De Nederlandse dichteres, schrijfster,illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen ontving gisteravond in het museum Beelden aan Zee in Scheveningen de AKO Literatuurprijs 2013 voor haar roman “Feest van het begin”. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.
Uit: Feest van het begin
“Op een oktobermaandag in het eerste jaar van de nieuwe vrijheid stort de regen nietsontziend op de hoofdstad. Hij slaat een menigte putjes in het water van de rivier die er als een kromme ruggengraat doorheen loopt en tekent slingerbeekjes in de modder van nog ongeplaveide straten. De open goten kunnen de toevloed niet meer verstouwen en uit de regenpijpen, die maar tot halverwege de gevels reiken, spuit het water op de rillende flanken van de paarden en de dunne daken van de koetsen. Voorbijgangers proberen de plenzen te ontwijken die door de wielen worden opgegooid, met vuil erin en restjes salpeterzuur die een gat kunnen branden in hun kleren. En de mussen en de katten vinden een schuilplaats die te klein is voor een mens.
De regen gutst langs de strenge gevels van een hospice voor wezen in een van de faubourgs, waar al vijftien jaar tussen andere kinderen met verloren ouders een vondelinge woont die op haar handen kan staan. Ze heeft van de nonnen die haar te kleden en te bidden geven twee namen gekregen van heilige vrouwen.
Die middag kijkt ze door een van de weinige ramen waar geen ribbelend glas in lood in zit dat de buitenwereld vervormt en een andere kleur geeft. Ze weet van horen zeggen wat er gaande is en ziet de stille straat waaraan het hospice grenst. Hoe weinig ze ook ziet, ze mag niet blijven kijken, want er moet worden schoongemaakt en er moeten nieuwe woorden worden geleerd in een dode taal die moet blijven leven.
Het water trommelt op het beschadigde huis van een behangfabrikant, waarin alles kort en klein is geslagen door arbeiders die hun recht kwamen halen en en passant ook de uitstekende wijnen uit de kelder. In halfdonkere zolderwoningen zetten vrouw en kinderen van leerlooiersknechten en waterdragers emmers en pannen neer om de druppels op te vangen die naar binnen lekken.”
Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)