90 Jaar Drs. P, Marion Bloem, Stephen Fry, Jorge Luis Borges, Johan Fabricius, Alexander McCall Smith, Paulo Coelho

Negentig jaar Drs. P.

De Nederlands-Zwitserse schrijver, tekstschrijver, componist, zanger en pianist Drs. P (eig. Heinz Hermann Polzer werd geboren in het Zwitserse Thun op  24 augustus 1919. Dat is vandaag dus precies 90 jaar geleden.

 

Kloosterlied

 

Papyrus de Tweede, het teder aanbeden en edele hoofd van de hierarchie

Had redelijke vrede met zedeloosheden als lederen koorhemd en pederastie

“De lust, na het werken”, placht hij op te merken, “in kerken de perken te buiten te gaan

Is niet zo sinister, want niemand verliest er; wie kiest er ook anders het priesterbestaan?

Maar zie nu toch hier es, verzuchtte Papyrus, het kwalijke virus van den Tempelier

Het klooster, men proost er, men bloost er niet eens.Iedereen minnekoost er met Oosterse zwier

Al bouwen ze gothisch, ze zijn zo chaotisch exotisch, vooral op erotisch gebied…

Kannuniken gun ik een kans om te frunniken. Broeders zijn loeders, die gun ik het niet

 

O, kon ik een monnik een tonic zien drinken, een zuster beluster op koffie zien zijn

Dan liet ik hen zwieren, maar nee: deze klieren versieren maar bieren, likeuren en wijn

Voortdurend een kater en watergeklater van non en van pater, van abt en abdis

Dat moet zich wel wreken: men hoort nu al spreken door Brusselse leken van ‘Monniken Pis’

De heilige vader werd kwader en kwader, en nam in dit kader een nader besluit:

‘In kloostergebouwen geen slempen, geen sjouwen – wel stoken of brouwen, maar zonder geluid

Toch zijn ze me dierbaar, dus eens in de vier jaar doe ik hun plezier daar met een vrije dag

Dan duld ik inschikkelijk hun onverkwikkelijk prikkelgesmikkel en schrikkelgedrag’

 

 

Koude

Het absolute nulpunt

Is geen kermisattractie of flauwekulstunt

Het is de allerlaagst denkbare temperatuur

En dan mag men wel spreken van bijzonder guur

 

 

 

In het glaasje kijken

‘Indien ik eens uit een vergrootglas mocht drinken

Hoe groot zou ik dan kunnen worden, papa?’

De vraag van de jongen mag achterlijk klinken

Correctie: Martijntje was heus bij de pinken

Wel vijf jaar oud slechts, dus gaat u maar na

 

De vader verklaarde, didactisch bevlogen

‘Geenszins! Een vergrootglas, daar drinkt men niet uit

Uw groei ligt ook stellig niet in zijn vermogen

En als het vergroot is, is ’t alleen in uw ogen’

‘Hoe gaat zulks precies in zijn werk?’ vroeg de guit

 

‘Dat glas is een kijkglas, waardoor ge kunt kijken

En daar het glas bol is ontstaat het visioen

Dat letters of torretjes groter gaan lijken

Het komt doordat lichtstralen af moeten wijken’

En hier moest Martijntje het dan maar mee doen

 

drs_p

Drs. P (Thun, 24 augustus 1919)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Marion Bloem werd op 24 augustus 1952 geboren in Arnhem.

 

 

 

Ik was bij de een

 

Ik was bij de een
en dacht na over de
ander toen ik schreef
over de zon
Ik kan niet kiezen
tussen passie of
geluk. Lik mijn oor
Kus mijn schouder
Wees plat wees vloers
Bijt mijn hart
heb ik met potlood
in jouw oksels
gefluisterd
Maar je was blind
voor de regen
in mijn zon-
negedicht
Elke zin
is een traan die
het dansen
heeft gemist

 

 

 

Uit: In de kamer van mijn vroeger

 

Later is vroeger verdwenen.
Of nee, vroeger is later,
nee, vroeger is nu alweer weg,
terwijl later veel eerder dan
vroeger zal verdwijnen.
En vroeger dacht ik: later wordt het leuk,
maar later denk ik: vroeger was het leuker,
alleen wist ik dat vroeger over later nog niet.
en dat is ’t leuke van later, dat je weet
dat je vroeger nog niet wist wat je later zou weten,
terwijl je later, veel later, nou juist alles weer vergeet
wat je wist over vroeger, nu, en zelfs later, en zelfs
dat er ooit eens iets anders dan heden is geweest.

 

bloem

Marion Bloem (Arnhem, 24 augustus 1952)

 

De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957.

 

Uit: Moab Is My Washpot

“We are living in a statistically rare and improbable period of British life. The last twenty years are the only twenty years of our history in which children have not been beaten for misbehaviour. Every Briton you can think of, from Chaucer to Churchill, from Shakespeare to Shilton, was beaten as a child. If you are under thirty, then you are the exception. Maybe we are on the threshold of a brave new world of balanced and beautiful Britons. I hope so.

