De Oostenrijkse dichter Georg Trakl werd op 3 februari 1887 in Salzburg geboren. Zie ook alle tags voor Georg Trakl op dit blog.
Romanze zur Nacht
Einsamer unterm Stenenzelt
Geht durch die Mitternacht.
Der Knab aus Träumen wirr erwacht,
Sein Antlitz grau im Mond verfällt.
Die Närrin weint mit offnem Haar
Am Fenster, das vergittert starrt.
Im Teich vorbei auf süßer Fahrt
Ziehn Liebende sehr wunderbar.
Der Mörder lächelt bleich im Wein,
Die Kranken Todesgrausen packt.
Die Nonne betet wund und nackt
Vor des Heilands Kreuzespein.
Die Mutter leis’ im Schlafe singt.
Sehr friedlich schaut zur Nacht das Kind
Mit Augen, die ganz wahrhaft sind.
Im Hurenhaus Gelächter klingt.
Beim Talglicht drunt’ im Kellerloch
Der Tote malt mit weißer Hand
Ein grinsend Schweigen an die Wand.
Der Schläfer flüstert immer noch.
Amen
Verwestes gleitend durch die morsche Stube;
Schatten an gelben Tapeten; in dunklen Spiegeln wölbt
Sich unserer Hände elfenbeinerne Traurigkeit.
Braune Perlen rinnen durch die erstorbenen Finger.
In der Stille
Tun sich eines Engels blaue Mohnaugen auf.
Blau ist auch der Abend;
Die Stunde unseres Absterbens, Azraels Schatten,
Der ein braunes Gärtchen verdunkelt.
Het onweer
Jullie wilde gebergten, de verheven
Droefheid van adelaars.
Gouden bewolking
Rookt boven stenen leegte.
Geduldige stilte ademen de dennen,
De zwarte lammeren bij de afgrond,
Waar plotseling de blauwte
Merkwaardig verstomt,
Het tere zoemen van hommels.
O groene bloem –
O zwijgen.
Droomachtig ontroeren de donkere geesten
Van de bergbeek het hart,
Duisternis,
Die zich op de ravijnen stort!
Witte stemmen
Dwalend door ijzige voorhoven,
Verscheurde terrassen,
De geweldige wrok van de vaders, de klacht
Van de moeders,
Van de jongen de gouden strijdkreet
En wat ongeboren is
Zuchtend uit blinde ogen.
O pijn, jij vlammend aanschouwen
Van de grote ziel!
Reeds flitst in het zwarte gewoel
Van paarden en wagens
Een rozenijzige bliksem
De klinkende spar in.
Magnetische koelte
Zweeft om dit trotse hoofd,
Gloeiende melancholie
Van een toornende God.
Angst, jij giftige slang,
Zwarte, sterf in het gesteente!
Daar storten de wilde stromen
Van tranen omlaag,
Storm – erbarmen,
Galmen in dreigende donderslagen
De besneeuwde toppen rondom.
Vuur
Loutert verscheurde nacht.
Vertaald door Frans Roumen
Georg Trakl (3 februari 1887 – 4 november 1914)
Portret door Albert Bloch, 1943
De Amerikaanse dichter, schrijver en essayist Paul Auster werd geboren op 3 februari 1947 in Newark, New Jersey. Zie ook alle tags voor Paul Auster op dit blog.
Uit: 4 3 2 1
“According to family legend, Ferguson’s grandfather departed on foot from his native city of Minsk with one hundred rubles sewn into the lining of his jacket, traveled west to Hamburg through Warsaw and Berlin, and then booked passage on a ship called the Empress of China, which crossed the Atlantic in rough winter storms and sailed into New York Harbor on the first day of the twentieth century. While waiting to be interviewed by an immigration official at Ellis Island, he struck up a conversation with a fellow Russian Jew. The man said to him: Forget the name Reznikoff. It won’t do you any good here. You need an American name for your new life in America, something with a good American ring to it. Since English was still an alien tongue to Isaac Reznikoff in 1900, he asked his older, more experienced compatriot for a suggestion. Tell them you’re Rockefeller, the man said. You can’t go wrong with that. An hour passed, then another hour, and by the time the nineteen-year-old Reznikoff sat down to be questioned by the immigration official, he had forgotten the name the man had told him to give. Your name? the official asked. Slapping his head in frustration, the weary immigrant blurted out in Yiddish, Ikh hob fargessen (I’ve forgotten)! And so it was that Isaac Reznikoff began his new life in America as Ichabod Ferguson.
