De Nederlandse schrijver A. F. Th. van der Heijden werd geboren in Geldrop op 15 oktober 1951. Zie ook alle tags voor A. F.Th. van der Heijden op dit blog.
Uit: De ochtendgave
‘O, braverd. Had je niet voor deze ene keer een beetje te laat kunnen komen…’
‘Saartje, zoiets zeg je toch niet tegen de bruidegom.’ De stem van mijn schoonmoeder klonk ongewoon grimmig, maar dat lag aan de spelden die ze tussen haar lippen geklemd hield.
‘Wees blij dat ik er ben. Ik was vanmorgen al halverwege de klim naar de spits van de Stevens, toen ik me ineens herinnerde dat ik beneden moest zijn. In het schip. Om te trouwen.’
‘Ga maar’, zei Sara. ‘Ga maar bommen tellen. Ik zie je straks wel.’
‘Ik wacht buiten.’
Braverd. Om haar te imponeren had ik mijn weerzin tegen dode lichamen overwonnen, en was ik in lijken gaan snijden. Alles voor de toekomstige kostwinning. En om ook nog eens tegemoet te komen aan de onbezoldigde, onbaatzuchtige taken die ze in het algemeen belang voor me weggelegd zag, tartte ik nu dagelijks mijn hoogtevrees door in de hoogste torens van de stad te klimmen. Daar werd ik geacht net zolang Franse projectielen te turven totdat er een het behaagde mij voor eeuwig van mijn acrofobie te verlossen. Geen kadaver, geen granaat ging ik uit de weg tegenwoordig om Sara voor me te winnen. En hoe begroette ze me op de ochtend van onze huwelijksdag?
‘O braverd…’
Het Dietse werkwoord vertreden liet zich in al z’n rijkdom kennen. Ik vertrad niet zozeer mezelf op de stoep, als wel de uitgestrooide maagdenpalmen, die zich na mijn eerste vinnige stappen nog in al hun sappigheid verend oprichtten, maar allengs slapper en papperiger werden bovenop hun eigen groene afdruk. Mijn vader had al een paar keer het koetsportier geopend, om vragend zijn hoofd naar buiten te steken. Ik had hem met een ongeduldig gebaar opgedragen geduld te oefenen.
‘Casp… Caspar?’
Hoe kon ik zo schrikken van haar zachte stem, die me zo eindeloos vertrouwd was, vooral sinds hij ook in mijn hoofd zat wanneer zij elders verbleef? Ik draaide me om. Tussen de twee rijen ligusters in hun potten kwam Sara langzaam en aarzelend op me af. Ik wist niet wat de vrouwen nog aan haar jurk versteld of verschikt hadden, maar hij viel perfect, en liet door de hoge taille haar benen langer lijken. Geen idee wat voor gietijzeren frame de buurtsmid rond haar boezem gegoten had, maar onder de jurk staken haar borsten recht vooruit, met zijden toppen die het licht vingen. Het roodbruine haar leek een flinke teint lichter dan normaal, misschien doordat ze met een of andere geraffineerde zeep de talg van haar hoofdhuid gewassen had. Ik rook tenminste niets van de dierlijke geur die zich altijd tussen de haarwortels nestelde en die zich, nadat ik Sara een keer krachtig over het hoofd gestreken had, aan mijn vingertoppen had gehecht – tot nachtelijk genot van mijn reuk- en nog een ander orgaan.”
De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.
Job
Erger dan de steenpuisten en zweren
en de stank en de verschrikkelijke vliegen
was het geklets: denk na.
Je moet iets hebben gedaan.
Dingen gebeuren met een reden.
Wie kaatst.
Zijn leven vervloog in een wervelwind van kamelen en kinderen!
Toch wist hij genoeg om zijn mond te houden
toen zijn huid roze werd als die van een baby
en ’s nachts lammeren de verbrande velden bedekten.
Mensen zeiden zelfs dat hij er langer uitzag
in zijn mooie nieuwe gewaden: zie je?
Als een deur sluit, gaan er twee deuren open.
Niemand wilde iets horen
over de regen of de vader
of leviathan die de diepten scheidt
aan de zwarte rand van de wereld
onder het koude blauwe licht van de Plejaden.
De nieuwe zonen waren sterk en stelden geen moeilijke vragen,
de nieuwe dochters mooi, met glasgroene ogen.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 15e oktober ook mijn blog van 15 oktober 2018 en ook mijn blog van 15 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.