Martin Bril, Samuel T. Coleridge

De Nederlandse dichter, columnist en schrijver Martin Bril werd geboren in Utrecht op 21 oktober 1959. Zie ook alle tags voor Martin Bril op dit blog.

Uit: Laatste trein

“De trein gleed het station uit. Evelien van Brakem probeerde naar buiten te kijken, maar het enige dat ze zag was haar eigen, bleke gezicht. Ze zat in de laatste trein van Groningen naar Amsterdam. De bijbehorende melancholie stak al snel de kop op. Het was zaterdagavond.
Evelien was bij haar zus Sylvia op bezoek geweest. Eigenlijk zou Sylvia bij haar in Amsterdam komen, dat was makkelijker, Sylvia had tenslotte geen kinderen, maar op het laatste moment had Evelien zichzelf door haar oppas laten overtuigen dat het goed was er eens een dagje tussenuit te gaan. Voor de kinderen was het ook leuk, een hele dag met hun favoriete oppas. Het was nog donker toen ze haar vanochtend hadden uitgezwaaid. Het beeld had Evelien de hele dag niet losgelaten. Haar kleine dochters in hun pyjama voor het enige verlichte raam in hun lange straat. Ze zou straks eens bellen om te vragen of ze sliepen. Ze opende haar tas en legde haar mobiele telefoon op het tafeltje bij het raam. Ze staarde naar buiten. Ze legde haar zere voeten op de stoel tegenover haar. Ze was de enige reiziger in de eerste klas. Ze dacht aan haar zus.

Sylvia had een paar rake dingen tegen haar gezegd. Evelien had zware tijden achter de rug. Ze kon beter eerlijk zijn trouwens. Ze zat midden in zware tijden. Haar man Harko had haar na jaren huwelijk verlaten. Een goeie reden had hij eigenlijk niet gehad, maar dat hij er een tijd lang een andere vrouw op na had gehouden, had zeker een rol gespeeld. ‘Ik kan niet zijn wie ik wil zijn,’ had hij haar op het laatst voortdurend voorgehouden. ‘Het ligt niet aan jou, maar ik heb het gevoel dat ik niet meer leef.’ Ze had dit herkend. Zelf had ze een tijd lang een minnaar gehad. Pas toen haar huwelijk in een crisis kwam, begreep ze waarom ze af en toe bij Theo wilde zijn. Hij vond haar tenminste bijzonder. Ze kon bij hem een ander zijn. Of ze bij hem meer zichzelf was, wist ze niet. In ieder geval hoefde ze niet zichzelf te zijn. Dat was al heel wat. Toen Harko na veel soebatten eindelijk het huis had verlaten, was ze opgelucht geweest. Ze was er niet vrolijk onder, maar ook niet somber. Haar zus had dat gevoel vandaag onderuit gehaald.
‘Je bent belazerd, daar begint het mee,’ zei Sylvia. Ze hadden net besteld in een klein Thais restaurant. Ze waren naar het Groninger Museum geweest, ze hadden thee gedronken, wat gewinkeld, in een kroeg gezeten en nu moest er gegeten worden. Daarna moest Evelien op de trein. ‘En als je belazerd bent, moet je kwaad zijn.’
‘Ik ben niet kwaad,’ antwoordde Evelien. Ze nipte van haar thee. Ze was wél kwaad, maar meer op zichzelf dan op Harko. ‘Ik ben wel eens verdrietig,’ voegde ze eraan toe. Ze moest er zelf om lachen.
‘Je kan beter kwaad zijn,’ zei Sylvia, ‘je moet eens wat beter voor jezelf opkomen, schat. Die man heeft je ontwikkeling jarenlang geblokkeerd.’ Sylvia kon flink uit de hoek komen als het om mannen ging. ‘Jij zit met de zorg van twee kinderen. Je hebt geen carrière meer. Je bent een bang vogeltje. En je kón ook een bang vogeltje zijn, want Harko zorgde wel voor je.’

 

Martin Bril (21 oktober 1959 – 22 april 2009)

 

De Engels dichter en criticus Samuel Taylor Coleridge werd geboren op 21 oktober 1772 in Ottery St. Mary, Devonshire. Zie ook alle tags voor Samuel T. Coleridge op dit blog.

 

Werk zonder hoop

Regels geschreven op 21 februari 1825

Alom werkt de Natuur. Tuinslakken gaan op pad –
De bijen zoemen – vogels vliegen op en neer –
De Winter draagt een glimlach op ’t gelaat, omdat
Hij soezend op het veld droomt van het lenteweer.
Maar ik, de enige die men nu ledig ziet,
Vergaar geen honing, paar niet, bouw niet, zing geen lied.

Toch ken ik de oevers goed waar amaranten groeien,
En heb de bron ontdekt waar stromen nectar vloeien.
Bloesemt, gij amaranten! Bloesemt voor elkeen,
Voor mij bloesemt gij niet! Glijdt, rijke stromen, heen!
Ik dool met fletse lip en met een kransloos hoofd:
Kent gij de incantatie die mijn ziel verdooft?
Werk zonder hoop giet nectar in een zeef,
Hoop zonder doel verhindert dat ik leef.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Samuel T. Coleridge (21 oktober 1772 – 25 juli 1834)
Portret door Pieter van Dyke, 1795

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e oktober ook mijn blog van 21 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 21 maart 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *