De Nederlandse schrijver en televisiemaker Adriaan van Dis werd op 16 december 1946 geboren in het Noord-Hollandse Bergen aan Zee. Zie ook alle tags voor Adriaan van Dis op dit blog.
Uit: Stadsliefde
“Straks haal ik haar op: de vrouw met wie ik het liefst door Parijs wandel. Dan gaan we al die dingen doen die we altijd doen: eerst het glas champagne thuis, de toastjes zalm, en dan lopen naar ons ‘meneertje’, een Vietnamees in de Marais waar we al twintig jaar komen. Alleen de eerste dag. Heen over een andere brug dan terug – beide routes liggen bezaaid met herinneringen. We kennen de eigenaar, zijn wel en wee en familie. We krijgen geen menukaart; we eten altijd hetzelfde. Straks zullen we onze kleren thuis voor een open raam moeten luchten, omdat de hele tent naar frituur stinkt. Hindert niet. Terug lopen we altijd door de rue de Bièvre, een kromme steeg waar Mitterrand vroeger woonde. We zien lampen branden in het appartement waar ik als student op andermans poezen paste. We denken aan doden, aan scheidingen. Hebben we geen woorden voor nodig. Hooguit een miauwtje.
De volgende morgen haal ik een tradition bij de bakker en eten we ons gekookte eitje – ik vier minuten, zij vijf. De Pariscope ligt klaar. We strepen de films aan, de tentoonstellingen, ook al weten we dat het er niet van zal komen. We hebben er tien jaar over gedaan Musée d’Orsay daadwerkelijk binnen te gaan. De buitenkant was al zo mooi. O, de duizend gebouwen die ons nog wachten. Wij wandelen door ons eigen museum. Inspecteren de pleintjes en geheime tuinen. Kijken of de duiven nog uit de geheime kom tussen twee wortels van de ginkgoboom drinken. Zij laat haar jurk opwaaien bij het metrorooster op Carrefour de la Croix-Rouge, ik aai er de hoef van het paard van César. We delen de geuren. De gezichten van voorbijgangers. Kleine sensaties. Parijs als tableau vivant. Alles is van ons. We hebben de stad gemerkt met onzichtbare sporen. Ons wandelen is een ritueel van de herhaling. Niet dat we ons geen onbekende buurten gunnen, o nee, we verkennen en lijven in, maar na het nieuwe keren we toch telkens weer naar onze oude sporen terug, als een meanderende rivier die zijn bedding zoekt.”
Adriaan van Dis (Bergen aan Zee, 16 december 1946)
De Engelse schrijfster Jane Austen werd geboren op 16 december 1775 in Steventon, Hampshire. Zie ook alle tags voor Jane Austen op dit blog.
Uit: Mansfield Park
“By the end of eleven years, however—a mere blink of an instant to a drying mummy, but quite a different matter to a robust living female; but oh, mustn’t get ahead of ourselves—Mrs. Price could no longer afford to cherish pride or resentment, or to lose one connexion that might possibly assist her. A large and still increasing family, an husband disabled for active service (except for his mouth, decidedly still deployed on multiple vessels in the East Indies), but not the less equal to company and good liquor, and a very small income—all made her eager to regain the friends she had so carelessly sacrificed.
Thus, she addressed Lady Bertram in a letter of contrition and despondence, a superfluity of children, a fair mention of Egyptology, and a want of almost everything else. This could not but dispose them all to a reconciliation. Mrs. Price was preparing for her ninth lying-in; and after bewailing the circumstance, and imploring their countenance as sponsors to the expected child, she could not conceal how important they might be to the future maintenance of the eight already in being.
Her eldest was a boy of ten years old, a fine spirited fellow, who longed to be out in the world, sailing the seas or perchance digging up Egypt (the latter being a strong hint to Lady Bertram to put her in favor of the boy) or seeking treasure in the New World; but what could she do? Was there any chance of his being hereafter useful to Sir Thomas in the concerns of his West Indian property? No situation would be beneath him; or what did Sir Thomas think of Woolwich?
The letter was not unproductive. It re-established peace and kindness. Sir Thomas sent friendly advice and professions, sanguine Lady Bertram dispatched money and baby-linen and Egyptian grave-robbed trifles, and Mrs. Norris wrote the letters.
And within a twelvemonth a more important advantage to Mrs. Price resulted from it.”
Jane Austen (16 december 1775 – 18 juli 1817)
Billie Piper (Fanny Price), Joseph Beattie (Henry Crawford) en Blake Ritson (Edmund Bertram) in de tv-bewerking uit 2007
De Nederlandse schrijver Adriaan van der Veen werd geboren op 16 december 1916 in Schiedam. Zie ook alle tags voor Adriaan van der Veen op dit blog.
