De Nederlandse dichter, schrijver en journalist Hans van Willigenburg werd geboren in Utrecht op 20 december 1963. Zie ook alle tags voor Hans van Willigenburg op dit blog.
Beleven
dat ik dit nog mag beleven
als een luie jongeman
mijn dingen die geweest zijn op hun plaats zetten
het samenstellen van een beeld over mijzelf
waarin ik onafhankelijk van het beeld
troost vind
dat ik ijsblokjes in mijn glas laat tinkelen
en ik kan nog van alles met de blokjes doen
(ze bijvoorbeeld tegen mijn wang drukken)
het duurt nog even voor ze versmolten zijn
en nu ze water zijn
drink ik het op
dat ik dit nog mag beleven:
onderkoeld schrijven over eigen belevenissen
die totaal geen belevenissen zijn –
een belevenis!
Psychologie
Dit product is onweerstaanbaar.
Het kietelt om te beginnen uw ogen.
Het is glad en gaaf, een handzame slaaf
met talloze mogelijkheden.
Het kort nare klusjes in,
is preciezer dan al het voorgaande,
straalt aantrekkelijk optimisme uit
en,
pas op,
de slimme mensen hebben ‘m al weken in huis.
Maar veel belangrijker nog dan al deze voordelen,
dit praktische vernuft,
is de stille maar vurige hoop
– altijd aanwezig, nimmer verzakend –
dat uw leven na aanschaf
meer gelijkenis zal vertonen
met dit briljante, kittige, spiksplinternieuwe
Made-in-China-ding.
Hans van Willigenburg (Utrecht, 20 december 1963)
De Canadese dichter, schrijver en acteur Sky Gilbert werd geboren op 20 december 1952 Norwich, Connecticut. Zie ook alle tags voor Sky Gilbert op dit blog.
Uit: Another Blog That Nobody Reads
´Why There’s No Such Thing as ‘Culturally Gay’
I was at the foot doctor’s today. She finally figured out I’m gay.
She is an intelligent, tolerant and very politically savvy woman.
So, what — for an intelligent, tolerant and politically savvy chiropodist — is the immediate ‘go-to’ when she finds out her client is gay?
“Have you seen that TV show with Nate Berkus and Jeremiah Brent?”
No, I had to honestly say that I hadn’t.
“They had this daughter with a surrogate, and sometimes the daughter is on the show, and they are home designers — and you really get a glimpse into their lives. Sometimes you can see them kidding each other the same way straight couples do. It’s very — real”
Wow.
I was somewhat flabbergasted. I didn’t know what to say.
You see, there was a time when admitting to someone that you were gay might have brought other images to mind, like — well, maybe drag, or maybe — leather chaps or maybe even (call me crazy) fellatio?
Not nowadays. No, nowadays tell someone you’re gay and all they can think about is pair of designer guys with a daughter they paid big money for — and oh yes how ‘similar’ these guys are to a regular, ordinary, normal straight couple.
And of course, most gay men seem pretty happy with this new image of themselves.
So when dumb straight film actors like Andrew Garfield say they are ‘culturally gay’ or
when straight, pretentious matinee idol, avant-garde wannabes like James Franco say “I’m gay in my life up to the point of intercourse, and then you could say I’m straight. So I guess it depends on how you define gay” — well, we only have only ourselves to blame.
We gay men have rejected everything sexual about ourselves (‘I don’t like bathhouses, I don’t hang out on Church Street’) and everything gender bending (‘No fats and no fems please’). And we are sure to tell everyone over tea, that despite the existence of GRINDR what we all really want is to settle down, get married and adopt a baby.”
Sky Gilbert (Norwich, 20 december 1952)
De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Friederike Mayröcker werd op 20 december 1924 in Wenen geboren. Zie ook alle tags voor Friederike Mayröcker op dit blog.
