De Argentijnse schrijver en wiskundige Guillermo Martínez werd geboren in Bahía Blanca op 29 juli 1962. Zie ook alle tags voor Guillermo Martinez op dit blog.
Uit: De Openbaring Van Roderer (Vertaald door Peter Valkenet)
“We gingen aan de achterste tafel zitten. Met twee pionnen lootten we om de kleur; ik bleek wit te hebben. Roderer zette zijn stukken heel langzaam neer; ik vermoedde dat hij het spel nauwelijks beheerste, en omdat ik door een van de spiegels zag dat Nielsen was binnengekomen, opende ik met e2-e4 in de hoop de partij snel met een gambiet te kunnen beslissen. Roderer dacht lang na, tergend lang, en bracht zijn koningspaard naar f6. Een onaangename verrassing: sinds enige tijd was ik juist die opening, de Aljechinverdediging, aan het bestuderen om met zwart te gebruiken tijdens het jaarlijkse Open Schaaktoernooi. Ik was daar bijna per toeval op gestuit in de Schaakencyclopedie en onmiddellijk had alles eraan mijn bewondering gewekt: die eerste zet met het paard, die op het eerste gezicht nogal extravagant leek, of zelfs kinderlijk; de heroïsche, bijna hoogmoedige wijze waarop zwart vanaf de eerste zet de meest begeerde trofee van de opening prijsgaf — de controle over het centrum — in ruil voor een onbestemd en mistig positioneel voordeel, en vooral, en dat was de reden waarom ik deze opening grondig was gaan bestuderen, het feit dat dit de enige opening was die wit niet kon afwijzen of een andere richting op kon sturen. In Puente Viejo, waar de Spaanse opening, het klassieke damegambiet of op zijn hoogst een variant van het Siciliaans werd gespeeld, kende uiteraard niemand de Aljechinverdediging; ik hield mijn nieuw verworven kennis angstvallig voor me tot het toernooi zou beginnen. En ineens, waar iedereen bij was, speelde deze nieuweling hem tegen mij. Natuurlijk bestond altijd de mogelijkheid — en aan die gedachte gaf ik de voorkeur — dat de zet met het paard uit onbeholpenheid voortkwam, dat het een beginnerszet was. Ik schoof mijn pion door naar e5 en Roderer dacht weer veel te lang na voordat hij zijn paard naar d5 verplaatste. Dit ging zo verschillende zetten door: ik volgde nauwgezet de variant uit de Schaakencyclopedie en Roderer nam heel lang de tijd voor zijn tegenzet, maar koos uiteindelijk altijd precies de juiste, zodat ik onmogelijk kon besluiten of hij de opening kende of dat zijn zetten hem werden ingegeven door een bepaalde trefzekere intuïtie, die hem bij de eerste serieuze aanval ongetwijfeld al snel in de steek zou laten. Langzaam lieten we alle zekerheden los en betraden we het niemandsland dat zich uitstrekt na de openingszetten, dat open terrein waarin het spel pas echt begint. Het geroezemoes uit het andere gedeelte van de zaal drong nog maar nauwelijks tot me door, alsof het ergens halverwege werd gedempt. De kaarttafels, die blauw stonden van de rook, leken op een fantastische manier heel ver van ons vandaan te staan en zelfs de belangstellenden die bij onze tafel waren komen staan, om de partij te volgen, al die bekende gezichten, vervaagden en leken zich op grote afstand te bevinden, zoals je de mensen op het strand ziet wanneer je de zee in bent gezwommen. Ik keek weer naar Roderer. Ik weet dat er later vrouwen in het dorp waren die hevig naar hem verlangden; ik weet dat mijn zusje wanhopig van hem hield. Hij had donkerblond haar, waarvan een lok voortdurend over zijn voorhoofd viel.”
De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook alle tags voor Thomas Rosenlöcher op dit blog.
De Elbe
De oever, ’t pad erlangs, de berm, de stenen.
Aan zwarte muren zwarte industrie
ontlast zich zwijgend in het zwarte water.
Maar weiden trekken mee, de helling, eenmaal
trouw metgezel, welhaast in schoonheid opgaand,
rolt nog zijn groen over de rode daken
voorbij een villa met wijdopen ramen;
muziek waait naar mij over en van ver,
waar wordt gebouwd, een continu klip-klap,
als gold het de rivier te dirigeren,
zodat, helderder kolkend aan de randen,
zij over gladde stenen opwaarts vloeit
dat de brij op de bodem zacht beweegt
en in het midden sneller, naar beneden,
geluidloos kettingknarsen, pijpgebrul.
Wat is er met mij. ’t Gaat toch, alles gaat toch.
Zelfs nog de dode stroom stroomt voort.
Vertaald door Ad den Besten
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e juli ook mijn blog van 29 juli 2022 en ook mijn blog van 29 juli 2017 deel 1 en ook deel 2.