He had a hard time of it, especially in the beginning, but even after it was no longer the beginning, nothing ever went as he had imagined it would in his adopted country. It was true that he managed to find a wife for himself just after his twenty-sixth birthday, and it was also true that this wife, Fanny, née Grossman, bore him three robust and healthy sons, but life in America remained a struggle for Ferguson’s grandfather from the day he walked off the boat until the night of March 7, 1923, when he met an early, unexpected death at the age of forty-two—gunned down in a holdup at the leather-goods warehouse in Chicago where he had been employed as a night watchman.”
Paul Auster (Newark, 3 februari 1947)
De Oekraïens-Duitse schrijfster, literatuurwetenschapster en journaliste Katja Petrovskaya werd geboren op 3 februari 1970 in Kiev. Zie ook alle tags voor Katja Petrovskaya op dit blog.
Uit: Vielleicht Esther
“Er suche dringend nach einer Erklärung, denn er fahre gleich ab. Ich antwortete, etwas erstaunt darüber, dass meine innere Stimme sich in Gestalt eines alten Mannes mit schwarzen Augen und amerikanischem Akzent an mich wandte, atemlos und immer aufgeregter, fast ungezügelt mit Fragen mich bewarf, die ich selbst schon hundertmal durchgespielt hatte, play it again, dachte ich, immer weiter in diese Fragen versinkend, in diese Ferne der Fragen auf dem Bahnsteig, und ich antwortete, dass auch ich sofort an Krieg denke, keine Altersfrage also, ich denke sowieso immer an den Krieg, besonders hier in diesem Durchgangsbahnhof, der für keinen Zug Endstation ist, keine Sorge, man fährt immer weiter, dachte ich, und dass er nicht der erste sei, der sich das frage und auch mich. Ich bin zu oft hier, dachte ich kurz, vielleicht bin ich ctrelovnik, strelotschnik, ein Weichensteller, und immer ist der Weichensteller schuld, aber nur auf Russisch, dachte ich, als der alte Mann sagte, my name is Samuel, Sam.
Und dann erzählte ich ihm, dass Bombardier ein französisches Musical sei, das in Berlin erfolgreich laufe,viele Menschen kommen deshalb in diese Stadt, stellen Sie sich vor, nur wegen Bombardier, die Pariser Kommune oder so von damals, zwei Nächte im Hotel plus Musical alles inklusive von heute, und dass es schon Probleme gegeben habe, weil im Hauptbahnhof für Bombardier geworben wird, nur mit diesem einen Wort, kommentarlos, es stand schon in der Zeitung, sagte ich, ich erinnere mich, sagte ich, dort stand, das Wort wecke falsche Assoziationen, sogar einen Gerichtsfall hat es gegeben im Streit der Stadt mit dem Musical, es wurden Linguisten beigezogen, stellen Sie sich vor, die das Wort auf sein Gewaltpotential hin überprüften, und das Gericht hat das Urteil zu Gunsten der freien Werbung ausgesprochen. Ich glaubte immer mehr an meine Worte, obwohl ich keine Ahnung hatte, was dieses Bombardier am Dachbogen des Bahnhofs bedeutete und woher es kam, aber das, was ich so begeistert und fahrlässig erzählte und was ich auf keinen Fall als Lüge bezeichnen würde, beflügelte mich, und ich schweifte immer weiter ab, ohne die geringste Angst abzustürzen, ich drehte mich immer weiter in den Kurven dieses niemals gesprochenen Urteils, denn wer nicht lügt, kann nicht fliegen.“
Katja Petrovskaya (Kiev, 3 februari 1970)
De Nederlandse schrijver Jan Willem Holsbergen werd geboren in Rotterdam op 3 februari 1915. Zie ook alle tags voor Jan Willem Holsbergen op dit blog.
Uit: Het pistool van de rekening
“Een antieke, met goud versierde fles, een pronkstuk, kan vergif bevatten, voldoende om alle bewoners van een wereldstad uit te roeien. En er zullen zeker mensen zijn die een ongebruikte atoombom een prachtding vinden voor hun tuin: kijk dáár, naast de vijver, midden op het gazon, de rododendrons als achtergrond. Zo is ook een pistool, als je het eens bekijkt, iets aanvaardbaars en niet eens lelijk, integendeel. Het zou best een sigarettenautomaat, een aansteker, een verfspuit of een nietmachine kunnen zijn.
