De Franse schrijver en filosoof Albert Camus werd geboren op 7 november 1913 in Mondovi, Algerije. Zie ook alle tags voor Albert Camus op dit blog.
Uit: De pest (Vertaald door Jan Pieter van der Sterre)
“Op dit punt aangeland, zal eenieder grif moeten toegeven dat onze stadgenoten onmogelijk voorbereid konden zijn op de incidenten die in de lente van dat jaar plaatsvonden en die, zoals we ons later realiseerden, in zekere zin de voorboden waren van de ernstige gebeurtenissen waarover deze kroniek wil verhalen. Op sommigen zullen deze feiten volstrekt logisch overkomen, op anderen daarentegen onwaarschijnlijk. Maar tenslotte kan een kroniekschrijver geen rekening houden met die tegenstrijdigheden. Hij hoeft alleen maar te zeggen: ‘Het is zo gebeurd’, als hij weet dat iets inderdaad zo gebeurd is, dat het leven van een hele bevolking erdoor is beïnvloed, en dat er dus duizenden getuigen zijn die het diep in hun hart zullen waarderen dat de waarheid wordt gezegd.
De verteller, van wie de lezer in elk geval te zijner tijd de naam zal weten, zou overigens nauwelijks de juiste persoon zijn om een dergelijk karwei te ondernemen als hij niet toevallig een bepaald aantal uitspraken had kunnen vergaren en als hij onder druk van de omstandigheden niet betrokken was geraakt bij alles wat hij van plan is te vertellen. Dat is de rechtvaardiging voor zijn optreden als geschiedschrijver. Een geschiedschrijver, zelfs als hij een amateur is, moet altijd schriftelijke bronnen hebben, dat spreekt vanzelf. De verteller van deze geschiedenis beschikt daar dus ook over: in de eerste plaats is er zijn eigen ooggetuigenverslag, vervolgens dat van de anderen, aangezien alle personen in deze kroniek hem door zijn rol in vertrouwen namen, en ten slotte zijn er de teksten die hij uiteindelijk in handen kreeg. Hij is van plan die naar eigen smaak en goeddunken te gebruiken. Ook is hij van plan… Maar misschien wordt het tijd een eind te maken aan deze uitleg en omzichtige taal en met het verhaal zelf te beginnen. Het verslag van de eerste dagen vereist enige zorgvuldigheid.
Op de ochtend van de zestiende april liep dokter Bernard Rieux zijn spreekkamer uit en zag midden op de overloop een dode rat liggen. Hij schoof het beest meteen opzij, zonder erbij na te denken, en liep de trap af. Maar eenmaal op straat realiseerde hij zich dat die rat er niet hoorde en ging hij terug om de conciërge te waarschuwen. Pas toen hij de reactie van de oude meneer Michel zag, drong het tot hem door hoe ongewoon zijn ontdekking was. Hijzelf had het alleen maar vreemd gevonden, een dode rat in huis, maar voor de conciërge was het niet minder dan een schandaal. Hij stelde met nadruk: in dit huis zijn geen ratten. De dokter kon dan wel volhouden dat er een op de overloop van de eerste verdieping lag, waarschijnlijk een dode, Michel hield voet bij stuk: er waren geen ratten in huis, dus moest het beest van buitenaf binnengebracht zijn. Kortom, een kwajongensstreek.”
De Duitse dichter, schrijver en vertaler Werner Söllner werd geboren op 10 november 1951 in Arad, Roemenië. Zie ook alle tags voor Werner Söllner op dit blog.
De Chinese lepel
Op een dag in november toen ik
per ongeluk
Erich Fried was onder andere gasten
in een Weens museum dat vol was
van Hrdlicka’s marmeren staarten, gedrapeerd
over canapés, prosecco en bier –
zag ik hoe alle volwassen
kinderen hun moeder ad nauseam
consumeerden, privé en politiek, geserveerd
met vis en courgette op blauw porselein
met blauw patroon, toen wist ik eindelijk dat deze wereld
niet meer zal veranderen
in het door wie en hoe en waarom ook
anders bedoelde –
op een dag in november toen ik me
te vele, te veel gedichten
herinnerde en aan wat is, wat
het is, toen zag ik hoe Sartre
zich omdraaide in de mond van een verlichte
minister, toen omhelsde ik de Chinese lepel
zoals Nietzsche zijn paard, met Nausikäa
ging ik en plantte een boom
in het heden.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor meer schrijvers van de 7e november ook mijn blog van 7 november 2018 en ook mijn blog van 7 november 2017 en ook mijn blog van 7 november 2015 deel 2.