Nico Scheepmaker, Robert Louis Stevenson, Inez van Dullemen, Peter Härtling

Dichter, journalist en columnist Nico Scheepmaker werd geboren in Amsterdam op 13 november 1930. Van huis uit kreeg hij zijn liefde voor voetbal mee, en tijdens zijn militaire dienst bij de Militaire Inlichtingendienst voor het Russisch. Hij studeerde Slavische taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna werd hij vertaler; onder andere “Dokter Zjivago” van Boris Pasternak vertaalde hij in het Nederlands.In de jaren ’50 kreeg hij succes als dichter. Zijn debuut was de bundel “Poëtisch fietsen” (1955) en in 1958 kreeg hij de Anne Frank-prijs voor jeugdige schrijvers. Daarna ging Scheepmaker de journalistiek in. Hij schreef vanaf 1957 columns in achtereenvolgens Sport&Sportwereld, Algemeen Handelsblad, Het Parool, de Volkskrant, Hollands Maandblad, Vrij Nederland, Voetbal International en de GPD-bladen. Ook had hij een tijd een column op Radio Veronica in het sportprogramma “Sportief zijn en beter worden” van Henk van Dorp. Zijn meest bekende pseudoniemen waren Trijfel en Ivo Fettewinkel.

Libido

Het liefst wil ik in meubelwinkels neuken,
met kans dat iemand je van buiten ziet.
Of anders in zo’n demonstratiekeuken
half zittend op de gootsteen van graniet.

Ook hoop ik altijd dat de bioscoop
zo leeg is dat we rustig kunnen vrijen,
en als ik door het Rijksmuseum loop
kijk ik bij voorkeur naar Suzanna’s dijen.

En verder lijkt het mij een hele kick
om het een keer te doen tijdens het klunen
of met Viola op de perstribune
terwijl ik onderwijl mijn stukje tik.

Maar ’t liefst zou ik toch op de Bonkevaart,
door ’t volk en wat prinsessen aangestaard,
een nummer maken op de finishlijn,
al is-ie door de vrieskou nog zo klein.

Nico Scheepmaker

Nico Scheepmaker (13 november 1930 – 5 april 1990)

 

Robert Louis Stevenson werd geboren in het Schotse Edinburgh op 13 november 1850 als zoon van de ingenieur Thomas Stevenson en Margaret Balfour. Zijn ouders waren zeer religieus, maar tijdens zijn jaren op de universiteit liet hij het geloof los, hoewel het wel invloed op hem zou houden. Al sinds zijn jeugd leed hij aan tuberculose. Zijn vrij korte leven was echter vol van actie en avontuur. Stevenson schreef voor verschillende tijdschriften beschouwingen en korte verhalen. Hij maakte naam met het eerst als feuilleton en later als boek uitgegeven zeeroversverhaal Treasure island (Schateiland, 1883). Zowel zijn avonturenromans als de romantische en horrorverhalen vertonen een grote psychologische diepgang. Zijn werken zijn lange tijd populair gebleven en hebben de basis gevormd voor verschillende speelfilms. Zijn bekendste werken zijn Treasure Island en The Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde.

Uit: The Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde

“That evening Mr. Utterson came home to his bachelor house in sombre spirits and sat down to dinner without relish. It was his custom of a Sunday, when this meal was over, to sit close by the fire, a volume of some dry divinity on his reading desk, until the clock of the neighbouring church rang out the hour of twelve, when he would go soberly and gratefully to bed. On this night however, as soon as the cloth was taken away, he took up a candle and went into his business room. There he opened his safe, took from the most private part of it a document endorsed on the envelope as Dr. Jekyll’s Will and sat down with a clouded brow to study its contents. The will was holograph, for Mr. Utterson though he took charge of it now that it was made, had refused to lend the least assistance in the making of it; it provided not only that, in case of the decease of Henry Jekyll, M.D., D.C.L., L.L.D., F.R.S., etc., all his possessions were to pass into the hands of his “friend and benefactor Edward Hyde,” but that in case of Dr. Jekyll’s “disappearance or unexplained absence for any period exceeding three calendar months,” the said Edward Hyde should step into the said Henry Jekyll’s shoes without further delay and free from any burthen or obligation beyond the payment of a few small sums to the members of the doctor’s household. This document had long been the lawyer’s eyesore. It offended him both as a lawyer and as a lover of the sane and customary sides of life, to whom the fanciful was the immodest. And hitherto it was his ignorance of Mr. Hyde that had swelled his indignation; now, by a sudden turn, it was his knowledge. It was already bad enough when the name was but a name of which he could learn no more. It was worse when it began to be clothed upon with detestable attributes; and out of the shifting, insubstantial mists that had so long baffled his eye, there leaped up the sudden, definite presentment of a fiend.”