Hoewel ik niet kan zeggen met het pistool te zijn opgegroeid, als cowboy, gangsterjong of maffiazoon, ik ben er vroeg mee vertrouwd geraakt. Dan bedoel ik niet de klappertjespistolen, waarmee Wij gevechten leverden, met vertrokken gezicht naar de getroffen plaats grijpend neervallen, grootmoeders en tantes hartslag op hartklop bezorgend, maar het echte wapen. Het hoorde bij mijn vader, zoals zijn glimmende sleutelbos, zijn hoge zwarte schoenen, sigarenkoker en de zakdoek die bitter rook. De sleutelbos glom, net als het pistool, blauw en zilverachtig; hij droeg gezond, zei men. Hij liet wel eens zien hoe je het moest afschieten, nadat hij er eerst de patronen, vriendelijke, ook alweer glimmende kleine pijpjes in een soort cassette, had uitgehaald. Daardoor wist ik al vroeg wat weinigen weten: het verschil met de revolver.
Cowboys hebben revolvers, in een draaiende cilinder zitten de patronen. De slagpen slaat in het slaghoedje, een koperen ronde kern aan de achterzij, de kogel vliegt eruit, de huls blijft zitten. Haal je weer de trekker over, draait de cilinder, komt de volgende patroon voor. Dat kun je meestal zes keer doen. Als je weer wilt schieten, moetje de hulzen uit de cilinder halen en er nieuwe in stoppen. Bij een automatisch pistool steek je een cassette vol patronen onder in de kolf. Een veertje drukt de patroon naar boven; na het vuren vliegt de huls naar buiten en de volgende komt voor de slagpen, enzovoort. Eenmaal leeggeschoten laad je hem opnieuw door er een nieuwe cassette in te schuiven.”
Jan Willem Holsbergen (3 februari 1915 – 20 mei 1995)
Holsbergen (rechts) bij de uitreiking van de Vijverbergprijs in 1962
De Zweedse schrijver Henning Mankell werd geboren in Stockholm op 3 februari 1948. Hij woont afwisselend in Mozambique en in zijn vaderland Zweden. Zie ook alle tags voor Henning Mankell op dit blog.
Uit: Drijfzand (Vertaald door Ceciel Verheij)
“Opeens was het alsof mijn leven zich vernauwd had. Op een vroege ochtend in 2014, net na Nieuwjaar, kreeg ik te horen dat ik kanker had. Het was alsof mijn leven ineenschrompelde. Mijn gedachten stokten, een leeg landschap breidde zich uit in mijn hoofd.
Misschien was het wel dat ik niet aan de toekomst durfde te denken. Die was ongewis, een mijnenveld. Wel voerden mijn gedachten me steeds terug naar mijn kindertijd.
Een periode, ik was zo’n acht of negen jaar oud, dacht ik veel na over welk soort dood ik het meest angstaanjagend vond. Op zich niets bijzonders, dat soort gedachten heb je op die leeftijd. Leven en dood worden centrale kwesties om je toe te bepalen. Kinderen zijn uiterst serieus. Zeker als ze de leeftijd hebben waarop ze zich bewust worden van hun eigen ik. Bewust van het feit dat ze een eigen identiteit hebben die niet inwisselbaar is met die van een ander. Hoe je er in de spiegel uitziet zal in de loop van je leven steeds veranderen. Maar degene die je werkelijk bent, zit daar goed achter verborgen.
Onze identiteit vormt zich als we ons met wezenlijke problemen bezighouden. Dat weet iedereen die zijn kindertijd niet totaal vergeten is.
Mijn grootste angst was op een bevroren meer of rivier door het ijs te zakken.”
Henning Mankell (3 februari 1948 – 5 oktober 2015)
De Amerikaanse schrijver Richard Yates werd geboren op 3 februari 1926 in Yonkers, New York. Zie ook alle tags voor Richard Yates op dit blog.
