Adam Mickiewicz, Angelika Schrobsdorff, Stephenie Meyer,Tevfik Fikret, Matthew Arnold

De Poolse dichter Adam Mickiewicz werd geboren op 24 december 1798 in Zaosie, nabij Nowogródek. Zie ook alle tags voor Adam Mickiewicz op dit blog.

Konrad Wallenrod (Fragment)

Want als ’t betaamt de wajdeloten te geloven,
Staat menigmaal op verlaten kerkhoven en weiden
In zichtbare gedaante de pest-jonkvrouw,
In wit gewaad, met vurige krans op de slapen.
Haar hoofd verheft zich boven de Bialowiez-se bomen1)
En in haar hand wuift ze een bloedige doek.
De wachters der sloten dekken hun ogen met de helm;
En de honden van de boeren graven hun snuit in de aarde,
Wroeten, ruiken de dood en huilen luguber.
De jonkvrouw schrijdt voort met onheilspellende tred
Naar dorpen, kastelen en rijke steden:
En zovele malen ze wuift met haar bloedige doek,
Zovele paleizen veranderen in woestenijen;
Waar ze haar voet zet, daar verrijst een vers graf.
Verderf-volle verschijning!… Maar groter verderf
Kondigde de Litauers van Duitse zijde
De glanzende helm met struisveren,
En de brede mantel, met zwart kruis!
Waar passeerden de schreden van zulk een spook,
Daar is niets het verderf van dorpen of burchten:
Een geheel land daalde ten grave!
O! wie een Litause ziel vermocht te bewaren,
Die kome tot mij, laat ons nederzitten op ’t graf der volken,
Laat ons peinzen, zingen en tranen storten.

Vertaald door N. van Wijk

 
Adam Mickiewicz (24 december 1798 – 26 november 1855)
Konrad Wallenrod door Władysław Majeranowski, 1844

 

De Duitse schrijfster Angelika Schrobsdorff werd geboren op 24 december 1927 in Freiburg im Breisgau. Zie ook alle tags voor Angelika Schrobsdorff op dit blog.

Uit: Wenn ich dich je vergesse, oh Jerusalem

„Aber Euphemia schien sich der Bedeutung der Zahl keineswegs bewußt zu sein: »Sechs Millio-nen, sagt man«, wiederholte sie triumphierend, »oder noch mehr!« In Israel sprach man nur von drei Millionen, darunter von vielen verdächtigen Sekten, die ge-droht haben sollen, in Jerusalem Massen-Selbstmord zu verüben oder, viel schlimmer noch, das muslimische Heiligtum auf dem Tempelberg, die Al-Aksa-Moschee, in Brand zu setzen. Vielleicht würden sie auch beides zusammenlegen, denn schließlich war Jerusalem prädestiniert, spannende Ereignisse und Endzeitkatastrophen zu produzieren. Doch der israelische Geheimdienst war den Sekten bereits auf der Spur und entschlossen, sie am Flugplatz abzufangen und dahin zurückzuschi cken, woher sie gekommen waren. Dies immerhin schien gelungen zu sein, denn nicht ein Sekten-mitglied, geschweige denn ein ganzes Rudel, hat sich hier umgebracht, was die hohen Erwartun-gen, die wir an den Jahrhundertwechsel gestellt hatten, erheblich enttäuschte. Auch die Anschaffung von Lebensmitteln, Mineralwasserflaschen in großen Mengen, Kerzen, Sturmlampen und Radios, die auf Batterie laufen, war umsonst gewesen. Meine Mutter-Freundin, Evchen, neunzig Jahre alt und nach wie vor positiv eingestellt, hatte mir dringendst geraten, mich mit diesen überlebenswichtigen Dingen einzudecken.
»Auch in den Zeitungen stand es«, erklärte sie, »und im Fernsehen wurde es gesagt.« Ihr Glaube an die Unfehlbarkeit der Medien war unerschütterlich. »Man soll auch alle Computer ausschalten«, fuhr sie fort, »denn wenn da was schiefgeht mit der Technik, explodieren sie.« »Nein, nein, das hast du falsch verstanden«, wagte ich, es selber nicht verstehend, einzuwenden, »da ist irgendein >bug<, der die Zahlen und Programme durcheinanderbringt, aber das heißt nicht….“
»Na ja, das sage ich doch«, unterbrach sie mich ungeduldig, »sie geraten durcheinander und ex-plodieren.«

 
Angelika Schrobsdorff (24 december 1927 – 30 juli 2016)

 

De Amerikaanse schrijfster Stephenie Meyer werd geboren in Connecticut op 24 december 1973. Zie ook alle tags voor Stephenie Meyer op dit blog.

Uit: New Moon

“They were all waiting in the huge white living room; when I walked through the door, they greeted me with a loud chorus of “Happy birthday, Bella!” while I blushed and looked down. Alice, I assumed, had covered every flat surface with pink candles and dozens of crystal bowls filled with hundreds of roses. There was a table with a white cloth draped over it next to Edward’s grand piano, holding a pink birthday cake, more roses, a stack of glass plates, and a small pile of silver-wrapped presents.
It was a hundred times worse than I’d imagined.
Edward, sensing my distress, wrapped an encouraging arm around my waist and kissed the top of my head.
Edward’s parents, Carlisle and Esme–impossibly youthful and lovely as ever–were the closest to the door. Esme hugged me carefully, her soft, caramel-colored hair brushing against my cheek as she kissed my forehead, and then Carlisle put his arm around my shoulders.
“Sorry about this, Bella,” he stage-whispered. “We couldn’t rein Alice in.”
Rosalie and Emmett stood behind them. Rosalie didn’t smile, but at least she didn’t glare. Emmett’s face was stretched into a huge grin. It had been months since I’d seen them; I’d forgotten how gloriously beautiful Rosalie was–it almost hurt to look at her. And had Emmett always been so . . . big?
“You haven’t changed at all,” Emmett said with mock disappointment. “I expected a perceptible difference, but here you are, red-faced just like always.”
“Thanks a lot, Emmett,” I said, blushing deeper.
He laughed, “I have to step out for a second”–he paused to wink conspicuously at Alice–“Don’t do anything funny while I’m gone.”
“I’ll try.”
Alice let go of Jasper’s hand and skipped forward, all her teeth sparkling in the bright light. Jasper smiled, too, but kept his distance. He leaned, long and blond, against the post at the foot of the stairs. During the days we’d had to spend cooped up together in Phoenix, I’d thought he’d gotten over his aversion to me. But he’d gone back to exactly how he’d acted before–avoiding me as much as possible–the moment he was free from that temporary obligation to protect me.”

 
Stephenie Meyer (Connecticut, 24 december 1973)
Cover voor de soundtrack van de gelijknamige film uit 2009

 

De Turkse dichter Tevfik Fikret werd geboren op 24 december 1867 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Tevfik Fikret op dit blog.

De Vissers (Fragment)

– Hij wil toch zelf; ‘Blijf» thuis!’ zegt hij…
– Ach, stel je voor,
Als ik nou sterf voordat hij terugkomt?..

De vrouw stokte bij deze laatste woorden
En verzonk in gedachten; de visser en zijn zoon keken tersluiks
Naar het door pijn veroorzaakte trillen van haar bleke lippen
En zwegen; zo spraken ze over de rampspoed die hen door het hoofd spookte.
Buiten nam de storm gaandeweg toe, met een wild gebulder
Deed hij de omgeving trillen Huilde hij…
– Hoe moet onze jongen morgen gaan?
Toen de dageraad begon te gloren, ging hij op weg alleen,
Aan de slag met de verknoopte, verstrikte, verrotte touwen
Van een oude boot; schuimend gaat de zee met dezelfde
Heftigheid tekeer en verbrijzelt de gezwollen zwarte spanten
Van het versleten booije… Ach honger, ach hoop!

Aan de wal riep een witte verschijning bovenop een steen
Terwijl hij met zijn hand leek te gebaren naar de open zee:
‘Kom, je bestemming ligt op die golven, vaar!’
Het arme gebroken booije vaart, het vaart; ‘Varen,
Dat is je bestemming!.. Steeds je oog op de wal… Vaar!’
Het vaart, maar hoe kan een oude, zieke boot zo’n
Verwoestende woede van het water weerstaan?..

In de verte de zee, thuis zieltoogt de wouw… zij sterft;
Aan de kant met de last van drie nachten waken,
Met de kwetsende zweepslag van alle ellende,
Bij een leeg verongelukt booije, staat de vader te wijzen
Met zijn vuist naar een plek in de verte en grimlacht;
Op zijn betraande gezicht duistere, verstikte vervloekingen…

Vertaald door S Sötemann

 
Tevfik Fikret (24 december 1867 – 19 augustus 1915)
Hier met zijn zoontje Haluk

 

De Engelse dichter en cultuurcriticus Matthew Arnold werd geboren op 24 december 1822 in Laleham, Middlesex. Zie ook alle tags voor Matthew Arnold op dit blog.

Stanzas From The Grande Chartreuse (Fragment)

Through Alpine meadows soft-suffused
With rain, where thick the crocus blows,
Past the dark forges long disused,
The mule-track from Saint Laurent goes.
The bridge is cross’d, and slow we ride,
Through forest, up the mountain-side.

The autumnal evening darkens round,
The wind is up, and drives the rain;
While, hark! far down, with strangled sound
Doth the Dead Guier’s stream complain,
Where that wet smoke, among the woods,
Over his boiling cauldron broods.

Swift rush the spectral vapours white
Past limestone scars with ragged pines,
Showing–then blotting from our sight!–
Halt–through the cloud-drift something shines!
High in the valley, wet and drear,
The huts of Courrerie appear.

Strike leftward! cries our guide; and higher
Mounts up the stony forest-way.
At last the encircling trees retire;
Look! through the showery twilight grey
What pointed roofs are these advance?–
A palace of the Kings of France?

 
Matthew Arnold (24 december 1822 – 15 april 1888)
Portret door George Frederick Watts, 1880

 

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 24 december 2008 en eveneens mijn blog van 24 december 2007 en mijn mijn blog van 24 december 2006.