Proëm auf den Änderungsschneider Aslan Gültekin
und hatten einander gesehen ich meine
zugeworfen den Blick und die Blicke bodenloses
Terrain, uns angeblickt einen Blick zwei Blicke lang angeblickt
im Vorübergehen an seiner Ladentür also mit je einem
Auge einander berührt im Vorüberstreifen mit Nachdenken,
dann
ins Flußknie der Mann gleichsam profilhaft
solch Raptus-Szene, während ein Tropfen Schweiß
langsam aus meiner Achselhöhle den Arm hinabrinnt
ein Buchstabe plötzlich aus meinem Namen
fällt zu Boden ich sehe ihn fallen, verschwinden –
mit FARNKRAUT AUGEN, Breton
HÖLDERLINTURM, AM NECKAR, IM MAI
diese Prise Hölderlin
im hellroten Hölderlinzimmer
im Korridor stehend
fällt mein Blick auf die roten Blumen im Glas
gesäumt von abgefallenen
Blütenblättern
nichts sonst
das Zimmer leer nur die Vase die Blumen
zwei alte Stühle −
ich öffne ein Fenster
im Garten sagst du die Bäume
sind noch die gleichen wie damals
aber man hört einen Ton Musik es
glänzt die bläuliche Silberwelle
Friederike Mayröcker (Wenen, 20 december 1924)
De Amerikaanse dichteres en schrijfster Sandra Cisneros werd geboren op 20 december 1954 in Chicago. Zie ook alle tags voor Sandra Cisneros op dit blog.
Mexican in France
He says he likes Mexico.
Especially all that history.
That’s what I understand
although my French
is not that good.
And wants to talk
about U.S. racism.
It’s not often he meets
Mexicans in the south of France.
He remembers
a Mexican Marlon Brando once
on French tv.
How, in westerns,
the Mexicans are always
the bad guys. And—
Is it true
all Mexicans
carry knives?
I laugh.
–Lucky for you
I’m not carrying my knife
today.
He laughs too.
–I think
the knife you carry
is abstract.
Perras
I can’t imagine that goofy white woman
with you. Her pink skin on your dark.
Your tongue on hers. I can’t
imagine without laughing.
Who would’ve thought.
Not her ex-boyfriend–
your good ol’ ex-favorite best buddy,
the one you swore was thicker than kin,
blood white brother, friend–
who wants to slit you open like a pig
and I don’t blame him.
Isn’t it funny.
He acting Mexican.
You acting white.
I can’t imagine this woman.
nor your white ex-wife. Nor any
of those you’ve hugged and held,
so foreign from the the country we shared.
Damn. Where’s your respect?
You could’ve used a little imagination.
Picked someone I didn’t know. Or at least,
a bitch more to my liking.
Sandra Cisneros (Chicago, 20 december 1954)
Hier bij de uitreiking van de National Medal Of Arts door president Obama in 2015
De Nederlandse schrijver J. van Oudshoorn (pseudoniem van Jan Koos Feylbrief) werd geboren in Den Haag op 20 december 1876. Zie ook alle tags voor J. van Oudshoorn op dit blog.
Uit: Seminarium
“Er ging een raam open. Boven een verwaarloosd graanpakhuis, met groene deur. Aan een grachtje. Een man in blauw boezeroen, zonder boord, met borstelig zwart haar, laag voorhoofd en groezelige gelaatskleur, sprak – wat uit het raam geleund – naar den vader beneden, die toen nog in zijn volle kracht was. Den langen weg naar het stadje hadden zij samen te voet afgelegd. Een vrouw met hoogroode wangen zat achter het gesloten raam naastaan bij een glaasje…. Hoe lang dat nu wel geleden was? Hem was iets in den blik van den man daarboven opgevallen; een mengeling van spot en genegenheid, waarmede deze, al praatte hij met den vader, zijn kleine gestalte hield omvangen.
Uit het onaanzienlijk pakhuis was dan in den loop van jaren een bestoven fabrieksgebouwtje geworden, met opslagbarakken, langs een vaart. Zoo dacht de ander misschien wel, dat het ook de moeder soms nog kon spijten, hem voor een kalen ambtenaar te hebben gelaten. Een eigen vrouw aan de drank mag verzuimde jeugdliefde te pijnlijker doen opschrijnen. Of hij daarom thans den zoon bij diens studie ondersteunde?
Je hebt, had hij, met dienzelfden ingehouden blik gezegd, je hebt te veel neusbeen om het niet tot wat te brengen. Eigenaardig. Wanneer er geld te kort was, trok hij naar de graanmarkt daar, waar, tusschen het rumoer van een boersche herberg aan het water, een als heer gekleed man alleen aan een talfeltje zat. De donkere blik op een dwarsrij volbeladen schuiten gericht. Een dikke portefeuille naast zijn halve hooge hoed.
Zoo, ben je daar weer…. Zonder kwitantie; schier zonder bedankje. De man met de portefeuille, zooals hij den ander voortaan enkel nog noemde, was zijn leven binnen gekomen en had er een stuk Dickens uit weten te halen.”
J. van Oudshoorn (20 december 1876 – 31 juli 1951)
De Zwitserse schrijver Jürg Laederach werd geboren op 20 december 1945 in Basel. Zie ook alle tags voor Jürg Laederach op dit blog.
Uit: Depeschen nach Mailland
„Gesendet: Mittwoch, 20. März 2002 17:27
Ich will mich erklären. Ich weiß nicht, wie alt du bist, aber in grauer Vorzeit, vor deiner Geburt, gab’s mal 1968, davon hast du sicher gehört. Anno 1968war alles,was heute far out ist, eben totaler Mainstream, d. h. dies gilt für alles, was es damals jenseits der Schamgrenze schon gab. So MUSSTE man damals Dorham/Henderson oder Dolphy oder extravaganten Coltrane haben, das war keine Frage, ob man das tief mochte oder nicht, da wurde man nicht gefragt, man gehörte sonst einfach nicht dazu. Habe mir eine wahnsinnig teure alte LP in USA bestellt, nämlich »The Subterraneans«, hatte mal eine Single, je 5 min. pro Seite, und da spielte Mulligan mit einem fabelhaften Orchester zwei Stücke draus. Diese Single, die einzige meines Rubbish-Single-Ladens, hab ich natürlich verloren, ehe ich sie auf CD brennen konnte. Komm her, Whisky, apport!, brav! Apportier das Glas!
Gesendet: Donnerstag, 21. März 2002 09:12
Ich versichere dir aber, daß ich doch noch die Gestelle finde, wo alles gelagert ist, nicht daß du meinst, ich suche in der Küche oder unter dem Bett, obschon ich dort auch wieder einiges raussuchen kann, da das zu Findende eben nicht erwartet, sondern dies heißt unvorhergesehen ist; da mich das dermaßen überrascht, sehe ich es mir nicht an, sondern werfe es weg oder lasse es verdutzt wieder fallen, so daß ich dir über diesen Teil meines Lebens, der 1968 nicht erwähnt wurde, Auskunft weder geben kann noch will.“
Jürg Laederach (Basel, 20 december 1945)
Basel, kerstmarkt
De Schotse schrijver Peter May werd geboren op 20 december 1951 in Glasgow. Zie ook alle tags voor Peter May op dit blog.
Uit:The Blackhouse
“Panic and passion rise together in her chest as they slip past the shadow of an old fishing boat canted at an angle on the pebbles above the watermark. Through the open half of the concrete boatshed, they can see the beach beyond, framed by unglazed windows. The sea seems lit from within, almost luminous. Uilleam lets go of her hand and slides open the wooden door, just enough to allow them past. And he pushes her inside. It is dark here. A rank smell of diesel and salt water and seaweed fill the air, like the sad perfume of hurried, pubescent sex. The dark shadow of a boat on its trailer looms above them, two small rectangular windows opening like peepholes on to the shore.
He pushes her up against the wall, and at once she feels his mouth on hers, his tongue forcing its way past her lips, his hands squeezing the softness of her breasts. It hurts, and she pushes him away. “Not so rough.” Her breath seems to thunder in the darkness.
“No time.” She hears the tension in his voice. A male tension, filled at the same time with desire and anxiety. And she begins to have second thoughts. Is this really how she wants her first time to be? A few sordid moments snatched in the dark of a filthy boatshed?
“No.” She pushes him aside and steps away, turning toward the window and a breath of air. If they hurry there is still time to get back before twelve.
She sees the dark shape drift out of the shadows almost at the same moment she feels it. Soft and cold and heavy. She lets out an involuntary cry.
“For God’s sake, Ceit!” Uilleam comes after her, frustration added now to desire and anxiety, and his feet slide away from under him, for all the world as if he has stepped on ice. He lands heavily on his elbow and a pain shoots through his arm. “Shit!” The floor is wet with diesel. He feels it soaking through the seat of his trousers. It is on his hands. Without thinking, he fumbles for the cigarette lighter in his pocket. There just isn’t enough damned light in here. Only as he spins the wheel with his thumb, sparking the flame, does it occur to him that he is in imminent danger of turning himself into a human torch. But by then it is too late. The light is sudden and startling in the dark. He braces himself. But there is no ignition of diesel fumes, no sudden flash of searing flame. Just an image so profoundly shocking it is impossible at first to comprehend.”
Peter May (Glasgow, 20 december 1951)
De Zwitserse schrijver en filosoof Alain de Botton werd geboren in Zürich op 20 december 1969. Zie ook alle tags voor Alain de Botton op dit blog.
Uit: Weg van liefde (Vertaald door Jelle Noorman)
“Gedurende het grootste deel van de geschreven geschiedenis zijn huwelijken gesloten om logische redenen; omdat haar stuk grond grensde aan het zijne, omdat zijn familie een bloeiende graanhandel dreef, omdat haar vader magistraat was in de stad, omdat er een kasteel onderhouden moest worden of omdat beider ouders dezelfde interpretatie van een heilig boek onderschreven. De uitkomst van dergelijke verstandshuwelijken waren eenzaamheid, verkrachting, ontrouw, lijfelijk geweld, hardvochtigheid en kreten die tot in de kinderkamer doordrongen. Vaak was het een opportunistische, bekrompen, snobistische, op uitbuiting en geweld gebaseerde onderneming. Dat is de reden waarom er eigenlijk nooit een rechtvaardiging is gezocht voor hetgeen ervoor in de plaats kwam-het gevoelshuwelijk.
(…)
Wanneer we een geliefde ‘volmaakt’ noemen, wijst dat er alleen maar op dat we hem of haar niet goed begrijpen. We kunnen pas beweren dat we een ander leren kennen, wanneer deze ons in belangrijke opzichten heeft teleurgesteld. Maar het probleem blijft niet beperkt tot de liefde. Eenieder met wie we in contact komen, zal ernstige tekortkomingen blijken te hebben… En elk van hen zal ons gegarandeerd teleurstellen. Door de leerschool van het leven zijn we allemaal verknipt geraakt. Niemand van ons is er zonder kleerscheuren vanaf gekomen. We hebben allemaal (noodzakelijkerwijs) een verre van ideale opvoeding gehad. We maken liever ruzie dan dat we iets uitleggen, we vitten liever dan dat we de ander iets bijbrengen, we piekeren in plaats van onze zorgen te analyseren, we liegen en geven alles en iedereen in het wilde weg de schuld.”
Alain de Botton (Zürich, 20 december 1969)
De Nederlandse schrijver Ramon Stoppelenburg werd geboren in Leiden op 20 december 1976. Zie ook alle tags voor Ramon Stoppelenburg op dit blog.
Uit Let me stay for a day
“Wednesday, 2 May 2001, Amsterdam
I checked out of the hotel at 11 o’ clock and decided to walk to the first highway exit, where I wanted to get off to Amsterdam. On the way to the off ramp I already walked with a sign saying “Amsterdam” along the busy streets – of course with a big smile on my mouth – and one car stopped behind me at 11.30.
The man talked about the change of hitch-hiking along the years. Nowadays Dutch students have a free public transport card that can take you anywhere in the country where you want to go. That has stopped the real hitching along the road. The most hitches he sees along the road are third-generation hippies, looking terrible, half-drunk and smelling like weed.
He said I am an example of modern times hitch-hikers: just looking a bit more decent. Even while my goal is very different than most hitchers. He brought me to the gas station of Muiden, close to Amsterdam. Where I waited no more than 15 minutes when the driver of an old-timer Citroën invited me for a ride. He had to go to the Wibautstraat (one of the main streets in Amsterdam) and that was exactly where I had to be!
Life is being lucky.
I only had to walk one block to get to the address of Caroline, who had invited me over. The time was about 1 pm and I already knew that she’d get home from work after 5, so that meant sightseeing for me.
Of course I’d been to the city of Amsterdam before, so it doesn’t impress me as much as a city of Paris or Brussels will do. I walked to the Oosterpark – one of the green lines in the crowded city, where I lay down in the sun on the green grass and decided to take a nap, because the night on the radio didn’t really gave me a steady night.”
Ramon Stoppelenburg (Leiden, 20 december 1976)
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e december ook mijn blog van 20 december 2015 deel 2 en eveneens deel 3.