You won’t find me offering the opinion that beating is a good thing or recommending the return of the birch. I frankly regard corporal punishment as of no greater significance in the life of most human beings than bustles, hula-hoops, flared trousers, side-whiskers or any other fad. Until, that is, one says that it isn’t. Which is to say, the moment mankind decides that a practice like beating is of significance then it becomes of significance. I should imagine that were I a child now and found myself being beaten by schoolmasters I would be highly traumatised by the experience, for every cultural signal would tell me that beating is, to use the American description, a “cruel and unusual punishment” and I would feel singled out for injustice and smart and wail accordingly.”

Fry-stephen

Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)

 

De Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges werd geboren op 24 augustus 1899  in Buenos Aires.

 

Uit: The Modesty of History (Vertaald door Ruth L. C. Simms)

 

“On September 20, 1792, Johann Wolfgang von Goethe (who had accompanied the Duke of Weimar on a military expedition to Paris) saw the finest army of Europe inexplicably repulsed at Valmy by some French militiamen, and said to his disconcerted friends: “In this place and on this day, a new epoch in the history of the world is beginning, and we shall be able to say that we have been present at its origin.” Since that time historic days have been numerous, and one of the tasks of governments (especially in Italy, Germany, and Russia) has been to fabricate them or to simulate them with an abundance of preconditioning propaganda followed by relentless publicity. Such days, which reveal the influence of Cecil B. De Mille, are related less to history than to journalism. I have suspected that history, real history, is more modest and that its essential dates may be, for a long time, secret. A Chinese prose writer has observed that the unicorn, because of its own anomaly, will pass unnoticed. Our eyes see what they are accustomed to seeing. Tacitus did not perceive the Crucifixion, although his book recorded it.

 

Those thoughts came to me after a phrase happened to catch my eye as I leafed through a history of Greek literature. The phrase aroused my interest because of its enigmatic quality: “He brought in a second actor.” I stopped; I found that the subject of that mysterious action was Aeschylus and that, as we read in the fourth chapter of Aristotle’s Poetics, he “raised the number of actors from one to two.” It is well known that the drama was an offshoot of the religion of Dionysus. Originally, a single actor, the hypokrites, elevated by the cothurnus, dressed in black or purple and with his face enlarged by a mask, shared the scene with the twelve individuals of the chorus. The drama was one of the ceremonies of the worship and, like all ritual, was in danger of remaining invariable. Aeschylus’ innovation could have occurred on but one day, five hundred years before the Christian era; the Athenians saw with amazement and perhaps with shock (Victor Hugo thought the latter) the unannounced appearance of a second actor.”

 

borges

Jorge Luis Borges (24 augustus 1899 – 14 juni 1986)

 

De Nederlandse schrijver Johan Johannes Fabricius werd op 24 augustus 1899 in Bandoeng in Nederlands-Indië geboren.

 

Uit: De scheepsjongens van Bontekoe

„Baas Wouter meesmuilde.
Maar zijn gezicht betrok toen zijn boze vrouw de smidse binnenstoof en snauwde: ‘Ben je doof? D’r is al driemaal volk geroepen in de winkel, en m’n bieten staan aan te branden!’
De hoefsmid uit ‘De IJzeren Man’ keek verbluft naar de deur, die alweer met een slag dichtgevallen was, zette toen grommend de voorhamer neer. Peter Hajo bleef alleen, – tuurde in de vlammen van de oven.
‘Kom maar eens terug als je zestien bent…’ – Over twee jaar! Alsof hij niet het werk van een zestienjarige jongen zou kunnen doen! Hij zétte het alle zestienjarige jongens in Hoorn om die bout vast te houden zoals hij dat daareven had gedaan! Was er één bij, die hem aandurfde? Had hij Peer den Vos geen pak slaag gegeven als hij in zijn leven niet had gehad, omdat hij (zonder het te vragen!) in de bijt was gaan vissen die Peter Hajo in het ijs had gekapt? Peer den Vos, die wel een hoofd groter was dan hij!
’t Was een gemene streek om hem als landkikker te laten rondspringen, hem, die, toen hij nauwelijks lopen kon, de touwen die de binnenzeilende vissers zijn oudere vrienden toewierpen al met een echte zeemansknoop om de meerpalen sloeg; hem, die zich op z’n vijfde jaar stiekem in vaders botter had verscholen en mee ter haringvangst was gegaan!
Hoe snakte hij ernaar op zee te zwalken zonder een streepje land mijlen in de omtrek; hoe snakte hij ernaar de wijde wereld te zien en met echte zeebenen terug te komen en op te snijden net als die bruingebrande pikbroeken die met Jan Pieterszoon Coen naar de Oost waren getogen en nu de waarheid spraken of logen, juist als het hun inviel, zonder dat een landrot zeggen kon: ‘Je zuigt uit je duim!’ – De Oost… daar was voorlopig helemáál geen kans op. Misschien later, als hij eerst een paar reizen met een walvisvaarder had gemaakt; als het vel van zijn handen was gebarsten door het zout; als de traanlucht in z’n haar en in z’n kleren hing, – misschien zouden ze hem dan willen meenemen. Jandorie! Peter Hajo zag een beeld opdoemen van bergen, fladderende papegaaien, dansende wilden, van apen, tijgers, krokodillen…
Weg was het beeld.“

Fabricius_Johan_LM

Johan Fabricius (24 augustus 1899 – 21 juni 1981)

 

Zie voor de twee bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 24 augustus 2006

 

Zie voor alle bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 24 augustus 2007 en ook mijn blog van 24 augustus 2008.