STEVENSON

Robert Louis Stevenson (13 november 1850 – 3 december 1894)

 

Inez van Dullemen werd op 13 november 1925 geboren en groeide op in Amsterdam. Haar vader was procureur-generaal. Haar moeder, Jo de Wit, genoot bekendheid als schrijfster en verkeerde in de kringen van Bloem en Nijhoff. Kort na de oorlog ging Van Dullemen als au pair naar Engeland. In Essex kwam ze terecht bij een voormalig minnares van de beroemde D.H. Lawrence. Hier wordt zij zich bewust van haar schrijverschap. Zij debuteert in
1949 met ‘Ontmoeting met de andere’  In 1976 verscheen ‘Vroeger is dood’, over de neergang en dood van haar ouders. Met dit boek brak Van Dullemen door naar een groter publiek. Zij ontving de Jan Campertprijs en enkele jaren later werd het boek door Ine Schenkkan verfilmd en bekroond met een Gouden Kalf.
In de jaren tachtig maakte de schrijfster reizen door Kenya, Alaska, Mexico, India, Nepal en Japan. Over die reizen schreef ze uitvoerige reportages, die gebundeld werden in o.a.: ‘Een zwarte hand op mijn borst’ (Kenya), ‘Eeuwig dag eeuwig nacht’ (Alaska). Mexico, dat centraal staat in ‘Viva Mexico!’ (1988) keert terug als plaats van handeling in de in 1994 voor de Librisprijs genomineerde roman ‘Het land van rood en zwart’, gebaseerd op het leven van Gertrude Blom, die al in de jaren ’70 streed voor behoud van de regenwouden. In 1996 werd dit boek bekroond met de Henriëtte Roland Holstprijs  Haar toneelstuk over incest, ‘Schrijf me in het zand’, werd in meer dan veertien landen gespeeld en in Duitsland verfilmd. In 1989 ontving Van Dullemen voor haar hele oeuvre de Anna Bijnsprijs. In 2004 verscheen de roman ‘De komst van de rustverstoorder’.

Uit: Jo van Dullemen-de Wit (een levensbericht)

Op 11 november 1973 stierf Jo de Wit, mijn moeder. Zij stierf in de vroege ochtend van een autoloze zondag. De oliecrisis, het gerommel in het Oosten, alles wat haar ontgaan was in haar laatste weken vol dromen – die crisis had een stilte geschapen zoals in geen twintig jaar was voorgekomen; je hoorde het ruisen van de bomen weer, wij passeerden een paard en wagentje en zagen twee figuurtjes bewegen onder de bomen van de Scheveningse weg. Je rook de zee. De politie eskorteerde onze auto naar de kliniek om te zien of wij wel werkelijk naar onze stervende moeder gingen; de bladeren, de gele esdoornbladeren, waarvan zij gemeend had dat het bloesems waren (haar ogen zagen niet goed meer), vielen op de grond: nee, het was geen lente, maar bijna winter.

dullemen

Inez van Dullemen (Amsterdam, 13 november 1925)

 

De Duitse auteur Peter Härtling is geboren op 13 november 1933 in Chemnitz en woonde in zijn jeugd een aantal jaren in het toenmalige Tsjechoslowakije. Hij werkte als journalist, was lektor bij Fischer Verlag, uitgever van het tijdschrift Der Monat, en is sinds 1974 fulltime schrijver.  Härtling schrijft voor kinderen en volwassenen. Zijn debuut als jeugdauteur was in 1970. Over de Tweede Wereldoorlog – waarover hij ook een autobiografisch boek voor volwassenen schreef – gaat De Kruk (1993). Thomas, een Duitse jongen, zwerft na de Tweede Wereldoorlog rond, op zoek naar zijn moeder. Hij ontmoet ´de Kruk´, een ex-soldaat, die door zijn handicap heeft geleerd te overleven. Het verhaal biedt de lezer inzicht in de moeilijke levensomstandigheden van die tijd. Bijzonder is ook zijn boek Goethe voor kinderen (1999), een bloemlezing uit het werk van de beroemde Duitse schrijver Johann Wolfgang Goethe (1749-1832). Härtlings boeken gaan vaak over maatschappelijke of persoonlijke problemen. Hij behandelt die serieus, zonder al te zwaar op de hand te worden. Hij wil realistisch zijn, maar houdt altijd rekening met zijn doelgroep. In zijn geboorteland kreeg hij een behoorlijk aantal belangrijke prijzen, waaronder de Duitse jeugdboekenprijs.

Uit: Niembsch oder Der Stillstand (1964)

 „Hätte ich trennen sollen? Wär’s gelungen? Wie? […] Sie hatten mich falsch eingeschätzt, Niembsch: ein grobschlächtiger, vom Geschäft aufgefressener Edelmann, seinen Besitz schlau ausdehnend, ein Pfeffersack, nicht sensibel, seine Intelligenz an Sachwerte wendend. In mich drang der Wille Merlins. Im Dunkel ausharrend, Ahnungslosigkeit vorschützend – würden meine Kräfte genügen, Lust und Vollzug dieser Begegnung in meinem Sichtbereich zu halten, ihn zu überschauen, zu überwachen? Ich brauchte nicht teilzunehmen, ihr spieltet vor mir, wo und wann immer ihr euch traft; meine Reisen, Vorwände nur, Spielräume zu schaffen, gewährten euch Sicherheit, Libertät. Die Entfernung – ich war in der Tat unterwgs – schützte euch nicht vor der uneingeschränkten Teilnahme meiner Gedanken. Ich sehe Sie erstaunt, Niembsch; Karoline, dich fassungslos, ekelt es dich? – schiere Perversion, dieser über Jahre währende Hinterhalt? (pag. 65 ev.)“

 

HAERTLING

Peter Härtling (Chemnitz, 13 november 1933)