd. Het detail van het korte jurkje heeft de vader lang geleden een keer verteld, en Katelijne heeft dat altijd onthouden. In latere versies ontbreekt het en de moeder beweert sindsdien dat ze geen jurkjes boven de knie had vroeger. Maar de opa en oma van moederskant wisten het ook allebei nog, van dat korte blauwe jurkje, toen ze daar lang geleden een keer naar vroeg.
Het is moeilijk voor te stellen: de moeder in een kort jurkje. Met elke keer dat ze in verwachting was, heeft ze er een paar kilo bij gekregen, alsof ze één voor één het bubbeltjesplastic waarin ze hebben gezeten in de moeder hebben achtergelaten. De ruimvallende witte blouses die ze tegenwoordig draagt, moeten in een speciale winkel voor grote maten worden gekocht. Het eerste wat ze doet als ze ermee thuiskomt is het etiketje met de maat eruit knippen
Twee fietsers rijden langs, een man en een vrouw op precies eendere fietsen. Ze dragen allebei een donkerblauwe jas en een lichte broek en ze kijken nieuwsgierig naar de familie. Katelijne geniet van hun verbaasde gezichten wanneer ze alle jongens tussen de maïsplantjes zien lopen. Mensen kijken vaak verbaasd naar hen, omdat ze met zoveel zijn.”

 

 
Franca Treur (Meliskerke,23 juni 1979)

 

De Franse (toneel)schrijver Jean Anouilh werd geboren in Bordeaux op 23 juni 1910. Zie ook alle tags voor Jean Anouilh op dit blog.

Uit: Antigone (Vertaald door Frans Geiger)

„ANTIGONE: murmelt
„Glück (…) Was wird mein Glück sein? Was für eine glücklichc Frau soll aus der kleinen Antigone werden? Welche Niedrigkeiten werde ich Tag für Tag begehen müssen, um dem Leben mit den Zähnen ein kleines Fetzchen Glück zu entreißen?
Sag doch, wen werde ich belügen, wem falsch ins Gesicht Iächeln und an wen mich verkaufen müssen? Bei wem muß ich mich abwenden und ihn sterben Iassen?
Nein, ich bin nicht still! Ich will wissen, was ich tun muß, um glücklich zu werden. Jetzt will ich es wissen, denn ich habe nicht lange Zeit, mich zu entscheiden. Du sagst, das Leben sei schön. Ich möchte jetzt wissen, wie ich es anstellen muß..
(KREON: Liebst du Hämon?)
ANTIGONE; Ja, ich liebe Hämon. Ich liebe einen Hämon, der jung und stark ist, einen Hämon, der anspruchsvoll und treu ist wie ich. Aber ich liebe ihn nicht nach euren Begriffen vom Leben und vom Glück. Wenn er nicht mehr erbleichen darf, wenn ich erbleiche, wenn er mich nicht tot glaubt. wenn ich nur fünf Minuten zu spät komme. wenn er mich nicht mehr haßt und sich allein fühlt, wenn ich Iache, ohne daß er weiß warum. wenn er für mich der Herr Hämon wird und wenn auch er das Jasagen lernen muß – nein – dann liebe ich ihn nicht mehr.
(KREON: Du weißt nicht, was du sagst. Sei still!)
ANT IGONE: 0 doch, ich weiß es sehr gut – aber du verstehst mich nicht mehr. Ich bin zu weit weg von dir – meine Stimme spricht aus einer Welt, die dir mit deinen Sorgenfalten, mit deiner Weisheit und deinem dicken Bauch für immer verschlossen ist. Sie lacht Ah – ich muß lachen, Kreon, ich muß lachen, weil ich mir plötzlich vorstelle, wie du wohl mit fünfzehn ausgesehen hast. Sicher dieselbe machtlose, unfähige Miene und die Einbildung, alles zu können. Das Leben hat dir nur die kleinen Falten und den Speck dazugegeben.“

 

 
Jean Anouilh (23 juni 1910 – 3 oktober 1987)
Scene uit een opvoering in de Comédie-Française Salle Richelieu in Parijs in 2014

 

De Amerikaanse schrijver Richard Bach werd geboren in Oak Park, Illinois op 23 juni 1936. Zie ook alle tags voor Richard Bach op dit blog.

Uit: The Bridge Across Forever

“Then I thought no. The world needs models, people living interesting lives, learning things, changing the music of our time. What do people do with their lives who are not struck down with poverty, crime, war? We need to know people who have made choices that we can make, too, to turn us into human beings. Otherwise, we can have all the food in the world, and so what? Models! We love ‘em! Don’t you think?”
“I suppose,” she said. “But I don’t like that word, model.”
“Why not?” I said, and knew the answer at once. “Were you a model?”
“In New York,” she said, as though it were a shameful se­cret.
“What’s wrong with that? A model is a public example of special beauty!”
“That’s what’s wrong with it. It’s hard to live up to. It frightens Mary Moviestar.”
“Why? What’s she afraid of?”
“Mary got to be an actress because the studio thought she was so pretty, and she’s been afraid ever since that the world is going to find out she isn’t that pretty and she never was. Being a model was bad enough. When you call her a public example of being beautiful, it makes it worse for her.”
“But Leslie, you are beautiful!” I blushed. “I mean, there’s certainly no question that you’re… that you’re… extremely appealing….”
“Thank you, but it doesn’t matter what you say. No matter what you tell her, Mary thinks beauty is an image someone else created for her. And she’s a prisoner of the image. Even when she goes to the grocery store, she should be all done up, just so. If not, somebody is sure to recognize her and they’ll say to their friends, ‘You ought to see her in person! She’s not half as pretty as she’s supposed to be!’ and Mary’s disappointed them.” She smiled again, a little sad. “Every actress in Hollywood, every beautiful woman I know is pretending to be beautiful, she’s afraid the world will find out the truth about her sooner or later. Me, too,”

 

 
Richard Bach (Oak Park, 23 juni 1936)

 

De Russische dichteres Anna Achmatova werd geboren in Bolshoi Fontan bij Odessa, 23 juni 1889. Zie ook alle tags voor Anna Achmatova op dit blog.

 

You Will Hear Thunder

You will hear thunder and remember me,
And think: she wanted storms. The rim
Of the sky will be the colour of hard crimson,
And your heart, as it was then, will be on fire.

That day in Moscow, it will all come true,
when, for the last time, I take my leave,
And hasten to the heights that I have longed for,
Leaving my shadow still to be with you.

 

Everything

Everything’s looted, betrayed and traded,
black death’s wing’s overhead.
Everything’s eaten by hunger, unsated,
so why does a light shine ahead?

By day, a mysterious wood, near the town,
breathes out cherry, a cherry perfume.
By night, on July’s sky, deep, and transparent,
new constellations are thrown.

And something miraculous will come
close to the darkness and ruin,
something no-one, no-one, has known,
though we’ve longed for it since we were children.

 

 
Anna Achmatova ( 23 juni 1889 – 5 maart 1966)
Portret door Olga Della-Vos-Kardovskaya, 1914

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichteres Hanneke van Eijken werd geboren in 1981 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Hanneke van Eijken op dit blog.

 

Vachtloos

Stapvoets leerde ik tussen muren ademen
en ik verlangde steeds minder
naar de mogelijkheden van een open veld

ik droomde zelden van gras
maar steeds vaker van mensen
en van dingen die in huizen passen
op een dag sprak ik een vreemde taal

vaak jaagt nog een kudde
door mijn hoofd, met teerzwarte staarten
ze stampen in het ritme
van een woedende zee

schuimkoppen glimmen
op hun lippen

ik hoef alleen een hek open te zetten, een raam
op een kier te laten, ze naderen
in galop

 

 
Hanneke van Eijken (Amersfoort, 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juni 2013 deel 2.