Uit: Het wilde feest
“Misschien was het ook de behoefte om een reactie te verbergen, zoals wanneer vlak achter me een vaas of bord in stukken viel. In dit geval was het een subtiel protest tegen de te naakte schrik met gillen en hard hollen, van de bevolking aan boord. Die eerste tijd zat ik vaak in de bar, iets nieuws voor me met de leren krukjes en de witgejaste man achter de tapkast. Ik luisterde er naar de gesprekken van het groepje Amerikanen, meestal zakenmensen uit Berlijn of Oost Europa, norse halfgoden, door iedereen gevreesd en bewonderd. Zij spraken over de Duitsers en het terugkeren naar Amerika, wat hun geen van allen aan scheen te staan. En na enkele uren met veel drank over het thema van het vertrek, zei een van hen met zijn onverschillig zwaar Amerikaans: ‘You get annoyed with yourself’ en ik stelde mij voor hoe ik in een gewichtig decadente toekomst overal met mijzelf verveeld zou raken, om dan te proberen dat gevoel van étappe tot étappe weg te drinken. Later waagden zich ook af en toe enkele van de emigranten in de bar, losheid en zelfverzekerdheid simulerend; zij praatten er druk en keken zijdelings naar de Amerikanen, die er gemelijk op hun krukjes zaten te drinken en te zwijgen. Zij schenen nooit te merken dat er buiten hun eigen groep nog iemand anders aan boord was. Een van hen maakte hierop een uitzondering. Hij was nog jong, maar al met grijsblond sluik haar, een verweerd, doorgroefd gezicht en lichte harde ogen, waarmee hij, altijd alleen langs het dek wandelende, strak voor zich uit blikte. Mij groette hij af en toe. Een paar keer liepen wij samen op en hij bleef mijn held, ook toen ik hem, na mijn contacten met de emigranten, had verloren. Hoe ik hem ook bewonderde om zijn afzijdigheid, zijn splendid isolation, en daarin opgenomen had willen worden, ik was te nieuwsgierig en te gevoelig voor alle toenadering om de wenken dat ik ontvangen kon worden in het woelige bootleven lang te kunnen weerstaan.”
Adriaan van der Veen (16 december 1916 – 7 maart 2003)
Alfred Kossmann en Adriaan van der Veen, 1967
De Engelse schrijver en songwriter Noël Coward werd geboren op 16 december 1899 in Teddington, Londen. Zie ook alle tags voor Noël Coward op dit blog.
Uit:I’ll Leave It To You
“A plan of the stage of the New Theatre, London, set for the play is given at the end of the book.
SCENE.–The Hall of Mulberry Manor. All the furniture looks very comfortable. Through the window can be seen a glimpse of a snowy garden; there it a log fire. The light is a little dim, being late afternoon. Seated on the table swinging her legs is JOYCE, she is attired in a fur coat and goloshes, very little else can be seen, except a pink healthy looking young face._ SYLVIA _is seated on the Chesterfield R. She is twenty-one and exceedingly pretty. It is about five days before Christmas.
JOYCE (brightly). My feet are simply soaking.
SYLVIA (sewing). Why on earth don’t you go and change them? You’ll catch cold.
(BOBBIE enters R. He is a slim, bright-looking youth of twenty.)
JOYCE. I don’t mind if I do. (Laughs.) Colds are fun.
BOBBIE. She loves having a fuss made of her, beef tea–chicken—jelly with whipped cream–and fires in her bedroom, little Sybarite.
JOYCE. So do you.
BOBBIE (comes C.). No, I don’t; whenever my various ailments confine me to my bed, I chafe–positively chafe at the terrible inactivity. I want to be up and about, shooting, riding, cricket, football, judo, the usual run of manly sports.
SYLVIA. Knowing you for what you are–lazy, luxurious —-
BOBBIE (pained). Please, please, please, not in front of the child. (JOYCE kicks). It’s demoralizing for her to hear her idolized brother held up to ridicule.”
Noël Coward (16 december 1899 – 26 maart 1973)
Scene uit een opvoering in het Pentameters Theatre, Londen, 2009
De Antilliaanse dichter en schrijver Tip Marugg werd geboren op 16 december 1923 in Willemstad, Curaçao. Zie ook alle tags voor Tip Marugg op dit blog.
Uit: De morgen loeit weer aan
“Eerst ziet men hoe het zwart van de nacht bijna onmerkbaar wordt vervangen door een blauw waas, in het begin diep van kleur doch vlug overgaand in een licht blauwachtig schijnsel, dat als een halfdoorzichtige sluier over het landschap wordt getrokken. Laag aan de oostelijke hemel beginnen grijswitte en rose kleuren zacht aan te glimmen, om echter gauw verjaagd te worden door de eerste zonnestralen die aarzelend de contouren van de dingen omlijnen en vervolgens het gehele landschap met wit licht omlijnen en tot leven roepen.”
(…)
“Terwijl ik in mijn enigheid halfdronken op de stoep van mijn woning zit te mijmeren, is de nacht mijn zwarte vrouw. In de omhelzing van haar sterke, kanelen armen voel ik mij heersziek en beschut tegelijk. (…) Ik druk mijn rug tegen haar enorme borsten en wanneer de warmte van haar vlees wordt overgedragen op mijn huid ben ik in staat alle littekenende herinneringen met één hand uit te wissen,”
(…)
“Wanneer men niet meer jong is, heeft alles wat pril en smetteloos is te maken met de dood. Daarin schuilt het gevaar van mijn eenzaam spel. […] Ik ontdek dat ik de kijker achterstevoren voor mijn ogen houd en dat ik alle dingen en alle mensen ver van mij heb weggedreven. Ik ben moederziel alleen. […] Bijna elk schip dat ik de haven uit zag varen verwekte in mij een vreemde, nare sensatie, alsof ik iets verloren had gegeven. Wanneer ik het vaartuig steeds kleiner zag worden voelde ik mij ontzettend eenzaam en achtergelaten.”
Tip Marugg (16 december 1923 – 22 april 2006)
Cove
Zie voor nog meer schrijvers van de 16e december ook mijn blog van 16 december 2012 deel 2.