Allerheiligen (Karel van den Oever)

Bij Allerheiligen

 

 
Allerheiligen door Johann König (1596 – 1642)

 

Allerheiligen

In de ochtend-regen,
op de straat,
mijn Engelbewaarder riep:
“Herinner je!”

Ja, het was een avond, zeer laat.
Ik drentelde aan de warme hand van mijn vader.
(Hoe veilig ik naast hem liep!)
Ik zag, voor het eerst, de vergulde straat,
de gloed der ramen, het lantaarnlicht.

O, dat was ’n wonder-nieuw zicht!

Toen plots de “Music Hall”.
Achter een dichte deur:
een gelouterd gezag,
een bestolpte muziek
– als uit een fluweelen behang –
iets ver en nostalgiek.

Een warme zaal-geur
die tochtte uit de spleet der mooie deur.
Ook een heldere luchter-gloor
scheen tusschen de spleet der mooie deur door.
Was hier het feest van een verborgen God
de luister van ’t beginnend leven,
ja, mijn levenslot?

O, achter die dichte deur:
hoe bekoorde dit hemels gezang,
wat ’n brandende gloed, wat ’n eeuwige taal!
Ik hoorde veel menschen in die zaal.

O, daarna, dagen lang:
Ik verlangde bedroefd naar die onbekende zaal
der “Music Hall”.

En nu?

Nu ga ik, verouderd en stram,
in de ochtend vol Allerheiligen-regen.
Langs mij rijdt de electrische tram
zich-zelf tegen.

Maar de stad weet niet,
mijn goede God,
hoe ik dring mijn oor, als een zot,
steeds sterker tegen uw dichte deur,
waarachter de zuivere zaal,
vol zang en Heiligen,
waarbij ik mij angstig wil beveiligen.

Want het leven: lang van duur?
O, wanneer klinkt op des afgronds gonzende schaal
het verrukkelijk uur
dat Iemand de dichte deur ontsluit
en ik mag ingaan tot die klare zaal?

 

 
Karel van den Oever (19 november 1879 – 6 oktober 1926)
Portret door C. van den Oever, 1916

 

De Vlaamse dichter, essayist en en toneelschrijver Karel van den Oever werd geboren in Antwerpen op 19 november 1879. Zie ook alle tags voor Karel van den Oever op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2013 en eveneens mijn blog van 1 november 2011 deel 1 en eveneens deel 2.