 

 

De Schotse schrijver en jurist Alexander McCall Smith werd geboren in Bulayawo in het toenmalige Rhodesië (nu Zimbabwe) op 24 augustus 1948. Hij was professor in het medisch recht, maar is tegenwoordig vooral bekend als schrijver van de serie Het beste dames detectivebureau. In 2003 werd hij in Engeland gekozen tot schrijver van het jaar.

 

Uit: 44 Scotland Street

 

“Pat stood before the door at the bottom of the stair, reading the names underneath the buttons. Syme, Macdonald, Pollock, and then the name she was looking for: Anderson. That would be Bruce Anderson, the surveyor, the person to whom she had spoken on the telephone. He was the one who collected the rent, he said, and paid the bills. He was the one who had said that she could come and take a look at the place and see whether she wanted to live there.

“And we’ll take a look at you,” he had added. “If you don’t mind.”

So now, she thought, she would be under inspection, assessed for suitability for a shared flat, weighed up to see whether she was likely to play music too loudly or have friends who would damage the furniture. Or, she supposed, whether she would jar on anybody’s nerves.

She pressed the bell and waited. After a few moments something buzzed and she pushed open the large black door with its numerals, 44, its lion’s head knocker, and its tarnished brass plate above the handle. The door was somewhat shabby, needing a coat of paint to cover the places where the paintwork had been scratched or chipped away. Well, this was Scotland Street, not Moray Place or Doune Terrace; not even Drummond Place, the handsome square from which
Scotland Street descended in a steep slope. This street was on the edge of the Bohemian part of the Edinburgh New Town, the part where lawyers and accountants were outnumbered – just – by others.”

 

mccall-smith

Alexander McCall Smith (Bulayawo, 24 augustus 1948) 

 

 

 

De Braziliaanse schrijver Paulo Coelho werd geboren in Rio de Janeiro op 24 augustus 1947. Coelho had al vroeg interesse in de literatuur, wat zijn vader beschouwde als een vorm van afwijkend gedrag. Pogingen om hem te “genezen” versterkten echter zijn artistieke belangstelling, die hij uitleefde in de hippie-beweging van Brazilië. Zijn studie rechten staakte hij in 1970 om te gaan reizen door het Latijnsamerikaanse continent, en naar Europa. Later in de jaren zeventig maakte hij met zijn vrouw een reis door Europa, waar het concentratiekamp Dachau grote indruk maakte. Hij had daar een visioen, waarin een man aan hem verscheen. Twee maanden later kwam hij die man in Amsterdam werkelijk tegen. De man raadde hem aan zich te bekeren tot het katholicisme, en een pelgrimsreis naar Santiago de Compostela te ondernemen. Dat leidde tot het boek De pelgrimstocht naar Santiago (1987). Een jaar later verscheen De Alchemist, wat zorgde voor Coelho’s internationale doorbraak.

Paulo Coelho leeft met zijn vrouw Christina afwisselend in Rio de Janeiro en in Tarbes in de Franse Pyreneeën.

 

Uit: Eleven Minutes

 

Once upon a time, there was a prostitute called Maria. Wait a minute. “Once upon a time” is how all the best children’s stories begin and “prostitute” is a word for adults. How can I start a book with this apparent contradiction? But since, at every moment of our lives, we all have one foot in a fairy tale and the other in the abyss, let’s keep that beginning.

 

Once upon a time, there was a prostitute called Maria.

Like all prostitutes, she was born both innocent and a virgin, and, as an adolescent, she dreamed of meeting the man of her life (rich, handsome, intelligent), of getting married (in a wedding dress), having two children (who would grow up to be famous) and living in a lovely house (with a sea view). Her father was a travelling salesman, her mother a seamstress, and her hometown, in the interior of Brazil, had only one cinema, one nightclub and one bank, which was why Maria was always hoping that one day, without warning, her Prince Charming would arrive, sweep her off her feet and take her away with him so that they could conquer the world together.

While she was waiting for her Prince Charming to appear, all she could do was dream. She fell in love for the first time when she was eleven, en route from her house to school. On the first day of term, she discovered that she was not alone on her way to school: making the same journey was a boy who lived in her neighborhood and who shared the same timetable. They never exchanged a single word, but gradually Maria became aware that, for her, the best part of the day were those moments spent going to school: moments of dust, thirst and weariness, with the sun beating down, the boy walking fast, and with her trying her hardest to keep up.”

 

coelho

Paulo Coelho (Rio de Janeiro, 24 augustus 1947)