Uit: Revolutionary Road
“He was doing his fervent best and delivering each line with a high semi-professional finish, but there was no denying that he looked all wrong in the part of Alan Squiers–squat and partly bald and all but unable to see without his glasses, which he’d refused to wear on stage. From the moment of his entrance he had caused the supporting actors to interrupt each other and forget where to stand, and now in the middle of his important first-act speech about his own futility–“Yes, brains without purpose; noise without sound; shape without substance–” one of his gesturing hands upset a glass of water that flooded the table. He tried to cover it with a giggle and a series of improvised lines–“You see? That’s how useless I am. Here, let me help you wipe it up–” but the rest of the speech was ruined. The virus of calamity, dormant and threatening all these weeks, had erupted now and spread from the helplessly vomiting man until it infected everyone in the cast but April Wheeler.
“Wouldn’t you like to be loved by me?” she was saying.
“Yes, Gabrielle,” said the director, gleaming with sweat. “I should like to be loved by you.”
“You think I’m attractive?”
Under the table the director’s leg began to jiggle up and down on the spring of its flexed foot. “There are better words than that for what you are.”
“Then why don’t we at least make a start at it?”
Scene uit de film uit 2008 met Kathryn Hayn, Kate Winslet, David Harbour en Leonardo DiCaprio
She was working alone, and visibly weakening with every line. Before the end of the first act the audience could tell as well as the Players that she’d lost her grip, and soon they were all embarrassed for her. She had begun to alternate between false theatrical gestures and a white-knuckled immobility; she was carrying her shoulders high and square, and despite her heavy make-up you could see the warmth of humiliation rising in her face and neck.
Then came the bouncing entrance of Shep Campbell, the burly young red-haired engineer who played the gangster, Duke Mantee. The whole company had worried about Shep from the beginning, but he and his wife Milly, who had helped with the props and the publicity, were such enthusiastic and friendly people that nobody’d had the heart to suggest replacing him. The result of this indulgence now, and of Campbell’s own nervous guilt about it, was that he forgot one of his key lines, said others in a voice so quick and faint that it couldn’t be heard beyond the sixth row, and handled himself less like an outlaw than an obliging grocery clerk, bobbing head, rolled-up sleeves and all.”
Richard Yates (3 februari 1926 – 7 november 1992)
De Amerikaanse dichteres en schrijfster Gertrude Stein werd geboren op 3 februari 1874 in Allegheny (Pennsylvania). Zie ook alle tags voor Gertrude Stein op dit blog.
Hotel François 1er (Fragment)
It was a very little while and they had gone in front of it. It was that they had liked it
would it bear. It was a very much adjoined a follower. Flower of an adding where
a follower.
Have I come in. Will in suggestion.
They may like hours in catching.
It is always a pleasure to remember.
Have a habit.
Any name will very well wear better.
All who live round about there.
Have a manner.
The hotel François Ier.
Just winter so.
It is indubitably often that she is as denied to soften help to when it is in all in midst of which in vehemence to taken given in a bestowal show than left help in double.
Having noticed often that it is newly noticed which makes older often.
The world has become smaller and more beautiful.
The world is grown smaller and more beautiful. That is it.
Gertrude Stein (3 februari 1874 – 27 juli 1946)
Portret door Pablo Picasso, 1905
De Oostenrijkse dichter en schrijver Ferdinand Schmatz werd geboren op 3 februari 1953 in Korneuburg. Zie ook alle tags voor Ferdinand Schmatz op dit blog.
zahnschliff, jetzt
es – hahn -, feilt
im zahn schliff
auf sehen zu lesen
der ernte brief, auf:
lippenblatt
wink und stoss,
stappelt des
bambusbambus (=bambus)
baumkuss
am salztag und wendet
der süssnacht bestand,
allen ganges zu sammeln:
schattengüsse,
fein schliff wesen zu rahmen,
der münder zu
– zahnblut kapselt –
lautet:
wortwort
zu wenden vokale
zu tönen kon-, sorten,
zu lippen überm palmfuss
nageln die liedfrucht –
halb winpernd,
die kauhand (=nichts)
schliessen,
zu kosten die stunde,
aus: augen
aus: sonne
aus: tag
weg lesen, ver
– salzen, -sprechen und –stehen
zu raten
spruchspruch,
welche berinnen
die blattblatt,
zu wandeln takt –
los jagend im furchtstrom
gemeinsam!
Ferdinand Schmatz (Korneuburg, 3 februai 1953)
In 2013
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e februari ook mijn blog van 3 februari 2015 en ook mijn drie blogs van 3 februari 2013.